courant O p Vrijdag den 24 November des iaars 1820, des namiddags ten twee uren, zal, onder nadere approbatie van Z. Ezc. den Mi nister van Justitie, door den Staatsraad Gouverneur van Noord- Holland, of bij deszelfs absentie door een der leden van Gedepu teerde Staten, aan het Locaal van het Provinciaal Gouvernement :e Haarlem worden aanbesteed, alle behoeften voor de gevangenis sen in Noord-Holland over het jaar 1821, en wel op drie verschil lende wijze, als: ALKMA ARSCIIE ÜSMHP Ao, 1Ö20. Ne. 44. MENGELWERK. y A N MAANDAG VEN sa N 0 FE M B K K. ►-• ~d Deze COUR/INT wordt voor eene a. Voor alies wat tot de verpleging der Ge/angenen behoort. b. Voor derzelver voeding en kleding, alleen zonder Brand, licht enz f. Voorde benodigdheden van brantf; en licht enz: zonder voeding en k'eding. Deze Besteding zal geschieden bij inschrijving en opbod. De conditiën dezer Levernntien zullen van Dingsdag den 14 de- Ster ter lezing ltggen aan het Lokaal van hot Gouvernement van Noord-Hollandter Secretarie der steden Amsterdam, Haarlem, Alkmaar en Hoorn, en in de Logementen de Toelast en de Halve b'laan te Haarlem, san den Helder en te Alkmaar in den Rooele Leeuwte Hoorn in het Ongemaakte Schip te Purmerende en te Muiden in den Doelen te Amsterdam in het Turfschip van Breda en de beide Koordhollandsche Kofijhuizenen bij C'. Rode iu het ff' Gravelandscbe Heerhuis. Haarlem den 7 November 1820. De Staatsraad Gouverneur van Noord-Holland, Van TETS van GOUDR1AAN- BURGEMEESTEREN der STAD ALKMAAR herinneren bij deze alle Verlofgangers der Nationale Militiewelke zich binnen deze Gemeente bevinden dat ingevolge de door den Heer Staats raad Gouverneur van Noord-Holland geformeerde Staat, de dato 25» October rso, door den Heer Militie Commissaris l'an 14'IC KEKQORT CROK,MLLINde Inspectie over de Verlofgangers voor de e maand November op Vrijdag den 241 dezer maand, des naderaiddags ten één ure, voor het 27e Kanton, Hoofdplaats Alk. maar zal gehouden worden, en roepen mitsdien bij deze op, alle Verlofgangers van de Nationale Militie, welke zich in deze Ge meente bevinden, ook daaronder begrepen die van andere Gemeen ten, als ook dezulke, welke tot deze Provincie niet behooren, doch zich binnen deze Gemeente inogten ophouden (met uitzon dering alleen der zooda 'gen, welke tot de reserve Bataillons, en tot de iigtirg van ren jare 181«S zijn behoorende, als zijnde dezel ve van de Irispec en verschoond en vrijgesteld:), om zich op Vrijdag den 24e dezer maand November, Ces nademiddags ten één ure preciesvoor het Raadhuis dezer Stad te laten vinden, ten einde door gemelden Heer Militie Commissaris te kunnen worden geïnspecteerdwordende voorts ook uog gezegde Verlofgangers bij deze herinnerd, om gekleed in de Uniform, en voorzien van de verdere Kleeding on equipements-stukkendie bi) vertrek van het Korps aan hun zijn gelaten, als ook van hunne Livrets en Attes ten Litt*. H. H. door hun van het Gemeente Bestuur bekomen, alwaar zij hunne Verlofpas hebben gedeponeerd, aldaar te verschij nen. i'urgemeesteren vertrouwen, dat alle belanghebbenden dezestip- telijk zullen naarkomen, daar zij zich door verzuim of nalatigheid anders blootstellen aan de strafbepalingen bij Art. 183 der Wet Vin den 8 Jantiarij 1817, bepaald. Actum Alkmaar den 7 November 1820. Ce. VAN OOSTVEEN, Vt. 'Ter Ordonnantie van Hun Edele Achtbaren., H. j. VONK, Secretaris. BURGEMEESTER E N der STAD ALKMAAR, brengen bij deze ter kei msse van <ie Vet lofgangerswelke zich binnen deze Oemeen- »ebevinden en rot de Iigtirg van den jare 1816 zijn behoorende dat zii ingevolge bet door Burgemeesteren voornoemd ontvarge- ie Provinciaal Biari van B oord-Holland de dato j November 1820 N». 20, zijn vrBgesteld van de inspectiën, welke de Militie Com missaris over de met Verlof zijnde Miliciens verpligt is te houden. Actum ter Rimer van Heereti Burgemeesteren voor noemd, den 7e November 1820. C: van OOSTVEEN, vt. Ter Ordonnantie van Hun Edele Achtbaren 11. J. VONK, Secretaris. en twee Penningen Uitgegeven, KENNISGEVING. BURGEMEESTEREN der STAD ALKMAAR, brengen bij eze ter kennisse van de goede Burgerij e»i ingezetenen dezer Stad en jurisdictie van dien, dat gedurende den ti]d van acht dagen, te rekenen van den 20® tot en met den 27* November 1830, (de Zon- dag uitgezonderd) van des voormiddags 10 tot des namiddags 2 ure, op her Raadhuis m de Polderkamer alhier, ter vis'e za! liggen, de door hun Edeie Achtbaren de Heeren van den Raai dezer Stad, iu derzelver vergadering van den j* dezer maand November gearresteerd, en door den Heer Staatsraad Gouverneur van Noord-Holland nader executoir te verklaren Nominative Lijst van aile Contribuabelen binnen deze gemeente, en waarop ieder derzelve is aangeslagen toe bestrijding der gewone behoefte van de Dienstdoende Schutterij bin nen deze Stad over den jare 1820, en dat de Contribuabelen, zoo zij vermeenen te hoog aangeslagen of niet op die Lijst gebragt te moeten geweest zijn, deswegens hun bezwaar binnen den tijd van acht dagen, schriftelijk zullen kunnen inleveren, aan den Heer Pre sident Burgemeesterof wel ter Kamer van Heereu Burgemeesteren voornoemd. Actum ter Kamer van Heeren Burgemeesteren voornd. den 14 November 1820. C. van OOSTVERN, vi, Ter Ordonnantie van Hun Edele Achttaren U. J. VONK, Secretaris. BINNENLANDSCHE BERIGTEN. NEDERLANDEN. Brussel, den 13 November. Z. M. de Koning heeft besloten, dat het gebruik der NeGrHnd- sehe Lengcemacen en Gewigten, te rekenen van den eersten lauuarif aansttaanden, over de geiieeie uitgestrektheid van het Rna ver,» t'. teud zal zijn. 0 EEN GELUK BIJ EEN ONGELUK. Onlags in een der dagbladen, bij gelegenheid der tijding van den dood van den prins veldmaarschalk van Schwvrxenberg de op - meriting lezende, dat de drie voornaamste ge .eraais, 'die in 1813 da vereenigde legers in de vlakten van Leipzig ter overwinning hadden geleid, binnen zeven jaren, na dien gedenk waardige.1 sag, waren overleden: zoo kunnen wij niet ontveiuz.e dat deze opmerttiög onze gansche aandacht tot zich trok; dat wij daarin op nieuw aan leiding vonden tot de beschouwing der broosheid van het ine.ische- lijke leven, en der menschelijke grootheid en dat wij er inderdaad over treurdendat drie zuike, met lauweren gekroonde, helden slechts zoo korten tijd de gezegende vruchten van hunnen arneid raogten genieten. Dan, na ons in deze zwakke meoscheüjke aandoeningen eenige oogenblikken te hebben toegegeven, plaatsten wij ons weidra weder op onze wijsgerige hoogte, waarvan wij ons steeds 'nebben gewend, de gunstige zjjde der menschelijke gebeurte nissen op te merken, en daarin den besten grond tot troost, volgens ons, bij in den eersten aanblik treurig schijnende lotgevallen, te vinden; het duurde ook niet lang, of wij hadden deze gunstige zij de gevonden en volmaakten het genoegen, dat wij over deze onc- dekking smaakten, door onze denkbeelden hier omtrent aan het pa pier toe te vertrouwen. Van een zeker gegeven getal menschen zoo redeneerden wij bij ons zeiven, moet, volgens den gewonen loop der menschelijke za ken, binnen een bepaald getal jaren, een zeker gedeelte sterven; dit is even 200 zeer op de vorsten en groote dezer aarde, als op den nederigen hutbewoner toepasselijk; het lag dus ook in den aard der zaak, dat vat! die menschen, die in de laatste wereldgebeurte nisseri eene hoofdrol hebben gespeeld, na een tijdverloop van zeven jaren, een zeker gedeelte overleden zoude zijn, wanneer men van deze noodzakelijkheid regt doordrongen is, en zich dan op een stand punt plaatst, van waar men niet de belangen van een enkel volk, maar van de gebeeie Europesche maatschppij overziet, dan za! men het met ons eens zijn, dat het allezins. gelukkig is, dat de dood liever deze, dan andere hoofden getroffen heeft; van de vorsten, die de verschillende landen besturen, spreken wij hier niet, een ieder toch is te zeer overtuigd van het belang, dat de volken bij hec behoud bnnner tegenwoordige regenten hebben, dan dat wij ten deze opzigte den gerfgsten twijfel zouden trachten re opperen; maar wij spreken van de manne die op het Diplomatisch tooneel van Europa, gedurende dien tijd, zulk eene hoofdrol hebben gespeeld; wij spre ken van de medeonderteekenaars van de vredesverdragen vauPa/i's; van de houders der Congressen te IVeenen, Akenenz. Immers, zoo ver wij weten, is geen deter groote mannen, die aan destiac- ku ide eene rieawe gedaante hebben gegeven tot dus verre overie- de en daar nu door bunre wijsheid de vrede in Europa op zulke vaste grondslagen rust, dat niet ligt het zwaard weder zal worden uit de schede getrokken; daw verder de betorg'ng der Europescne belangen viu tjd tot tijd nieuwe congressen nocdig maakt, en hun-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1820 | | pagina 1