0^ ALKMAAR 3CIIÉ COURANT N'. Sv A. i8a5. PUBLICATIE. Van MAANDAG Den ip DECEMBER. -jimiiiiinhiiiHiiiiniHiiiiiiiiHiiüiiiiiyiKniLiiiiiinii Deze Courant wordt geregeld eens in de 'Veek en wel o/> Maandagvoor de Prijs van 78 Centen in de drie waanden en per No. voor 6 Centen uitgegeven. [U t hoofde van de invallende 2e Kersdagzal de gewone Maandagsche Courant Dingsdag worden uitgegeven.] j E STAATSRAAD GOUVERNEUR van NOORD-HOLLAND, Gezien de m ss.ve vau den Heer Opperjagermeester van Z. M. Op perhoutvester voor de Noordelijke Provinciën van den 7. dezer N». He 41 daarbij te keunengevendedat de tijd nadert, waarop «.uiting der lagr behoort plaats te hebben; tevens verzoekende, bij- *ld en deswege bij Hseren Gedeputeerde Staten dezer Provincie gee- ,;c bedenkingen bestaan, de sluiting derzelve op den laatsten dezer maand te bepalenen daarvan de noodige aankondigingen te doeno- vereenk-xnscig'sKoningsbesluit van den 5 Julij 1823 (staatsblad n°. 26.) Gezien de deüberatieh van Heeren Gedeputeerde Staten dezer Pro vincie van den 15 dezer No. 11 zicli daarbij volkomen met het ge- voelen van den Heer Opperjagermeester Opperhoutvester voornoemd vereenigende. Brengt bij deze ter kennisse van alle belanghebbendendat de groo- te jagt met den laatsten dezer ioopende maand December zal gesloten Zij n. Haarlem den 16 December 1825. De Staatsraad Gouverneur voornoemd, Van TETS van GOÜDRIAAN. A F K O N D G I N Gi 1^— BURGEMEESTER en WETHOUDERS der STAD ALKMAAR, Gelet op art. 51 en 52. der Wet van 28 Junij 1822 (staatsbl. n°. 51) op het Personeel houdende Art. 51. Bij de invoering dezer Wet en vervolgens Jaarlijkszal er tot berekening van het bedrag der personele belastingee»e be schrijving geschieden aan de won.ngen der Ingezetenen. Dezelve zal voor de eerste reize plaats hebben onm.ddeiijk nadat deze Wet verbindend zal zijn, en vervolgens jaarlijks zoo vroegtijdig mogelijk." Art. 52. De Hoofden der Gemeente - Besturen zullen op aanvra ge der ontvangers, bij openbare afkondiging aan de Ingezetenen, ten minsten acht dagen te voren, belte d maken den lijd,twanneer dejbe- schrjjvings - b.lletten zullen worden rondgebragt en afgehaald." Gezien de br.ef van den Ontvanger def Directe Belastingen dezer gemeente, van den 15 December 1825, houdende zoodanige aanvrager Maken bij dezen aan de Inwoners dezer gemeente bekend Drt de Ontvanger der Directe Belastingen voornoemd, aan derzel- ver woningen van den 2 Jan 11 arij aanstaandeen volgende dagen toj den zevent enden daaraanvolgende, zal doen bezorgen een beschrijvings- billit, bet welk inhotidc, eene korte Schets van de Grondilajen dei- •oornoemde belasting, zijnde. i°. De Huurwaarde. De Deuren en Vensters. De Haardsteden. Het Mobilair. De Dienstboden. De Paarden. hij welk billet, daarin deszelfs vefpligting jegens 's Rijks Schatkist, in betrekking tot de belasting, zal worden opgegeven aan ieder inge zetenen de noodige vragen dienaangaande ter beantwoording zullen zijn voorgesteld, ten einde hij hetzelve, met de meeste naauwkeurighe.d in vuile. Dat acht dagen na de uitreiking van Voormelde billctten dezelve ingevuld van de woningen der Ingezétenen, door of van wege den Ontvangerzullen Worden afgehaaldstaande het echter aan een ieder vrijde invulling te dogn Verrigten en het billet zijnentwege te doen onderteekenen door den Ontvanger of zijnen gemagtigden. Dat de Ingezetenenwelkebij de beschrijving geen billet zullen hebben ontvangen, volgens art. 62 der Wet, verpligt zijn binnen acht dagen na den tijd tot de ophaling vastgesteld, of uiterlijk op den 26 januarij 1826. een b.liet ten kantore des ontvangers te doen afhalen, en behoorlijk ingevuld, terug te bezorgen. Dnc de nalatigheid in de invulling b nnen den bepaalden termijn, als ook onuaamvkèur gheid of valschheid in 't zelve ten gevolge zullen heobende toepassing der boeten en poena!iteitenbij art. 63 en 64. mitsgaders van art. 85 tot 88. der Wet vastgesteld. Terwijl eindelijk, tot narigt der Ingezetenen, met betrekking van hunnen nans'ag in de Deuren en Fensten aan hun wordt geadverteerd, dat dï bevolk.ng dezer gemeente bedraagt een aantal van 8877 zielen. Wordende een iegelijk mits deze aangemaand, zich ten s.ipstennaar de bovenstaande bepalingen te gedragen ten einde zoo veel hun be treft de orde en naauwkeurigheid in de beschrijving van voormelde belasting te bevorderen en zich voor schade te Wachten. En op dat niemand hieromtrent onwetenheid voorwende, zal deze worden afgekondigd en aangeplaktalomme waar zulks te doen ge bruikelijk is. Terwijl een afschrift zal worden medegedeeld aan den Ontvanger der ï)irecte Belastingen tot deszelfs informatie. Gedaan tt Alkmaar 17 December 1825. De Burgemeester en Wethouders voornoemd N. VAN FOREEST van PETTEN, Ter Ordonnantie van Dezelven G. P. van D IJ K. K E N N I S^G E F I N G. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der STAD ALKMAAR, daartoe bij dispositie van den Heer Staatsraad Gouverneur ge nviteeerd, geven Kennis aan alle de zoodanigen hunner ingezetenen, welke daar bij kunnen zijn geincerresseerd. 1 2°. 3*- 5'- 6». Dat het Zijne Majesteit heeft behaagd,bij besluit van dei. 8 November JI.eene nieuwe termijn van zes maanden open te stellen tot het kie zen van eene Fasten Ggslachtnaamdoor d.e genen welke daar.n voor als nog zijn nalatig gebleven. nurgemeester en wethouders vermanen alzoo wel ernstig alle de zoodanigenwelke zich in dit geval bevinden de aangifte van esnen vasten geslachtnaam aan den Ambtenaar van den Burgerlijker. Sta. d alhier, binnen de voorschrevCne termijn te komen doen waartoe hun dagelijks 's morgens van 11 toe 2 uuraan de Secretarie dezer Stad gelegenheid zal worden gegeven, en zullen denalatigen aizoo zich zeiven te wijten hebbenwanneer zij door verdere aclitelooshe.d de pcenaliteiten daartegen bijde Wei bepaald, zullen hebben geincurreerd. Alkmaar den iq*-December 1825. Burgemeester en Wethouders voornoemd FONTEIN VERSCHUIR, Ter Ordonnantie van Dezelvtn G. P. van D IJ K. NATIONALE MILITIE -cc:- „j BURGEMEESTER en WETHOUDEREN der Stad ALKMAAR* ingevolge Art. 30 der Wet van den 8 Januarij 1817 n°. 1. verlangen de het Contingent dezer Gemeente in de Nationale Militie voor den jare 1826, zoo veel mogelijk aantevullen mee Frijwilligen, welke z.cb onder het genot der daartoe gestelde premie zullen aanbiedendezen dienst voor hunne Mede - Ingezetetien op zich te nemen. Brengen bij dezen ter kennis van alle de Ingezetenen dezer Stad en lurisdiet e van dien, welke dit maar e'enigzins zoude mogen aangaan. Dat ingevolge Art. 31 der voorsz. Wet als FrijwUligers kunnen wor den aangenomen alle ingezetenen, welke op den 1 Januarij 1826 on gehuwd zijn, hun 19 jaar zijn ingetreden en hun 2oe noch niet heb ben Volbragtten ware dat zij reeds in dienst der Nederland.che Ar mee of Nationale - Militie hadden gestaan, in welk geval zij tot den ouderdom van 35 jaar zullen worden toegelaten: en de noodige ge schiktheid hebben, welke voor den dienst bij de Wet wordt ver- eischt, als ook ten minsten gedurende de laatste vijftien maandenb n- nen de'ze Gemeente gewoond hebbende, en dat de aanbieding van de zoodanigen zal kunnen geschieden ter Secretarie dezef Stad, dagelijks (uitgezonderd de Zon- en Feestdagenvan des Donderdags den eersten der maand December van des voormiddags tien tot des namiddags twee ure, tot en met den 31 derzelve maand ingesloten. Actum ter Kamer van Burgemeester eu Wethouders voornoemd den 29 November 1825. FONTEIN VERSCIIUIR, Ter Ordonnantie van Dezelven G. P. VAN D IJ K. NATIONALE MILITIE. PUBLICATIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der StaD ALKMAAR, Gezien Art. 21 der Wet op de Nationale Militievan den 8 janu arij 1817 n°. 1waarbij is bepaald, dat zich Jaarlijks voor den vijfden Januarij aan het Plaatselijk BeStuür in geschrifte moeten adresseeren, de bij de Nationale Militie voor zich zelve dienende Manschappen d.e in den loop van het laatst voorleden Jaar, het zij door overlijden van eenen Vaderof wel Moederweduwe zijnde of door plaats gehad hebbende Regterlijke separatieof Echtscheiding der Ouders of eindelijk door overlijden van eenen Broeder of Broeders, regt op vrijstelling, overeenkomstig de bepalingen bij'Art. 91 en 94 gemaakt, hebben verkregen, en hun ontslag dienvolgens zullen verlangen. EU gezien Art. 4 van het besluit van den heer Staatsraad Gouver neur van Noord - Nollandde dato 17 November 1825 N°. ff jj waarbij voormelde 21 Artikel speciaal wordt herinnerd. Brengen dienvolgens ter kennis, van de thans voor zich zelve bij de Nationale Militie dienende Manschappenwelke 11a hunne inlijving ingevolge van |Art. 21 der voornoemde Wet, redenen van vrijstelling hebben f en verlangen uit den dienst ontslagen te worden dat zij zich tot dat einde voor den vijfden Januarij aanstaandeschriftelijk aan Burgemeester en Wethouders moe ten adresseren, en daarbij tevens overlegden de noodige bewijzeningerigtovereenkomstig de voor schriften bij Art. 91 en 94 der bovengemelde Wet gestatueerd, toe welke aanvrage om ontslag, even zeer als de Manschappen zelve, ook derzelver OudersVoogdenCuratorseB gemagtigden bevoegd zijn. Actum ter Kamer van Burgemeester en Wethouders voornoemd, den 29 November 1825. FONTEIN VERSCHUIR. Ter Ordonnantie van dezehen G. P. van D IJ K. BUITEN LAN DSC HE BERIGTEN. O O S T - I N D I E. Batavia, den 13 Jul'ij. Deze hoofdplaatsheeft op nieuw een groot verlies ondergaan door het overlijden, op den 12 dezer,-van Mr. P. H. Esserridder der or dj

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1825 | | pagina 1