ALKMAAR SC HÈ H R K Ij E. duitschland. AO» 1821* BUITENLANDSCHE DERIGTEN. GROOT-BRITTANNIE, Londen den 10 Augustus. Wij hebben in de Staat»-Courant van den nden dezerde twee laatste bulletins, omtrent den staat der gèzondheid van H. M. de Koningin medegedeeld. Even natiën ure des ochtends, merkten de geneesheeren de eerste kenteekenen op van eene weder instorting van de zwaarste soojt. De Koningin klaagde over geweldige pijnen, die weldra door stuiptrekkingen gevolgd werden. De drie 'geneesheeren, welke zich als toen bij haar bevonden dienden haar eenige genees middelen toe, die haar eenige oogenblikkelijke verligting toebragten; doch daar de inflammatie vervolgens toenam, achtte men het noodig het volgend bulletin publiek t« makeii Brandebourg den augustusten vier ure. t) In de ochtend is de toestand Hr. Maj. zeer verergerd. M. Ballie, enz." Van vier tot zeven ure werd de Koningin, van tijd tot tijd; ér ger. Ten acht ure verviel zij in eene soort van verdooving. Des avonds, ten tien ure ér» vijf en twintig minuten, gaf Zij, na gtdtl- rende twee uren buiten kennis te hebbén gelegen, genoegzaam zon der eenige stuipachtige beweging, den laatsten snia. Tau half elt verscheen het volgend bulletin der geneesheeren: BrandebnórG, den -den augustus; De Koningin is heden avond, ten tiea üre vijf en cwintig minuten; overleden. M- Ballse enz. De personen, die iij het afsterven der Koningin tegenwoordig ïifn geweestwaren: lord en lady Hond, lady Anna Hamiltin, de ilciertnan tvood en zijr zoon, de heer 'John Wood', de vijf geneeshee ren; de heer tfilde, <e geneesheer Lushingtonen de heer Austin. Er zijn ëen grooi asntal courriers naar alle rigtingen afgezonden. Een onzer dagblden deeltaangaande den dood der Kóningin; aog de öavo-gènde ttjzonderheden mede: i, Ten vier urew?rd de heer Wilde in de kamer der Koningin ge- roepet); lVleu besmeurde alstoen, op haar gelaat, ëene verandering, waarin nièn zich iét kon bedriegen. De doorluchtige zieke gevoel de zulks zeK-e en prak, te nmiden der tranen van allen, die haar omringde met klinte en gelatenheid over hare aanstaande Ontbin ding. Zij bedsnk; hare vr.enden voor de aan haar bewezen diens ten, tévens haaf iedwezen te kennen gevende vatl hunne zorgen niet te kuhnen belonen, zoo als zij verdienden, als ook hare vas te overtuiging,^ dat,ij dezelve binnen weinige uren niet meer nöodig zou hebben. Zij bval met nederigen ootmoed haren geest aan den Schepper, hop'etidein de andere wereld de geregtigheid te zullen vinden, die men har in deze had geweigerd. H. JVl. sprak ook nóg van zekere beagrjjke daadzaken, die ons nog niet ten vollen zijn medegedeeld nwelke wij ons, dien ten gevolge, voor hét te genwoordige, züi.mönthotiden op té geven. Men zal zicltt binnen brengen, dat de géneesheerenmaari- dng ivond, meenen daarvoor te kunne» houden, dat H; M. bui ten allen gevaar wsmen ghf haar zulks té kennen; maar zi) hield staande, dat zit zh bedrogen, dat zij gevoeldedat zij Stierf en de'» volgenden avtd negen ure niet zlon balen. Het is niet onwaar- scbijnlilk(fat zjilstoen reeds de eerste kenteekenen van het koud vuur gevoelde. deed den heer IPitdedie zich nog iii buis be vonden, roepen, i voegde een codicil bij haar testamentwij den ken, dat hetzelveot hare begrafenis betrekking had. Haar eerste wenSch was gewet, óm in hetzelfde graf als hare dierbare'doch ter begraven te weien, maar zij had ér nader bijgevoegd: „ikkan kwalijk hopen, u het gouvernement dezen wenscb zal inwilli gen, daarom vers.g ik in hetze'fde graf als mijn vader eö' mijif broeder, te Brunsijk, begraven te worden." Nadaf H. M. de ze codicil had getekd, sprak zij nog la tig met den heer Huilde. De geneesheeren, vreende, dat dit onderhoud haar zou vermoei- jen, gaven hti'n verlaen te kennen, dat de heer Wilde de kamer zou verlaten, die zul om dezelfde reden, insgelijks verlangde; maar Hv IV]verzocht m te blijven. Ik bedank m()ne genees heeren,' voegde zij e»ij, „voor hgune goede oogmerken; Zij verlangen riets dan tgeen zij diénstig voor mij oordeelen, maar zij kennen- mijn ka ra er met. Zij ineenendat ik ontroer als ik van den dood spreekzjj bedriegen zich; ik heb Weinig genoegen in het veHedenc gen<>n en heb geen hoop meer op rust voor het vo'gende mijns leis; het strekt mij derhalve tot genoegen, mijnen aanstaande dot te gemoet te zien.- en waarom sou ik niet zeggen wat ik ge-el Alle deze woorden we»» op eene zoo zachtzinnige wijze en in «enen zoo kalmen toon tgesprokendat dezelve, op het gemoed van alle de aanwezigen, nen onuitwischbaren indruk maakten." ti Wy vermeenen te m en gelovenzegt hedea de Mtrning- Csrenieledat de ziekte, welke de Koningin van alle zorgen ea lijden verlost heeft, niet van verschen oorsprong is. Deze onze- luirkigen vorstin is meer dan eens van dezelfde ziekte aangetast ge weest, en, nu twee jaren geleden; toeu zij te Pesaro woonde, kreer dezelve zulk eene onrustbarend aanzien; dat de geneesheeren er, drtg dagen Jzng, ieder oogenblik eenen noodlottiger; u'tsi.g van voorza gen. Maar het zij de oorzaak van deze droevige gebtur'enis vsn de vorige ziekte heeft afgehangen dan niet de voorzichtigheid vordert, dat alles, zoo mogelijk, ten duidelijkste bewezen wofdea wat» daarvan kennen verscheiden belangrijke kwestieu afhangen, enz. De Koningin Carolina, gemalin van Koning Geotge II, is aan dé zelfde ziekte overleden, welke thans de dagen van de Koningin K4- rellna, gemalin van George IP, afgesneden heeft; Woensdag zijn allé de klokken van de abdij van Westmuniter, van de hoofdkerk van St. Paulus en van de parochie-kerkengedu-% t#nde eèn groot gedeelte van den ochtend; geluid. IOMSCHË EILANDEN; •f Zante, den go Junij. De bevelhebber der Turken in Wallachye hebben hunne soidateii bevolen, om alle christelijke geestelijkenzonder onderscheid van rang oi ouderdom, den kop af te houwen; zjj moesten dezelve aan een 'aard kennen, welke deze priesrers naar het aloude georuik der osterliijgen dragen. iVa van dit bevel kennis te hebben eekdmeni ten nu a le gewapende Hellenen den baard g'oeijen, zoo dat iie sul- *1™ dat a"e de koppen, welke, gewoorilijk; ua lederen van priester^ zjjna,ar ^ontUtu'uoPel opgezonden wordèn; koppetf Smirna den 4. Ju lij. Sints veertien dagen genieten wij weder rust. intusschen zlf„ „i. Ie de marktplaatsen en winkels gesloten en slechts de huDen der Europeanen staan open. De Tm en hen ben, bij de jongste gebeur! tenissen, de bu; op-.anen als ook de geheele straat der l-rankeu geëerbiedigd, zoo dat aldaar jj e moorden hebben pbats veha I* Desniettemin bevind z.ch rhs s nog het grootste gedeelte aeremo. pesche famiiiert aan boord der koopvaarders, welke; onnev beschut- tuig van drie fransc'ie fregatten en va.» ee t engelsch fregat op d» reede liggen de reden van het verblijf dier famiüen opdeichepe» isomdat zij byzonder voor brandstichting bevreesd zijn. peB Sedert eergisteren zijn, zoo in de stad als op de schepen, onder üe Europanën en Grieken; verscheiden lieden van de pest aangetaic. Koppenhagen, den 7 Augustus. Volgeus officiële berigten is de geele koorts in de Havanna ufrgt^ broken. Het koninklijke quarantaine-bëstinir heeft, dienvolgens4 bij eene ordonnantie, gedag eekend van gisteren de Havana, Mal ta, Konstantinppe!Algiers, Tunis, Marokko, Smyrna, Alexan- rrie, als ook Kandia é'l Kórfu, voor van de pest aangestoken, eri Xeres, alle de havens van de Adrhr'sche zee, Sicilië, alle de iurk- scha havens, mitsgaders alle de óverige steden en havens, aan da Iwbarijksehe kust, alsmede all* de west-indische eilanden ea Noord - Amerika vc'or verdacht verklaard. Hamburg de» 10 Augustus. Alexander Tpsilautiwelke het bestuur over den oorlog in Mol davië an Wallachye aan zijnen broeder Nikolai en aan JerdaH heeft overgelaten, heeft, zoo men óns, onder dagieekenbig van den 3iite« jullj, van de grenzen van den Donau schrijft over Pesth de reis naar Mórea aanvaard, ten einde zich aldaar, als opperbe velhebber, aan de spits der FlelleneH te stellen. De operand itt Mocedonie maakte sterke vorderineen. Ook in Tracie is het het onweder van den opstand uitgebroken. Van Malto wordt ons, onder de dagteekening van den 14de. junij, hu volgende gemeld: Gisteren zijn alhier depeches aangekomen, waarbij gelast wordtr om alle de troepen, die men ontberen kan, in te schepen. Er wa ren tchter weinig troepen alhier terug gebleven namelük slee: ts vier kompagnien van het 3!»" regement deze Wofden, heden op de fregatten de Cambrian en dé Cephalonia ingescheept. Er wor den zeer spoedig twee regéfflënten uit Engeland verwacht, eu toor deze troepen wordeu alhier repdt barakken opgeihgen." a .v r.; 50 ,-l-n.kr ,0 Vts.a -o- r A N M A A N A G Deze COURANT wordt voor eene Stuiver en twee Penningen Uitgegeven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1821 | | pagina 1