A L K M A A RSC H E
A
T
B
A
A
1
JÉL%,
TL
N\ 6.
T
j,
VAN MAANDAG DEN 10 FEBRUART18:7.'
KENNISGEVING.
URGEMEESTEREN der STAD ALKMAAR
brengen by deze ter voldoening aan de door Hun
Edele Achtbaren van den Heer Staatsraad Gouverneur
van Noordholland ontvangene Aanschrijving van den
17 dezer maand Januarij N». jff ter kennisse van de
Ingezetenen dezer Stad en jurisdictie van dien, de
twee eerue Artikelen van bet eerste Lid, eenerdoor
Zijne Excellentie den Minister van Financien op den
8 dezer maand Januarij genomene Resolutiehouden,
de de tijdsbepalingen waarop de beschrijving der Pa -
lei tpligtige Ingezetenen benevens de werkzaamheden
der Zetters, naar aanleiding der Ordonnantie op den
Ophef voor het Patentregt bij de WET van 11 Fe
bruary 1815 gearresteerd, voor het tegenwoordig jaar
jn deze Provincie eenen aanvang zullen moeten ne
men ziïnde voorschrev»»- aIJ-
«enden Inhoud:
Art. I,
Met de Beschrijving der Patentpligtigenzal in
de Noordelijke Provinciën van het Rijk on
der toezigt van de Controleurs der directe Be
lastingen, ieder voor zoö veel betreft de uit
gestrektheid van zijne Divisie van Controle,
door de Ontvangers der genoemde Belastingen
in de onderscheidene Gemeenten fungerende,
op zoodartige wijze, als bij Art. 15.d-.er Ordon
riantie, bij de WET van den 11 Februari) 1816
gearresteerd, is bepiald, op den 20 Januarij
aanstaande eenen aanvang worden gemaakten
zal de gemelde beschrijving in de Steden, be-
Vioorende tot de vier eerste rangen, voor of op
den lantsten Februarij en de overige Gemeen
te voor of op den 15 der gezegde maand yol»
bragt moeten zijn.
A
Art. 1.
0e ondernemers van openbare vermakelijkheden,
mitsgaders vreemde Kooplieden en Kramers
tullen zich dadelijk, nadat deze bepalingen
ter kennisse der respective Gemeente Besturefr
zullen zijn gebragc tot bet doen van aangifte
ter verkrijging van Patent, in maniere als bf.
Art. ió. der Ordonnantie is vastgesteld, ten
Kantore der Zetters kunnen vervoegen, en zul
len de Gemeente Besturen dienvolgens van dtc
tijdstip at aan, ten aanzien van de etfrstge-
noemde personenobserveren de bepalingen
in Art. 17. de. Ordonnantie voorkomende.
BURGEMEESTER EN voornoemd, hwi nnerei
tevens een iecier, wien zulks mogt aangaan, aam
Art- 15- 3- der bovengemelde WET op de Pace»-
tea, houdende:
Ieder Pstentpligtige die bij de •phaliiig der
.1" i®.niBe£ beho&UJk inge*
den genen die met de ophaling belast ijj
zal van wege den Ontvanger dooreenen Deur-
waarder ten zijnen koste worden geittsi-
nueerd, om als nog uiterlijk binnen drie da-
gen, na dato van het exploit, het Declara-
toir behoorlijk ingevuld, ten Kantore van
den voornoemden Ontvangertegen recu inte-
leveren.
Wanneer intnsschen aan de aanmaning bij de
Insinuatie gedaan, niet voldaan wordtzal
door den Ontvanger ren relaas van die aal'a-
tigheid worden opgemaakt, het weltt hij aaR
„•den Coutroleur der divisie van Controle zal
opzenden,die opden nabtigen op zoodanige
wijze als bij Art. 41. dezer Ordonnantie Ie
bepaald, zal doen verhalen de boete bij§.£.
van Art. 37. derzelve vastgesteld."
BURGEMEESTEREN vermanen mitsdien allen
en een iegelijk, welke zulks aangaat, om ziine De-
clarütoiren behoorlijk intevuilen, en bij de ophaling
gereed te houden, daar zij, die zulks mogten ytt-
zuimen, zich zelvcu te wjjte» zullce hebben, 4eo*a