ALKMAARSCHE
Van MAANDAG
f\v
Deze Courant wordt geregeld eens in de week en wel op Maandag vtor de Prijs van 6 Centen uitgegeven.
r
D E BURGEMEESTER der STAD ALKMAAR,
geeft kenmsie aan alle de Burgers en Ingezetenen van die Stad.
Dat door de Ambtenaren, belast met de Kadastrale werkzaamheden,
onverwijld een begin zal worden gemaakt met de Schatting der be
lastbare waarde van alle de Gebouwde en Ongebouwde eigendommen,
welke tot de Stad en Jurisd.cc.e beliooren.
En vermits h.-t voor alle eigenaren van die percelen van het hoogste
is, dat die waarde, zoo juist en naauwkeurig mogelijk worde be
paald op dat dezelve daarna n et boven de regtvatrdige evenredig
heid in de grondlasten worden aangeslagen.
Zoo noodigt de Burgemeester voornoemd allen en een iegelijk,
Wien dit zoo voor zich zeiven, of voor anderen moge aangaan met
den meesten ernst en aandrang uitom de Huurcelen voor de Ge-
bon ede Eigendommen van de Jaren 1816 tot 1825, en voor de O»
gebr, w.vde va 1 1812 tot 1S26, tegen re^u te willen overgeven aan
deze Stads Secretarie, ten en de dezelve, na dat daarvan voor een
ooge blik inzage zal zijn genomen, dadelijk aan ieder eigenaar wór
den gerestitueerd!
De Burgemeester vermaant daarenboven met al den aandrang wélke
het belang der eigenaren van hen vordert elk en een iegelijk aa i,
om de Ambtenaren van het Kadaster zoo veel maar eenigzins moge
lijk zal zijn, te helpen ei te regt te wijzen, met opzigt tot alle zul
ke onderzoekingen welke dezelve zullen meenen te ,moeten in het
werk stellen, om eene naauwkeurige kennisse te verkrijgen, van alle
de eigendommen tot deze Stad en jurisdictie behoorende.
Alkmaarden i8e Januarij 1828,
De Burgemeester voornoemd
FONTEIN VERSCHUIR,
Ter ordonnantie ■'•an deze/ en
De DIEU FONTEIN VERSCHUIR.
13UITENLANDSCIIE BERIGTEN.
SPANJE.
Een Russisch dagblad bevat een berigt uit Tesstidschi, aan den
oever van het meer Urnuo van den i7den November waarin onder
anderen het volgende gemeld wordt: Ik ben getuige geweest van
,«en der merkwaardigste voorvallen van onzen tijd; de komst van den
troonopvolger van Perzie, Abbas - Mi'rzain het Russische leger.
Ik beschrijf 11 hier breedvoerig alle omstand gheden van deze re.s.
De Generaal Bmkendotf had last om Abbas - Mirza het eerst ie
ontvangen en hem de Russische troepen m parade te laten zien.
De eerste ontmoeting had eenige wersten achter Schewister plaats-,
op eene uitgestrekte vlakte, niet verre van het meer Urmio. De
erfgenaam van den Perzischen troon kwam ons te gemoetslechts
vergezeld van een enkelen Fe: Ali - Khan twee vreemden Offi
cieren (die van Teheran bij hem gekomen waren), en twee knechts,
die naast hem reden. De Generaal Benkendorf zond eene afdeeling
dragonders, onder bevel van den Graaf Tolstoiom Abbas-Mirza
te begeleiden.
Abbas - Mirza reed langs het frontgroette onze soldaten in de
Russische taal, en toen de Generaal Benkendorf hem naderde, zeide
de Troon - opvolger van Perzie: Ik ben zeer verheugd, dat gij,
Generaaldie in dit jaar het zwaard tegen mij getrokken hebt
mij het eerst, daags voor de vrede, te gemoet komt." Hierop zeide
hij met waardigheid en eene indrukmakende houding: Elk voik
heeft veel tijd noodig, om z-ch tot het oorlogen Bekwaam te maken.
Wij zijn thans r»og in onzen leertijdook gij had dien nóodig voor
dat gij tot de hoogte gekomen zritwaarop gij thans staat," Ver
volgens zeide hij: Hoe dit zijn moge, voortaan zullen Wij in
vrede leven: intusschen is het niet vreemd," vóegde hij er lagchen
de bijdat ik op deze plaats nis gast bij tl kom T' Daarna
verzocht Abbas-Mirza den Generaal Benkendorfde troepen te
mogen in oogenschötiw nemen, die in eene linie langs den weg,
op den afstand van eene halve werst van de plaats der zamenkomst
geplaatst waren. Vooraf verzocht bij den Generaal Beukend rf hem
alle personen van zijn gevolg met name voor te stellen. De Kozak
ken bevonden zich aan liet hoofd der afdeel ng. en Abbas-Mirza
wenschte met hunnen aanvoerder, den Overste ie hartiscAe vkennis I
te maken. Terwijl hij den Overste en alle Kozakken groette, zeide j
hij overluid tegen den Generaal Benkendorfdit is toch wel uwe
beste ruiterij V
Op het gezigt van het voetvolk stond hij verbaasd? maar toen
hij de ransels zag, schudde hij het hoofd: hoe kunnen de men-
ichen zulk eenen las: dragendezelve is bijna zoo groot als die van
ónze rtuters." De artillerie trok voornamelijk zijne aandacht en
nieuwsgierigheid tot zich: hij reed achter het front, om het geschut
des te beter te kunnen bezigtigen, steeds onze soldaten groetende,
die daardoor in een vrolijken luim geraakten. Eene menigte volks
uit de omliggende dorpen stroomde naar ons toe en 300 Perzische
ruiters stonden aan den anderen kant v n den weg, onder het bevel
v n zijnen zoon, een schoon vijftien jarig jongeling. De Perzische
kriigsknecluen zagen donker voor zich neder; op hun gelaat was het
gevoel van gekrenkte eigenliefde te lezen. Abbas-Mirza behield;
zijne schijnbare opgeru mdheid ged' rende den geheelen tijd van qnze j
bijeenkomst. Ilij verzocht den Generaal Benkendorfeen Russisch 1
bstaiilon in parade-marsch te laten voorbijtrekken. Voor dat hij ooi
verliet, gaf h' de.i Generaal te kennen, dat hij wenschce den Kei
zer van RurfVnd en de geheele doorluchtige familie te zien, en dat
hij, na het siuitén van de» vrede, daartoe zijn best doen zoude; ter
wijl hij er ten laatste bijvoegdedat hij aan den Generaal zoude
schrijven en hem spoedig in Rusland hoopte weder te Zien."
Ndat Abbas- Mir^a met blijken van de grootste toegenegenheid
afsche.d had genomen, zond hij den Fet - Ali - Khan om den Gene
raal de lijst van a le personen te verzoekendie zich in zijn gevolg
bevonden, en om hem op nieuws te verzekeren, dat Abbas-Mirza
hem zeer genegen was. De gezegden van Abbas-Mirza heb ik u
woordelijk gemeldmaar het edele in zijn gedrag, de verpligtendö
toon, dien hij met de waardigheid van Regent in zijn persoon veree-
nigt, is niet te beschrijven, evenmin als het vuur van zijnen blik en
zijrte ongedwöngene minzaamheid. -Zijne gelaatstrekken zijn zeer re
gelmatig; zijne oögen groot, vol leven en doordringend; de tanden
fraai. Zijne kleul" is bruinachtig en bleekzijn haar en lange baard
donker zwart. Zijne ü'leeding is zeer eenvoudig, en alleen de dolk
met edele gesteente versierd. Abbas-Mirza is tusschen de 40 en 50
jaren oudzijn paardhet schoonste dat ik ooit zaghad een
tuig van zu ver goud. Het is jammer, dat deze Vorst door men-
schen omgeven isdie z.ch niét door verstand en geest tot eene
behoorlijke hoogte kunnen verheffenom zijne bedoelingen te onder
steunen.
UINNENLANDSCHE BERIGTEN.
Den Joden dezer overleed te Groningen, ruim, 74 jaren oud, de
Professor Honorarius aan de Ilooge School aldaarHenri Daniel
Guyot Oprigtervoorzittend Hoofdbestuurderen eerste Onderwij
zer van eene inrigting tot onderwijs van Doofstommen aan we'lter
bloei en volmaking hij, met onverdoofde ijver,, bijkans veertig Jaren
van zijn leven, met het gelukkigst gevolg besteed heeft.
De ruime zegen, dien hij daardoor, zonder uiterlijken praal en
ophef, over zijn vaderland verspreid heeft, volgt hem ten grave;
en dankbaarlijk zullen nog na jaren zijner gedenken zoo vele eer
tijds o'gelukkigendie hij tot redelijke wezens gevormd heeft, en
die allen hem ook als vader en weldoener geacht eu bemind hebben.
In de Leydsche Courant vindt men het navolgende berigtinge
zonden van 's Rijks Museum van Natuurlijke Historie te Ley den.
Weinig waren wij er op bedachtdat de twee belangrijke zen
dingen, welke wij onlangs kort op elkander van onze Natuurkundige
Kommssie uit Nederlands - Indiëmogten ontvangen, zoo spoedig
stonden opgevolgd te worden van eene tijding, welke onze grootste
verwachtingen eensklaps op eene grievende wijze te leur stelt, en
ons in diepe rouwe dompelt.
De jonge, ijverige, de naar hart en geest Uitmuntende Boieis
niet meer! Boie, niet alleen het hoofd, maar ook de zorgvuldige,
dê altijd belanglpoze en hooggeschatte vriend züner togtgenooten
is Óene prooi gefvorden des doods, eii zijne verdienstelijke voorgan
gers Kuhl en van [Ja seltin hetzelfde graf nagevolgd. Niet minder
groot dan dezen in verschillende vakken van Natuurlijke Historie,
muntte hij daarenboven uit in eenen schat van aïgemeene kundigheden,
en, wat hij-als mensch wasmoge beoordeeld worden door hen, die
liet geluk hadden hem te Hennen, nut hem in aanraking te zijn,
ert telkens bii hem in ruime raa.e stof vonden van verwondering over
zoo Vele ze'dzame kennisbij zoo veel hoogst zeldzame zedigheid
eii Ongekunstelde nedrigheid.
Het was op den 23sten Augustus des verledenen jaars, dat da
Heer Boie het Pamgerangsche gebergte verliet, met het voornemen,
om eenige wéinige dagen te Bu.tenzorg door te brengen. Dadelijk
na zijne aankomst aldaar,- weid hii door eene Zenuwkoorts aangetast,
welke spoedig zo.odani. in hevigheid toenam dat het gevaarlijke van
zijnen toestand zich ontwijfelbaar liet aanz eil. Weldra werd ook
abe aangewende hulp der kt: t vruchteloos bevonden en tien dagen
slechts waren noodig, em den onvergtjijkeliiken jongen man, voof
antra aan zijne vrienden en aan de wetenschappen 'te ontrukken en
met hem eensklaps de vruchten te vernietigen van de onafgebroken
inspanning zijns geheelen ie'eftrds vruchten welke na eenmaal
door de geleerde wereld re zijn tngeoogstveeliïgt meer dan ééneti
leeftijd zmiden verduurd hebben. De Heer Macklotdie zich reeds
te Bantam bevond, kwam, op het ontvangen herir teven tijdig ge
noeg aanom zijnen met den dood worstelenden vriend nog in het
leven te vindendandöor de vermoeijenis e'ener overijlende reis,
en de aandoening van het voor hem, boven alles treffend vérfies, uit
geput werd ook hii op het ziekbed geworpenen het zal webigc
alleen aan zijn sterker ligchaamsgestel te danken zijn zoo men om
trent dien Heer gunstige berigceu durft te gemoet zien.
Wat de Natuurkundige Wetenschappen in het algemeen, en 's Rijk»
Museum in het bijzonderaan den edelaardigen Boie verliezen, laat
zieh moeijeiijk beseffen. De onder hem gemaakte verzamelingen
gedurer.de den korten tiid, dien hij in de Ind.ën heeft kunnen werk
zaam zijnen zijne daarbij gedane waarnemingenmogen als proeven
verstrekken van zijne geschiktheid tot de meesterlijke volvoering der