O U R A N T
ALKMAARSCIIE
N°. 21.
A\ 1832.
PÜBLICATIE.
Burgemeester en wethouders óer stad alkmaar,
NEDERLANDEN.
t) e n a8 MEI.
Van MAANDAG
Gezien Z. M. beslüit van 21 Maart I828 (Staatsblad N°. 6) hou
dende regelementaire bepalingen tot invoering der Wet op de Schut
lerijen van den n April 1827, (Staatsblad N«. 17 in verband ge
brast met 6,7, 8 en 9 van gezegde wet.
Gezien de dispositie van den Heer Staatsraad, Gouverneur van
Voord- Hollandd.d. 11 April 1828 N°. j|§3 (Prov. blad N°. 4.1)
omtrent de executie der wet op de Sdhutterijen.
Roepen ter voldoening aan Art. 7 van voorz. Koninklijk besluit, bij
deze op, alle ManspersonenIngezetenen dezer Stad en Jurisdictie,
welke op primo Januarij 1831 hun 25e jaar zijn ingetreden en hun
34« Jaar niet voleindigd hebben, en dienvolgens geboren èijti in de
Jaren 1798, tot en met 1807, om zich in de daartoe gereed gemaak
te registers voor den dienst der Schutterij te doen inschrijven; te
vens te kennen gevende t
Dat de inschrijving zal beginnen met den 14 Mei aanstaande, en
geheel zal moeten zijn afgeloopen op den eersten Junij dsaraanvol
gende, terwij! in een der vertrekken op het Raadhuis alhier, voor
de inschri.ving zal worden gevr.deerri des Maandags, Woensdags en
Donderdags, van ieder week van 's mórgens 9 tot 2 uren.
En ten ei de voortekomen, dat niemand. 111 de termen der in
schrijving vallende, zich door onwetenkeid aan pligtverzuim schuldig
makeheeft het gemeente bestuur noodig geoordeeld een iedèr be
kend ce maken met, en te herinneren aan de navolgende bij de wet
van 11 April 1827, (Staatsblad N°. 17) gemaakte bepalingen:
Dat een iegelijkzonder onderscheid of hij mogt vermeenen al of
niet onder de bij de wet vrijgestelden of uitgeslotenen te behooren
verpligt zij, zich voor de Schutterij te doen inschrijven.
Dat zij, die in meer dan eene gemeente hun verblijf houden, of
den zetel van hun vermogen hebben gevestigd, tot de inschrijving
verpligt zullen zijn binnen die gemeentewaar een dienstdoende
Schutterij aanwezig is, en bij aldieu in die verschillende gemeenten,
alleen dienstdoende of alleen ms.ende Schutterij bestaat, zich te boen
inschrijven in de gemeente, alwaar zij voor de personeeie belasting
zijn aangeslagen, en de ambtenaren in die gemeente, alwaar zij ambts
halve verpligt zijn hun verblijf te ouden.
Dat de genen welke van hunne jnoten ouderdom geen voldoet be
wijs geven naar het oordeel van het plaatselijk bestuur zuilen wor
den ingeschrevenonverminderd de bevoegdhe d van den ingeschre
venen om van zijnen juisten ouderdom nader te doen blijken;
En dat eindelijk zijwelke bevonden worden zich niet voor den
je |unij te hebben doen inschrijven, door het plaatselijk bestutir ambts
halve zullen worden ingeschreven, en in eene geldboete verwezen
Worden, terwijl zij daarenboven zonder loting bij de Schutterij zullen
worden ingelijfdindien tiet zal blijken, dat er tijdens de verzuim
de inschrijving geene reden tot uitsluiting of vrijstelling ten hunnen
aanzien bestonden.
Burgemeester en Wethouders vermanen tevens ieder Ingezeten de
zer Stad en Jurisdictie, welke het aangaat, om zich tijdig van een
geboorte Extract te vóórzien, waardoor z.ich ieder van zijnen juisten
ouderdom kan verzekerenen het welk bij de inschrijving zal moe.
ten worden vertoondalsmede om zich ter behoorlijke tijd tot de
inschrijving aantemeldenten einde de Straf wegens nalatigheid vast
gesteld, voortekomen.
Aldus gedaan ter Kamer van Burgemeester en Wethouders
der Stad Alkmaar, den 8® Mei 1832.
Burgemeester en H'etkouders voot noemd
FONTEIN VERSCflUIR,
Ter ordonnantie van dezelvcn
bij absentie van den Secretaris,
S. C. S. HOLLAND.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS dep. Stad ALKMAAR,
Gezien Art. 26 en 85 der Wet op de Schutterij van n April 1827,
waarbij bepaald wordt, dat de Schutters bij de reserve geplaatst zijn
de of tot de eerst daargestelde Schutterij behoorendewelke hun
34® jaar hebben voleind, des verk.ezende, jaarlijks zullen worden
ontslagen.
Gelet op Z. M. besluit van 18 November 1831 N®. 30. houdende,
dat diegenen, welke gedurende 10 jaren bij de Schutterij hebben ge
diend alvorens hun 34e jaar volbragt te hebbenregt op ontslag
fcebben verkregen.
Brengen ter kennisse van de daarbij belanghebbenden, dat zij,
welke op grond van 34 jarige ouderdom, of io jarige dienst bij de
Schutterijmogten vermenen regt op ontslag verkregen te hebben
en daarvan zoude verlangen gebruik te maken, zich schr ftelijk kun
nen aanmelden ter Secretarie dezer Stadvöor den 9^®° [mij aan
staande, met overlegging van bewijsstukken, waardoor het regt, op
de gereclameerde Vrijstelling, voldoende bewezen wordt.
Alkmaarden 25® Mei 1832.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
FONTEIN VERSCIIUIR,
Ter Ordonnantie van Dezelven
bij ab ent ie van den Secretaris,
S. C. S.HOLLAND.
BUITENLANDSCHE BER1GTEN.
F R A N K R IJ K.
De stoffelijke overblijfselen van den eersten Minister Casivtir-
Pé>ier zijn den ipden Mei met vorstelijke praal ter aarde besteld,
's Morgens vroeg werd in aile de wijken van Parijs de trom geroerd,
en kwam de geheelc nationale garde der hooldstad onder de wa
penen, terwijl ook de verschillende regementen der bezetting de hun
aangewezene posten op de kaaijen, het plem van het Carousel en
dat der omwenteling beze.teden. Het weder, dat in het eerst koud
en nevelachtig waswerd later vrij gunstig; Ten half twaalf ure
begon de lijkstoet zieh voor het gebouw van het Ministerie van
Btnnenlandsche zaken in de straat Grenellé Saint - Germain alwaar
de Heer Pén'er gestorven isin beweging te stellen. Het lijk Was
aldaar van het krieken van den dag af ten toon gesteld geweest, eft
eene overgroote volksmenigte, waaronder vooral veie vrouwen wa
ren, had de verstijfde gelaatstrekken komen hese ouwen van «enen
man, die een jaar lang op hec lot van zijn vaderland zulk eeuen be-
slissenden invloed heeft uitgeoefend. De lijkstoet werd döor talrijk®
afdeelmgen nationale garde geopend. De lijkwagendie, zoo men
meent, dezelfde is, waarmede het stoffelijk overschot van een der
dapperste krijgslieden uit de school van Napoleon, den Maarschalk
Latmesnaar iet Pantheon werd gevoerd, was eenvoudig en prijkte
roet driekleurige vaandels. De slippen van het lijkkleed werden door
den groot - zegelbewaarder Bartheden Minister van Oorlog, Maar
schalk Soult, den Voorzitter van de kamer der Pairs, Baron Pas-
quier. en door den Heer Berenger, een der Ondervoorzitters van
de kamer der Afgevaardigden, gedragen. Vroeger had men verbreid,
dat de Generaal Lafayette, die door huwelijk aan liet geslacht Pérter
verwant is, in plaats van een der opgenoemde staatsli dendit eer
bewijs bij de lijkkoets van zijnen staatkundigen tegenstander zoude
verrigten. Dit is niet geschied, en het blijkt zelfs niet, of de Ge
neraal dei; lijkstoet gevolgd heeft. Achter den lijkwagendie door
treurmuzijk werd voorafgegaan, volgden, in iange rouwmantels ge
wikkeldde bloedverwanten des overledenen, waaronder men zinen
zoon en naamgenoot Gasimir en zijnen broeder Aegttstin opmerkte,
die zeer onlangs tot Pair is benoemd; voorts de Graaf van Lobau,
bevelhebber van Parijs; te paard, en door eene talrijken drom offi»
eieren omringdvervolgens een groote stoet van Afgeva rdigden
leden van de hooge ligehamen van Staat, en burgers van verschillen
de standen, allen te voet; daarna de vreemde gezanten, in hunne
rijtuigeneen aantal Pairs in hun ambsgewaadde Burgemeesters
van Parijs, de voorzitters der geregtshoven en regtbnuken en vele
andere aanzienlijken, in hunne staatsie - koetsen gezeten. De trein
werd door nieuwe afdeelingen nationale garde, verscheidene rege
menten ruiterij en eenige artilleristen met hun geschut besloten.
De stoet hield stil voor de kerk van dei: H. Thomas van Atjtiina*
alwaar de lijkdienst voor den overledenen werd gehouden. Die kerk
was geheel met zwart laken met zilveren borduursel behangen, en
111 het midden daarvan verhief zich eene prachtige katafalkdoor
eene menigte waskaarsen omringd, ifec gewone versiersel van wa
penschilden ontbrak, vermits de Heer Périer geen adel ijk wapen
bezat. Verscheidene uren duurde heteer de trein vervolgeus het
kerkhof van Pêre - la - Chaise bereikte, alwaar het lgk van Casimir-
Périer thans te midden van zoo vele andere groote of beroemde
mannen rust. De Heer Royer - Collard schijnt tot degenen behoord
te hebben, die bij het graf eene liikreue hebben uitgesproken doch
men deelt daaromtrent nog geene berigten mede.
Toen de trein over het plein der omwenteling kwam, waren er
eenige jonge liedendie breeo'e driekleurige linten om den hoed
droegen, door gejouw en gefluit hunne afkeuring te kennen gaven i
en den kreet van: Le'e de vrijheid', aanhieven.
De Russische Gezant Graaf Pozzo, di Borgo(die geenszins zoo
als vroeger stellig was berigt. Parijs reeds verlaten heeft, doch
wiens vertrek thans tegen den 20sten dezer is aangekondigd) is naar
het schijntop het oogenbiikdat de lijkstoet zich naar de kerfc
stond te begeven plotseling ongesteld geworden en daardoor ge
noodzaakt, te zijnent terug te keeren.
Alkmaar, den 26 Mei,
\Vij" hébhen niet ondienstig geacht in onze Courant te plaatsen de
drie navolgende missives door den heer Staatsraad Burgemeester van
onze Stad dezer dage geschreven en welke aan ons zijn medegedeeld
gewordenren einde alle onze lezers gelegenheid hebbenzich be
kend te maken met een gedeelte vim die voorzorgen waarop men
tot bewaring van den algemeenen staat van gezondheidvooral in hec
tegenwoordig oogenblik behoord te letten en waarop de Stedelijke
regering van" Alkmaar den aandacht van hun ingezetenen heeft willen
vestigen.
Alkmaar, den 11 Me it
Dr. STAATSRAAD BURGEMEESTER der Stad ALKMAAR
haast zich om aan de Commissie benoemd tot het r.emen van voor
zorgen en maitregelen tegen en bij eene evetitueele uitbarsting van
de Cholera Morbuseen aantal exemp aren van een gedeelte van hec
rapport der Commissie welke van Reger ngswege is afgezonden ge-
weest om die ziekte in loco te onderzoeken, ter hand te stellen,
teu einde eau tiezeive te kunnen dienen tot aanleid.ng voorschrift.
Dexe Courant wordt geregeld eens in de week en wel op Maandag, voor de Prijs van 6 Centen uitgegeven.