Art. 7. Wanneer de Schipper san eene der Ton-
ttersdaartoe expresselijk gekwalificeerd berigt
geeft, dat hij geene twee honderd Tonnen korte of
lange Turf in zijne Schuit beeft, zal zulks voor gee
ne Pen worden gehouden, maar zal de Tonster,
daartoe expresselijk gekwalificeerd, het zelve door
e'ie welke het laatst een Pen afgewerkt hebben la
ten werken, en dus van onderen af, naar boven toe.
deelê van 4e Tonster, daar t»e expreiselijk gekwa
f
Art. 8. Wanneer eene Tonster door Ziekte of Ou
derdom buiten staat is, haar werk re verrigten, zal
■daarin voor de zoodanige door de Tonster, daartoe
expresselijk gekwalificeerd, worden voorzien, door
eene andere in hare plaats te stellen bij afwisseling-,
•welke van bare verdiensten aan de buitenstaat zijn
de, zal moeten uitkeeren, waarvoor de Tonster,
daartoe expresselijk gekwalificeerd, in zulk een geval
verantwoordelijk wordt gesteld.
^rt. 9. De Schippers zuilen gehouden zijn aan éëne
der Tonsters, daartoe expresselijk gekwalificeerd te
betalen iedere reize, dat door bun Toasters worden
afgehaald, negen Stuivers, tot de vierhonderd Tonnen
ingesloten, en van iedere honderd Tonnen daarbov-en
twee stuivers.
Art. 10. Van alle Turf, zoo lange als korte, wel
ke bet zij dezelve aan de Burgers in de Stad-, of naar
buiten worden uitgecond, zal iedere Tonster genieten
twee Penningen per Tonde kluiten daar onder be
grepen.
Art. li. De'Tonsters aan de Fabrieken lange Turf
moetende Tonnen, zullen genieten veertien Stuivers
van iedere honderd -Tonnen, en zal 2Ulk werk door
drie Tonsters moeten verrigt worden.
Art. 12. De Tonsters zullen ep de-n tijd, door de
Tonster, daartoe expresselijk g -kwalificeerdof op
derzelver order bepaslo, present op het werk moe
ten zijn, niet tegenwoordig zijnde, zal de Tonster,
daartoe expresselijk gekwalificeerd, dadelijk eene an
dere in derzelver plaats moeten stellen welke hon
derd Tontitn zal moeten werken, eer de andere, wel
ke op den bepaalden tijd niet présent was, aan her
werk zal mogen gaan.
Art. 13. D.e Tonsters zullen ©nder liet werk el-
kanderen niet onheusch mogen bejegenen, veel min
schelden, stooten of slaan en zich moeten wachten
van door het misbruik van sterken Drank zich onbe
kwaam voor het werk te maken, op poene dat de schul
dige dadeliik zal worden gesuspendeerd voor den tijd
van zes Weken, en daarenboven zal moeten betalen
eene boete van drie Guldens ten prafijte als bii Art.
2. vermeld, mitsgaders bij herbaalde overtreding,
naar bevinding van zaken, zal worden ged-emitteerd.
Art. 14. De Tonsters zullen geene Kluiten ofTur-
•ven van de Schippers, of van den genen, voor wien
de Turf is uitgetond, mogen medenemen op eene
boete van drie Guldens, de eene helft, ten profijte
kis ju Art. 2. is vernield, en .de wederheit ten voor-
lificeerd, Raadsvrouw of Wipper, welketi bij deze
worden geordonneerd de bekeuring te doen.
Art. 15. De Tonsters zullen de orders welke haar
door de Tonster, daartoe expresselijk gekwalificeerd
of Raadsvrouw over haar gesteld, gegeven worden,
moeten gehoorzaamenen stiptelijk observeeren, en
aan dezelve geene onbescheidene antwoorden geven
of haar onheusch bejegenen, op eene boete van drie
Guldens, de eene helft ten profijte als bij Art. be
paald en de wederhelftten voordeele van de aige-
meene Turftousters - Bos.
Art. 16. Wanneer er Turf door de Tonsters ge
tond is, en de kooper of die gene, welke doer hem
daarbij gesteld is vermeenen raugt, dat de Ton, zoo
als bij Art. 4 is bepaald, niet behoorlijk gevuld is,
zal de fon dadelijk moeten gedekt worden zoiider
dat dezelve verder mag worden geroerd, tot dat de
Opziener van de Turfdragers èn de Tonster daartoe
expresselijk gekwalificeerd, dezelve zul'en hebben
gekeurd; bevonden wordende, dat dezelve niet in
gevolge gemelde Art. 4. is behandeld geworden zul
len de schuldigen worden gestraitieder uier eene
boete van drie Guldens, ten voordcele als bij Art. 2,
is bepaald.
Art. 17, De Tonsters zuilen niet vermogen te
Tonnen voor den opgang, noch na den ondergang,
der Zon, op de boete en ten profijte als in Art. 15.
is geraeid.
Art. 18. De Schippers zullen gehouden zijn,
wanneer zij verlangen, dat er getond zal worden,
ten minsten één uur te voren, de Tonster, daartoe
expresselijk gekwalificeerd, daarvan kennis te ge
ven, ten einde in staat te Zijn, de Toasters te kun-
T.en oproepen.
Art. 19. Dit Reglement zal eenmaal ih het vie
rendeel Jaars door de i onster, daartoe expresselijk
gekwalificeerd, aan alle de Tonsters worden voorge
lezen, ren einde bij voorkomende gevallen geene
onwecenheid ter harer verschbnhig te kunnen in
brengen.
Art. 20. De Leden van den Raad feservecren aac
zich het Regt, om deze Instructie zoodanig te al-
tereeren en te amplieefen, als fltin Edele Achtbar:#
in der tijd zullen nodig oordeelen,te behooren.
Aidns gearresteerd bij den RAAD der .Stad
Alkmaar, op den 26 September 1816 en
op den 10 October daaraanvolgende van de
Fuije van het Raadhuis gepubliceerd.
G. F. VERSCHUIR, r.
Ter Ordonnantie van Hun Edele Achtbaren
il. J. VONK, Secretaris,