A". 1833. ALK MAAK SC HE COURANT. Var» MAANDAG N' ;v-7W?.' Den 8 JUL jwamm m s Vx, c gmilHijHltill)!llti:llllllllllilir[;ill'!!li!l!i!'lil V.' Deze Courant wordt geregeld eens in de week en wel op Maandag voor de Prijs van 6 Centen uitgegeven. Dk STAATSRAAD, GOUVERNEUR van NOORD-HOLLAND, Gelezen de missive van den Opper-houtvester voor de Noordelijke provinciën, van den 26 Junij 11. n°. 4 6, omtrent de opening der Jagt op GanzenEenden en Watersnippen. Gelet op de deliberatier. van Heeren Gedeputeerde Staten des wege. Gezien art. u der wet van den xx Julij 1814 en Zr. Ms, besluit van 5 Julij 1823, (staatsblad n*. 26.} Brengt bij deze ter kennisse van alle belanghebbendendat de opening der jagt, op ganzen, eenden en watersnippen, wat de pu blieke jagt aanbelangt op het waterlangs de strandenoevers van rneeren, veenplasjen en rivieren, mitsgaders op lage moerassige lan den, door den heer Opper-houtvester voornoemd, op den 15 julij aanataande bepaald is, maar bepaaldelijk gesloten blijft in en langs de bosschenalsmede op bouw- en weilanden tot het gewoon jagcveld Bthoorendeworder.de de kooilieden, bij deze tevens herinnerd, dat volgens art. 3 van Zr. Ms. besluit van 1 December 182# (staatsblad r.°/a6) hunne kooi-eenden tot den x September moeten zijn opgeslo ten of gehokt, op de boete daarbij bepaald. Haarlem1 Julij 1833. De Staatsraad Gonverneur voornoemd Van T U IJ L L. BINNENLANDSCHE BERIGTEN. Bij besluit van Zijne Majesteit van 22 en 23 Junij 11. is tot Dijk graaf van den Hondsbosschen en Duinen tot Petten, in plaats van wijlen den Heer Mr. f. Niïhout van der Veen, benoemd en aange «teld gewordenJonkheer Mr. G. Fontein Verschutr van Heiloo Oes- dotn enz., tot dus verre Secretaris en Rentmeester van dat Dijks. be-cuur, en Tot Wethouder van de Stad Alkmaar de Heer Johannes van Leeu wenLid van den Stedeiijken Raad. Men verneemt dat Burgemeester en Wethouders bij een bijzonder besluit den Heer Arnoldus van de Velde Franszoon hunne erkentenis hebben betuigd voor verscheidene belangrijke diensten doof hem bewezeninzonderheid voor den ijver en werkzaamheidbij de in richting van het Cholera - Hospitaal door hem onafgebroken aan den dag gelegd, terwijl aan denzelvente gelijk met dit besluit, eene gouden Vroedschapspenning is ter hand gesteldom voor hem en de zijne te dienen voor altijddurende herinnering aan deze voor hem verëerende omstandigheid. '1 GraVenhage den 2dets Julij. Uit Zutphen meldt de Arnhemsche Courant, van den 29sten Junij: Ook deze stad moge laatstleden Woensdag, den aósten, het ge noegen hebben, een bataiPon der danpere verdedigers van Antwer- pens kasteel, gekommandeerd door den Heer Majoor Voet, hare muren te zien binnen komen. Onbeschrijfelijk groot was hierbij de algemeene deelneming der ingezetenenzich dan eens door luid vreugde gejuichdan weder door eene aandoenlijke en achtingvolle stilte, openbarende. Zoo in als buiten de stad waren alle buizen, torens en schepen met vlaggen versierd, de geheele bevolking was als op dén punt te zamen gestroomd en zoo door de militaire auto riteiten en een detachement vai: het regement huzaren n°. 6 ingehaald, aan hun hoofd hebbende het korps muzijkanten der stedelijke schut terij, en zelf van het zeer goed muzijk-korps der 10de afdeeling vergezeld, marcheerden die brave militairen in de beste orde tot op 'het 's Gravenhof, alwaar dezelve door den Heer plaatselijken Kom- mandant op eeue gepaste wijze werden begroetterwijl vervolgens bet korps oiilm'eren, op het Raadhuis, door den Heer Burgemeester welkom gebet en werd. Met leedwezen slechts miste men daarbij den zoo algemeen geëerden en geliefden Majoor Voetdoor eene weder opgekomene ongesteldheid te Brummen achter geblevenen daardoor verhinderd deze plegtige intrede in zijne geboorte-stad, en onder zoo velen zijner hartelijke vrienden aldaarbij te wonen." Nog leest men in genoemde Courant onder dagteekening van Arn hem 1 Julij: Laatstleden Vrijdag avondden aflsten Junijkwamen hier met de stoomboot, de Dortenaar, ruim vierhonderd man, en in den loop van Zaterdag, met sehepen of ook te voet, de nog verder verwacht •wordende manschappen van de beide flank - bataillons der 7de en 9de afdeeling, te zamen ruim twaalf honderd man, alhier aan, die met geetie mindere geestdrift dan die der 10de afdeeling door onze ingezetenen werden ontvangen. Beide bataillons, gekommandeerd wordende door de Heeren Luitenants - Kolonels van Oudendijk en Natidascher, blin ken niet minder dan hunne voorgangers uit door schoonheid van hou ding en bloeijende gezoi dheid. Gisteren morgen ten eif ure had de statige ontvangst dezer verdienstelijke verdedigers van het kasteel, op gelijke wijze als die van laatstleden Dingsdag, plaats, aan welke her nieuwde feestvreugde Arhems burgers in geen minder getal dan op gezegden dag deel namen, zoo om dezelfde onverkoelde blijdschap, welke zij ook thans weder bij het binnentrekken der lofwaardigste belden wenschren ten toon te sore denals omdat het schoonste we der den stempel van volkomenheid op deze plegtigheid drukte. De bataillons trokken langs denzelfden weg de stad door naar de markt, waar Z. E. de bevelvoerder van het 2de groot militair kommand» hen, na het voorlezen der reeds algemeen bekende dagorderaldus aansprak Soldaten Toen geheel Europa zijne blikken hield gevestigd op de blek gronds, waarvan de verdediging u was opgedragen, slaakte, wel is waar, menig Nederlaudsch burger eene bange zucht, als hij om hec lot dacht, dat mogelijk zijner betrekkingen, in Antwerpcns citadel opgesloten, was beschoren. Maar de Koning, het géhecle Vaderland, staarden, met gerust vertrouwenopden vijfhoek, die zooveel dapperen bevatteNeêrlands eer zou daar met waarde gehandhaafd worden, al ware de overmagt ook nog grooter en de middelen tot1 aanval nog verschrikkelijker geweest, dan die gij te bestrijden gehad hebt. Gij hebt roemrijk aan die verwachting, aan dat vaste vercro-.^ wen, beantwoord! Nederland niet alleen, maar geheel Europa, 4 vervuld met achting en gevoelt eerbied voor eene schaar krijgslie den, die bewezen heeft, wat trouw aan hunnen Koning en liefde voor het Vaderland, onder aanvoering van eenen onverschrokken be velhebber vermogen i Zijt dan welkom in ons middendappere soldaten 1 Ik gevoel mij gelukkig, u, in naam van onzen beminden Koning, dit welkom te mogen toeroepen. Rust thans uit van de vermoeijenissens en ge varen die uwe heldhaftige verdedigingvan de ontberingen die eena onverdiende krijgsgevangenschaph hebben doen ondergaan Gij zult voorzeker uwe schoonste belooning vinden in het gevoel van als krijgslieden uwen heiligsten pligt te hebben vervuld en hier door de tevredenheid van onzen geëerbiedigden Koning, de erkente lijkheid van het gausche Vaderland, te hebben vervorwen. Leve. de Kening Op deze krachtvolle en hartelijke aanspraak volgde dit veelbetee. kenend antwoord van den Heer Luitenant - Kolonel Naudascher: Generaal 1 Hagchslijk en moeijelijk was de strijddie wijgedurende twee jaren, op de citadel hadden te strijden; maar het bewustzijn der voorbceldelooze opofferingen, die elk Nederlander op het altaar des Vaderlans uitstortte, en het voeruitzigt op de heilrijke gevolgen on zer hardnekkige verdediging, hebben ons lot aanmerkelijk verzacht. Bijaldien onze geregte zaak onverhooptnog eens door de wa penen beslissing vorderde, dan zullen wij andermaal al onze physieke en morele krachten ontwikkelenten einde aan de billijke verwach ting van Koning en Vaderland te voldoen. Dat beloven wijdat zweren wij 3 Leve de Konl0g Een driemaal herhaald hoerah! kenmerkte den diepen indruk, dien deze beide aanspraken op al de aanwezigen te weeg bragten terwijl de muzijk van het korps hoornblazershet klokkenspel en het lossen van vreugde schoten op het badhuisbuiten de Sabelpoon het algemeen gejuich van krijgslieden en burgers verviugen. En nu trokken de bataillons naar het St. Walburgsplein door eene daar geplaatste bloemrijke eereboog* waarop men eene gekroon de W en daaronder dit opschrift las: Aan de dappere verdedigers der citadel van Antwerpen: Smaaktheldenaan den dischu hier met vreugd gespreid, Het streelend xielsgenotdat deugd en pligt bereidt. Nadat de lofwaardige gasten hier waren aangezeten en hun de zelfde ververschingen als hunnen voorgangers waren aangeboden hieven de kinderen der spinschoolonder geleide van hunnen Hoofd onderwijzer Gerbrands, eenen welkomstgroet aan. Vervolgens ver scheen Zijne Excellentie de Luitenant - Generaal Vermasen en de Provinciale Kommandant, meteenen luisterrijken staf en doorwandelde de rijen. Met hartelijke minzaamheid zagen wij eerjtgenoemden Ge neraal met éénder brave krijgslieden op Koning en Vaderland drin ken; terwijl Zijne Exc. overal met een luid gejuich werd begroet. Het diner in de sociëteit in de Koningstraat was niet minder luisterrijk dan dat van laatstleden Dingsdag, Des avonds waren genoemde sociëteithet stadhuis en het St. Walburgsplein weder verlicht. Ook de ieden der sociëteit Concordia in de Mentensteeg, gaven door eene fraaije illuminatie def tuinplasts en een vriendschappelijk souper, waaraan onderscheiden Heeren offi cieren deelnamenblijken hunner hoogstgescemde blijdschap over het behouden wederzien hunner vaderlandsche vrienden. Tot Iaat in den nacht vierde geheel Arnhem feest, en nergens heerschte een andere toon dan die van vreugde en vaderlandsche har telijkheid. Heden morgen vroegtijdig vertrokken de naar Kampen bestemde manschappen der 7de en 9de afdeeling, door een aantal burgers uitgeleid. met genoegen mogen wij nog vermeldendat aan een groot deel van het batailior. der 9de afdeeling bij het voorbij varen van Kuilen burg en Maurikop last der civile autoriteitenververschingen zijn toegediend gewordenwelke heuschbeid Heeren officieren en man schappen altijd erkentelijk zullen gedenken." Hoezeer zegt de Bredasche Courant, de omstandigheden, waar in wij sedert drie jaren verkeeren, niet zeer geschikt schijnen toe aanmoediging der fraaije kunsten, heeft echter de verkoopinc der schildergen en teekeningennagelaten door den Heer C. Bernec, welke in de aigeloopene week te Rotterdam heeft plaats gehad, een bewijs opgeleverd, dat de kunst hier te lande nog op hoogea

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1833 | | pagina 1