ALKMAAR SCHE
m
€?8Dh
COURANT,
if gewooa hi
1829. N°. 4$-
irLSUl Ji'i'JS
d TL yrJ
iHisiHiiiliiiiiliiliitsliililüitüBüiaiüiHniii
Den «5 0 C T O B E
NEDERLANDEN.
V*8 MAANDAG
/feV „-.- "K\
'-SJ f £rm 7BVC
\'G'
Deze Courant wordt geregeld eens in de week en wel op Maandagvoor de Prijs van 6 Centen uitgegeven.
I^e GEDEPUTEERDE STATEN van NOORD-HOLLAND,
Brengen ter kennisse van alle Fabrikantenvan Inhouds-matenen
verdere daarbij belanghebbendendat de modellen voor de blikken
oliematenen der gedraaide houten melkmatenvoor dezelven bij
de Arrondissements-IJkers te AmsterdamHaarlemAlkmaar en Hoorn
te bezigtigen zijn, en vermanen de Fabrikanten, om zich te beijve
tenvan deze maten tegen het tijdstip der invoering eene genoeg
zame hoeveelheid voorhanden te hebben.
Haarlem, den 8e October 1829.
De Gedeputeerde Staten voornoemd
Van T U Y L L.
Ter ordonnantie van dezelven
De Griffier der Staten van Holland
COPES van HASSELT.
STATEN van NOORD-HOLLAND,
alle de daarbij belanghebbendendat de
Vroedvrouwen als-
Alkmaar en Hoorn
zouden willen aan
De GEDEPUTEERDE
Brengen ter kennisse van
SCHOLEN ter aankweking van Heelmeesters en
mede van verdere Geneeskundigente Haar km,
voor alle die zich aan dezelve als Leerlingen
Belden geopend zijn dat de lesssn aanvangen
Te Haarlem, den ie April.
Alkmaar, den i® Augustus.
Hoorn, den 14' September.
Dat zij, die op eigen kosten wenschen onderwezen te worden,
zich derhalvenvóór die tijdenzullen behooren aan te geven en
die Vrouwelijke Leerlingen, die het onderwijs ten koste van derzel-
ver gemeente vei langen, eene maand vóór die tijden, en wel aan
het Hooid van het Plaatselijk Bestuur, bijwien alle zoodanige inlich
tingen te verkrijgen zijnals men ten deze zoude vermeenenbe-
noodigd te hebben.
Haarlem 15 October 1829.
De Gedeputeerde Staten voornoemd
Van T U Y L L.
Ter Ordonnantie van dezelven
De Griffier der Staten van Holland,
COPES van HASSELT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ALKMAAR
in derzelver Vergadering van den 8 September 1829, gearresteerd
hebbende een Reglement van Orde op dc twee groote Koemarkten,
welke binnen deze Stad in het voor- en najaar worden gehouden
en in dit jaar, wat de najaars - m'Hrkt aangaat invallende op Maandag-
den 2 November aanstaandebrengen hetzelve Reglement bij deze
ter kennisse van de daarbij belanghebbenden
REGLE MENT van Orde voor de twee Jaarlijksche Groote
Koemarkten binnen de Stad Alkmaar.
Art. t. De genen welke Vee ter markt brengen zullen te be
-ginuen van de Vlotbrug bij de Vrieschepoortgeregeld hun Vee
naast eikanderen aan de lijnen moeten plaatsen terwijl liet öp eene boe
te van Drie Guldens verboden is, om het zij in het midden der markt
of op eenige andere plaats hoe ook genaamd, behoudens de uitzonde
ringen in het volgende artikel bepaald Vee te mogen plaatsen.
Art. 2. De kooplieden of boeren het 2ij ingezetenen of buitenlie
den dewelke zullen kunnen aantoonen sedert meer dan tien jaren
eene vaste plaats op de Alkmaarsche koemarkteri te hebben gehad
zullen die plaatsen hun leven lang of zoo lang zij zuljen mogen ver
kiezen ktmnen behouden.
Art. 3. Hij die kennis geeft aan den Markmeesterdat hij met
een zeker bepaald getal Koeijen ter markt zal komen, zal de keuze
hebben van eene Standplaats, met uitzondering, van die plaatsen,
waarover reeds is gedisponeerd.
Art. 4. De openvakken welke döor het Verkódpen vin Koeijeh
gedurende dé marlutijd ontstaan, zullen zoo veel mogelijk door aan
komend Vee worden aangevuldterwijl het op eene boete van Vijf
tig Centen verboden is, in de looppaden met Vee te blijven staan of
daarmede aan de hatid te markten ztillende al het Vee behoorlijk
aan daartoe gespannen lijnen moeten worden vastgemaakt.
Art. 5. Er zal een Commissaris door Burgemeester eti Wethotl
ders worden benoemd welke de hand zal houden aan de uitvoering
dezer Orde, cn aan wien de uitspraak over alle geschillen de stand
plaatsen als anderzins betreffendeonder hooger beroep aan Heeren
Burgemeester en Wethouders is opgedragenhij zal daarvoor, voor
ieder Markt eene gratificatie genieten uit het fonds der marktgeldeu
waarvan de hoegrootheid door Burgemeester en Wethouders zal wor
den bepaald.
Gearresteerd bij Burgemeester en Wethouders der Stad
Alkmaar, den 8 September 1829.
(get.) FONTEIN VERSCHUIR,
Ter ordonnantie van dezelven,
I (get.) De D1EU FONTEIN VERSCHUIR.
Burgemeester en Wethouders vermanen een iegelijk welke het aan
gaat zich u.anr voorschreven Reglement stiptelijk te gedragenten
einde daardoor de heilzame bedoelingen ter handhaving van goede
Orde op de Markten te helpen bevorderen.
Aldus -gedaan ter Kamer van Burgemeester en Wethouders
der Stad Alkmaar, op heden den 13 October 1829.
Burgemeester en IVethouders voornoemd
FONTEIN VERSCHUIR,
Ter ordonnantie van dezelven
De Dl EU FONTEIN VERSCHUIR.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der STAD ALKMAAR
brengen hiermede ter kennisse hunner ingezetenen
Dat door H. E. A. eene lijst is opgemaakt van alle de bewijzen
van eigendom van Graven dewelke door de eigenaars derzelven voor
eenige tijd ter Stads Secretarie zijn ingeleverd geworden.
Dat deze lijst gedurende den tijd van acht dagen, te beginnen met
Maandag den 2Óe October op voornoemde Secretarie, voor een ieder
ter visie zal worden gelegden
Dat alzoo de belanghebbenden worden uitgenoodigd, gedurende dien
tijd zich te komen overtuigen, dat zij zich in der daad op dezelve
bevinden en hun bewijs van eigendom behoorlijk is ingeleverd.
Alkmaar, den 13s October 1829.
Burgemeester en IVethouders voornoemd
De Staatsraad Burgemeester
FONTEIN VERSCHUIR,
Ter Ordonnantie van Dezelven,
De DIEU FONTEIN VERSCHUIR.
De naastbestaande of kennisse, van de personen van G. F. C.
BRENDER a BRANDIS, gediend hebbende als Luitenant van den®
klasse bij het 154 Regement en WALTZER, gewezene bediende
op het oorlogschip de Prinsbeiden binnen de Stad Alkmaar geborea,
worden verzocht, zich tot het geven van eenige elucidatien omtrent
gemelde personen, aan de Plaatselijke Secretarie der Stad Alkmaar, te
vervoegen.
'sGravenhage, den \<)den October
STATEN-GENERAAL.
Vcrecnigde Zitting.
De gewone zittingen van de Staten - Generaalingevolge de bepa-i
ling der Grondwet, op heden moetende geopend worden, zijn de
ipdfl» vi-r bcidp Kamers tea 12 ure in de gewone Vergaderzaal bij
eengekomen.
De Graaf de Thiehnes de Lombize opende deze zitting, met ter
kennisse der Vergadering te brengen, een besluit des Konings, waar
bij hij benoemd wordt tot Voorzitter der Eerste Kamer gedurende
de zitting van 18291830.
Vervolgens werd eene Kommissie van veertien leden uit de beide
Kamers benoemdom Z. M. den Koning van wege Hun Ed. Mo°-.
aan den ingang van het gebouw te ontvangenin de Vergaderzaal
binnen te leiden en daarna weder uitgeleide te doen.
's Konings Ministers en de leden van den Raad'van State zich
tegen één ure in de Vergadering begeven hebbende, werd Zijne
Majesteit, verzeld van Z. K. H. den Prins van Oranje, benevens
Hoogstdeszelfs gevolg, in de zaal binnengeleid.
Zijne Majesteit deedop den troon gezeten de volgende aan.
spraak
Edel Mogende Heeren t
Met genoegen zie Ik Mij wederom omringd door de Vertegen
woordigers van het Nederlandsehe volk, hetwelk Mij, in de onder
scheidene gewesten die Ik sedert Uwe laatste Vergadering bezochc
heb,, de ondubbelzinnigste blijken van verknochtheid gegeven en bij
hernieuwing overtuigt heeft'dat de Natie Mij die gevoelëns van lief
de en Vertrouwen toedraagt, waarop mijn hart den hoogsten prijs
stelten waarop mijne aanhoudende zorgen voor haar geluk aanspraak
geven.
Die zorge zijndoor den Goddelijken zegen rijkelijk beloond ge
worden. Gedurende de laatste jaren was de toestand van een grooc
gedeelte van het Rijk niet door Mij in oogenschotuv genomen 5 on
langs mogt Ik getuige zijn van den merkbaren vooruitgang van de
meeste takken van nijverheid en van de daaruit voortgevloe de wel
vaart Ik heb alzoo de zekerheid verkregen dat de genomeue maat
regelen tot het doen vloeijen van alle bronnen van volksbestaan
goede vruchten dragen. Deze Uitkomst doet Mij de hoop voeden
datbij het voortdurend genot van den vredeNeórlands bloei en het
welzijn vmi deszelfs ingezetenen meer en meer zullen toenemen.
Sedert Uwe laatste Zitting is door Mij eene overeenkomst aange
gaanwelke Mij blijde vooruitzigte aanbiedt ery waarop ik Mij mee
de goedkeuring van U Edel Mogenden vleiie. Zij betreft bet voor
genomen huwelijk van mijne beminde Dochter met den Prins Albert,
jongsten Zoon van den Koning van Pruissen. Jk mag, met allen
grondvan die verbintenis de bevestiging verwachtenzoo wel van
het geluk mijner eenige Dochterals van de naauwe en veelvuldige
betrekkingen, welke, sedert onheugelijke tijden, de beide Huizen
aar, elkander verbinden.
Het is Mij aangenaam aan U Ede! Mogendenbij het openen de
zer Vergadering de verzekering te kunnen geven dat Nederlandbij
voortduring; door banden van vrede, vriendschap en goede verstand
houding, met alle Mogendheden vereenigd is.
Er is gegronde hoop, dat de maarregelen van het Bestuur in onze
Oost-Indische Bezittingende aldaar bestaande onlusten tot een ge
lukkig ejnde zullen brengen, In het Moederland zijn al de vereisch-
te middelen aangewend, om die maatregeleu te ondersteunen, en aan