H. ALKMAARSCHE COURANT A°. 1824. No. 5 is PUBLICATIE. Van MAANDAG Den 20 D E C E MB E R. Deze COURANT wordt veo- es Cents Uitgegevens AA»— DE GEDEPUTEERDE STATEN van NOORD- E. G. A, HOLLAND, Ontvangen hebbende Zijner Majesteits besluit van 28 junij II., n°. 172, waarbij Hoogstdezelve bepaald heelt, dat de tweede algemeene ten toonstelling der voortbrengselen van nationale volksvlijt, met de maand juiij 1825 binnen de stad Haarlem zal plaats hebben, en gezien de in- structien te dien aanzien bereids door den heer staatsraad gouverneur aan de besturen der steden en gemeenten dezer provincie gegeven, ten gevolge van welke de daarbij belanghebbendeh reeds voorloopig opgeroepen en aangespoord zijnzich voortebereiden om deze ten- toonstellig, door voortbrengselen hunner nijverheid, aan het doel te doen beantwoorden. -Brengen deze koninklijke beschikking nader ter kennisse van alle fabrijkantenwerkbazen werkliedenuitvinderseigenmakers enz. binnen deze provincie woonachtig, met uitnoodiging om, ieder in den zijnen, door het leveren van producten van derzelver kunst of vlijt, tot den luister dezer tentoonstelling bij re dragen. Het ge.wigt der zaak en de belangrijke gevolgen voor Noord - Hol lands nijvere ingezetenenstrekken H. E. G. A. ten waarborg dat ook zonder nadere drangredenen, alle belanghebbenden zich zullen be ijveren van de heilzame bedoelingen des Konings ten deze gebruik te maken, om daardoor zoo wel eer en voordeel te behalen, als den bloei en luister van het Nederlandsch fabrijkwezen krachtdadig te be vorderen. Zr. Ms. bedoeling zijnde, om door deze tentoonstelling aan elk fabrijkant gelegenheid te geven om zijn fabrijkaat aan het publiek be kend te maken, zoo zuilen op dezelve met alleen toegelaten worden, zeldzame kunststukken, keurig uitgewerkte zaken of voorwerpen van groote Volkomenheidmaar ook alles wat werkelijk goed in zijn soort is ai wat uit de hand van eenen inlandsche kunstenaar, meester, dag- looner, uitvinder of geleerde, die' uit liefhebberij verbeteringen in eenig vak van volksvlijt heeft aangebragtvoorkoomt, en zulks onder de navolgende bepalingen j°. Dat de voorwerpen welke bij de eerste tentoonstelling in 1820 ïe Gend bekroond zijnnu niet weder naar den prijs mogen mededingendoch geredelijk ter bezigtigirig geplaatst kunnen worden, het geen ook kan geschieden ten aanzien van zooda nige artikelenwelke men zoude wenschen ten toon gesteld te zien zonder mededinging; van welk een en. ander melding zal behoren te worden gemaakt bij de aangiften. B.o. Dat alle ingezetenen welke aan deze tentoonstelling wenschen deel te nemen, gehouden zullen zijn daarvan aangifte te doen ter secretarie- van het bestuur hunner woonplaats; of ter griffie van het gouvernement van Noord - Hollandin een daartoe be stemd register,'het welk met 1 Januarij aanstaande geopend, en «Je fin 11 i v e lij k op den 20 April 1825 gesloten zal worden; terwijl geene goederen hoe ook genaamd voor de tentoonstelling aan genomen zullen wordendie niet voor den 20 April aanstaande op de reg sters gebragt en ingezonden zullen zijn. Wordende hierbij tot voorkoming van alle misverstand herin nerd, dat de belanghebbenden, die reeds door de plaatselijke besturen of anderziits aangesproken zijn, om voortbrengsels hunner nijverheid op dé tentoonstelling te brengén en zulks aan genomen hebbende, echter gehouden zijn, de hier voor bedoel de aangifte ter secretarie van het bestuur hunner Woonplaats of ter griffie van het gouvernement van Noord - Holland te doen, 3°. Dat geene voorwerpen vopr de tentoonstelling aangenomen kun nen wordendan voorzien van een certificaat van het plaatselijk bestuurvolgens het daarvan geformeerde model kosteloos afte geven houdende verklaring van den belanghebbendendat de door hem intezenden voorwerpenalle in dészelfs alhier geves tigde fabrijk, werkwinkel enz.; of door hem zeiven, of onder zijn oog, hier te lande vervaardigd zijn; waarbij wórdt opge merkt dat, indien zelfs na de bekroning, mogt blijken dat een zoodanig certificaat, voor eenig buitenlandsch voorbrengsel, bij sub- en obreptie van het plaatselijk bestuur mogt zijn verkregen, de eer der bekrooning zal vervallendoor openlijke advertentie daar vanen hij die hetzelve mogt overgelegd hebbenin het vervolg van alle mededinging zal worden uitgesloten; onvermin derd de fegtelijke vervolgingen in cas van meineed. 40. Dat ade voorwerpen voor de tentoonstelling.bcstemd, alvorens daar toe aangenomen te worden door eene speciale provinciale commis sie onderzocht en waardig gekeurd moeten worden om tot de tentoonstelling toegelaten te wordedterwijl tevens ter kennisse van de oe.anghebbenden wordt gebragtdat tot deze commissie verzocht en gecommitteerd zijn de heeren H°eufft van Reizenlid van de gedeputeerde staten van Noord - Holland. Jonklir. Mr. IT. Huyghenslid van de gedeputeerde staten van Noord - Holland. r t 11 °L Sta<* en et arründis;ement Amsterdam.- Jonker. Huydccoper van Maarseveen lid van de ridderschap en van de staten an Holland, van den raad van Amsterdampresident van de commissie van landbouwen directeur van de hollandsche maatschappij van wetenschappen. - Jonkhr. IF Rendorp van Marquettewethouder der stad Amsterdam, id van de permanente commissie van het amortisatie sijndicaat, cn directeur van de hollandsche maatschappij van wetenschappen. De heer C. Apostooi, ridder van den nederlandschen leeuwlid van de 4de klasse van het koninklijk nederlandsch instituutdirek- teur van 's rijks museum te Amsterdamen lid van de academie van beeldende kunsten aldaar. De heer G. Vrolikhoogleeraar in de verlos- en kruidkunde aan her athenteum illustre te Amsterdam ridder van de orde van den nederlandschen leeuw, president van de provinciale commissie van geneeskundig onderzoek en toevoorzigt aldaar, lid van het koninklijk nederlandsch instituut en van verschillende geleerde genootschappen. De heer L. Hamester Ameshoflid van den raad van Amsterdam en der academie van beeldende kunsten aldaar. Foor de stad en het arrondissement Haarlem. Jonkhr. Mr. P. N. Quarles van Uffordridder van de orde van den nederlandschen leeuw, president van de regtbank van eersten aanleg te Haarlem directeur van de hollandsche maatschappij van we-* tenschappen en van de huishoudelijke maatschappij te Haarlem. Mr. C. C. van Falkenburgwethouder der stad Haarlem. De heer J. Fanderwethouder der stad Zaandam. De heer M. N. Beits, president - directeur van de nederlandscke huishoudelijke maatschappij te Haarlem, en secretaris van de provin ciale commissie van geneeskundig onderzoek en toevoorzigt in Noord- Holland, aldaar. Voor de stad en het arrondissement Alkmaar. Tonkhr. Mr. G. Fontein Verschuifridder van de orde van den nederlandschen leeuw, lid der staten - generaal en burgemeester van Alkmaar. Foor de stad en het arrondissement Hoorn. Mr. J. C. van de Blocquery, burgemeester van Hoorn. En tot Secretaris. Mr. A. II. van Wickevoort Crommeliniste commies bij het gou vernement van Noord - Hollanden setretaris van 't kabinet van oen heer staatsraad gouverneur. Met verdere informatie dat de belanghebbenden ter voorkoming van nodelooze bemoeilijkingen, zich bij de leden dezer commis sie, voor zoo veel elks arrondissement betreft, zullen kunnen adresseren 0111 de voortbrengselen van hunne nijverheid, voor dê tentoonstelling bestemd, vóór de opzending naar Haarlem, voorloopig te doen examinerenof dezelve al dan niet waardig geoordeeld wordenom tot de tentoonstelling toegelaten te worden. 50. Dat alle voorwerpen voor de tentoonstelling bestemdvoorzien van het voorschreve certificaat behoorlijk ingepakt, voor den 20 april 1825, aan het adres van Jenkhr. J. A. Baron van Zuijl n van Nyeve/tgriffier der staten van Hollandte Haarlemzul len moeten ingezonden zijnna welk tijdstip geene voortbreng selen meer zullen aangenomen wórden. 6°. Dat alle voorwerpen voor de tenteonstellingnaar 'afloop van dezelve kosteloos aan de belanghebbenden zullen worden terug gezonden; En op dat niemand hiervan eénige onweténheid zoude kunnen veonVendenzal deze alomme worden gepubliceerd en geaffigeerd waar men in deze provincie gewoon is publicatie en afficcie te doen, en bovendien worden geplaatst in'de amsterdamschehaarlemsehe en alkmaarsche couranten. Haarlem den 2 December 1824. De Gedeputeerde Staten voornoemd Van TETS van GOUD RI AAN. Ter ordonnantie van dezelven De griffier der staten van Holland J. A. van ZUYLEN van NYEVELT. Df. STAATSRAAD, GOUVERNEUR van NOORD-HOLLAND. Gezien de missive van den heere Opper-jagermeester van Z. M. Opper-houtvester voor de Noordelijke Provinciën van den ioe dezer N°. 30daarbij te kennen gevendedat dé tijd naderende waarop de sluiting der Jagt, behoord plaats te hebben, tevens verzoekende bij aldien deswege bij heeren Gedeputeerde Staten dezer Provincie geene bedenkingen bestaan de sluiting derzelve op den laacsten dezer maand te bepalen en daarvan de noodige aankondigingen te doen overeenkomstig Konings besluit van den 5 Julij 1823 [StaatsbL n°. ad.j Gezien de deliberatie van heeren Gedeputeerde Staten dezer Pro vincie van heden N°. 1zich daarbijvolkomen met het gevoelen van dén heer Opper-jagermeester; Opper-houtvester voornoemd, ver- eenigende. Brengt bij deze ter kennisse van allé belanghebbenden, dat d egroote Jagt met den laatsten dezer loopende maand December zal gesloten zijn. Haarlem 16 December 1824. De Staatsraad Gouverneur voorncf, Van TETS van GOUDRIAAN. 11 KENNISGEVING.- BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ALKMAAR brengen bij dezen ter kennis van de Ingezetenen dezer Stad en Ju risdictie mitsgaders van alle daar bij verder belanghebbenden. Dat vermits dé eerste Kersdag invalt op Zaturdag den 25. dezer maand, en Nieuwjaarsdag op Zacurdag den 1. Januarij 1825'. de ge wone KAAS en GRAANMARKT op Donderdag den 23e en 30e de zer maand, in plaats van op den 24e en 31 dezer maand December, en de gewonen BOTERMARKT op Vrijdag den 24e en 31e dezes

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1824 | | pagina 1