A°. 1834.
ALKMAARSCHE COURANT.
11 ii
4ȣ*00Iv
JEEOEK v
Van MAANDAG Den 3 FEBRUARY.
Tt,
P U B L I C A T I E.
D* STAATSRAAD, GOUVERNEUR van NOORD-HOLLAND,
Brengt ter kennisse van de belanghebbenden, dat de dagen en uren,
waarop de loting voor de nationale militie successivelijk in de hooft!
plaatsen der kantons zal plaats hebben, en door de lotelingen hunne
ledenen van vrijstelling, welke zij vermenen te hebben, aan heeren
militie-commissarissen, ingevolge art. 83 der wet van 8 Januarij 1817,
moeten worden ingebragtbepaald Zijn zoo als op het hieronder
staande tableau is uitgedrukt.
Dat voor de stad Amsterdam de loting zal geschieden in de vier
achtereenvolgende dagen, hieronder vermeid, en wel in dier voege,
dat na afloop van lederen dag der loting, de bus zal worden
geiloten in eene kistwelke daarnazoo door heeren leden van het
plaatselijk bestuur, die bij gezegde loting tegenwoordig zijn, als
door beide heeren militie-commissarissenin het bijzijn van zoodani
ge lotelingen, als verkiezen zuilen tot den afloop der loting van
dien dag tegenwoordig te zijn, zal worden verzegeld, en op dezelf
de wijze den volgenden dag weder geopend.
Amsterdam. Voor de gemeente Amsterdam, de eerste d3g, Dings
dag den 18 Februarij 1834, 's morgens ten 10 ure, het rollen, tel
len in de bus werpen der nommers, het verzegelen der lotingsbus,
het aannemen van aanmerkingen op de alphabetische lijst, en voorts
alle verdere préparatoire werkzaamheden.
Tweede dag, Woensdag den 19 Februarij 1834, 'smorgens ten 9
lire, van die ingeschrevenen, weike tot dat einde zuilen worden
opgeroepen.
Derde dag, Donderdag den 20 Febrttarij 1834, 'smorgens ten 9
ure, van die ingeschrevenen, welke tot dat einde zulien worden
opgeroepen.
Vierde dag, Vrijdag den ii Februarij 1834, 's morgen ten 9 ure,
van dezulken, welke vim den derden dag mogteu zijn overgebleven.
Naarden. Gemeente, Waarden, Bussern, Hilversum, HuizenLarer.
en Btaricum, Dingsdag den 11 Maart 1834, 'smorgens ten 10 ure,
Weesp. Gemeente Weesp, Weesper-Carspe!'s Graveland Neder-
horst den Berg, Korten hoef, Muiden en Diemen, Maandag den 10
Maart 1834, '«morgens ten 11 ure.
Ouder - Amsttl. Gemeente Ouder - AmstclUithoorn, Nieuwer-
AmstelAalsmeer en LeimuidcnDonderdag den 13 Maart 1834,
's morgens ten 10 ure.
Heemstede. Gemeente Heemstede, ZsndvoortSloten, Spaarndam
Spaarnwoude en Bloemendaal, Dingsdag den 4 Maart 1834, '«mor
gens ten 10 ure.
Haarlem. Gemeente Haarlem, Zaturdag den 1 Maart 1834, 'smor
gens ten 9 ure.
Beverwijk. Gemeente Beverwijk Assendelft, CastricumUitgeest,
Heemskerk en VelzenMaandag den 3 Maart 1834, 'smorgens ten
10 ure.
Koog aan de Zaan. Gemeente Koog aan de Zaan, Krommenie,
WestzaanWormerveer en Zaandijk, Zaturdag den 8 Maart 1834,
'smorgens ten 10 ure.
'Zaandam. Gemeente Zaandam en Oostzaan, Vrijdag den 7 Maarr
1834, 'smorgens ten 10 ure.
Monnickendam. Gemeente IVTonnickendaniBroek in Waterland,
Buiksloot, Hoendam, Landsmeer, 't Eiland Marken, Nieuwendam en
Ransdorp, Donderdag den 6 Maart 1834, 'smorgens ten 11 ure.
Alkmaar. Gemeente Alkmaar, Bergen, Heiloo, Egmond Binnen.
Egmond aan Zee en Akersloot, Dingsdag den 4 Maart 1834, 'smor
gens ten 9 ure.
Schagen. Gemeente Schagen, BarsingerhornHarmgcarspel
SchoortSt. MaartenWarmenhuizen en ZijpeWoensdag den 5
Maart 1834, 'smorgens ten 9 ure.
Helder. Gemeente Helder, Texel en Vlieland, Donderdag den 6
Maart 1834, 'smorgens ten 9 ure.
Winkei. Gemeente Winkel, Abbekerk, HoogwoudNieuwe Nie
dorp, Oude Niedorp, Terschelling, Spanbroek, Wieringen, Wierin-
geruasrd en ZijbccarspelVrijdag den 7 Maart 1834, 'smorgens ten
10 ure.
Medtmblik. Gemeente Medemblik, Andijk, Nibbixwoud, Twisk
Zwaag en Hoogcarspel, Zaturdag den 8 Maart 1834, 'smorgens ten
9 ure.
Enkhuizen. Gemeente Enkhuizen, Bovencarspe!Grootebroek,
Urk er, Venhuizen, Zaturdag den 1 Maart 1834, 'smorgens ten 11
ti re.
llotrn. Gemeente Hoorn, Berkhout, Blokker, Scheüinghout en
Wognum, Maandag den 10 Maart 1834, 'smorgens ten 10 ure.
EJam. Gemeente Edam, Avenhorn, Beets, Middelie en Oosthui
zen, Vrijdag den 28 Februarij 1834, 'smorgens ten 11 ure.
Purmerende. Gemeente Purmerende, Beemster, Graft, Jisp, Rijp
en Wormer, Donderdag den 27 Februarij 1834, 'smorgens ten 11 ure.
Broek op Langendijk. Gemeente Broek op LangendijkHeer-Hu-
gowaard Koedijk Obdam OudcarspelNoord - ScbarwoudeScher-
aierborn, Ursem en Zuid - SchermerMaandag den 3 Maart 1834,
■•smorgens ten 11 ure.
Haarlemden 25ste» Januarij' 1834,
De Staatsraad, Gouverneur voornoemd,
Van TUYLL,
BUITENLANDSCHE B E Tv I G T E N.
F R A N K R IJ K.
Het vervolg der redevoering, door den Heer Lamartine den Sstêü
Januarij in de Fransche kamer der Afgevaardigden uitgesprokenen
waarvan de twee eerste gedeeltens in onze vorige nommers is mede
gedeeld.
Hij is een schitterend doch voorbijgaand luchtverschijnseldat Zij
nen weg slechts door verwoestingen kenmerkt; en bij zijnen dood
laat hij niets na, dan de gehetigenis van het gedruisch en de verblin
dende kracht van zulk een luchtverschijnsel. Zijne overwinningen in
landstrekenwaar noch nationaliteitnoch eigendommennoch een
vaderland bestaat, helderen die van Alexander op. De veroveraar vindt
niets dan slavenen wordt aangebedenalleen omdat hij overwint,
Gij ziet uit dit vlugtig tafereel, Mijne Heeren, dat het Otto-
mannische Rijk geen Rijk, maar eeue wanstaltige zamenvoeging vati
verschillende, ongelijksoortige volkstammen is, zonder eemge alge-
meenen band, zonder eenheid of vastheid bij het Bestuur. Gij ziet»
dat het niets is dan een stelsel van regeringloosheidop eene meer
dan gewoon groote schaal. Gij zietdat de levensademdie dit Rijk
bezielde, de godsdienstige geestdrijverij, uitgedoofd isgij ziet, dat
deszelfs rampzalig en verblind bestuur langzamerhand den stam der
oorspronkelijke veroveraars en behgerschers verslonden heeft, dat
Turkije te gronde gaatbij gemis van Turken
Te midden van dat uitgestrekte veld van regeringlootheid, met
den eenen voet op Europa, den anderen op Azie geleund, verheft
zich de hoofdstad van het Islamisinus. De Sultan Mahmudeen Vorsc
die in de school des ongeluks is opgevoed en het verval van het Rijk
inzietzonder het te kunnen belettenschijnt eindelijk aan zijnen
troon en aan zijn volk zoo zeer te wanhopen, dat hij eenige jaren
regereusen een schaduwbeeld van kracht en gezag van dezelfde Mo
gendheid afbedelt, die hij te vergeefs getracht heeft te bestrijden.
Rusland alleenMijne Heerenheeft de instorting van dien troon
de algeheele verscheuring van dat overblijfsel van oppergezag tegen
gehouden. Slechts weinige dagen behoefden te verloopen en de Sul
tan was niet meer, en Konstancinopel zag de Aranieren zijne muren
binnen trekken. Nog thans behoeft Rusland zijne geenszins belange-
loozemaar toch beschermende hand slechts terug te trekkeneu het
rijk stort in. Want ook onder die vernederende bescherming van
eenen vijand, siddert de Porte, en keeft de Sultan geenen gerusten
slaap. Hij is een enkelen dag een groot man geweest, den dag, toen
hijdoor verregaande veinzerijpersoonlijk moed en stoutheid van
geest, het erfelijk gezag der janitzaren vernietigde. Maar er zijn
Statenwier levensbeginsel in de gebreken hunner inrigting gelegen
is, en die in plaats van door eene hervorming een nieuw leven te
erlangen, daardoor sterven, en daaronder behoort het Octomarfche
Rijk. De krijgshaftige geest, die eigenlijk niets anders dan de geest
drijverij van den grooten hoop was, is met de Janitzaren verdwenen.
Er bestaat geen leger meer, en de onmogelijkheid blijkt, om de
volkzeden naar hervormingen te plooijen, die hier met zwakheid,
daar met verblindheid worden voorgestaan. De oorspronkelijke Otco-
mannische volksgeest bestaat niet meer!
En Mijne Heerenwat za! thans Europa doenzoo het den een
of anderen dag verneemtdat die laatste ichaduw van oppergezag
verdwenen is zal het eeuwigdurend tegen zich zelven gewapend
blijven, en de laatste stuiptrekkingen van het Oostersche Rijk bedaard
aanschouwen of zal Europa zelf oorlog voerenom te beletten
dat de uiteengerukte gevesten van het Ottomannische Rijk aan deze
of geene aldaar nog bestaande tnagt toebehooren zal het zich nim
nier onderling verstaanom dat vreesselijk ledig aan te vullen, dat
eene al te waarschijnlijke omwenteling aan het Oosten voorbereidten
dus dat Heerlijke gedeelte van Europa en Azie tot eene eeuwigdurende
onvruchtbaarheid, tot eene eeuwigdurende woestijn veroordeden
Neen Mijne Heerendat zou het toppunt van barbaarschheid en daar
enboven niet mogelijk zijn. Rusland is meester van de zwarte zee en
van den ingang van den Bosporushet bezet als het ware alle de
voorposten op de grenzen van het Oostenen wordt in de Zwarte
zee door de noorden winden begunstigddie aldaar negen maanden
van het jaar waaijen. Het zal dus altijd het eerste op oevers aanko
men, waar het door zijn noodlot en 2ijoe eerzucht geroepen wordt;
en daarenboven zou de overeenkomst vsn Godsdienst tusschen de zeer
talrijke Griekscbe bevolking van dat gedeelte der wereld en de Rus
sen hun in den geest des volks eene kans op de overwinning geven,
waartegen wij niets kunnen ovcrstellen. Wat staat ons dus te duen,
Mijne Heeren Ziet hierwat ik er van denk.
Het voorledene behelst dikwijls heilzame lessen voor de toe
komst, lessen, die wij niet altijd begrijpen, doch die door den loop
der gebeurtenissen duidelijker worden. Europa behoorde datgene te
doenwatdoor eenen geheel anderen veroveringsgeest gedreven
het oude Rome, in welks plaats het getreden is vroeger gedaan
heeft, het behoorde die orbis Romanusdie Rr>mei »clie wereld te
herstellen, waarvan men langs alle de oevers van Klein-Azie, die
eenmaal met Romeinscbe steden bedekt warende bouwvallen weder-
vindt. Europa tnoet die oude wereld, die algemeene heerschappij
op nieuw in het leven roepennie: door kracht van wapenen en ge
dreven door eere onvruchtbare roemzucht; maar enkel door het na-
tuurljjk overwigt aijner verlichting, en handelende in eenen geest
Deze Courant wordt geregeld eens in de week en wel op_ Maandag voor de Prijs van 6 Centen uitgegeven.