alkmaarsciie N° 47- COURANT A". 1832) •mm Van MAAND Den x9 NOVEMBER Bete Courant wordt geregeld eens in de week en reel op Maandag voor de Prijs van 6 Centen uitgegeven. 1.X GEDEPUTEERDE STATEN van NOORD - HOLLAND 'willende dat de goede Ingezetenen bij den aankoop zo.) van nieu we ais van oude Nederlandsche maten en gewigten, in de gelegen- beid gesteld worden, zich zelve te verzekeren of d.e voorwerpen al dan niet den ijk of her - ijk nog moeten ondergaanen hen niet alleen voor onwillekeurige overtredingen behoeden, maar ook voor komen da; die genen, welker te kwader trouw handelen, geene on- #etenheid van den aangenomen jaar ietter zouden kunnen voorwenden. Brengen tar kennisse van allendie zulks zoude kunnen en mogen aangaan, dat de her-ijk der lengtematen en gewigten, voor het jaar 1833, za' beginnen in de stad' Amsterdam, met den ie januarij en eindigen den "o* April aanstaande, dat d e voor de inhoudsmaten voor droge waren en voet het goud gewigealdaar, zal plaats hebbenin de maand Mei, en die voor de vothtmatcn in het kleinin de maand lunijterwijl de her-ijk voor alle de maten en gewigten in het Ar- ipndissement Amsterdam en in de overige Arrondissementen Haarlem Alkmaar en Hoorn, zal beginnen met den :e April, en eindigen met den laacsten julij 1833, dat de letter, waarmede in 1833 ffiüet wor den ge-ijkt en her-ijkt O: zal zijn, en eindelijk dat den her-ijk der jnet 1 October 1832, ingevoerde vochtmaten voor den handel in het roottot nader te doene aankondiging geen plaats zal hebbenaan. gezien daaromtrent nog deüberatien aanhangig zijn. Wordende de belanghebbenden bij deze aangemaand, zich de aange wezene tijdperken ten nutte te maken ten einde onaangenaamheden en daaruit voortvloeijende kosten voor te komen. f Haarlem, 8 November 1832. De Gedeputeerde Staten voornoemd, Van T U Y L L. Ter ordonnantie van dezelven 4, De Griffier der Staten van Holland COPES van HASSELT. BUITENLANDSCHE BERlGTEN. LoKÖEN, den 10 November. Dadelijks vindt men in de publieke papieren bewijzen van het be- te ada[ een groot deel der natie in den toestand der Hollanders stelt.' Men leest daarin onder anderen menie adres aan den Koning, door bankierskooplieden en andere bijzondere personen aangeboden waarin Zijne Majesteit gesmeekt wordt geen oorlog te beginnen te gun een ouden bondgenoot van Grooc-Brittanjé ten gunste van Frank- rijks belangen. In een dezer stukken wordt de Koning verzocht, Zijne toestemming niet te geven aan de tegenwoordige onteerende co- a lie* tic met Frankrijk noch tot een oorlog, waarin eene nederlaag met alleen eene ramp, maar zelfs de overwinning eene schande zou zijn. De Iersche protestanten, indachtig wat zij aan de Hollanders ver schuldigd zijn hebben ook besloten den Koning een dergelijk adres te zenden. Op eene vergadering, waarin over dit besluit gehandeld fs heeft de graaf van Roden betoogd, hoe naauw de protestanten van Ierland met die van Holland vereenigd zijn, en hoe veel belang stelling een edel en braaf volk verdient, dat vervolgd en met een ónregtvaardigen oorlog bedreigd wordt door hendie verpligt waren het met alle mag: te ondersteunen. Hij verhief ten hoogste het gedrag van den Koning der Nederlanden, dien hij een waren afstammeling van tVillcm lil noemde en die door zijne volharding toonde, dat hem hetzelfde blosd door de aderen stroomt. Een zeer geacht dagblad heeft medegedeeld, dit de bezetting dof Residentie met eenige ruiterij zal worden versterkt, ten einde de correspondentie met naburige plaa.sen gemakkelijk te maken, alSnude dat er door de hier liggende kavailerie eenige stukkeu van -waar ka liber naar Scheveningen zouden zijn vervoerd, alwaar eeu luist, aterjj zou worden opgerigt. Wij verineenen deze berigten te rnoeieu te genspreken en gelooven dat dezelven hunnen oorsprong vinden, 1» de aankomst van eenige kavallcristcii voor de allner gevest gas? ko ninklijke rijschool en in de gemaakte toebereidselen tot het neraea van proeven met zeer zware projeculles. Fan een anderen CorrespondentDe Gezanten van Frankrijk en En» geland hebben aan den Minister van Buitenlandsche zaken efl,.e na dere sommatie namens hunne Hoven overhandigd, waarop, naar wij van goeder hand berigt ontvangen, door onze Regering weder een weigerend antwoord i» gegeven. Op de vereeniging der Fransehe en Engelsche vlotenuitgerust ten aanval en bedwang van Holland. Een luid vaarwel klonk rond en rolde langs de waatren All Nelson England* vlag deed hijschen naar den c p Het anker klom uit zeebij 't wuivend vreugdeschaatren En de adem van de hoop b.ies England» zeilen op. Toen was 't een tijd van roem! toen wks 't een eeuw van luiste? i Toen woei Brittanjes lof naar elke Windstreek voort. Eer 't helsche staatsbelang, gekronkeld uit zijn duister, Der. steun aan 't onregc schonkdien *c regt-alieen behoort. Toen stond de trouw aan *t roer, waar Brioche bodems dreven;. Toen ging het regt door zee, zoo ver de golven gaatij Den heldenmoed aam boord, den wmpel aan den steven Trad Albion met vreugd in 'c eerlijk strijdperk aan. Regtschapen was haar doel, haar eerzucht onbesproken, Zij stond den zwakste bij in elk gevaar en wee Zij brijzelde den kop, te driest omhoog gestoken, En deed haar rang gestand als heerscheres der zee. Toen was 't een tüd van roem, die roem is nu vervlo. en: Nu zijn haar elden stof; nu dekt de smaad haar vlag; Dat maagdelijk blazoen, Waarvo r de volken bogen, Waait nu, geschonden, rond, waarheen het wsaijen mag. Geschonden waait het ro~d (bloost, helden, in uw graven!) 't Heeft schaanuloos zich vermengd met Frankrijks oproervaan s Dat tweetalzoo verdeeldomhelst zich in de haven En vangt, vereend, den logt van roof en onregc aan. Maar luisteralles zwijgtde krijtberg en de Stranden Zijn stom geen handkus wuift geen oog der vriendschap Weent. Gaat, Britten! volgt den Gal maar, waar gij aan moogt landen; Uw gruwel vindt geen roem. uw rif geen grafgesteent' I BINNENLANDSCHE BERIGTEN. Rotterdam, den 14 November. h Men Verneemt, dat de studenten onzer hoogescholen eerlang de Oproeping verWaChten om zich weder bij het leger te voegen. Zij Lebben thans op nieuw het onderscheid leefen kennen tusschen de ontberingen van het krijgsmansleven in het veld en het ge- toegen van de beoefening der letteren en wetenschappen,^ onder het genot van het gezellig verkeermaar noch dezen ondervinding, noch de meer geduchte vijand, dien zij :C bestrijden zullen vinden, verflaauwt het vuurwaarmede zij bezield zijnom voor het Vader land te gaan vechten. De plaatsen dergénen, die hunne akademische toopbaan nu volbragc hebbenzijn doof anderen vervangen en wedij veren in geestdrift met diegenen hunner kameradendie reeds den damp van het kruid geroken hebben. De geweren staan gereed en de randsels gepakt in de vreedzame studeervertrekken, en op het eerste ceekenhiertoe gegeven, zien wij de voedsterzonen der Mu zen weder naar de grenzen snellen om met onze schutters en krijgs liedenmet de bloem en de kracht onzer natiein den roem te dee- lenvoor Nederland weggelegd in den strijd; welke ons te wachten •taat. 's Gravenhage 15 November Naar men verneemt is een' koerier, met zeer belangrijke depê ches van hes Pruissische hof, alhier bij het departement van Buiten landsche Zaken aangekomen. De gewigtige berigtendie ons heden door den Berlijnichen Staats - Courant zijn aangehragt, maken dat hier de aandacht meer dan gewoonlijk op de aankomst van dien koe- ri»r is gevestigd. Het HOLLANDSCH ZWAARD in November 18321 Wat rammelt gij zoo rustloos in de schede Mijn Hollandseh zwaard! wat klept gij heen en weèrt Mishaagt het U, in 'c stil verblijf van vrede? Dorst gij naar bloed, of, hunkert gij naar eer» Waarom wordt thans u 'c rustig niet te klein Spreekstevig zwaardwat doet u woelig zijn t Geen dorst naar bloed geen iedel eerbejagen Maakt nu te bang ft verblijf mij immer waard Maar wel de zucht om vorst en volk te schragen, Wiens regc men knot, door.intelt mij, uw zwaard: Voelhoe ik tril en verontwaardigd gloei Ach, Meesterneb, ontruk mij thans den boei. Laat me in üw hand der zwaarden pligt betrachten Mijn stalen lijf heb ik 11 toegewijd Zij komen vrij, die regt en wet verkrachten Geen Hollands zwaard ontwijkt met hen den stryd 8 Ruk, Meester! me uit de duistre cel in *t bcht^, En 'k vlieg met ii die boozen in 't gözigt Geduld, mijn zwaard! mijn trouwe vriend in 'tstrijden. Geen smet noch roest kleeft u op 't bank ge.aat; Gij zult, is 't nood, uic de enge <c ede glijden, Wanneer het uur der weêrvergeldi.ng s'aac Dan treedt gij voorgeklemd in mijne vu.st E11 wee dan hem die vorst en volk verguis: Ta Hollands zwaard, dan moogt ge uw aard betoenen Dan zwaait elk 11, bij 't blikkrend oorlogslicht; Den zal het kwaad zijn boozen meester loonen Als 't wettig regt en 't onregt wordt geri t Dan zult ge ontbloot, voor heilige popen rein Het vlammend zwaardGods wrekende Engel zun. B. RvNDEAWo

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1832 | | pagina 1