ALKMAARSCHE
COURANT
i829 N" 57.
Van MAANDAG
^niuis
Leze Courant words geregeld eens in de weck en wel op Maandag voor de Prijs van 6 Centen uitgegeven.
NEDERLANDEN.
Brussel.
BESLUIT van den 3dm September 1829, houdende bepa
lingen nopens de bij dat van den stgsten September
1828 (staatsblad n°. 57), bevolenc algemeene volkstel
ling in den loop van 1829.
Wij WILLEM, bij de gratie GodsKoning der Nederlanden,
Prins van Oranje-NassauGroot-Hertog van Luxemburgenz.,
ENZ. ENZ.
Willende de noodige bepalingen maken nopens de uitvoering der
bij Ons besluit van den cpsten September 1828 staatsblad No. 57)
bevoléne aigemeene Volkstelling in den loop van het jaar 1829;
Op de Voordragt van Onzen Minister van Binnenlandsche zaken
Van den 25sten Junij 1829, n°, 52;
Den Raad van State gehoord
Hebben besloten en besluiten
Art. 1. De bedoelde telling of omschrijving zal, in alle steden en
gemsenten van het Rijk, worden aangevangen op den löden Novem
ber 1829, en vóór den 3 isteu December daaraanvolgende moeten af-
geloopen zijn.
2. De plaatselijke Besturen zullen, ten minste acht dagen te vo
ren, aan de huizen der ingezetenen, gedrukte biljetten, volgens een
bepaald modeldoen rondzenden welke de hoofden der huisgezinnen,
zoo mede de afzonderlijke inwonende personen, zullen verpligt zijn,
met verklaring van deugdelijkheid, naauwkeurig in te vullen.
3. Diegenen der ingezetenenwelke niet m staat zijnzelve de
bij art. 2 vermelde biljetten in te vullen, of geene gelegenheid ge
had hebben zulks door een geschikt persoon voor hen te doen ver-
rigten., zullen kunnen volstaan met de in voormelde biljetten gevraag
de inlichtingen op den dag der beschrijving mondeling te geveu aan
de met dat werk belaste personendie als dan de invulling in hunne
tegenwoordigheid Zullen verrigten.
Nadat de biljetten bij de ingezetenen züllen zijn opgehaaldzal aan
hendie ten deze eenige nalatigheid of onwii mögten hebben be-
reondals nog de tijd van acht dagen worden gelatenom aan het
plaatselijk Bestuur hunner woonplaats, de biljetten, behoorlijk inge
vuld te bezorgen of mondelinge opgaven te komen doen.
Bij voortdurende nalatigheid of weigering zullen zij worden gestraft,
overeenkomstig art. i der wet van den 6den Maart 1818 (staatsbladNo. 12)
tenzij door hen mogt kunnen worden bewezen dat zijdoor afwezig
heid of andere wettige oorzakenin de onmogelijkheid zijn geweest,
de gegeven voorschriften binnen den bepaalden tijd na te komen.
En is Onze Minister van Binnenlandsche zaken belast met de uit
voering van het tegenwoordig besluithetwelk in het staatsblad zal
worden geplaatst.
Gegeven te Laken, den jden September des jsars 1829, het zes
tiende Onzer regering.
(Geteekendj WILLEM.
Van wege den Koning,
GeteekendJ. G. de Mey van Streefkerk.
Uitgegeven den zevenden September 1829.
Be Secretaris van Staat
(1GeteekendJ. G. dè Mey van Streefkerk.
De GOUVERNEUR van NOORD-HOLLAND,
Gezien de missive van den heer Opper - jagermeester van Z. M.
Opper - houtvester voor de Noordelijke provinciën van 1 September
1829 N°. 2betrekkelijk de opening der groote Jagt.
Gelet op de deliberatien van heden van II. II. Gedeputeerde Staten.
Brengt bij deze ter kennisse van alle belanghebbenden
1°. Dat de groote lagt met 15 September aanstaande, wordt geopend
onder deze bepaling echter, dat niet za! mogen worden gejaagd
op gronden, waar de oogst nog niet is afgeloopen, alsmede op
boiuv- en weilanden, niet tot het gewone jagtveld behoorer.de,
zullende wijders de bedoelde publieke Jagtin het 2e jagtdistrikt
van Buiksloot, loopetide den Zeedijk langs over Monnikendam
en Edam tot Oosthuizen, den Westdijk terug tot Purmerend cn
voorts op alle gronden gelegen ten Noorden van het (J, door den
watervloed van 1825 overstroomd geworden, dit jaar gesloten
blijven.
2*. Dat de lange jagt, slechts driemaal 's weeks zal mogen worden
uitgeoefend en wel bepaaldelijk 's Maandags, Vrijdags en Zater
dags terwijl het getal hazen, dat met die jagt op eeneii dag
zal mogen gevangen worden, uiterlijk op vijf bepaald wordt.
Wordende de belanghebbenden voorts herinnerd dat de onderlinge
afstand der jagtpalen bij art. i<5 der wet van 11 Julij 1814 N°. 29,
staatsblad N°. 79, bedoeld, bepaald is, op vijfhonderd nederlandsche
Ellen.
Haarlem 7 September 1829.
De Gouverneur^ voornoemd,
Bij afwezen
Het Lid der Gedeputeerde Staten,
ii. S O L E I L.
Den T4 SEPTEMBER.
BUITENLANDSCHE BEIUGTEN.
T U 11 K IJ E.
Volgens de Allgemeine Zeitung is den 2den September bij het Rus
sisch gezantschap te München de stellige tijding ontvangendac de>
Generaal Dicbitsch den 2osten Augustus in Adr.anopel binuen gerukt is.
Hetzelfde dagblad deelt eene korten brief mededien de Russische
Gezant te Weenende Heer van Tatischeffvau den Generaal Die-
bitsch ontvangen zoude hebbenen waarin de Opperbevelhebber den
Gezant berigtdat de Russenden 2osten Augustusdes morgens
ten uegen urezonder slag of stootAdrianopel in bezit hebben ge
nomen, hebbende de Muzelmansche ingezeten dier stad zicu onder
de bescherming van het Russische leger gesteld.
Ook te Berlijn heeft men, volgens de Pruissische Staatscourant,
door middel van eenen renbode, handelsbrieven uit Weenen van 31
Augustus ontvangen, welke de tijding van het vermeesteren vau Adri
anopel door de Russen inhielden.
Het ligt nog te versch in het geheugenhoezeer men eenigen tijd
geleden is misleid geworden door het geruchtdat de Russen tot
Ivirk-Kilissia voortgerukt zijn, en aldaar een groot Turksch leger
zouden verslagen hebben, dan dat men niet eenige bedenking zoude
maken, 0111 de boven medegedeelde tijding geheel onvoorwaardelijk
als gegrond aan te nemén ofschoon voor derzelver waarschijnlijkheid
verschillende redenen pleiten.
Berigten uit Konstantinopel van io Augustus, welke de Oos-
tenrijksche Beobachter mededeelt, bewaren een diep stilzwijgen no
pens den loop der onderhandelingen tusschen de Porre en de vreem
de Gezantenen bevestigen geenszins wat dienaangaandeen wegens
de vredehevende gezindheid des Sultans sedert eenigen tijd in beng-
ten uit Konstantinopel is gezegd geworden. Al wat men nopens dit
punt in dezelve leest, is het volgende: Sedert men vernomen heeft,
dat de Porte eenige meerdere inschikkelijkheid jegens de voorsiageu
der Gezanten betoond schijnt tehebbenvoor zoo vee de bevrediging
van Griekenland betreftbegint men ook de hoop te" koesterendac
eene minnelijke vereffening der geschillen met llusiaud aan de r ra
pen des ooriogs een einde zal maken."
Voorts behelzen deze berigten de navolgende bijzonderheden.
Den 9den Augustus was de Vaan des Profeten in piegtigeti opcogt
van Therapia naar het leger te Ramis - Tschiftlik overgebraec, het
welk de Sultan in de maand Mei jl. Verlaten had. De Sultan \vas bij
dien optogc niet, gelijk vroeger de gewoonte was, te paard gezeten,
maar m een rijk versierden wagen, omgeven door zijne stratsdien»re.»
en omstreeks 2000 man krijgsvolk, die te Therapia Waren d
geweest. Toen de Sultan deze plaats verliet, werd hi' door de vb ot'
welke in de nabijheid van Therapia ten anker lag, begroet, en ook
de twee Engelsche vaartuigen, die zich daar bevonden, loste» te
zijner eere 21 schoten; voor welke beleefdheid de Sultan de Enuef-c
bevelhebbers door den Turkscheti Vlootvoogd in persoon deed be
danken.
Men had te Konstantinopel dé tijding ontvangen, dat A'idos, aiiö
de vestingen aan den zeeboezem van Burgas, en Jamboli, door de
Russen bezet warenen er was dien ten gevolge aan den Grootvi
zier bevel gezondenom de verdediging van Schumls aan Hussein-
Pacha (tot hiertoe bevelhebber van Rustschuck) op te dragen, en
het bestuur der krijgsverri tuigen in Ilümelie op zich te nemce.
Het opperbevel over de krijgsmagt. die bij Adrianopel verzameld
werd, was aan Hassan- Pacha van Smyrna opgedragen, die reeds,
met 4000 man, derwaarts in arlntogr was. Den iiden Augustus zou
de eene afdeeling van 6oco man, onder bevel van Orwzw-Pacha, naar
Kirk-Kilissia opbreken.
Er was den icden te Konstantinopel wederom een Sardinisck vaar
tuig uit Odessa aangekomen, hetwelk 40 Turken overbragt, die uit
de Russische krijgsgevangenschap ontslagen warennog zestig andere
werden er eerstdaags verwacht.
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
Dezer dagen is er van de zvde der kommissie, die door Zijne
Majesteit met de uitgave van onderscheidene handschriften betrekke
lijk de vaderlandsche geschiedenis, beiast is geworden, fcen berigt in
het licht verschenen, waaruit blijkt, dat door de leden dezer kom
missie onder anderen de volgende stukken openbaar gemaakt zullen
worden.
i°. Kronijk van Nikolaas de Klerkbekend onder den naam van
Rijmkronijk van Erabandin het Vlaamsch.
2°. Kronijk van Jan van Heeluzijnde eene beschrijving van den
veldslag van Woeringert in 1288; in het Vlaamsch.
3°. Geschiedenis van Brabanddoor Edmund Dinter, in het Latijn.
40. Staatkundige geschiedenis van Braband, door P. van der Hij-
den genaamd it Thijmoin het Latijn.
5°, Verhaal van de reis van Filips den Sshoonen naar Spanje, door
Anthonij Lalaingin het Fransch.