A V J ïl /'X VW Lx *3k I i ±Yl 1 'ia T: N°, 32. I'AN MAAN D AO M"=3T DEN 29 JULY, tSié. 2®»"X'VirTr- DüRGEMEESTERBTN der STAD ALKMAAR, brengen bij deze ter kennisse van alle de Ingezete tien tier Stad er. jurisdictieen voorts van diegeeneu, welke zulks e enig zins zouden mogen aangaan Dat de RA At) der gemelde Stad heeft gearresteerd het navolgend REGLEMENT, tot voorkoming van Brand door het te sterk broei jen van het HOOI binnen de Stad Alkmaar en der- zelver Regtsgebied. A.rt. 1. Er zullen zijn twee beëedigdc Hooistee kers, of Keurmeesters van het Hooi binnen de Stad Alkinarr en duzelver Regtsg-bied. Art, 2. Elke Hooisteeker za' voorzien zijn vantwee Pijiijzers (e .i lang en een kort) gemerkt met den naam of het wapen van de Stad, en welke bij overlij den of afstandaan deszelfs opvolger afgegeeven zal moeten worden. Art, 3. In iedere Hooitijd, wanneer het Hooi in de Schuuren of Klampen gezet is, zullen zij driema len van 14 tot 14 dagen bij aile de zoodamgen welke Hooi hebben opgedaan, het zelve onderzoeken, en pijlen, en bij sterk broeijen van hetzelve zoodanige orders stellen, als zij dienstig zullen oordeelenen zorgen dat dezelve worden uitgevoerd ingeval van twijffeling zullen zij kort daarna op zodanig een plaats moeten wederkomen, en daarmede zoo lang aanhou den tot het gevaar van Brand geheel voorbij is. Art. 4. Alle Burgers ea Inwoonders van deze Stad en deszelfs Regtsgebied dewelke eenige, meer dan gtwoone broeijing van Hooi meenen te ontdekken zullen daarvan ogenblikkelijk kennis moeten geven aan de Heer Praesident Burgemeester en aan de Hooi steekers, dewelke alsdan gehouden zullen zijn, het zelve zoo spoedig doenlijk en wel uiterlijk binnen drie uren na gemelde kennisgeving te examineeren, terwijl zij eenig gevaar vreezende^ dadelijk ingevolge dit Reglement op hunne verantwoordelijkheid zuilen handelen. Art. 5. Indien de orders van de Hooisteekers niet ogenblikkelijk en nauwkeurig Worden opgevolgd, of zoo men Hechts eenige onwilligheid bespeuren mogt; zullen de .nalatige» ot onwilligeu verbeuren eene boe te van ƒ12 - - waarvan de eene helft genoten zal worden door de algemeene Armen dezer Gemeente» en de andere helft door de Hooisteekers, en zullen, in dat geval de Hooisteekers de door hun gestelde or ders ten kosten van de nalatigen of onwilligen kunnen en moeten dóen uitvoeren onder hunne verantwoor delijkheid, zoodanig dat zij zelve,indien eenige nodi ge maatregel is veronachtzaamd, de boete zullen moeten betalenen zal in zoo anig geval de eene kelfc der boete genoten worden door de algemeene Armen» doch de andere helft Ooor de Aanbrenger. Art. <5. Niemand zal de [Hooisteekers fn de waarne ming en uitocfTening van hun beroep mogen hinde ren, maar een ieder, bij wien Hooi opgedaan is, zal dezelve daarin zoo veel mogelijk tot zijnent de be hulpzame hand leenenen ook, indien eenig Hooi bfiiten de voorsz. lijden van omgang sterk mogt broei, jen, de Hooisteekers terstond daar bij moeten halen dewelke dan ook zonder uitstel, ogenblikkelijk ko men en het nodige znüen moeten bezorgen, alles bij overtreding van her een of ander, op eene gelijke boete van Twaalf Guldens te verdeelen als boven Art. 7. Wanneer er door het broeijen van bet Hooi* vrees voor Brand ontstaatzal de Hooisteeker daar van ogenblikkelijk kennisse moeten geven aan den Heer Praesident Burgemeester, eu aan de President Brand meesterten einde door dezen de nodige orders zon de kunnen worden gegeeren om alles in gereedheid te brengen tot het verleenen van de nodige hulp. Art. 8. Hij wiens Hooi wordt gespit, za! verplicht zijn, om de zoodanigen zijner Buuren of andere Per- soonen welke als dan behulpzaam zijn, te verzorgen van het benodigde Bier, Brandewijn of Geneverals ook van Brood. K^as en Boter of ander goed voedzel dat bi) hun voorhanden mogt zijn, zonder in eenige verdere kosten te zijn gehouden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1816 | | pagina 1