A0.1834.
ALKMAARSCHE
N°. 4.
COURANT.
t v
Van MAANDAG
Den -7 JANUART.
door overmaat vau vermetelheid
Deze Courant wordt geregeld eens in de Week en wel op Maandag voor de Prijs van 6 Centen uitgegeven.
De STAATSRAAD BURGEMEESTER der Stad ALKMAAR,
Kennis bekomen hebbende dat, sedert eenigen tijd, verscheidene
zijner medeburgeren, gebruik makende van de vrijheid welke, door
tie laatste Gouvernements maatregelen aan hunne keuze is overgela
ten, meer dan voorheen, den dienst van de hand wjzen van Stede
lijke geëmployeerden, vooral van Turfdragers, waarvan het gebruik,
bij ordonnantiën en reglementen, te voren uitsluitend was vastgesteld
En met leedwezen ziende, dat daardoor de armoede onder de be
hoeftige huisgezinnen, welke hierin, geheel of gedeeltelijk, hun be
staan vonden, dagelijks meer en meer toeneemt en de noodzakelijk
heid der Subsidien en alimentatien steeds worde vergroot.
Overwegende dat de meerdere uitbreiding van den openlijken on
derstand aan behoeftigen, noodzakelijk eene vermeerdering van bur-
gerlasten ten gevolge moet hebben, welke, ten minsten gedeeltelijk,
door het op den duur en op den ouden voet gebruiken van een aan
tal dezer kleine Stedelijke geëmployeerden, ongevoelig kan worden
voorgekomen.
In aanmerking nemende, dar de maatregelen van het Gouvernement
ten dezen eigenlijk eene meer bepaalde betrekking hebben op steden
van commercie enz., waar deze vrijheid geheel andere uitkomsten
ten gevolgen heeft.
Heeft noodig geoordeeld, alle de goede Ingezetenen met dezen
stand van zaken bekend te maken en alle dezelve, met den meesten
smdrang, te verzoeken, van, even als te voren, van alle de kleine
ftedelii'ke geëmployeerden van dezen aard. op den voet der bestaan
de reglementen, te willen blijven gebruik maken, al ware het dan
ook dat dit gebruik eene geringe opoffering zoude mogen vorderen,
uit besef alleen van daardoor by te dragen tot het algemeen nut en
welzijn hunner medeburgeren en de mindere noodzakelijkheid van
verhoogde belastingenwaaraan toch ieder het zijne moet toebrengen.
De Staatsraad Burgemeester vertrouwt dat aan dit zijn verzoek,
door alle goede Ingezetenen, gereedeliik zal worden voldaan, zon
der dat hij noodig zal hebben daarbij te voegen dat de noodige orde
is gesteld om op deze omstandigheid naamvkcurig te lettenmet
opzigt tot de zoodanigen der Ingezetenen, aau dewelke Stedelijke
leverancien zijn of zullen worden toegestaan.
Gedaan te Alkmaar den 8sten Januari] 1834.
De Staatsraad Burgemeester voornoemd.
FONTEIN V E R S C IIU I R.
te verwervenwelke zij in Morea zien heerschen. Morea en Ne-
grepont zijnonder de hooge voogdijschap der Europesche Mogend
heden, reeds geheel bevrijd; de vlakten van Adrianopel tot aan Kon-
stantinopel zijn ontvolkt; men ontmoet daarin somtijds, op eene dag-
reize afstandsniets dan eenige verlatene gehuchten of een bouwval
lig dorp, dat door Turken en Grieken gezamenlijk bewoond wordt.
De Grieken bebouwen dan eenige akkers, die men nabij die bouw
vallen wel aan hun overlaten wil,
Wat de eilanden van den Archipel betreft: de Engelschen bezit
ten de zeven JonisChe eilanden en de overige langs de kust van
Griekenland gelegene, zijn, even als dat land, onafhankelijk gewor
den. Van de twee fraaisten van allen, Kandia en Chyprus, behoort
Kandia aan den Pacha van Egypte. Chijprusdat 80 mijlen lang en
20 of 25 breed en overal bebouwbaar iswaarop dc rijkste voort
brengselen der keerkringlanden voortkomen, behoort nog Turkye,
maar voedt slechts eene bevolking van 25 of 30,000 Griekendie
door eenige honderden Turken worden overheerschtonophoudelijk
hebben aldaar opstande plaats, en niets belet dit eiland om zich on
afhankelijk te verklaren, dan alleen de vrees, dat het die onafhanlte-
lijkhcid niet zal kunnen handhaven. Rhodus is in hetzelfde geval,
Stanchis, Mytilene, Chio, eilanden almede geheel door Grieken be
volkt, zijn insgelijks slechts mee weerzin en voorwaardelijk tot de
onderwerping aau de l-'orte teruggekeerdSamos weerstaat geheel al
leen de vloten van den Grooten Heer.
BUITENLANDSCIIE BERIGTEN.
F R A N K R IJ K.
Het Vervolg der redevoering, door den Heer Lamartine den Sscer,
Januarij in de Fransche kamer der Afgevaardigden uitgesprokenen
waarvan het eer-te gedeelte in ons vorig nommer is medegedeeld.
Eene talrijke menigte van Grieken, Arabieren, Armeniërs, Bul
garen. jodenMaroniten, Drusen en Serviers, levende, daar waar
de wind der fortuin hen henendrijft, gedachteloos zonder bepaalde
gehechtheid, zonder zeden, godsdienst, wetten of gemeen Vaderland,
heden onderworpenmorgen in opstandeenige Pacha'suit
Kohstantinopel uitgezonden beurtelings om te straffen en gestraft te
worden, met geene andere zending dan 0111 aan die gemengde bevol
king die nietige vruchten van haren arbeid af te persen, en rondom
hunnen zetel de woestijn te herstellen; benden, zonder krijgs
tucht, die zich den naam van een leger geven, en op welker aanna-
dering de bewoners de Vlugt nemen; gezinnen, die zich heden
hiermoreen daar bevinden, opdat de dwinglar.dij hen niet zon kun
nen bereiken; - akkers zonder pioeg, zeeën, door geene schepen
gekliefd, rivieren welker oevers niet door bruggen verbonden zijn,
gronden zonder bezitters, dorpen uit slijk en klei gebouwd, eene
houten hoofdstadbouwvallen en ellende van alle kantenziet
daar het Ottomanische Rijk Te midden van die bouwvallen en el
lende, die zij gesticht hebben en telkens op nieuw bewerken, be
vinden zich ieder gewest eenige duizenden Turken, die, ontmoe-
d'gd en slaperig, in de steden, waarin Zij opgesloten zijn, zich
door het wettig berooven van de Christelijke en andere meer ar
beidzame volkstammen, een jammerlijk levensonderhoud verschaffen.
Ziet daar de meesters van een Rijkhetwelk in zich zelf meer waard
}s dan geheel Europa! Het bezit een zachter luchtgesteleen vrucht,
baarder grondveiliger havens en kostbaarder voortbrengselenen
het beslaat 60,000 vierkante mijlen.
En wilt gij weten, hoe de tegenwoordige toestand van dat Rijk,
Uit een knigs- en staatkundig oogpunt is? Weet dan, dat Wallachije
en Moldavië slechts in naam het oppergezag des Sultans erkennen,
en onder de vervvaarborging van Ruslandnagenoeg onafhankelijk
zijn. Servie, dat alleen meer dan het derde van Europecsch Turkije
uitmaakt en slechts door Christenen bewoont wordt, heeft, na veel
vuldige opstanden in het wezen der zaak, zijne afscheiding en onaf
hankelijkheid bedongen onder de regering van den Vorst Miloseh een
bekwaam en moedig vaderlander, waardig om een volk te bevrijden
en te beschaven. De Bulgaren, een talrijk, braaf en arbeidzaam volk,
wier menigvuldige en uitgestrekte dorpen de beide hellingen van den
Balkan bedekken en die tot in den omtrek van Adrianopel wonen
dulden slechts weinige Turken in hun midden en smachten naar het 00-
genblik om hen geheel te verdrijven. De gebergten van Macedonië zijn
door Grieksche en Albanische volkstammen bewoonddie bij elke
gunstige gelegenheid in opstand komen, om die omstuimige vrijheid
Het grootste gedeelte van Kiein-Azie, welks kusten alleen be
woond zijn, dat uitgestrekte Karamanie, dat in den ouden tijdver
sseheideue Koningrijken bevatte, is thans niet veel meer dan eené
woestijn. Diidr intusschen is de Mahomedaansche bevolking nog het
I talrijkst. Maar indien men Brussa, SmiruaKonsh en Kutayah uit
zondert, vier groote steden, waarin de echc-Turksche bevolking nog
de heerschcude isdan is ai het overige in de magc der Turkoman-
nen een woesten en zwervenden volksstamdie het Taurus-gebergte
bewoont, daar tegen de dwingelandij der Pacha's eene schuilplaats
zoekt, en van die hoogten slechts afdaalt, om zijne kudden in de
vlakten te doen weiden, of, indien men tegenstand biedt, de velden
te verwoesten, Gij zult een denkbeeld hebben van de weinige kracht
der bandendie deze landstreken aan de hoofdstad verbinden wan
neer gij weten zult, dat, gedurende den iaacsten oorlog, twee offi
cieren die van op eenen afstand van vijftig mijlen door Ibrnhim-Pa-
cha naar Smyrna werden gezonden in die stad van honderd duizend
zielen zijn gezag deden erkennen, en dat van geen der volksstammen
van Karamanie een enkel krijgsman geleverd werdoin hem te be
strijden. Syrië, die tuin der wereld, is nog de schoonste en vrucht
baarste landstreek van het Oosten. Daar leven bij elkanderzwer.
vende en landbouwende Arabieren Drusen, Metualis, Marioniïe, Mu
zelmannen en Syrische Grieken de echte Turken maken naauwelijks
het twintigste gedeelte der bevolking uit. De steden langs de kust,
zoo als AlexandretteLatakie, Tripolie, Bayrath - SaïdeJaffa en
Gaza tellen een groot aantal Christenen.
De Libanon is bijna geheel in de magt der Mafoniten, eene Ara
bische natie, van de Kacholijke godsdienst en 2 millioen zielen; eene
natie, die door haren moed en deugden eene wezenlijke onafhanke
lijkheid heeft verworven, vaste bezittingen heefeden grond be
bouwt, den koophandel en de beschaving bemint, en eenmaal in dat
gedeelte der wereld eene groote rol kan spelen. Zij erkent het ge
zag van den Groot - Emir der Drusen, de Emir Beschir, een staat
kundig en krijgshaftig grijsaard door de Turken en Egyptenaren te
gelijk ontzien, die door zijn magttvoord 50,000 strijders kan ligten
beurtelinge Aleppo, Damascus, Jerusalem en het Kunsteniand voor
zich doet vreezen, en vervolgens in zijn paleis van Pleden of
Dachet - el - Knmar, eene ontoegankelijke vesting in het midden van
zijn land, terugkeert. Hij gehoorzaamt de Turken niet meer* dan
de magtige vazallen in de middeleeuwen hunnen leenheer deden. Ilec
uitgestrekte Damascus verheft zich eenzaam te midden der woestijn.
Het heeft eene Turksche bevolking, (naar telt toch Ook 100,000 Ar
menische Christenen en vele Joden. Het overige gedeelte grondge
bied wordt bezeten of liever strekt tot buit van eenige Arabische
volksstammen, die te midden van het groote huisgezin der Muzel
mannen, hunne onafhankelijkheid bewaren en naaf dat hunne roof
zucht of grilligheid dit medebrengt, van den eenen meester tot dea
anderen overgaan.
Daar waar Syrië, steenachtig Arabie en de woestijnen van Egypte
aan elkander grenzen, vindt men Jerusalem, eene onzijdige, arme;
magtelooze stadgewoon het eenè juk met het andere te verwisse
len het middelpunt en heiligdom van alle de secten van Christenen
en te gelijk eene heilige stad voor de Muzelmannen d:e de Moskee
van Osman op de grondvesten van Salotno's tempel hebben gebouwd.
Weldra nadert men Egypte. Dat land levert op dit oogenblik een®
der verwonderlijkste schouwtooneelcn op, die het Oosten, waar alles
zoo vlugtig voorbijgaat, kan verschaffen. Gij kent den opstand vaa
Mehemèd - Alien den door zijn zoon Ibrahim behaalden roem. Hec
zijn beiden groote mannen, de vader door zijne staatkunde, de zoon
door zijnen degen. Ik heb den zegetogc van den laatsten bijgewoond
ik heb 'gezienhoe hij door hamerslagen tot binnen de muren van
Jaffa doordrong; muren, die zelfs Napoleon niet had kunnen doen
'waggelen; ik heb het bijgewoond, hoe hij geheel Syrië als over-
t winnaar doortrok, Damascus en Aleppo aan zijn gezag onderwierp,
'de beide laatste legers des Sultans,