W
Ar 1835.
ALKMAARSCHE
O U R A N T.
D-
N*. 10.
Van MAANDAG
De* 11 MAART.
Deze Courant wordt geregeld eens in de week en wel op Maandag voor de Prijs var, 6 Centen uitgegeven.
PUBLICATIE.
e STAATSRAAD, GOUVERNEUR van NOORD-IIOLLAND.
Gelezen de missive van den Heer Opper-Houtvester voor de Noor
delijke provinciën, van den 22 Februarij 11. N°. 12, betrekkelijk de
sluiting der Vissclierij.
Gelet op de nadere missive van den Heer Opper-Houtvester voor
noemd, van den 2 dezer, N°. 1, alsmede op de deliberation van
Heeren Gedeputeerde Staten, van den 28 February II.
Brengt bij deze ter kennisse van alle de daarbij' belanghebbenden
dat acluervolgens de bepalingen van den Opper - Houtvester voor
noemd met overleg van Heeren Gedeputeerde Staten vastgesteld
ter conservatie van de Vissclierijdezelve zal gesloten zijn van den
J5den t]ezer maand, tot en met den 14^» Mei daaraanvolgende, met
uitzondering van alle zulke Visscherijc» het rtj langs de Stranden,
liet zij in de Rivieren of Binnenwaterenals bij vroeger niet gea-
brogeerde Placaten mogten zijn vrijgesteld, en speciaal van de Vis-
scherij van Steur, Ellt en andere Vroonvisch in de Buitenrivieren,
alsmede van Aal en Paling in de Riviereu en Binnenwateren; ter
wijl ter vermijding van misbruikenten aanzien van laatstgemelde
Visscherijen, voor zoo veel de Vlieten, Wateringen en Slooten aan-
gaacdaartoe alleen van Aaikorven gebruik zal mogen worden ge
maaktwordende aan de belanghebbenden wijders herinnerd, de bij
2. M. besluit van 2| Mei 1824, (Staatsblad 110.34) gemaakte bepa
lingen, waarbij het Visschen met den Hengel, in den gesloten Visch-
tijd, in alle Wateren, hoe ook genaamd, wordt verboden.
En ten einde niemand eenige onweteoheid hiervan zoude kunnen
voorwenden, zal deze alomme worden gepubliceerd en geaffigeerd
alwaar zuiks in deze Provincie te doen gebruikelijk is.
Haarlemden 4^» Maart 1833.
De Staatsraad, Gouverneur voornoemd,
Van T U IJ L L.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ALKMAAR,
Hebben ten gevolge van Z. M. besluit van 17 December 11. (Staats
blad n°. 30) waarbij de uitvoering wordt geregeld van Art. 13 der
'Wet van 16 Junij 1832, betrekkelijk de aanslagen in het regt van
Patent voor de Vier eerste maanden van 1833, noodig geoordeeld de
belanghebbende Ingezetenen re herinneren
Dat de Kramers en zoodanige andere PaietHpiigtigen binnen deze
Gemeente welke of derzelver beroepen gedurende 1832 in eenen
andere gemeente hebben uitgeoefend of beroepen hebben aangevangen
waarvoor zij vroeger niet zijn gepatenteerd geweest, verpligt zijn
voor de Vier eerste maanden dezes jaars aan liet Plaatselijk Bestuur
aan te, vragen
Vermanende Burgemeester en Wethouders voorts een iegelijk der
daarbij belanghebbende, welke in opgenoemde Cathegorien vailen
voor zooveel de bedoelde aanvraag om Patenc nog niet" mogten zijn
gesdhied, zulks alsnog onverwijld te bewerkstelligen ten einde ziéh
voor onaangenaamheden welke uit dit verzuim zoude kunnen voort
vloeien te beveiligen.
Alkmaarden 50 Maart 1833.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
FONTEIN VERSCHUIR.
Ter Ordonnantie van Dezelvcn
De DIEU FONTEIN VERSCHUIR.
BUITEN LANDSCHE BERIGTEN.
F R A N K R IJ K.
I11 een berigt uit Parijs van den 4den Maart, des namiddags,
wordt van eene toen bij de Fransche Regering aangekoine tijding
gesproken, houdende, dat de Hertogin van Berry, bij het vernemen,
dat hare verklaring van den 22Sten Februarij wereldkundig wss gemaakt,
zeer gevaarlijk ziek war geworden, zoo dat men zelfs bijna aan haar
leven wanhoopte. Een ander berigt vermeldt-, dat de geneesheer
Gintrac uic Bourdenuxden aSsten Februarij op nieuw naar het kas
teel van Blaye vertrokken was. Allerlei geruchten waren daardoor
te Bonrdeaux in omloop gekomende best onderrigten meenden
dat de Heer Gintrac de naderende bevalling der Hertogin op het
kasteel zou afwachten. Een der Fransche bladen weet bij deze ge
ruchten nog te voegen dat de Prins de Talleyrand naar Parijs ge
schreven heeft, om de openbaarmaking der verklaring van «e Her
togin en vooral de regtstreeksc'ne wijze, waarop die geschied is, af
te keuren. Hij moet als zijn gevoelen te kennen hebben gegeven
dat het Ministerie, na eenmaal in het bezit van het geheim der
Hertogin van Berry geweest te zijn, de bedreiging, om zulks open
baar te maken, als een middel had moeten gebiruiken, om beloften
en verzekeringen, niet slechts van haar, maar ook van de Mogend
heden die ia haren goeden naam het meeste belang stellenaf te
dwingen.
hij vijf en veertig dagen te paardof 's nachts onder eene tent haé
doorgebragt. Hij roemt in dezen brief op nieuw de buitengewone
beleefdheid van den zoon ocs Ouder,Konings, die télkenswanneer
dit voor zijne veiligheid noodig was; troepeu te zijner beschikking
had gesteld. Bij zijne aankomst te Jerusalemheerschte de pest
daar in alle hare afgrijsselijkheid doch dit had hem niet belet, alle
de plaatsen te bezoekendie door de omwandeling des Verlossers op
op aarde, ot door de geschiedenis des Ouden Verbondsgewijd zijn
geworden. Eerlang zou de dichter eenen uitstap naar Damascus,
Balbeck en Palmyra, en vervolgens naar Aleppo en den Euphraat
doen. Ik reisdus schrijfc hij onder anderensteeds met een
gevolg van ten minste dertig of veértig personenmaar het leven
van den Arabischen reiziger is vol ontberingenen het verblijf in
eene tent is meer poëtischdan aangenaam. Wij hebben hier (te
Bairut) een goed winterkwartier gemaakt, en hier, maar hier ook
alleen, is het mogelijk, eenen aangenamengezelligen omgang te
hebben. Al» de lente voorbij is, dring ik over den Taurus het ei.
genlijke Turkije binnenen ga ik Smyrna en Konstantinopel bezoe
ken om van daar u te komen wederzien zoo God ons tegen
de pestde woede van den oorlog en die der golven beschermt.
Bid tiit voor ons, zoo als ik voor uw heil en voor dat van alle mijne
vrienden, aan het graf van den Verlosser der wereld gebeden heb.
Ik heb hier eene geheele reeks Fransche dagbladen gevonden;
Ik herhaal hetom Europa goed te beoordeelcnmoet men in Azie
zijn. Al dat gedruisch en alle die kunstig uitgedachte stelselswaar-
mede men zich te Parijs bezig houdt, wekken medelijden, als men
1 van den hoogten des Libations of te midden der woestijn daarop het
oog vestigt. Men behoorde het goede onder alle benamingen en ail*
vormen op te sporen men behoorde zich boven de partijen te ver
heffen en slechts van God en van het gevoel voor het schoone e»
goede, dat hij in onze ziel geplant heeft, afhankelijk te zijn."
^1
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
Wij nemen het volgend berigt uit de Staats courant over:
Het is bekend hoe de ijverige naspoorder van oude Vaderiand
sche en andere Handschriften en Boeken, de Heer Jacobus Koning,
Lid van het Koninklijk Nederlandsche Instituut, van de Maatschappij
van Wetenschappen te Haarlem, van Letterkunde te Leiden, enz.,
eene eigene en belangrijke verzameling daarvan bezat en dezelve tot
eene gioote volkomenheid had uitgestrekt. Men is voornemens, 111
den loop van dit jaar; dezelve, benevens al de zeldzaamheden tot
de uitvinding der Drukkunst betrekkelijkin het openbaar te veilen.
De verkoop der Handschriften Zal, naar men verneemt, ir. het laatst
van April en het begin van Mei, en die der Boeken in het najaar
plaats hebben, onder directie van deskundigen, in het Huis met
de Hoofden alhier. De beredeneerde catalogus der Handschriften is
bereids afgedrukt en zal spoedig worden uitgegeven. De vakkeu zijn
verdeeld in algemeene geschiedenis, dichtkunde, vaderiandsche ge
schiedenis eigenhandige brieven en geschriften van gekroonde Hoof
den Hertogen, Graven, hooge zee. en Iands-offïcierenbuiten- en
binnenlandse!)® geleerden dichtersstaatsmannen, regeringsleden, kuns
tenaars vermaarde en beruchte personenvele met eemg levensbe-
rigt, sommige met portretten, ieder vak in eene alpbabetisclie orde.
Eindelijk heeft men drie portefuiliesde eerste met 600 handteeke-
ningen van beroemde mannen van den 16de tot de 19de eeuw; 4t
tweede met 1400 fac-similés van Keizers, Koningen en Vorsten van
de 15de tot de 19de eeuw, en de derde met fac-similés van brieven
en geschriften van Vorsten en vermaarde lieden, door den Heer J.
Koning zeiven vervaardigd.
Het is overbodig om aan de beminnaars van vaderiandsche ge
schiedenis en letterkunde te herinnerendat zich zeldzaam eene zoo
talrijke en aanbevelingswaardige verzameling heeft opgedaan en zij
dus hunne nasporing in dezelve, des te beter en geruitner voedsel
geven kunnen."
's Gravenhage 4 Maart.
Er is thans weder ean brief van den dichter ie Lamartine aan
Heden
nummers
afgelost
N°.
104S.
3439-
5206.
7I05*
97 22.
10237. 1
12255 1
1428a. 1
heeft plaats
Oorlogslasten
419.
1516.
3572.
5209.
7592.
9728.
0319.
2520.
4375-
453-
1241.
3626.
5519-
7737-
97S3.
10506.
12615.
14405.
gehad
wel
602.
1994.
3711 -
5539-
7784,
9798.
10509.
13010.
I45°7.
de 138e Uitloting van de onderstaande
te mee i April 1833, zullen wordera
679- 777'
2567. 2(588.
3831. 4214.
5603. 6057.
7938. 9041.
10047. 10052.
10532. 10752.
I34I7- 13450-
14563. 14611.
793-
2822.
44T4-
6428.
9' 32.
10074.
11498.
13620.
14703.
875.
2858.
4772-
6803.
9167.
10127.
11683.
13740.
14847.
984.
3229.
4812.
6827.
968r.
10169.
"743.
13948.
14928.
's Gravenhage den 5den Maart.
Er zijn thans weder regtstreeksche berigten uit St. Omer van den
25sten Februarij ontvangenwaarbij uitgewerkte opgaven wegens den
e
een
j 11 JJkv" 4 r....j^vn vraaiistj ungv >t vimu t», O V IJ WV.Bl.lia liC.
Zijnen vriend de Cazalès bekend geworden. Hij is den iaden No-, toestand der Nederlandsche krijgs- en zeelieden gevoegd ziib, di
▼ember uit Bairut, in Syrië, gedagteekendalwaar de reiziger, een aldaar, te Bethune en te Aire gevangen worden gehouoen. Uic eeu
dag te voren zijne gade en dochtertje in goede welstand gevonden en ander blijkt in veie bijzonderheden dat de voeding onzer landge-
n w! t0en. terll£ gekomen van eene reis door geheel het nooten aldaar thans niets te wenschen overlaat; dat hunne huisves-
crade Palestina, me: etne kleine karavane ondernemen, en waarbij ting eo ligging over het geheel goed is geregeld, en dat slechts aas