•sgzsir'* -
TSSS. ZtsSUOï
sarsir*" 5 - ares^
VSrac? f ko™"jf
ALKMAARSCHE
fJWpOj
fJWpOj
,"»r t diepe,'eSX 3S pi. be'
v» w°"ic° b!t"'i -•>
A\ 1826.
Deze Courant wordt geregeld cent in de week en wel op Maandag voor de Prijs van 78 Centen in de drie maanden
en per No. voor 6 Centen uitgegeven.
E STAATSRAAD GOUVERNEUR vak NOORD-HOLLAND
Gezien .et koninklijk besluit van den 19 Mei 11., u°. 98waarbij
Mn mder tarief* der Vaart- Sluis- en Bruggelden op bet Groot
Noord-HoJandscn Kanaal wordt gearresteerd.
Zijnde hetzelve van den navolgenden inhoud:
IP'ij Willem, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden,
1 rins van Oranje-Nassau Groot-Hertog van Luxemburg,
enz. enz. enz.
Gezien het rapport van onzen minister van binnenlandsdie zaken
van den id-' dezer, I». E, daarbij ter onzer goedkeurig aanbiedende'
ee.i nader ontwerp van tarief der Vaart-, Sluis-- en Bruggelden op
het Groot Noord-Hoilandsch Kanaal.
Gelet op ons besluit van den 3 Augustus 1825, n». 94, bij hetwelk
gekeurd0 P'S desWÊge' bij wiJze van proefneming, 'is goed-
Ilebben goedgevonden en verstaan, dat te rekenen van en met den
1 Jul ij aanstaande, het tarief bij ons voors. besluit van den 3 Augus
tus 1825, n°. 94voorloopig daargesteld zal worden vervangen door
jliiVgevoegd' S1U!S" Cn BrilSSelden> b>J he[ tegenwoordig be-
Onze minister van binnenlandsche zaken is belast met de uitvoering-
dezes waarvan kennis zal worden gegeven aan onzen minister voor
«attTeu"narig*en a:in dc alScineene rekenkamer, tot infor-
's Gravenhagejen 19 Mei 1826.
W I L L E M.
Van wege den Koning,
J. G. de Mey van Streefkerk.
Accordeerc met deszelf origineel.
De griffier ter staats-secretaris
L- H. Elias Schovel.
Voor eensluidend afschrift.
De secretaris-generaal bij het ministerie
Wenckebach.
TARIEF der Paart-Sluis- en Bruggelden op
f'ej Noord - Hallandsch Kanaal.
Art. 2. Ingevolge van dien zal aan elk der vier schutsluizen op het
kanaal, te '.veten: aan de VVillemsluis, aan die te Purmerendeaai
worden bfJd^'s volgt? MU h" NieuwedieP Per ^heepston
A. Doer de se iepen, die van buiten het rijk inkomen.
a. Van de Oost-Indien tot aan gene zijde van de Kaap
de Goede ',!°0P.' alsmede van de havens in Amerika aan
de Stille of Zuidzee
b. in de W est-Indien en de havens (Van hier te reke
nen) aan de oostzijde van Amerika; alsmede aan de west
kust an Aliika, met derzelver eilanden en de Knap d-*
Goede Hoopr
\an ,a".e ''riVen5 en eilanden in de Lavantsche en
Middelandsche Zeeën tot aan Gibraltar
d, Van Gibraltar tot het kanaal van Douvresmitsga
ders van het kanaal van Ierland en van alle havens ten
westen en ten noorden van Kaap Linderness of Terneus
e. Uit het kanaal van Douvres en van alle havens, behal
ve de voorgaande, die in de Noord- of Oostzee uitwateren
B. Door de schepen, die het rijk uitvaren.
Door die hierboven onder rubriek a vermeid
- - b
12
15
20
20
25-
a \rif-. 1,
Qgetcekend)
'jgeteckcnd
Cgeteekend)
Cgeteekend
- 12
rfi?!nnrVie"St!KliC!e sIujsSeldfn worden betaald door aile schepen
mlme° zul enrïe hn V 'T dieper saaR dan 55 nederlandsche
pannenzullende bovendien door dezelve voor elke palm die ze die
Van -dergelijke vaartuigen boven voorschreven' tót ei
41 duim lengte, in eenstuc ei
Door alle overigs binnenlandsche vaartuigen 'waardoor
Verstaan worden dezulke, die op patent vafen en nefuk
inkomende zeeschepen gelost, of voor uitgaande zeesche-
pen geladen hebbenvan meerdere lengte dan de laatst
voorgaande, aan elke sluis per scheepston .1
Door een vlot of koppeiinghout m eens
zullen'd4c' boïeS^e slüLïffien Tot 7Tïe °f *0"S °"dW,
-io
-: 15
melkschuitenwelke zoo wel des nachts als des daags tegen betalinv
van het gewoon regt zullen kunnen passeren.
Art. 5. Voor het onderhoud der jaagpaden zal bovendien worden
betaald, bij het passeren der Wiüemsiuis cn van die aan het Nieiuve-
diep, aan elk van dezelve 1 cent per scheepston, met uitzondering
tiogtans van de binnenlandsche vaartu gen langer dan 9 el 41 duim,
door welke daarvoor aan elk der voorschreven twee sluizen slechts
cent pc-r ton zal worden betaald.
Art. 6. Bij het passeren der vlofbruggen op het kanaal zal worden
betaald als volgc
Door opene schuitjes en kleine vaartuigen, beneden de
6 el 27 duim lang, hoezeer mast en zeil voerende -5
Door schepen en vaartuigen met eenen mast j - 8
E11 bij nachti
Door schepen en vaartuigen met twee masten
En bij nacht .-
Door schepen en vaartuigen met dr.e masten
En bij nacht- 25
De erkende veer- of marktschepenmitsgaders melkschuiten j zullen
nogtans vrij zijn van de verhooging van het regt bij nacht.
Art. 7. Ingeval eenige zeescnepen hunne ladinge geheel" of gedeel
telijk met ligters door het kanaal laten gaan, zonder zelve van het ka
naal gebruik te makenzuilen zij voor ieder dier ligters de sluisgcl-
den betalen, naar de hoeveelheid der tonnen, waarop de ligters voH
geus patentbrief gemeten zijn, en zulks volgens die klasse waartoe het
schip, naar aanleiding van artikel 2, behoort.
Door dezelve ligters zal het regt voor jaagpaden en de bruggelden
worden voldaan.
Art. 8. Door ligters worden verstaan nederlandsche vaartuigen van
patent voorzien, dm nunne lading uit een ïikomend zeeschip hebben
ingenomen, en dezelve met een iigterbrief, door de ambtenaren van'
de in- en uitgaande ragten en accijnsen algegevennaar de plaats der
bestemming van het sc up voeren; alsmede de zoodanigènwier la
dinge voorzien van buiteniandsche paspoortenaan een uitgaand
zeeschip moeten geiost worde. 1.
Art. 9. Zeeschepenbuiten het rijk eene lading ingenomen heb
bende, welke in een der zeehavens van het rijk gebroken is, zullen
slechtt de helft betalen der smisgelden volgens die klasse, waartos
zij volgens art. 2 beliooren doch dezulken, die onmiddelijk komen
•'«n een zeehaven binnen dit rijk zonder goederendie zij alvorens
-ideis hebben ingenomenzuIJen worden gerekend te behóoren tot
de klasse e bij het gezegde artikel vermeid.
Art. ic. Zeeschepen iu eene haven binnen het kanaal gelost of
akte van afrekening bekomen hebbendeen die het kanaal aan de'n ij-
kant willen uitvaren, alsmede zeeschepen die van den i kant het ka
naal willen binnen komen, mits ledig zijnde, en geen'e verdere be
stemming hebbende dan naar eene haven binnen het kanaal, zullen aan
elke sluis, die zij passeren, onderworpen zijn aan de helft der sluis
gelden voor de klasse e vastgesteld doch goederen in hebbende
zullen de sluisgelden worden berekend naar de buiteniandsche zeeha
ven alwaar zij dezelve geladen hebben of der plaats wervvaarts zij
bestemd zijn.
Indien echter de schependie van den ijkant komenniet verder
als naar eene haven in het kanaal betaald hebbende naar zee willen
zuilen dezelven naar den aard der bestemming het surplus voor dé
reeds gepasseerde en het regt voor de volgende sluizen betalen.
Art. 11. Schepen die van de landzijde van buiten het rijk inkomen
met goederen voor een zeeschip bestemd öf om goederen uit een zee
schip te lossen en aan de landzijde uittevoeren zullen niet worden
beschouwd als ligters, tot de zeeschepen behoorendemaar bc°repen
worden onder de klasse e van het tarief, en gehouden zijn bij de eer
ste doorvaart het hoogste of inkomend regt dier klasse te betalen.
De sluisgelden in dit en de tweede laatstvoorgaande artikel 'bepaald
zijn onverminderd het regt op de diepte.
Goedgekeurd bij het koninklijk besluit van den 19 Mei 1826 n°.oS.
Mij bekend.
De secretaris van staat,
ge teekent) J. G. de Mey van Streefkerk.
Accordeert met deszelfs origineel
De griffier ter staats-secretarie
geteekend) L. H. Elias Schovel.
Voor eensluidend afschrift.
De secretaris-generaal bij liet ministerie
van binnenlandsch zaken
{geteekend) W e n c e e b a c h<
Brengt hetzelve ter kennisse van alle belanghebbendealsmede der
havenmeesterssluis- cn brugwachters op het voors. kanaalten ein
de bij de aanstaande invoering van hetzelve zich daarnaar te gedragen.
Zullende omtrent den tijd en wijze dier invoering, den form van
perceptie en de reglementaire bepalingen tot verzekering van dezel -
ve nader het noodige worden kennelijk gemaakt.
En zal deze worden geaffigeerd aan alle de sluizen en bruggen op
het meergemelde kanaalen in de steden Amsterdam, Alkmaar en
Purmerende, en in de gemeente de Helder, en daar te boven wor
den geplaatst in de Amsterdamsche en Haarienuche couranten.
Gedaan te Haarlem, den 39 Mei 1826.
De Staatsraad Gouverneur voornd,
Van TETS van GOUD RIAAN.
Van MAANDAG