ALKMAARSCHE i83o. N° 8. Van MAANDAG Deze Courant wordt geregeld eens in de week en wel op Maandag voor de Prijs van 6 C en een uitgegeven. Ï'^E GOUVERNEUR van NOORD- HOLLAND, Brengt bij deze ter kennisse van een iegelijk, dik zulks zoude mo gen aangaandat alle reclamationora ontheiiing in de grondlasten over deze loopenden jare 1830, moeten worden ingediend, binnen den bij de wet bepaalden termijn van drie maanden na het executoir verklaren van de kohieren; van welke executoir verklaring de datum door de ontvangers der directe belastingen, in de aanslag-billetten zal worden opgegevenen waarnaar de belastingschuldigen zich der. halve zullen kunnen rigtenzullende na het verloopen van dien ter mijn geene rcclamatien tegen de voormelde belasting over dezen jare worden aangenomenmet uitzondering alleen van diewegens perce len gedurende het loopend jaar onbewoond geweest, als welke niet dan 11a expiratie van het jaar waar over gereclameerd wordt, en alzoo van 1 Januari] 1831 tot uiterlijk vóór of op den 1 April van dat jaar, zullen moeten worden ingediend. En herinnert bij deze herhaaldelijk een eigelijkdat deze reclama- tiea op behoorlijk zegel geschreven, voorzien van een bewijs, dat de verschenen termijnen zijn betaald, en met alle verdere benoodigde extracten en documentendoor de belanghebbenden aan den contro leur der directe belastingenin wiens divisie van contröle de belas tingschuldige beschreven is, tegen recu moeten worden ingeleverd, ten einde door deuzclven volgens de wetten geïnstrueerd, en daarna door den provincialen inspecteur ter decisie van Gedeputeerde Staten rail Noord-Hoiland te worden toegezonden* En enidelijkdat alle reclamatien tegen meergemelde belasting welke 11a de bepaalde tentlijnen', zullen worden ingezonden, of die binnen die termijnen ingediend, niet van de vereischte bescheiden voorzienol'.ook aan eenen anderen autoriteic dan aar. den controleur der directe belastingen ingeleverd zijnten koste van de reclamanten aan huu zullen worden teruggezonden. En op dac niemand hiervan eenige onwetendheid zoude kunnen voorwendenzal deze alomme in Noordholiand worden gepubliceerd en geaffigeer'dalwaar Zulks te doen gebruikelijk is. En- zal wijders afschrift dezes worden gezonden aan de arrondisse- meucs-inspecteuren te Amsterdam Haarlem, Alkmaar en Hoorn, met bijvoeging vaii het noodig aantal exemplarenter ronddeeling aan de onder heil ressorterende controleurs der directe belastingen toe hun ne informatie en narigcalsmede aan den hool'd-iuspecteur dezer pro vincie tot informatie. Zullende dezelve eindelijk in het provinciaal blad en in de Amster- datnschc, Haariemsche en Alkfflaarsche Couranten worden geïnsereerd. Ilaatlem, den 10 Februari] 1830. De Gouverneur voornoemd. Van T U Y L L. In de Nonficate van Burgemeester dn Wethouders dezer Stad van den 9 Februarij 1830, geplaatst in ons Vorige nummer staat abusivelijk het navolgende Dat met opzigt tot het Buitenlandsch gediste.eerd m de p.sats van de woorden 17 opcenten op de Rijks Accijns in de plaats van 90 opcenten, behoord te worden gelezen: 17 opcenten op de Rijks Accijns en opcenten in de plaats van 90 opcenten. Moet z ij n als volgt: Dat met opzigt tot het Binnenlandsch gedisteleerd het Buitenlandsch gedisteleerd 'en de wijnen in de plaats van de woorden opeenten op de Rijks Accijns in de plaats van 90 opcentenbehoord te worden gelezen Opcenten op de Rijks Accijns en Opcenten in de plaats van 90 op centen. NOTIFICATIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der STAD ALKMAAR, Ontwaar geworden zijnde dat in de Publicatie van den 29 Decern ber 1829, waarbij de Stedelijke belastitigen ovër het loopende Jaar provisioneel zijn in werking gebragteene dwalinghet zij dan bij drukfout of anders is ingeslopen. Hebben ncicdig geoordeeldaan de goede Burgerij en Ingezetenen te kennen te geven, gelijk zij doen bij deze Dat met opzicht tot het Binnenlandsch gedisteleerd, het Buiten landsch gedisteleerd en de Wijnenin de plaats van de woorden Opcenten op de Rijks Accijns, in de plaats van 90 opcenten behoord te worden gelezen Opcenten op de Rijks accijns en opcenten, in de plaats van 90 opcenten. en is hiervan kenr.isse gegeven aan den Heer Ontvanger der Stedelijke middelen welke dit aangaat, ten einde daaraan de noodige executie te geven. Alkmaar den 9 Februari] 1830. Burgemeester en Wethouders voornoemd De Staatsraad Burgemeester FONTEIN VEIl SC HU IR, Ter ordonnantie van dezelven De D1EU FONTEIN VEllSCIIüIR. NATIONALE MILITIE. KENNISGEVING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der STAD ALKMAAR» brengen bij deze ter kennis van alle de Ingezetenen dezer Stad en Jurisdictieen voorts van die geenenwelke daarbij eenigzms belang mogten hebben Datter voldoening aan Arm 74 der Wet op de Nationale Militie van den 8 Januarij 1817 NL xde Aiphabetische Naamlijst der Per sonen, welke zich ingevolge gezegde Wet in het 3C Ressort Provin cie Noord-IIoilaad gemeente Alkmaarvoor de lifting van het jaar 1830 hebben doen inschrijven, ter visie van de belanghebbenden zal liggen op het Raadhuis, alhier, van Maandag den i5dci> Februarij tot Dingsdag den 238ten Februarij 1830 ingesloten (de Zondag al ten tiic- gezonderd) des morgens van tien tot des namiddags twee ure, ten einde een ieder van hun in staat zoude zijn, om, ingeval hun op die Lijst eenige Personen of omstandigheden mogten voorkomenene op dezelve nog zoude behooren te worden aangeteekendof daar van moeten worden weggelaten daar van overeenkomstig art. 76 der voorsz. Wet aan den Heer Militie-Commissaris kennis te kunnen geven En dat de loting der Ingeschrevenen tot de ligting der Nationale Militie voor dit loopende jaar 1830, ten gevolge der Publicatie van den Heer Gouverneur van Noord - Holland van den 30"=" Januarij 1830; zal plaats hebben op het Raadhuis alhier op Dingsdag den 2^» Maart 1830, des morgens ten 9 ure, en dat mitsdien een ieder, welke onder de voormelde inschrijving behoort, in persoon op gezegde plaats, dag en uurzich zal moeten bevinden. Burgemeester en Wethouders voornoemd vermanen een iegelijk, .welke dit aangaat, om zorg te dragen, dat de bewijzen ter bekom.ng van vrijstelling ingevolge Art. 77 der voorsz. Wet, vóór of uiterlijk op den ioden Maart daaraanvolgende ter Secretarie dezer Stad worden ingeleverd; daar zij, die zulks verzuimd mogten hebben, zich zelve te wijten zullen hebben de nadeelige gevolgen, die daaruit voor hun zouden kunnen ontstaan. Alkmaar, den 12 Februarij 1830. Burgemeester en Wethouders voornoemd De Staatsraad Burgemeester, FONTEIN VERSCI1UIR, Ter Ordonnantie van Dezelven, De DIEU FONTEIN VERÜCllUIR. BINNENt ANDSCHE BERIGTEN. Bij voortduring ontvangt öien uit verschillende oorden der Rijks berigten wegens de uitwerkselen van den buitengewoon gestrengen winter van dit jaar, waaronder de volgende ons toeschijnen het be langrijkst te zijn. In het Nieuwe Diep heeft het ijs den 5 en 6den Februarij onbe wegelijk vast gezeten; iets, waarvan men zich geen voorbeeld wist te herinneren. Men reed des tijds met paard en slede over de Zui derzee en sommige lieden waren onder anderen op die wijze van hec eiland Urk naar Enkhuizen gekomen. Voor Harlingen bevonden zich den 7den Fébruarij een aantal want delaars en schaatsenrijders op het ijs der Zuiderzee. Den vorigen dag waren 7 personen van het eiland Terschelling aldaar aangekomen, en ofschoon zij eene ijsboot met zich voerden, hadden zij hunne reis volbragt, zonder daarvan gebruik te maken. De Invaart van de haven van Ostende was den 3den Februarij nog geheel vrijdoch in den loop van den volgenden nacht had de Oostenwind, gepaard met eene vinnige jtoude, zoo vele us- schotsen aangevoerddat de zeeden 4den Februarijzoo ver hec oog reiken kondaarmede bedekten de scheepvaart Jus geheel gestremd was. De oudste zeelieden verklaarden eenstemmig, nim mer iets dergelijks gezien te hebben. In 1788 was alleen het bin nenste gedeelte der haven toegevroren. In Januarij 1795 was zij hier en daar met ijssehotsen vervulddoch was daarom de zeevaart niet gestremt. In 18.03 werd de ingang der haven van Ostende wel gedurende twee etmalen door het opeengedreven ijs gestopt maar ook toen vertoonde de geheele kust zulk eene ontzaggelijke verza ling van op elkander geschovene ijsklompen niet, als thans het geval is geweest. Op den middag van den 5den Februarij heeft zic'h het ijs voor Ostende in beweging gezet en van het strand verwij» derd doch ook tóen durfde de Engélsche stoomboot de haven nog niet binnenloopen. Éérst den 8sten dezer maand schijnt de vaart in en uit de haven even vrij geweest te zijn als te voren. De buitenlandsche dagbladen behelzen berigten van soortgelijken aard. Den 2den Februarij was de Rhiju voor Breisachin het Groot - Hertogdom Baden geheel toegevroren iets het geen se dert den strengen winter van 1788 op. 1^80 niet ineer had plaats gehad. Zelfs was den 4den en 5den dezer maand het grootste ge- gedeelte van de 3odenzee met ijs bedektzoo dat honderde lieden uit Konstanz en den omtrek over het ijs naar het tegenoverliggend Badensche gebied gingen. Ook de Taag was in de eerste dagen van Januarij geheel toegevroren. Da koude was destijds in Spanje zoo fe!dat in de dalen van Roncal en Tudela verscheidene her ders en te lapena d'Orduna 14 ezeldrijvers en 36 muildieren daar door waren omgekomen. Door beslooten water, geen Scheepvaart door het Noord-Hol- landsch Kanaal.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1830 | | pagina 1