1 I
I
4
ALKMAARSCHE W
C O R A N T
a
ifog N". i:
1
I
r
v
Van MAANDAG
Den 5 JANUABtj.
Deze Courant wordt geregeld eens in de week e wel op Maandag voor de Prijs van 6 C en ten uitgegeven.
f)i GEDEPUTEERDE STATEN van NOORD-HOLLAND,
W/lende dat de goede Ingezetenen bij den aankoop zoo van nieuwe
ill van oude Nederlandsche maten en gewigtenm de gelegenheid
jesteid wordenzich zeiven te verzekeren of die voorwerpen al d -n
liet den ijk of herijk nog moeten ondergaan, en hun niet alleen voör
onwillekeurige overtredingen willende behoedenmaar ook w. tiende
voorkomen, dat die genen welke ter kwader trouw handelen, geene
onwetenheid van den aangenomen- jaarletterzouden kunnen voorwen
den.
Brengen ter kennisse van allen die zulks zoude kunnen en mogen
aangaan, dat de herijk der lengtematen en gewigten voor het jaar 1829
zal beginnen in de stad Amsterdam met den iD januarijen eindigen
de 30 Aprilen voor de inhoudsmaten en het goudgewigt gedurende
dfc maand Meiterwijl de herijk voor alle maten en gewigten in het
Arrondissement Amsterdam en in de overige Arrondissementen Haar
lem, Aikmaar en Hoorn zal beginnen met den ie April en eindigen
30 Junijen clat de letter waarmede in dat jaar moet worden geijkt
en herijkt IC zai ziin. met aanmaning zich die tijden ten nutte te ma
ken, ten einde zicii voor onaangenaamheden en schaden te hoeden.
Haarlemden 30 Oetober 1828.
De Gedeputeerde Staten voornoemd
van TUYLL.
Ter Ordonnantie van dezelve,
De Griffier der Staten van Holland
COPES van HASSELT.
De GOUVERNEUR van NOORD -HO ELAND,
Ontvangen hebbende eene circulaire van den Heer Staatsraad Admi
nistrateur van de Registratie, het Kadaster en de Loterijen d.d. 24 dezer
N°. 77, daar bij ten aanzien van de toepassing van het met 1 Januarij
1829, ui te voeren Aanhecht - Zegel wordt opgemerkt, dat behalve
de bij deszelfs vroegere circulaire d,d. 6 daartevoren N°. 455, bedoelt
Wissels en verhandelbare Effecten na het genoemd tijdstip ook aan
iic kantorenwelke van Aanhecht-Zegels voorzien zijn, nog voor
Zege! kunnen Worden geviseerd.
i°. Voor Sup/etieregtde stronken papier van het gèwoon Handel-
Zegel van vijftien Gulden voorzien, bestemd tot het schrijven van
binnenlandsche W ssels of verhandelbare Effecten, waarvan het Zegel-
regt meer dan vijftien Gulden bedraagt;
2°. Poor het geheel bedrag an 'iet Zegelrègt de van Buitenland
komende Wissels of verhandelbare Effecten, w atVan het reet mede
meer dan vijftien Gulden bedraagt.
Gelet op deszelfs openbare aankondigingen betreffende de voorschreve
invoering van het Aanhecht-Zegel van den 17 dezer, in de Atnster-
uhe, Haarlemsêhe en Alkmaarsc'ne Couranten geplaatst.
Brengt bij deze de bovenstaande circulaire ins.- ijk- ter kennisse
van alle die 'daarbij belanghebben, om te dienen tot nun narig't.
Haarlem 31 December 1828.
De Gouverneur voornoemd,
van TUYLL.
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ALKMAAR,
brengen bij deze ter kennisse van de houders der Obligatienten las
ten dezer Stad.
Dat de interessen verschenen tot en met den 3M December 1828
dagelijks ter Thesaurie worden betaaldwordende voorsz. houders der
Oblig-ti'en verzocht, door eene spoedige afhaling van hunne te goed
hebbende inrressende goede orde in de Stedelijke Administratie te
heipen bevorderen
Dat de Levefanciers worden uitgenoodicthunne rekeningen ten
spoedigste bij den Stads Architect te bezorgendaarzijdoor verzuim,
hieraan te voldoen, aan zich zeiven zullen te wijten hebben, wan-
Jteer zij niet met de overige worden voldaan.
Alkmaar den 3 Januarij 1829.
de S O NN A V I L L E
Ter Ordonnantie van Dezelven
De ÜIEU FONTEIN VERSCIiUIR.
f NATIONALE MILITIE
PUBLICATIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ALKMAAR
gezien hèt besluit van den Heer Gouverneur van Noord-Holland, de
dato 16 December 1828,, waarbij in art. 1. is bepaald, dat de werk
zaamheden der Nationale Militievoor den jare 1S2J, binnen de
Steden en Gemeenten deZer Provincie, eenen aanvang zullen nemen
met den eersten Januarij aanstaande
Roepen ter voldoening aan art. 60. der wet Van 8. Januarij 1817 N°.
1, omtfent de inrigting der Nationale Militie, bij deze op, alle Mans
personen hunne wettige woonplaatsof domicilie bimien deze Stad
en Jurisdictie hebbende, welke op den eesten Januarij 1829; hun
negentienden jaar Zijn ingetreden, en mitsdien alle Jongelingen, ge
boren in het jaar i8to, ten einde z ch ingevolge art. 50. der voorsz.
wetin het daartoe gereed gemaakte register tot de ligting voor de
Nationale Militie te doen inschrijven.
Dst ingevolge art. 6. van de wet van 27 April 18:0, alle Mans
personen, die hun verblijf binnen dit Rijk komen te vestigen en als
ingezetenen moeten worgen beschouwd, zich., voor zoo verre zij
nog i« de jaren der Militie valleninsgelijksvoor gemelde tijdstip
ter inschrijving moeten aangeven in dat Register waartoe zij volgeni
hun ouderdom behooren.
De In: Chrijvii-g zal beginnen met Woensdag den 7e Januarij 1829,
er. zal geheel en al, moeten zijn afgeioopen den 28* daaraanvolgende.
Tot dezelve zal worden gevaceerd in een der vertrekken op het
Raadhuis alhier den 7, 8, 14, 15, 21 22, 27 en 23 Januarij aa;>
staande, des namiddags van 4. tot des avonds 7 ure.
En ten einde voortekotnendat niemand in de termen der inschrijf
ving vallende, zich door onwetenheid aan pligtvérzunn schuldig make1,
hebben Burgemeester en Wethouders r.oodig geoordeeldde Ingeze-'
tenen te moeten herinneren aan de navolgende bij de wet gemaakte
bepalingen.
Dat, welke aanspraak op Vrijstelling, iemand zoude vermenen, cd
hebben wegens gebreken, of anderzins, dezelve, des niettegenstaaii-'
de gehouden is, zich te doen inschrijven, gelijk mede daar onder
begrepen zijn de gehuwden en afwezenden.
Dat Ouders, Voogden en Regenten, verpligt zijn, himne Kinderen
of Pupillen in Persoon, of door iemand daartoe door hun schriftelijk
gemagtigd te doen inschrijven, en daarin nalatig blijvende, zullen
zij vervallen in de boete daarop gesteld, en ingeval Van vol-ere kt on
vermogen, met gevangenis worden gestraft, onverminderd, dat zoo
danige Kinderen of pupillen, even als alle andere Jongelingen, wélke
zich aan de inschrijving hebben onttrokken, indien zij geéne reden
van Vrijstelling kunnen bijbrengenin eene boeteen bij onvermogen
tot gevangenis worden verwezen.
Dac de wettige woonplaats voor de inschrijvingwordt gehouden
voor hun die ongehuwd zijn, de woonplaats der O'-ders en bij over
lijden van beiden, die van den eerstgenoemde Voogd, voor de ge
huwden, de plaats, alwaar zij hun bestaan hebben, terwijl die gee no
welke geene OudersVoogd of eigen bestaan hebbenmoeten wor
dtin ingeschreven ter plaatsealwaar Zij zich bevinden.
Burgemeester en Wethouders voornoemd, vermanen alle de Inge
zetenen van deze Stad en Jurisdictie van dien, welke d.t aangaat,
om, zoo veel mogelijk is, in eigen persoon voorzien van een Doop
Extract, en eene Nota van de wijk en nummer der woonnlaacsdoelt
bij volstrekt noodige afwezigheid door een hunner Naastbestaandeil of
Voogd «naan deze hunne verpl-igting getrouwelijk eu naanwkeurig te
voldoenen daar door voortekomen dat zij niet als onwillige worden
aangezien en gestrafthet geen zeker van hunne eigene nalatigheid
het gevolg zoude zijn.
Aldus gearresteerd ter Kamer van Ilceren Burgemeester en Wet
houders der Stad Alkmaar, den 23e December 1828.
Df. S O N N A V I L I. E
Ter ordonnantie van dezelven
De DIEU FONTEIN VERSCIIUIR.
BINNENLANDSCHE BERIGTËN.
Ad"ijs van Jonkheer G. Fontein Versckuir van Hciloo,
uitgesproken in de Zitting van Vrijdag 12 December.
Edel Mogende Heeren
Ik heb mij verpligt geoordeeid, s/ooi en aleer de discusrien over
de omschrijving van het Noordelijk gedeelte van Holla- d in arrondis
sementen en kantons zulleh worden aangevangenonder het oog van
U Edel Mogenden te brengen:
Dat door het ontwerp van Wet j hetgeen aan uwe beraadslagingen
wordt onderworpen ten minste voor een groot gedeelteis voldaan
geworden aan de voorgestelde veranderingen \yelke de Afgevaardigden
van die provincie in uwe Vergadering allen gezamenlijk, (met uitzon
dering alien van één hunner, dewelke, zoo verre ik weet, aan ons
de redenen niet heeft doen kennen waarom Jiff tan zijne ambtgenóoten
verschilde_)hebben gemeend aan de nadere overweging van het Gou
vernement te moeten voordragen.
D«c alzoo de wenschen van mijne gecerde ambtgenóotenzoo wel
als de mijne, daar henen strekken, dat dit ontwerp van Wet mag wor
den aangenomen,-o'ómdat hetzelve veèl meer Overeenkomstig is met
het wezenlijk belang van onze provincieg dan de vorige verdeeling,
welke wij meenden niet te kunnen aannemen.
Het Gouvernement is groorendeels overtuigd geworden door de aan
merkingen welke wij in voordeel van onze justicabelen hebben gemaakt.
Hec is waar, wij hebben het behoud van een vierde ar-ondwemeot
niet kunnen verkrijgen', en de omschrijving der kantons heeft niet o-
veral volkomen voldaan aan de wenséhèn der belanghebbendenwen-
scljenwelke evetwel ook r.ie: overal boven alle tegenhedenkingen
konden \yonjen gezegd verheven te zijn en waardoor de belangens
van anderen, bij den gegeven staat van zaken, wederom op nieuw
zouden zijn gekwetst geworden.
In dezen opzigt hebben wij met dankbaarheid aangenomen de ver
zekering door den lieer Minister, vap wege het Gouvernement gege
ven, dat overal waar, ook na het aannemen dezer Wetblijken zal,
dat wezenlijke dwalingen hebben plaats gehaddie dwalingen niet on
herstelbaar zullen zijn.
Maar het Gouvernement heeft regt gedaan aan onze kennisse van
plaatselijke omstandigheden, bij de nieuwe verdeeling der kantons;
alleen het getal derzeive heeft niet kunnen worden vermeerderd.
Maar hetzelve heeft een derde arroddissement gevoegd bij de twee,
weike aan Noofd-Holland slechts waren toegestaan bij de Wet van 18
April 1827.
Dat ontwerp van Wet zoude van kracht zijn wanneer het tegen
woordige niet m'ogt worden aangenomen, en het Noordelijk gedeelte
ryéOON
li