'jP
II
s
it
m
1
I
ALKMAARSGHE
C O U R A N Ti
mm
ft
I
iSüg. N°. 38.
33e GOUVERNEUR van NOORD -HOLLAND,
V
Vaa MAANDAG
Den 21 SEPTEMBER..
fï* ^ith-KO^
Dese Cburant wordt geregeld eens in de wek en wel op Maandagvoor de Prijs van 6 Centen uitgegeven.
Gezien de missive van den heer Opper - jagermeester van Z. M.
Opper - houtvester voor de Noordelijke provinciën van i September
1829 N°. 2, betrekkelijk de opening der groote Jagt.
Gelet op de deliberatien van heden van H. II. Gedeputeerde Staten.
Brengt bij deze ter kennisse van alle belanghebbenden
%o. Dat de groote Jagt met 15 September aanstaande, wordt geopend
onder deze bepaling echter, dat niet zal mogen worden gejaagd
op grondenwaar de oogst nog niet is afgeloopenalsmede op
bouw- en weilanden, niet tot het gewone jagtveld behoorende,
zullende wijders de bedoelde publieke Jagt, in het ae jagtdistrikt
van Buiksloot, loopende den Zeedijk langs over Monnikendam
en Edam tot Oosthuizenden Westdijk terug tot Pnrmerend en
voorts op alle gronden gelegen ten Noorden van het IJdoor den
watervloed van 1825 overstroomd geworden, dit jaar gesloten
blijven.
2®. Dat de lange jagt, slechts driemaal 's weeks zal mogen worden
uitgeoefend en wel bepaaldelijk 's Maandags, Vrijdags en Zatur-
dags, terwijl het getal hazen, dat met die jagt op eenen dag
zal mogen gevangen worden, uiterlijk op vijf bepaald wordt.
Wordende de -belanghebbenden voorts herinnerd dat de onderlinge
afstand der jagtpalen bij art. 16 der wet van n Julij 1814 N°. 29,
staatsblad N°. 79, bedoeld, bepaald is, op vijfhonderd nederlandsche
Ellea.
Haarlem 7 September 1829,
De Gouverneur] voornoemd
Bij afwezen
Het Lid der Gedeputeerde Staten,
C. S O L E I L
E UITEN LA NDSCHE BERIGTEN.
TURK IJ E.
Wog altijd heeft men geen breedvoerig verslag ontvangen nopens
de omstandigheden van het bezetten van Adrianopel door de Russen.
De Pruissische Staïtts-Cotirahc van i 1 September behelst dienaangaan
de nog slechts het navolgende korte artikel
Een ambtsberigl van den Graaf Diebitsch Sabalkanskijafgezonden
uit'het oude Serail te Adrianopel, den 21 Augustus houdt in, dat het
zegevierende Russische leger den Vorigen dag, des morgens ten 9 ure,
deze oude en beroemde stad bezet heeft. Ofschoon de bezetting van
Adrianopel, uit 10,000 man geregelde krijgsvolk bestaande, langs
verschillende wegen had kunnen terugtrekkenheeft dezelvebij de
nadering der Russen de w'apenen nedergelegden 54 kanonnen20
vaandels, 5 paardestaartenen hare geweren en krijgsbehoeften, aan
de overwinnaars overgeleverd. De Turksche krijgslieden hebben ver
lof ontvangen, on naar hunne woonplaatsen terug te keerenten ein
de zich daar met den landbouw bezig te houden. De talreike inge
zetenen der stad, zoowel Muzelmannen als Kristenen, kwamen het
Russische leger met het grootste vertrouwe te gemoet."
De Allgemeine Zeitung deelt een berigt van den Servische
grenzen mede, volgens hetwelk men uit Sosia vernomen had, dat
eene afdeeling van het Russische leger den weg vaii Adrianopel naar
Fery aan den zeeboezem van Etios ingeslagen had, om zich met de
Russische vloot in de Middellandsche zee in gemeenschap te stellen,
en zoo mogelijk de kasteden aan de Dardanelle te vermeesterenter
wijl het hoofdleger reeds op den weg naar Konstantinopel in aantogc
zoude zijn.
DeZ5 tijdingen hadden onder de Turken in Servie eene groote
verslagenheid verwekt maar daarentegen konden de Serviers en de
Grieken hunne vreugde daarover niet verbergen.
In hetzelfde berigt wordt ten slotte gemelddat de Generaal van
Rliiffiing weder uit Konstantinopel stond te vertrekkenen dat de
Nederlandsche GezantBaron van Zuijlen van Nijevclt reeds van
daar vertrokken was.
Een ander berigt van de grenzen van Moldavië houdt indat de
Graaf Pahlen door de Russische Regering belast was geworden met
liet voeren der onderhandelingen over den vrede; dat dezelve tot
<iat einde naar Konstantinopel vertrekken, en na het sluiten van den
vrede als Russisch Gezant aldaar verblijve zoude. De briefschrijver
geeft zijne tevredenheid over deze keuze te kennenen zegt dat de
zelve niet beter had kunnen uitvallendaar de Graaf met de handels
belangen der zuidelijke gewesten van Rusland grondig bekend is.
Wij meenden eeze berigten niet met stilzwijgen te moeten voorbij
gaan, omdat zij voorzeker ook door andere dagbladen zullen overge
nomen worden; ofschoon men reeds dikwerf ondervonden heeft, dat
de tijdingen, die de Allgemeine Zeitung van de grenzen van sommige
gewesten mededeelt, zich zeldzaam doof geloofwaardigheid onder
scheiden. De ongerijmdheid van de tijding aangaande Graaf Pahlen
vaje tiarenbovcn van zelve in hei oog.
In eene onlangs uitgegevene beschrijving van Konstantinopel, leest
men het navolgende tafereel van den toestand der vestingwerken
welke die stad aan de landzijde verdedigen.
De wallen bevinden zich aan deze zijde in den allerellendigsten
toestand; de gracht is op vele plaatsen geheet en al door puin ge
dempt. Achter deze gracht vindt men, met kleine tusschenruimcen
drie verschillende wallen, waarvan de laatste van torens voorzien is;
dezelve zijn echter alle drie reeds zoodanig vervallen, dat weinige
kogels zouden toereikend zijnom ze omver te werpen. Aan den
kant van Adrianopel zijn zij" ook reeds werkelijk ingestorten men
heeft in derzelver plaats een enkelen nieuwen muur gebouwd, die
evenwel zeer zwak is. Van dezen kant zoude Konstant.nopel geene
tien dagen kunnen verdedigd warden; daarbij komt nog, dat de pun
ten, van waar de stad van water voorzien wordt, buiten de wallen
liggen en de toevoer aan water dus al zeer spoedig kan afgesneden
worden; terwijl Konstantinopel zoo naauw ineen gebouwd is, dat
er voorzeker niet meer dan een dozijn bommen en brandpnlen in de
geheel uit houten huizen bestaande voorsteden behoeven geworpen te
wordenom de geheeie stad in den brand te stelten.
Aangaande den branddie den aösten Julij te Konstantinopel
gewoed heeft, en waarvan reeds vroeger is gewag gemaakt, geelt
de Courrier de Smyrne de navolgende bijzonderheden op
Het vuur barstte den 2Östenten 3 ure na den middag, in eene
kasêrne tusschen Pera en Galatauit, en door eenen heviger, noordewind
o-edrevenverspreidde de vlammen zich mee groote sn ei he id m dit
door Turken bewoonde kwartier. De Luitenant der Fraiische Iwrvet
Lamproije begaf zich met verscheiden andere Officieren, een ged.e.e
zijner manschappen en de scheepj-brandspuitnaar de planes van den
brand, om bijstand te verleenen. Reeds had men de vlammen aan de
zijde der poort van Gaiatn beteugeld, toen eensklaps de toren van
Galata vuur vatte. Dit ontzettende, door de Genuezen gestichte ge
bouw, eindigde van boven in eene kegelvormige spits, d.e uit noot
bestond en met lood bedekt was. Dc wind begon a heviger en he
viger op te steken binnen een half uur stond de geheeie spits cies
torens in volle vlamen verspreidde eenen vuur-regen over dc om
liggende huizen, zoodat het kwartier van Galatadar door Franken
bewoond wordt, in groot gevaar kwam. De Officieren en manschap
pen der Lamproije waren ook hier bij de hand, en bek ommen het
huis van den Franschen koopmanden Heer P. C. Arïauddat van
alle kanten bedreigd werddoor hunne onverschrokkene /ee-soldreen
ondersteund, die deels van bijlen voorzien waren, deels de slangen
der brandspuiten bestuurden, terwijl hunne makkers met onvermoeider!
■ijver voor toevoer van water zorgden, gelukte het hun, ondanks
den hevigeu wind, het vuur meester te worden, en dit kwartier te
reddenwaarin zich onder anderen het Fransche ziekenhuisen ete
kapel van den II. Georg bevinden. De Sardinische Gezant \D k-
graaf van GropaTlohad reeds bij liet begin van den brand he jonge
re tot zijn gezantschap behoorende personen, met zijne twee brand
spuiten naar het huis van Heer Arlaud gezonden. Deze iieeren be
wezen de grootste diensten, en bestuurden niec alleen de arbeidslie
den maar sloegen ook zelve de handen aan het werk. De daken
waren met ambtenaren der óverige gezantschappenmet kooplieden
en andere personen bedekt, die alle met elkander wedijverde
Tegen middernacht liep de wind naaf het oosten en dreef de
vlammen naar eene andere plaatsvan Waar zij zich weidia over ge
heel Galata driegden te zullen Verspreiden. De Luitenant der Lam
proije beklom wederom met zijne moedige manschappen de belde
huizen, die aan hec branden geraakt warenen sSn de Iieeren Vitale
en Lorando toebehoorden en ook ditmaal gelukte hec hun deze ge
bouwenen daardoor geheel Galatatc redde». Eerst ten 5 ure des
morgens, toen het gevaar voorbij was, en zij gedurende meer dan 12
uren met de grootste inspanning gewerkt hadden, keerden zij aan
boord van hunne korvet terug.
Deze brand, die dat geheeie gedeelte van Konstantinopel in de
asch scheen te zullen leggen heeft sleehts eenige honderd Turksche
huizen en pakhuizen verwoest. [Iet eroorste verlies heeft het handel
huis Niven Kerr Black en C°. geleden daar twee van deszelfs met
koopwaren opgevulde pakhuizen verbrand zijn het kantoor van die
firma werd slechts met groote moeite behouden."
Wij hebben gemeend, dit breedvoerig verslag te moeten overne..
men, als het beste bewijs voor de ongegrondheid der berigtenwaar
in gezegd werddat de geheeie brand te Pera een louter verzinsel
der dagbladschrijvers geweest was.
F R A N K R IJ K.
p
Het Journal du Commerce van den 11 den September heeft het ónc-
tot oprigting van een genootschap geplaatsthetwelk tot doe! moest
hebben, om eenen geregelden tegenstand aart de Regering tè bieden,
zoo deze eene verandering in het kiesregr raogt willen maken, of,
tegen den gd|st en letter der grondwet aan zonder medewerking
det wetgevende kamersbelastingen mogt willen heffen. De Ifit'e i
van dit genootschap moesten zich verbindenom in dat ceval do
Rijks-belastingen niet meer te betalen, en zonden de noodige geld-
1 sommen bijeen brengenom elkander tegen geregtelijke vervolgingen
^ce verzekeren. De bewoner# der vijf departementendie het voor ure-
1.1,
vr
t-, i
l
1