B. ALKMAARSCHE Ao. 182.}. No. 71 Deze COURANT wordt voor Zes Cents Uitgegeven. ATv/W^ URGEMEESTEREN der STAT) ALKMAAR, hebben uit een hun aangeboden Lijst gezien, dat tot nog toe een zeer aanzien lijk gedeelte van de welvarendste hunner Ingezetenen, geen deel heeft genomen aan de Maatschappij van Weldadigheid of wel daar •an hebben gereminciëerdnadat zij daar aan bevorens hadden deel genomen. Dat alzoo hunne vorige invitatiën daar toe van 9$ Predikstoelen voorgelezen en ondersteund en op alle andere wijzen 'publiek ge maakt geenzints dien Vruch baren Uitslag hebben gehad welke zij licb daar van hadden voorgesteld, zoodanig zelfs dat op dezen Lijst verscheidend Ingezetenen worden gevonden, welke met Riiks- Amoteu of Stedelijke Tractementen en beneficiën zijn bevoordeeld. En in aanmerking nemende aan da eene zijde de matigheid, zelfs geringheid der inschrijving, welke van hun wordt gevraagd, en aan den anderen kant, dat de nuttigheid dezer instelling niet meer niet alleen met eenigei gro d, kan wordeu in twijffel getrokken,maar dat ook de Stad Alsmaar zelve, daar van dagelijks aanzeinlijke Vruchten trekt, en uog verder voordeel genieten kan. Dat ieder daar van tegenwoordig zoo zeer de overtuiging moet hebben, dac het veeleer als eene onoplettenheid kan worden be schouwd, voor zoo verre men zich in geene bekrompene omstan digheden bevindt op den Lilac der ondersclirljvers niet geteekend te hebben, veel meer dan dat men daar door eenig vooroordeel zoude hebben willen aan den dag leggen, ofeenige itleinachtlng voor eene zoo algemeen heilzame instelling, welke door het Gouvernement op tUerlei wijze word beschermd en aangeprezen. Hebben besloten, alle de zoodanigen hunner Ingezetenen, welke lot dus verre aan tie Maatschappij van Weldadigheid geen deel heb hsn genomen, hoe zeer zij zich in genoegzame» voorspoedigcn staat bavinden om dit zonder ongerijf te kunnen doen, met aandrang te verzoeken, sis nog daar aan te willen onderschrijven, dezelve ken nis gevende, dat ten voorschreven einde de Lijsten der Maatschap pil ter Secretarie zullen zijn gedeponeerd van heden af aan tot aan den drie en twintigiten dezer maand Februarlj. D«t wanne"r deze maatregel mogt worden bevonden, ïiietaanhet oogmerk te hebben voldaan, vervolgens een der Stads Boden zal rondgr en, e" aan de Huizen der Ingezetenen dezelfde Lijst ter teekening aanbieden, behoudende Rurgemeesteren aan zich voor, om daarna alle zoodanige andere of nadere maatregelen te nemen, als zij tueest geschikt zullen oordeelen, om hun oogmerk te bevorderen. Actum ter Kamer van Rurgemeesteren voornoemd» den 3e Februari} 1824. G. F. VERSCHU1R, vl Ter Ordonnantie van dezelven, G. be HEER, Secretaris BUITENLANDSCIIE BERIGTeI, GROOT-B RITAN NI E. Londen, den 6 Februarij. De volgende brief wordt op gegeven als die te zijn, welke, dade lijk na de vernietiging van het constitutionele systetaadoor derf Koning van Portugal eigenhandig is geschreven geworden aan zijnen zoon Z, K. U. den prins doms Pedro de Alcantaradoch die door het braziliaansche gouvernement ongeopend is terug gezonden. Mijn zoon, hec is tijdeen eind te maken pan de rampzalige tweespalt, die de beide rijken van Portugal en Brazilië' verdeeld heeft, die hunnen inwoners zoo vele onheilen berokkenden mijn hart zoo zeer heeft bedroefd. De groote gebeurtenissen, die alhier zijn voorgevallen en ml) de kroon hebben terug gegeven omringd van al den luister, dien zij te voren had, hebben mij de gelegen-, heid verschaft, om u met opene armen tot ml) te roepen en bereid vaardig te zijn, in mijnen boezem op te nemen de kinderlijke ge voelens, die ik verzekerd ben, dat u bezielen. Ik heb alreeds or ders gezonden tot het onmiddelijk stuiten der viiaMdelljkheden in Eahia. Ik neb alle de zwarigheden uit den weg geruimd, waardoor de cortes ce verstandhouding tnsschen de beide Rijken belemmerd hadoen,- ik bekrachtig de uitsluitende voorregten ten voordeele des braziliiansvhen handels, en van mijne zijde bestaat er geene alteratie, die de minste verandering te weeg kan brengen in de vorige betrek kingen der Portugezen van de beide werelddeelea. Ik hoop derhalve, dat gij vaa uwe zijde zult medewerken tot derzelver spoedig heritel* ten nutte van het goede volkwaarover gij eenmaal zult heersehen» waaraan wij zoo veel verschuldigd zijn, en wiens welvaart hec voorwerp onzer wenschen en zorgen, ja zelfs onzer opofferingen tiioct zijn. Ik vertrouw, dat gij met genoegen en hartelijkheid aan deze mijne gevoelens zult beantwoorden, en dat gi) zult toestemmen in al wat voor de beide Rijken voordeelig, en met de waardigheid onzer personen, met die van ons huis en van onze familie, en met het ware belang van alle Portugezen overeenkomstig kan zijn, God zegene u, opdat gij moogt voortgaan den zegen te verdienen, dien ik, al» een vader, die u teeder bemin, over u uitspreek. t,{geteekend~) De Koning. „Van het paleis van Bemposta, den 33«*n juiy 1823." Onze dagbladen behelzen de navolgende daadzaak: Een jong EngelschmanwelKe, de indiaansche goochelaars wil lende nadoen, een tafelmes had ingeslikt, i», na lang lijden, ko men te sterven. De geneesheeren hebben terstond het lijk geopend an met verwondering ontdekt, dat, alleen door de kracht van de chijl of het gastriek vocht, niet enkel het hecht van bet mes, dat van been wss, maar zelfs het lemmet in eenen reeds zeer verre ge vorderden staat van ontbinding was. Zij hebben daaruit besloten dat, ir.dien de jonkman de natuur had laten begaan, in plaats van hevige middelen te gebruiken, welke ten laatste ontsteking en hef. koud vuur ten gevolge gehad hebben, hij door den tijd van hec me s zou verlost geraakt zijn." BINNENLAND S;C H E BERIGTEN. Brussel, den 8 Februari/. Het amerikaansch de John Marshall, hetwelk ir, 27 dagen vatï New-York te Rotterdam is aangekomen, heeft 13 kisten met zaden van verschillende woud-boomen van Noord-Amerikaontscheept, waarvan het gouvernement,- reeds sedert langen tijd, de naturalisatie in het koningrijk gewenschc had aan te moedigen. De heer J. N. Reders, van Antwerpen, reeds bekend door zijne reize in'Perzie, in Griekenland en Turkye, als ook door zijn* ijver voor ce vorde. ringen der kruidkunde, werd door Z. Exc. den minister Falck met de zorg van den aankoop dier zaden belast; doch die jonge reizi ger, vóór de rijpheid der zaden; uit de Vereenigde Staten terug ge roepen zijnde, droeg zijne commissie op san doctor "John Torrey. Aan dezen geleerden schrijver van de Flora der Noord - Amerik; .11- sclie State», en aan de ondervinding van den heer William Prince eigenaar en kweeker van den Linnaeus-tninbij New-York, heeft men de spoedige verzending van die zaden te danken, welke allen in goeden staat zijn overgekomen. Verscheiden soorten van eiken, linden, noceboomen, ahornboomen, kasianje-boomenpopulieren, enz., enz., maken deze verzameling uit. Het gouver ementdat niets spaart, wanneer het den voorspoed dezer provinciën geldt, zal waarschijnlijk die zadenlegenden zaaitijd van het voorjaar, in de verschillende gedeelten van het koningrijk doen randdeelen. De voorekweeking dezer boomen zal in ons koningrijk zeer wel slagen, cis welks luchtgesteldheid nagenoeg dezelfde is als die van het noorden der Vereenigde Staten, en onze boomkweekersmet dezen nieuwen tak van nijverheid verrijkt zulien daarvan weldra, ongetwijfeld de gewenschte voordeelen ïrckkeu. Zwolle, den 10 Februari/s In de courant dezer stad leest men heden het volgende: Op heden (den gsten) verspreidt zich de treurmare bij onze stadgenoocen Rijnvis Feith, de groote Feith is niet meer: Neér- lands beroemde zanger aan de boorde» van den Ijsselstroom heef: deze wereld verlaten, en deze aarde verwisseld met een beter vader- derland. Dan, hoe rederctrukkend en bedroevend dit treffende sterf geval ook zij, verblijdt het ons van goederhand geïnformeerd te zijn, dat reeds het bestuur van het departement Zwolle der maat schappij: Tot Nut van 't Algemeen werkzaam is, om maatregelen te nemen» ten einde, onder medewerking van weidenkenden, des- zelfs waardig medelidden edelen Feith, voor het toekomende, die hulde en eer te bewezen, welke hunnen beroemden stadgenoot zoo waardig is, en die voorzeker de bijval en goedkeuring van eiken regtgeaarden Nederlander zal wegdragen." Leiden den 9 Februari Op heden droeg de aftredende rector magnificus dezer hooge school, de hooglecraar M, Siegenbeekzijne waardigheid aan den hoogleersarGe Sdndifort over, met het houden eener plegtige rede voering: de laurentio petro spiEGELiopostremo Uollandiae Censiliariode litteris et republicd optimè met ito; dat is: over de verdiensten van laurens pieter van der spiegel, als Geleerde en Staatsman. Hierop werden, door den fungerenden secretaris, de oordeelvellingen der onderscheidene faculteiten voorgelezen over de VAN MAANDAG

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1824 | | pagina 1