C O U R A N T.
alkmaarsche
$*A
N°. 2.
A0. 1811.
Van Maandag den 14 van Louwmaand.
FRANKRYK.
Wyk-op-Zee den 28 van Wintermaand 1810. Hedenochtend,
ongeveer ten elf uren, heeft zich een masteloos vaartuig in het
gezigt van dit dorp vertoond, geflmgerd wordende door de baren, en
fchier een kwartier uurs van land; op den middag ftrandde hetzelve ter
linker zyde van ons dorp De beambten der douane, alhier geposteerd,
hebben aan boord van hetzelve gevonden drie engelfche zeelieden, de
een oud iö, de tweede 14, en de derde 12 jaren, alle drie behoord
hebbende tot de visfehersboot the John, van ongeveer dertig ton, den
iödea van flagtmaand 11 uit de haven van Londen geloopcn. Dert
suften van wintermaand bad hun vaartuig de mast verloren, en waren
de Buurman en twee matrozen verdronken. De beambten der douane
hebben, ten einde gemelde drie jonge zeelieden te redden, in weerwil
van den ftormwelke woei, zich tot onder de armen in het water be
geven, hebber, dezelve vervolgens in hunne kaferne gehuisvest en ge
voed, en hun alle hulp, welke de menschheid in zulk géval vordert,
verleend. De drie geredde zeelieden zyn vervolgens overgeleverd ge
worden aan den heer van Tiffelc-nkommanderende het detachement van
het 125 de regimen:, die hen voorts naar het hoofdkwartier te Amfter-
dam heeft doen opzenden.
Parys den 3 van Louwmaand. Een brief van den heer Fourcroycom-
misfaris van marine te Diuokerken, aan Z, E de minister van marine
en koloniën gezonden, behelst een verllag wegens de fchipbreuk van het
driemastfchip the Eüfabeth, ,van (51 ton, kapitein Hubert William Exit.
wick, behoorende aan de oost-indifche maatfehappy, van Londen ko
mende en naar Madras en Bengale bedemd, met eene lading yzer, ko
per, lood, bier, klcederca glaswerk, hoeden enz.voerende ico.maa
cqupagie, de kapitein daar. onder begrepen, benevens dertig blanke
pasfagiers en twee honderd en vyftig lascars, door de oost-indifche
maatfehappy naar Bengale opgezonden. Dit fchip, door de windvlagen
geteisterd, verviel in den nacht van den 28 van wintermaand II tusfehen
de banken dezer ree, omtrent drie raylen ten N. O van de haven; kort
daarna raakte het op de Üreebank. Niettegenflaande alle aangewende,
pogingen is h t niet mogelyk geweest, eerige vaartuigen buiten tebreD-
gen om hulptegevea cn iD den ochtcnftond verdween hetfehip, niets
boven water latende dan deszelfs bezaansmast, vol volk zittende. Drie
floepen werden gezien, op de kust aanhoudecde; maar alken aan twee.