ALKMAAR SCIIE
i«3i. Na.j3.
PUBLICATIE.
Va n MAANDAG
Deze Courant wordt geregeld eens in de week cn wel
J~\ GEDEPUTEERDE STATEN van NOORD - HOLLAND
Gelezen eene miss-ve van den heer Opper-Jagennccster van AL.
Opper Houtvester voor de Noordelijke, provinciënvan den ioe de
zer, N°. 28betrekkelijk de sluiting der Visscherij.
Gelet op de deliberat.en van heeren Gedeputeerde Staten van den
34 Febtuarij II.
Brengt bij deze ter kennisse van alle de daarbij belanghebbenden
dat, ter conservatie van de Visscherij, dezelve za' gesloten zijn van
den ie April aanstaande tot en mee den laatsten Mei daaraanvolgende
met uitzondering van aile zulke Visscheriienhc: zij langs de stran
den het zij in de rivieren of binnenwaterenals bij vroeger niet
geabrogeerdè placaten mogten zijn vrijgestelden spec aal van de
visscherij "an Steur,,Elf. en andere Vroonviseh in de bu.tenriviereu,
aismede van Aai en Pabng in de rivieren en binnenwateren terwijl
ter vermijding van misbruiken ten aanzien van laatstgemelde Vissche-
rijen, voor zoo veel de vliet-n wateringen en slpoten aangaat, daar
toe alleen van Aal korven gebruik zal mogen worden geinaakc; wor
dende aan de belangtiebbenden wijders herinnerd, de bij Z. Mi besluit
van den 23 Mei 1824, (staatsblad n°. 34), gemaakte bepalingen,
waarbij het vFschen met den hengel in den gesloten v.scntijd in alle
waceren hoe ook genaamdwordt verboden.
En teil einde niemand een,ge oinvetenheid hiervan zoude kunnen
voorwenden, zal deze alomme worden gepubliceeid en geaffigeerd
filwaar zulks in deze provincie te doen gebruikelijk is.
Haarlemden ioe Maart 1831.
De Gowverneur voornoemd
Van T U IJ L L.
KENNIS G E K l N G.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der STAD ALKMAAR,
Gezien de dispositie van den lieer Gouverneur van Noord-Holland
van den 8sten Maart 1831, houdende voorschriften, betrekkelijk e.e
Verwisseling der Rccepiisengesproten uit de Rijks geidieeuuig van
£0 November '.830.
~Noodigen mits dezen uit, en roepen op alle de houders van nog
enge viseerde Recepten, spruitende uit gemelde Rijks leening, om
in^hun belang gezegde Recep.sseu als nog, en dadelijk met de mees
ten spoed aan het volstrekt vereischte Visa te onderwerpen, waartoe
ten huize van den liter Wethouder de Sonnaville dagelijks des voor-
middags tusschen Elf en Twaalf uren, gelegenheid zal worden ge ge
ven"ten einde de schade welke bij verzuim daarvan zoude ontstaan
te voorkomen.
Alkmaar, den 194 Maart 1831.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
FONTEIN VERSC H U 111,
Ter Ordonnantie van Deze/ven
bij absentie van den Secretaris,
S. C. S. HOLLAND,
BURGEMEESTER en WETHOUDERS ökR Stad ALKMAAR,
Ilebben noodig geoordeeld
De Burgerij en ingezetenen van deze Stad, en wel inzonderheid
de zoodanigenwelke, het zij als Logement- of Herberghouders
bet zij als bijzondere personen, aan lieden, reizigers .of anderen, de
we ke niet tot deze Stad en Gemeente behooreu huisvesting gevent
of bij zich logeeren, uit te noodigen en te vermanen, om met meer
^nauwkeurigheid en spoed dan tót dus verre heeft plaats gehadde
aangifte van de bij hun logeerende of verblijf houdende lieden al
ware dit ook voor eenen zeer korten tijdaan den Heer Commissaris
van Politie te doen, met opgave van derzelver namen, opderdom
beroep, vaste woonplaatsen, vanwaar komende, waar naar toegaande
tvaar zij het laatst hebben vernacht, met de redenen van hunne komst
en den tijd van hun verblijf binnen deze Stad terwijl de reizigers
zich binnen zes urenna hunne aankomst in persoon bij den Heer
Commissaris van Politie zullen moeten vertoonen, om aldaar hunne
veiligheids - kaarten of paspoorten te verkrijgen of te doen afteekenen,
alles ten gevolge van Z. M. besluit van 9 October U. N° 66, en
met herinnering aan de Strafbepalingen bij Art. 1. van de wet van 6.
Maart 1818, vastgesteld.
En zal aan alle de Logement- en Herberghouders enz een exem
plaar van deze Notificatie worden ter hand gestelddewelke zij ver-
pligt zuilen zijnop de meest zigt'oare wijze in hunne huizen op te
hangen.
Alkmaar, der, I5e Maart 1831.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
FONTEIN VERSCHUIR,
Ter Ordonnantie van Dezelven
bij absentie van den Secretaris,
S. C. S. HOLLA N D.
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
De Raad van Ministers, die door den nieuwen Regent van Belgie
benoemd is, ondervindt nu reeds in ruime mate de genoegens, die
in dat Jar.d aan zulk eene betrekking verbonden zijn. De Heer Je
Gerlaekedie aan het hoofd daarvan staat, en wegens zijne gehechi-
Maandag vuur de l'rtjs van 6 Centen uitgegeven.
beid arin de partij der geestelijkheid bekend is, heeft juist om die
reden van den kant der zoogenaamde vrijzinnigen hevige aanvallen
móeten doorstaan, en zieti in Brusselsche Falen reeds een huichelaar,
ulrramontaan en oranjeman zien noemen. O k elders moet hij tegen
werking hebben ontmoet, én vooral ter gélegéhheid der benoeming
van een Belgisch Gezant te Parijs, in de plaats van den Graaf de
Ce'lesmet zijne ambtgenöoten hebben verseind, daar hij den Heer
le Hon voor zulk eene betrekking, uit hoofde van diens geheime
overhelling tot eèue vereéniging met Frankrijk, geheel ongeschikt
keurde. 7.00 men sommige Brusselsche bladen mag gelooven, had
den deze en andere onaangenaamheden den Heer de Gerlache reeds
bewogen oni zijn ontslag te nemen: zoo vte! is zeker, dat de aati
dien Heer geheel en al toegedane Courr.er de la de use over zijne
aftreding ais over eene waarschijnlijke zark redeneert, en niet ondui
delijk doét gevoelen hoezeer zulk eene verwijdering van dén eeni-
gen echten Katholijkdie zich onder de Ministers bevindt, zeer
vele ingezetenen van Beigie zonde gr even.
Een tweede. Munsterdie reeds aan hevige aanvallen bloot staat,
is de Heer Gendebien wiep de Brusselsche bladen nmr met kunnen
vergevendat hijtegen hunnen eenstemmig uitgedrukte wil aan
de betrekkingen van Minister van Justitie en vaii voorz.tter vau bet
Brusselsche Geregtshof, in zijnen persoon vereenigd heeft. De
Heer Gendebienzegt de Beigeplagt een vrijzinnige te heeten
maar Wij zeggen het met smart, die Munster heeft, door het aanne
men twee onvefeenigbaré posten allen goede beginselen verzaakt en
de algemeene denkwijze te openlijk getrotseerd, hij heeft de wille
keurige magt der politie eu derzelver bevoegdheid om in sommige
gevallen de palen der wettigheid te buiten te gaan te hardnekkig ver
dedigd, dan dat wij langer kunnen geloven, dat de vrijheid immer
in heul eenigen steun zal vinden."
Even Zoo" leggen zelfs die bladen; Welke de tegenwoordige orde
van zaken 'net meest genegen zijn, aan den Minister Goblet te last,
dat de Belgische krjjgsmagt in talrijk eid en goede inrigting bij het
HollandsChe lever zoo ongemeen te kort schiet, en dat op alle de
aanvragen der Belgische vrijwilligers om kledingstukken en bevor
dering geen de minste acht geslagen Wordt. Aan den Minister van de
We ij er wordt zijne onhandighe d cn kwade troinv in het voeren der
onderhandelingen met fbuithnlandsche Mogendheden gestadig verwe
ten, terwijl de Minister Tielemans thans, in het oog van den Cour
tier, eene doodzonde begaan hetfej door de voordteen. weike aan
de uitgave van het Regeringsblad verknocht Zijn, aan Zijnen schoou-
hrbeder Feut Hit-Domus toe te voegen.
Niettegenstaande dit alles Wordt de gisteren door ons medegedeelde-
bekendmaking van den Regent omtrent de zaken van Luxemburg,
eti in het algemeen het besluit der Belgische P.egertng om het her-
vatten der vijandelijkheden niet te schroomen luide toegejmchd en cis
het eenige midde! voorgeste d om de misslagen van het Kommitté voor
de Buiteiilandsehe zaken weder goed te maken, lloe men intusschen bui
tenslands over zulke ontwerpen denkt, kan uit het volgende artikel blijken»
dat wij uit het Londensch blad. de Times, van den 1 uien Maart overnemen.
Eene hervatting van den ooridg tusschen de Hollanders en de
Belgen schijnt onvermijdelijk, tenzij dezelfde Mogendheden, die den
wapenstilstand hebben Voorgeschreven, op eenen gelijken gezagvoe-
renden toon tusschen belde komen om de schending daarvan te ver
hoeden. Het Belgische kongres heeft de twee laatste protokollen i
die de leden der Lóudensche conferentie naar Brussel hadden ge-
zouden op eene hoonende wijze teruggezonden zonder zich zelf?
te. verwaardigen, daarop te antwoorden. Hetzelfde ligehoam heefc
verklaard, geene tiisschenkomst van vreemde Mogendheden te willen
dulden in al wat de bepaling der grenzen en de verdeelintg der schuld
tusschen cle Belgen en hunne gewezeae vennooten betreft. Aan den
anderen kant hebber) de Hollanders, Ofschoon luide klagten daarover
aanheffendedat zij de benadeelde partij zijnzich aan de uitspraak
der Bondgenooten onderworpenen zijn in de uitvoering der proto
kollen met goede trouw te werk gegaan.
De Bo dgenooten hebben bij herhaling verklaard, dit zij, hoe
wel zich niet met het inwendig bestuur van Belgie willende bemoei-
jen hec regt hebben om toe ziendat deze nieuwe Staatna het
verkrijgen var. deszelfs onafhankelijkheid, de bestaande orde van za
ken in" Europa niet verstoredat Belgiedoor het verbreken van
deszelfs vereéniging met Hollandzich zelf niet van de verpligtingen
jegens zijne naburen kan hebben Bevrijd of van dezoodanigendie
door Europa in deszelfs naam zijn aangegaan; en dat bet aan dat land
niet kan worden toegelaten, 010 deszelf grenzen naar willekeur af te
bakenen of. Óp kosten van gewezenedeelgenoocen hunne vestingen
te bouwen. Tot het regelen dezer Onderwerpen bezitten de groote
Mogendheden een ontwijfelbaar regt. omdat die evenzeer hunne ei
gene belangen als de belangen van P.elgie betreffen. Hare bemidde
ling in die opzij:t heeft niets gevaarlijks, omdat zij zich daarbij met de
binncnlandsche zaken in geenen deele bemoeijen en zij alleen moe
ten toch de voormelde onderwérpen ten slófte régelendaarin de
veronderstelling vnn het hervatten van den oorlog, onverschillig of
aan Belgie of aan Holland de overwinning blijve, de Mogendhe-den
toch altijd dè vredes - voorwoorden moeten goédkeuren, ten minste,
indien zij het niet willen aanzien dat de eene Staat veroveringen op
den andere make, en zonder hindernis of beperking buiten zijn ge
bied allerlei soort van ó-.dèrdrükking plege.
De Bondgenooten schijnen in de volle overtuiging van derzelver
regt gehandeld te hebben en zullen niet gemakkelijk van hunne schik
kingen terugkomen. De Minister van Frankrijk en Engeland, die in
de noodzakelijkheid warenhun gedrag voor hunne iandgenooten opea