C O U |HRANT.
A®. 1809. N°. 46.
A L K M A A R S C H E
Van Maandag den 13 van Slagtraaand.
KENNIS G e V 1 NG
UUP GEMEEb rtRSCH AP der Scad ALKMAAR.
Dc BURGEMEESTER dek Stad ALKMAAR, ontvangen
hebbende eene Dispofitie van den Heer Land-Drosc van liet Depar
tement Amltelland van den 28 van Herfstmaand II: N° 1 houdende
Kennisgeving van een Koninklyk Be fluit, van den 20 daartevooren, N°.
van den navolgenden Inhoud:
LODEWYK NAPOLEON, door de gratie Gods en de Conftitutie des
KonisgryksKoning van Holland, Connétable van Frankryk.
Zoo veel mogelyk willende tegemoet komen aan de omdandigheden
waarin zich zoodanige Perlbnen kunnen bevindenwelke by deze of
gene voo-gevallene verandering in het Beduur, hunner Posten hebben ver
loren, zonder onderfcheid, op welk tydftip of by welke bepaalde gelegen
heid zulks moge hebben plaais gehad en dezelve Perfonen in de gele
genheid willende Rellen, om wederom op nieuw te humen worden ge-
employeerdzonder ons z Ivc echter daar door de gelegenheid ne willen
of te kunnen benemen, om by voorkomende vacatures van deze of genu
bepaalde Posten, daartoe zoodanige byzondere gef'chikte Perfonen to
benoemen, als wy tot de waarneming daarvan meer bepaald berekend
mogten oordeelen:
Hebben wy befloten en befluiten:
Artikel 1. By alle Voordragten tot begeving van Posten, van wtlkca
aard dezelve ook mogen zvn, alsmede by alle begevingen en benoemin
gen door onze Ministers of andere Autoriteiten te doen, zal worden ia
acht genomen het navolgende:
fl. Dat vooreerst in aanmerking zullen komen a le Ambtenaren, by ge
legenheid van veranderingen in Politiek, Civiel of b inanciëel Beduur
uitgevallen, en nog nier weder geplaatst, alsmede de Militaire Offi
cieren zich in hetzelfde geval bevindende.
b. Alle gepenfioneerde Civielen of Militairen ook van de laatstgemel-
den, aan wien het Trsftement van reforme is verleend, welke zich
in ftaat bevinden om de diensten waartoe zy geroepen worden te
presteren.
Art 2. Mitsdien zullen de Voordragten tot begeving ven Civiele Pos-
ten of Ambten, zich zoo veel mogelvk moeten bepalen tot zoodanige
uitgevallen of geperfioDeerde Ambtuaren of Officieren maar niet in die
gevallen, welke zonder benadeeling van onzen dienst niet toelaten dat de