ALKMAARSCHE Ao. 1824. kennisgeving. BUITENLANDSCHE BERIGTEN. F AN MAANDAG emard eenige. informatief: kunnende gevenomtrent MARGARE- TjIA NOORMAN, opgegeven wordende alhier gewoond te heb- bei en overleden te zijn, wordt verzocht zich te vervoegen ter Se- cretaiie dezer Stad. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der STAD ALKMAAR overwegende, dat de algeraeene Dank en Bededagwelke 's jaarlijks ingevolge Z. M. besluit van den 18e Mei 1820 n°. 11, tnoet gehou den worden, dit jaar invalt op Vrijdag den 18 Juni] 1824. Gelet op de dispositie van H. E. G. A. de Gedeputeerde Staten vin Noord-Holland van den 8 Juni) 1820 wegens het plegtig vie- Thh van,"en Bef vermijden van alle Stoornis cp den gemelden dag, en in het bijzonder op de daarbij gedane aaeschrljving tot het doen stilstaan van alle Neringen, Handwerken, openbare Bedrijven en Vermakelijkhedenen het sluiten van Winkels dien geheelen dag toe des avonds ten zeven ure toe. Overwegende, dat uit hoofde van dezen last, de gewone Vrijdags- Markt, op de vofirsz- 18 Junij aanstaande alhier niet kan worden gehouden. Hebben besloten en besluiten: De Markt, welke op Vrijdag den 18 Junij 1824, binnen deze Stad, door het invallen van den algemeenen Dank en Bed'dag niet kauworden gehouden, word bepaald en vastgesteld, op IVoensda" den zestienden van de maand Junij aanstaande. Actum ter kamer van Burgemëerster en Wethouders der stad Alkmaar den i8« Me: 1824. en gepubliceerd en geaffigeerd den ï2« derzelve maand. G. F. V E R S C II U I R Ter ordonnantie van dezelven G- de HEER. BURGEMEESTER f.n WETHOUDÊREN der STAD ALK- MAAR, gezien de kennisgeving van een Heer Staatsraad Gouver neur van Noord-Holland van den 2" Junij 1820 N°. houdende informatie dat overeenkomstig de bepalingen van Zijner Majesteis Besluit van den 18e Mei 1820 No. n, voortaan jaarlijks op den i8« Junij e6ne Plegcige bank- en- Bededag zal gehouden worden, mits gaders de dispositie van Hun Ed. Gr. Achtb. de Gedeputeerde Sta ten van Noord - Holland in dato 8 Junij 1820 No. 5, wegens het plegtig vieren van, en vermijden van alle Stoornis op dcc Alge. ■mccnen Dank- en Bedendag op den 18® Juni] van elk jaar. Maken dien ten gevolge bij dezen aan de goede Burgerij en Ingezete- 'len dezer Stad en jurisdictie van dien bekend, dat op "den i8« Juuij aanstaanden een Algemecr.e Dank- en Bededag zal worden gehouden, en dst ten einde deze zoo plegtige en gedenkwaardige dag, met d meest mogelijke Eerbied en Dankbaarheid aan het Opperwezen over eenkomstig de verpligting van ieder Ingezeten en de belangrijkheid van der aard der zaak waartoe dezelve bijzonder is ingerigt, uitgeoefend zoude kunnen worden diengebeelen dag tot des avonds ten zeven ure toe, alle Neringen, Handwerken, Openbare Bedrijven en Vermakelijk heden onder welke benaming dieook zouden mogen zijn, zullen stil. staan, eti alle Winkels en Koffijhuizen en andere Plaatsen van pu blieke bijeenkomsten gesloten blijventerwijl door of van wegens de Politie alle gedruisch en geschreeuw iangs de Straten en Grach ten, met alle ernst en gestrengheid zal worden te keer gegaan, en tegen de overtreders van een of ander, zonder ceoige oogluiking volgens de bestaande Wetten zal worden geprocedeerd, En op dat niemand hier van onkundig zijzal deze van het Raad. buis gepubliceerd, ter plaatse alhier gebruikelijk geaffigeerd, en inde Courant oezer Sttd geplaatst worden. Alkmaar den 15e Mei 1824. G. F. V E R S C H U I R. Ter Ordonnantie van Dezelven G. de H E E R. RUSLAND. Odessa, den 10 Mei Letterlijke vertaling van een Memorandum, den *Pr'l 1824, door den groot-vizier Ghalib - pachaaan den eersten engelschen drogman, den heer Perto— Pisani, voor lord Strangford, ter hand gesteld. De ambassadeur, onze vriend, houdt niet optot de Verhevene Porte te zeggen, dat de wetten van zijn land het hof van Londen niet veroorloven, te beletten, dat de Engelscbèn de oproerige Grie-» kets bijstaan en dat hetzelve de magc niet heeft, om zulke schreeu- wende onregtvaardigheden te «raffen. Bijaldien iemand van minder veratand dan onze vriend de ambassadeur zulk eene tegenwerping gemaakt haddezouden wij gedacht hebben, dat hij had willen be proeven, hoe verre ons ligtgeloovigheid gaan kon. Is het niet te ongerijmd, te zeggen, dat een gouvernement, welke ook deszelf» wetten ep vorm zijn, de magc niet zou hebben, om deszeifs eigen onderdanen te beletten, dat zij naar hun welgevallen oorlog voeren en de tusschen hun gouvernement en andere volken bestaande trak taten schenden. De inwendige wetten van Engeland betreffen slechts de Engelschen, en de bijzondere instellingen van een land kunnen het slechte ge- drag dar onderdanen van eene mogendheidmet opzigt tot die van eer.e andere, niet regtvaardigen. Dit gedrag moet worden geregc- vaardigd, door het Scaacs-regthetwelk tot grondslag der betrek kingen tusschen de gouvernementen en de volken strekt, en geens zins door bijzondere wetten of gewoonten wan eeaen Staat. 'd. L - 0 j l r\ Il - J Last ons eens veronderstellen (God verhoede, dat de zaak göbeii- r»), dat een gedeelte der onderdanen van groot-Bruannie tegen de?- zclver souvereio opstond en dat de onderdanen van eenen anderen souverein, die in vriendschap en goede verstandhouding met Engeland leefcbij voorbeeld de Verbeven Porte, eerstgemeluen -1- le soort van oorlogs- of mondbehoeften fcijstsckl in geld of i offi* eieren, welke wezenlijk in dienst der Verheven Porte zouden staan, toevoerden, zou Engeland dan de verzekering vsn de Potte ais eene genoegzame verschoning aannemen, oac de Porte noch het regt noch de raagt heeft, om het gedrag barer onderdanen gsde te slaan, om dat de wetten van hut land aan iederen Muzelman het reg: ge- venom den oorlog te voeren tegen een iegelijk, die niet van zijn geloof is In welken toestand zouden deze grondbeginselen eenmaal aange nomen zijnde, de volken dsn niet ten opzigce van elkander plaatse De algetneene vrededien Engeland, vo^ni desze'fs eigen verze kering, zoo zeer verlangt, zou datt niet meer van traktaten of van grondbeginselen van staatsregc, maar V3n van de grillen en hartstog- tan der volken afhangen. Men zou alles meenen gedaan te hebben, zoo men maar den schijn van vriendschap bewaard had en ieder gouvernement zou zijnen pügc wanen gedaan te hebben, indien het tegen het uaburig gouvernement gezegd hsdde: Ik ben uw opreg- te vriend; vergenoeg u met deze verzekering, maar neem het niet kwalijk, wanneer ik toelaat, dat mijtte onderdanen de uwe den hals breken." Ziet de ambassadeur onze vriend ons datt voor zoo ontbloot vju gezond verstand aan, dat hij ons zou kunnen diets maken dat zijn gouvernement het regt niet heeft, een regtmacig zoetige over het gedrag van deszeifs onderdanen te houden? Het engelsch gouverne ment had echter die magt, en heeft zich gespoed met hetzelve nit te oefenen, toen het de engalsche schepen belette, om de arme turk- sche bezettingen, die vsn honger stierven en die ten minste op eer, weinig vriendschap vsn haren ouden vriend rekenden een weinig koren toe te voeren. Toen toonde men wei, dat cieze magt bestond, en de dood van verscheiden honderden Muzelmannen bewijst zulks op eene vrij bstörblijkelijke wijze. Daaf wij met Engeland id vrede ztfnhebben wij zeer zeker het regt, om van het hof van Londen te vorderen, dat hetzelve zijne onderdanen niet veroorlove, om ons den oorlog aan te doen. Zoo het gouvernement het vijandig gedrag van deszeifs onderdanen af keurt, waarom zegt het hun dan niet eenmaal voor altoos: De Porte is eeuwen lang onze vriend geW'eest; wij hebben geene redep, om ons over dezelve te beklagen; het is derhalve niet meer dan bil lijk dat zij zich ook niet over ons te beklagen hebhe; zij vervult de traktaten ten onze opzichte; het is derhalve billijk, dar wij 00- ie traktaten ten baren aanzien vervullen." Waarom voert het en. gelsch gouvernement dergelijk eene taal niet? WaaroM heefc hetzel ve geen woord ten onzen voordeele tegen het engelscue volk gespro ken De ambassadeur, ónze vriend, is misnoegd, dat wij niet alles doen, Wat hij van ons verlangt; maar kan hij zich, redelijker Wij ze, daar over verwonderen? HIJ doet ons steeds vele betuigingen van vriendschap; maar denkt bij dan, dat de uitgestrektheid der rathpen welke zijne landgenootën ons trschten toe te brengen, ons onbekend is? Hoe zijn dan zijne woorden met zijne daden overeen te brengen? Waarlijk wij begrijpea nie;s van deze tegenstrijdigheid. j -1- h Deze COURANT wordt voor Cents Uitgegeven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1824 | | pagina 1