1
ALKMAARSCIII
COURANT
1) e STAATSRAAD ÖOUVERNEUR van NOORD - HOLLAND
i*27. N". 44:
Van MAANDAG
Den 2p OCTOBER.
Den Ctu.Mi.t wndt geregeld ee/lS in de week en wel op Maandag voor de Prijs vdn 78 Genten in de drie maanden
en per No. veer 6 Centen uitgegeven
Brengt bij deze ter kennisse van de belanghebbendendat overeen
komstig Z. Ms. besluit van den 30 Augustus II. N». 178, het Kantoor
van het Buitengewoon Ze",el, met den 1= November aanstaande, van
Amsterdam naar Haarlem overgebragt, aldaar voorloopig aan den Kou-
«Jenhorn bij de Valkesteeg gevestigd, en op Maandag den 5 dier maand,
geopend zal wordenmitsgaders dat ter zake dier overbrenging het
voormelde Kantoor van den eersten tot en met den vijfden November
zal gesloten zijn.
De Staatsraad Gouverneur, noodigt mitsdien de belanghebbenden
om ten einde deze sluiting, geene ongelegenheden veroorzake, eénei'
genoegzamen voorraad Papieren voor de voorzeide dagen vooraf bui
tengewoofi te doen zegelen.
En geeft hij Staatsraad Gouverneur alverder aan den belanghebben
den kennis, dat ten einde in spocdvereischende gevallen, niemand om
buitengewoon gezegeld Papier zoude verlegen zijn Burgemeester en
VVethouderen der Hoofdstad, zich hebben bereid verklaard, en door
hem zijn geautoriseerdom eenen genoegzamen voorraad van alle soor
ten van buitengewoon gezegeld Papier gereed te houden en ter dis
positie der aanvrage te stellen, ter zulker plaatse en op zoodanigen
voet, ais door Burgemeester en Wethouders nader bij Adverteutieu
zal worden kennelijk gemaakt.
Haarlem 15 October 1827.
De Staatsraad Gouverneur voornoemd
Van TETS van GOUDRIAAN.
BUITENLANDSCHE BERIGTEN.
F R A N R R IJ K.
De ommestreken van de Rhóne zijn sedert eenige dagen San eene
verschrikkelijke overstrooming ten prooi. Aanhoudende regens heb
ben die rivier zoo doen wassendat zij op sommige plaatsen uren
ver buiten hare oevers getreden is, en het geweid van den vloed is
z odanig dat hij eene algemeene verwoesting veroorzaakt. Dijken
e gehte.e straatwegen zijn verdwenen, eene menigte woningen aan
beide zijden der rivier vernield en men vreest, dac veie menschen
d -ofbij zijn omgek men. Te Avignon is de geheeie stad tot eene aan
merkelijke hoogte ondergeioopenen het water heeft er in de pak
huizen groote schade veroorzaakt.
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
's ÓraveNhage, den 19 October.
De nu eerst ontvangene brieven, gSdagteekenfl April 1827, Va" °''Ze
Natuurkundige Kommissie, de Heeren Boie cn Macklot, c. s.op Ja
va, bevestigen bet onheil, den heer vdn Raahenovergekomen.
Hetzelve heeft zich op de volgende wijze toegedragen
De Heer Macklot, welke zich nog steeds op den berg Parang,
provincie Crawang. druk onledig hield met het Mineraiogisch onder
zoek én de Voltooijing der Geologische kaart van dezen berg, be
goot, in het laarst der maand Maart dezes jaarsmet den He'er van
Raaltenden eenig overgeblevenen reisgenoot der verdienstelijke en
aan de wetenschappen te vroeg ontrukte NatuurkundigenKuhl en
*an Hasseltjagt te maken op eenen Rhinoceroswiens verblijf men
door het versche spoor ontdekt had. Behoorlijk uitgerust en van ge
noegzaam gevolg Voorzien, begaven zij zich op weg, om hunne ge
vaarlijke onderneming ten uitvoer te brengen, en het duurde ook
ïiiet langof men was het vervaarlijke monster op het spoor. Dat
spoor had waarschijnlijk eene dubbele 'rigring, waardoor de Heer
Macklot tot het besluit kwamom zich geheel alleenVan hei Ove
rige jagt-gezêlschap af te scheidenen eenen anderen \vëg te volgen,
cm het dier des te zekerder in hunne magt te krijgen. Dit is te meer
te bejammeren, daar men reden heeft te gelooven* dat die Heer,
door zijne onverschrokkenheid en bekende tegenwoordigheid van geest,
misschien in staat zoude geweest zijn, om het gebeurde onheil te
voorkomenof af te weren. Het bleek al rasdat de Heer van
Raalten het echte spoor gevolgd was; want, na een goed eind gaans,
zag men den ontzaggelijken Rhinoceros liggen. De Heer van Raalten
wilde het vermaak hebbenom het eerst op het dier te schieten, wes
halve bij den trein voorafging, en hetzelve tot op eenen afstand van
twintig schreden genaakte. Dan, eensklaps spring de Rhinoceros op,
en werpt zich brullende op zijnen bestoker, laat den tijd niet, om
het geweer te lossenen slingert denzeiven met zijnen geduchten
neushoorn in de lucht. Zeven malen werd dezen aanval op den Heer
van Raalten herhaaldterwijl het monster den ongelukkigenbij ie-
deren valmet woede in de becnen beet. Bij de eerste nadering van
het dier, hadden de vreesachtige inboorlingen, die hem vergezelden,
overhaast de v'ugt genomen, en hunnen aanvoerder lafhartig aan het
zelve ten prooi gelaten. Een enkele hunner, bij hen de Kleine Ja
ger genoemdhad moeds genoeg, om, 11a den eysten schrik, terug
te komenop het dier aan te leggen en los te brandendanop
tietzelfde oogenblikdat het schot vielspringt zijn geweer in stuk
ken en verbrijzelt hem de hand. Het geweid van den slag had ech
ter het gelukkig gevolg, dat de Rhinoceros verschrikt de vlugt nam,
en zijn ongelukkig slagtoffer, schier levenloos en in zijn bloed wen
telende liggen liet. Nu riep de Kleine Jager om hulpen de Heer
rati Raalten werd voor dood naar den Porang terug gedragen. Ge
lukkig was de lieer Macklot, op het hooren vau het schot, terug
gekeerd, en kwam nog even tijding genoeg aan, om zijnen rampzali
gen togtgcnooc de vereisc'rtte genees- en heelkundige hulp te verlée-
nenaan welke het m dat scfeaarsch bewoonde oord ten eenemalffl
ontbrak. Aanvankelijk vond hij den lijder hopelooshebbende dezel
ve niet minder dan twaalf wonden aan de beeaeneene aan den buik
en eene gebroken rib. Het is echter aan de doelmatige zorgen van
dezen Heer, dat de ongelukkige van Raalten zijn, zoo wonderdadig
behouden leven te danken heeftenhoezeer hijmet het einde der
maand Meinog niet in staat wasom zonder hulpte gaanvoed
de men nogtans de hoopdat hij er met de iidteekens zoude afko
men hetwelk wij den braven en Ijverigert man hartelijk toewenschen.
Wat de overige Reizigers betreftdezelven warentijdens hun
laatste schrijven, allen van meer of min ernstige ziekten'hersteld
Dat deze ziekten en de droevige gebeurtenis met hunnen Reisgenoot
intussehen den lust tot de ijverige Volvoering hunner taak niet geheel
hebben uitgedoofd, hiervan strekt hunne aankondiging ten bewijze
van vier aanzienlijke bezendingen, welke treeds naar het Vaderland'
moeten op weg zjjn. Voor het overige stonden zij op het punt,
om naar Sumatra te stevenenten einde aldaar hunne Natuurkundige
nasporingen voort te zetten. Wie, die hen kent, voedt niet de best»
wenschen voor eenen goeden uitslag en voor hun behoud 1"
Een Noordamerikaansch dagblad behelst het volgende treurige ver*
haal. De Goëlet Othio, Kapit. Rogers, bevond zich den° i8den
Augustus op 31 graden breedte en 6o| lengte, met een hevigen wind
uit het Noord Noord Oost, en eene zeer onstuimige zee, toen een
matroos in de verte een drijvend voorwerp bespeurde. Men hield
dit aanvankelijk voor de kiel van een verongelukt schip; maar be-
meikte weldra dat het eene boot was, die het schip trachtte te na
deren, en zag zelfs een riem met een wit kleed omhoog steken.
De Kapitein stevende op dit sein naar de boot heenhad dezelve in
weinige oogeublikken bereikt, en men vond nu daarin vijf menschen
in den verschiikkelijksten toestand. Twee mannen waren bezig met
roeijenéen zat er aan Het roer; en de vierde belette met de eene
hand het opwaaijen van een stuk zeil, hetwelk over eene jonge
naast hem liggendevrouw gespreid was terwijl hijmet de andere
handhet water uithoosdedat alle oogenblikkeu in de boot stroom-
de.
Ofschoon de Kapitein alle zeilen had doen reven werd echter
hec schip, ooor den hevigen wind, met zulk eene snelheid voortge
stuwd. dat het eenige middel, om deze ongelukkigen te redden
was, hun- touwen toe te werpen, op het oogenblik, dat men het
digst bij de boot zoude zijn. Dit wordt ten uitvoer gebrastmaar
ongelukkig ontgl.pt hun het toegeworpene touw en het schip is hen
111 hetzelfde oogenbik reeds verre voorbij. Men hoort nog eene
noodkreet; de kapitein tracht te wenden, maar eene plotseliike
windvlaag maakt dit onmogelijk, en, op hetzelfde oogenblik, verliest
men de ongelukkigen uit het gezigu"
Den 25 October.
Bij Z. Majestéiis besluit vfln den i7den October 18^7, n°. 169
de Heer Jakob van Lennep, Advokaat te Amsterdam, benoemd tot Se
cretaris der Kommissie vati Landbouw in Noord-Holland.
In een Fransch dagblad leest men, onder dagtéekening van den igderi
October, net vólgende
Een sciiiphetwelk naai- Buenos - Ayres was onder zeil gegaan
met 129 slagtofers, want geenen anderen naam kan men geven aan
zulk een getal passagiers, welke, om toch de volle lading te hebben
in een schip van 200 tonop eikanderen gestapeld wordenis 'ge
lukkig weder binnèn 'geloopen en heeft het anker laten vallen', 11a dat
het drie dagen laag met zeer slecht weèr had te worstelen ge ha dl
Dit SChip maakte zich gereed, om gisteren wederom uit te zeilen*
toen de klagte door een' der reizigers ingeleverd, en bij de Regt
bank van Koophandel, in behoorlijke overweging genomen dit ver
trek heeft doen sluiten.
Het is vreemddatbij de wétaan geene regtbank opzettelijk
de bevoegdheid toegekend is om zulke gruwelen te beletten en
zonder de volijverige en werkdadige menschliévenheid van een''onzer
geachte koopliedenzoude niemand van regtswege belet hebber dat
dit schendstuk zijn volle beslag kreeg. De smetlueht welke'van
dat schip uitging, toen het in de haven terug kwam, was zoo er*
dat de nabij liggende schepen grootelijks hinder daarvan hadden èu
dat deskundigendie men aan boord gezonden hadlang na dat de
schepelingen reeds aan wal waren gezet, die lucht nog van eenen
pestachigen aard bevonden J Wat zoude het dan niet geweest zijn
wanneer, onder eene brandende hemelstreek, alle deze kiemen des
doods aan het gisten geraakt waren
De regtbank heeltbij een zeer uitvoerig gewijsdebevolen
dat het schip slechts zoodanig getal reizigers zoude aan boord nemen,
alsvolgens uitspraak van deskundigen gevoeglijk op hetzelve zoude
kunnen plaats vindendat de overigenvoor rekening der reeders
aan boord van andere schepen, die dezelfde bestemming hadden*
i zouden overgaanen dat een der reizigerswiens goederen op het
dek geplaatst geweest en door de golven weggeslagen waren eene
geëveuredigde schadevergoeding ontvangen zoude." 5