ALKMAARSCIIE Burgemeester en wethouders der stad alkmaar, Van MAANDAG Brengen ter kennisse van de goede Burgerij en Ingezetenen Dat de Leden bcboorende tot de Directie der Uitdccling van War sie Spijzen enz., gedurende het thans Foopende winter - saizoen, de zer dagen op-nieuws zulen rondgaan ten einde door eene nadere en suppletoirs inschrijving en deelneming, het Fonds van deze Directie in staat te stellen om de kosten goed te maken, welke, tot Continu atie van deze zoo heilzame maatregel in dit buitengewoon saizoen nog verder zullen noodig zijn. Burgemeester en Wethouders twijfelen geen oogenblik of alle de goede ingezetenen wier vermogen dit maar denigzins toelaat, zulien gewillig en blijmoedig ieder het hunne bijdragen om op deze wijze mede te werken tot hulp en ondersteuning van hunne behoeftige me de burgeren, en zij zullen daartoe nog meerder worden aangemoe digd, wanneer zij aan da eene zijde het oogslaan op de zoo buiten gewone en gestrenge zoowel als langdurige koude van dezen winter cn aan den" anderen kant in aanmerking nemendat men tot dus verre de zaken met de gewone middelen heeft gaande gehouden zonder van de ingezetenen even gelijk dit meest overal elders heeft plaats gehad, tot nog toe, eenige bijzondere bijdragen te vragen ten einde in den nood der behoeftigenwaarvan het getal binnen deze Stad in eene zoo grootc maat dagelijks schijnt toe te nemengedu rende dit gestreng wituer-saizoen te voorzien. Burgemeester en Wethouders maken met vertrouwen staat op de goede en mensclilievende gezindheid hunner mede burgeren waarvan zij met dankbaarheid de dagelijksche ondervinding erkennen. Alkmaar 26 Januarij 1830. Burgemeester en Wethouders voornoemd De Staatsraad Burgemeester FONTEIN VERSCHUIR, Ter Ordonnantie van Dezelven, De DIEU FONTEIN VERSCHUIR. BUITENLANDSCUE BERIGTEN. BRAZILIË. In de Allgemeine leitung wordt een brief medegedeelddoor een der geleiders van de jonge Keizerin van Brazilië (Prinses van Leuch- tenbeig~) korc na derzelver aankomst te Rio - Janeiro geschreven en waaruit wij het volgende overnemen Den 3osten Augustus hadden wijter reede van Portsmouth het anker gelige. Wij stevenden langs de Spaansche en Portugesche kust zoodat wij ons den pden September op de hoogte van Lissabon be vonden, op een afstand van 50 of 60 zeemijlen van de hoofdstad der Koningin, die ons schip naar de kust van Brazilië terugvoerde, lot den itiden September hadden wij een zeer gunstigen wind, en eene voorspoedige reisdie door het schoonste weder begunstigd werd. Doch toen liep de wind om, en op een hevig onweer, dat den eisten plaats hadvolgden acht treurige regenachtigen dagen. Den aden Oc tober kwamen wij onder de evennachtslijnen den volgenden dag werd besloten dat de Ridder Oliveira met de korvet Maria Isabelle ons smaldeel vooruitzeilen en het berigt van onze aanstaande komst naar/Rio brengen zouden. Den 4den Octoher verliet hij onsde Kei zerin met 21 schoten begroetende, en snelde met volle zeilen uit ons gezigtechter kwam hij slechts 36 uren voor ons aan. Toen wij den ijden October des morgens op het dek kwamen, zagen wij den boschachtige bergketen van her voorgebergte Frio uit zee opdoemen, hetwelk zich van den ingang der baai van Rio zeer ver in zee uitstrekten door het scheepsvolk altijd met vreugde gejuich begroet wordt. Van dit voorgebergte moe: men ons ontwaard en door middel van den aldaar opgerigten seinpaal onze op handen zijnde aankomst naar Rio berigt hebben. Den iöden des morgens ontwikkelde zich langzamerhand voor onze oogen de heerlijke berg keten, die zich langs de kust verheft en den achtergrond vormt van het betooverend tafereeldat zich voor den uit zee komenden hier opdoet. De diepe inhammen, de groene eilanden, die van alle kan ten uit zee opstijgende witte zeilen der vaartuigende granietrot sen, die de natuur met al hare pracht opgetooid heeft, de kost met liare bekoorlijke huizen, en eindelijk de nieuwe Keizerstad zelve, achter een bosch van masten te voorschijn komenddit alles maakt een geheel uit, dat niet te beschrijven is. Weldra verscheen er een Engelsch fregat, en kort daarop een Franschde eerste schepen, die ons met 21 schoten in Brazilië ver welkomden. In de verte verkondigde de donder des geschuts liet vertrek des Keizers uit Rio; wiens stoomboot wij ook weldra aan de opstijgende rookzuil en aan de Keizerlijke vlag herkenden. Op ons schip ontstond eene groote bewegingeen ieder snelde naar beneden om zich te kieedetien den Keizer behoorlijk te kunnen ontvangen. De Keizerin, zeer eenvoudig gekleed, verwachtte met Donna Maria en den Hertog van Leuchtenbergharen gemaal op het dek. Om streeks den middag was. de Keizer bij het fregat aangekomenhet- we;k zoo ais een Braziliesch dagblad zich uitdruktedatgene droeg, war hem naast zijn volk, het dierbaarste is: zijne gemalin en zijne dochter. Toen de Keizer, die met vier zijner geleiders ia uniform verscheen, op het dek trad, voerde de markies de Barbacena hem zijne jonge gemalin te geracet. Nadai de Keizer dezelve 01 en verwelkomd had, wendde hij zich tot Donna Maria, zijne doe er, die hij met onbeschrijfelijke teederheid aan zijn hsri drukte en 1*0. gen tijd weenend omhelsd hield. Vervolgens ombeisde hfj 00e Ba ba- cetiaden getrouwen en standvastigen leidsman van dien konmklviten spruit, en bleef, v&n aandoening overstelpt, lang aan zijnen hals. ha»-' "•en De Keizer kwam ons allen veel schooner voor, dan alle de af beeldingen, die wij in Europa van hem gezien hadden. Ui is tien groot, maar zeer welgemaakt, met vurige sprekends trekkei.zw-.trc sterk gekruld haar, groote levendige oogen. zeer zwaren bakkebaard en knevels, en eene krijgshaftige houding. Daar de wind was gaan liggen natn de Keizerlijke stoomboot hec fregat Imperatriz op sleeptouwen zoo bereikten wij weldra oen ingang der baai. Op hetzelfde oogenblik donderde ons de welkomst groet te gemoet van de zeven forten en batterijen der haver:en van de daar ten anker liggende oorlogschepen. Twee of dr.e honderd schepen van allerlei volken lieten 111 de ruime haver, hunne vlaggen waaijen; op het dek derzelve bevond z,ch eene tallooze menigte, en van alle kanten klonk ons muzijk te gemoet; zeiis vau de hoogste topper, der masten zagen nieuwsgierige matrozen op het geweme, naar beneden; tallooze vaartuigen, met bloemen en linten versierd, zweet- den om het fregat heen, door zwarten en kleurlingen geroeid, die elkander verdrongen, om hunne nieuwe meesters te zien. 1 oen achtergrond vertoonde zich de heerlijke stad zelve, door de b.aanwe zee bespoeld111 het helderste zonlicht schitterendemet hare witte huizen, kloosters, kerken en torens, omgeven door eenen krans van welige palmwouden. Ons fregat liet tusschen een Engelsch oorlogschip in het Bmni- aansche linieschip Don Pedro het anker vallen. De jonge w. Nu prins van Brazilië en zijne beide zusters kwamen hunne n.euwe moe der en hunne teruggekeerde zuster negroeten. Op dezen oigdem de Ministers, en vele aanzienlijke Braziliers, alsmeoe ue BeveiaeobciS der Engelsche en Frausche zeemagc in die wateren. /ervoigens werd op het fregat de Keizerlijke tafel gehouden, terwij; honderoe vaartuigen eenen engen kring om het schip siotcn, en-het ke.zerliik paar met gejuich ontvingen, toen het, 11a den maaitijd, op et dek kwam, hetwelk hetzelve cot des avonds laat niet verliet. Zoodra het donker werd, werden de stad, de geheeie omstreek der haven, de forten en bijna alle de schepen en vaartuigen verlicht hetwelk een heerljjk tafereel opleverde. Eerst laat keerde Don Pedro met zijne kinderen naar Rio terug. Des waclus werd het weder zeer regenachtig; doch siesnieaegenslaan de, begeerde de Keizerin den volgenden morgen aan land te gaan, hetwelk dan ook op den middag, toen de regen een weinig ph e d met veel plegtigheid plaats had. Aan het tuighuis betrad de Keizer in, aan de hand van haren gemaal, en door een schitterenden stoet omgeven, den bodem van haar nieuwe vaderland. Alle straten, door welke de stoet kwam, waren op het prachtigste 'verzierd. De Kei. zerin zat in een wagen met acht witte paarden in een tweede be vonden zich Don Pedro, Donna Maria en de Hertog van Leuchten berg aclu wagenseik met zes mudezels bespannen volgden met het BraziliaanschePortugesche 'en Leuchtei bergsche gevolg. Ds gekeele bevolking van Rio w»s op de beenen verdrong zielf voor al bij de talrijke eerepoorten. Aan eene derzelve was eene levendi ge Ceres en Flora geplaatst, die bloemen en vruchien over den stoet uitstrooiden. Zoo kwamen wij aan de rijk versierde kapelwaarin de aanzienlijkste Braziliers en vreemdelingen vcrcenigd waren. Terwijl hier de verhevene trouw-plegtigheid plaats had, en de hand der doch ter van Prins Eugenius in die van den eenigen Vorst gelegd werd, welken Amerika kent, werden buiten de kerkdeuren, door het ver- heugde volk allerlei soorten van vuurwerk afgestoken. Van dien dag af volgden feesten en vermakelijkheden van allerlei aard op elkander,, en nog grootere feesten, waartoe wegens onze nog onverwachte komst niet alles voorbereid was, zullen over acht dagen eenen aanvang nemen. Overar waar de Keizerin verschijnt, vooral wanneer het volk haar te paard aan de zijde des Keizers ziet, om ringt het haar met vreugdegejuichen een ieder voorspelt aan Brazi lië de schoonste dagenwanneer men met de mannelijke kracht van Don Pedro, de schoonheidzachtzinnigheid en goedheid der Kei zerin vereenigd ziet." EGYPTE. Uit Kopenhagèn wordtonder dagteekening van den pden Janua. rij, gemeld dat de Soi.d sedert Jvefscheidene dagen geheel toe- gevroren isen dat er dagelijks een aantal menscben en sleden uit Landskroon en Malmoëin Zweden in de hoofdstad van De nemarken aankwamen. Zelfs voor Helsingeur, waar de Sond nog veel sterker stroom heeft, dan voor Kopenhagen is_ her ijs vast genoeg, om menschen te dragen. Den aden Jannarij alleen wa ren er meer dan 1000 Zweden over het ijs te Helsingeur aange komen en nagenoeg een gelijk aantal Denen van daar naar Hel- singborg den zee-arm overgestoken. Terwijl de winter zich dus in het Noorden met kracht doet ge voelen, ontvangt men ook bij voortduring uit verschillende stre ken van het Zuidelijk Europa het berigt, da: mea zich naauw. Deze Courant wordt geregeld eens in de week en wel of Maandag voor de Prijs van 6 Centen uitgegeven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1830 | | pagina 1