A*. 1834,'
ALKMAARSCHE ypffFSI^V COURANT.
Jo
12.
BCievJii gp fffc
Van MAANDAG
i&J I
Den 24 MAART.
duitschland.
NEDERLANDEN.
J M' rl7 J{iI!RfMH{l?''it(H!flUfMm?
:^w«'iiiiiiHiiimH!'t;;liaiilflUiWi'.tgtBiBitlOffiiB Jl
Dexe Courant wordt geregeld ems in de week en wel op Maandagrw Ayf rw« 6 Centen *Agrg^«.
BU1TENLANDSCHE BE1UGTEN.
F R A N K R IJ K.
In den namiddag ran den i6ien heefc in den tuin van het paleis
tier Tüllerien een volksoploop plaats gehad, veroorzaakt, doordien
zich aldaar drie vrouwen vertoondenwaarvan de eene van het hoofd
tot de voeten in het blaauw, te tweede in het rood en de derde 111 het
wit gekleed was, blijkbaar met het doel, om eene leyend.ge voor
stelling van de tegenwoordige nationale kleuren 1te geven. De aan
drang des volks rondom deze vrouwen was weldra zoo groot, dat
men het raadzaam heeft gekeurd, om dezelve door stads - sergeanten
Uit den tuin te doen verdrijven.
Uit verschillende Duitsche gewesten doen zich klagten hooren
©ver de schadelijke gevolgen, welke men thans van den ongewoon
lachten winter begint te ondervinden. In Rhijn - Hessen hebben de
veldmuizen zich op eene ongelooflijke wi. ze vermenigvuldigden;
rinen groote schade aan. De met winterkoren en klaver bezaaide;
velden zijn door dezen dieren geheel ondermijnd en vernield.
Uit de omstreken van Koblentz wordt gemeld, dat een groot deel
der vruchcboomeu aldaar, welke ten gevolge van de vroege warmee
reeds in vollen bloe stonden, dit jnar geene vruchten zuilen dragen, J
alzoo de ingevallen Vorst en sneeuw den bloesem volkomen vernield
hebben.
ZWITSERLAND.
Uit Bazel wordt van 10 Maart het volgende gemeld:
De tegenwoordige toestand van het landschap Bazel leven een
toieiuv bewijs op var. het toenemend zedebederf onder deszelfs be-
wo ers. Suuikrooverij en moordvroeger in ons geiukkigen vreed
zaam ia .die ongehoorde misdaden vallen nu maar al te dikwerf voor
en zijn SC .er aan de orde van den dag. la de daad zijn de wegen
thans zoo onveilig, dat de naar de stad komende arbeidslieden zich
n.et meer alleen op den weg wagen, maar bij troepen hier aanko
men en dat de vrschtwagen een gewapend geleide noodig hebben. Voor
omstreeks drie wMten werd in onze nabijheid een bode van de hem
toevertrouwde en aan Bazel.-c ie hui/en toebehoorende goederen
berooid en vermoordja zelfs op klaar lichten dag zijn eenige
naar I ïestal reizende landraden aangerand geworden. Eenige jonge
lieden uit de staddie zich gisteren morgen naar buiten begeven
hidden zijn bij hunne terugkomst aangevallen en een hunner is
Zwaar gewand eti van al wat hij bij zien had beroofd geworden.
Z'dkè voorvallen ziin weinig geschikt, om het oude verkeer
ttisscheu stad en land weder te herstellen, maar moeten integendeel,
rot "toote schade voor het laatscgemeldeveroorzaken, dat de stad
2ieh me r en meer afzondert. Voor onze omwenteling bragten hon
derden van hulsgezinnen uit de stad den Zondag op het land door
velen hielden daar een verblijf van verscheiden weken, waardoor veel
geld ten platten lande verspreid werd. Nu is dit geheel anders ge-
worden: alles begeeft zich naar het naburige Beden, enmijdt een
land waar men zijn eigen geld niet met rust kan verteren."
't Gravenhage, den 18den Maart.
Naar men verneemt, heeft Z. M. de Koning dezer dagen ver
ïlaard dat de manschappen der nationale militie, welke de dienstijd
van vijf jaren f minder, ingeval van vroeger ontslag, om wettige
redenen) het zij in persoon, of bij vervanging, hebben vervuld,
moeten worden 'beschouw, hunne dienst te hebben volbragt, en der.
halve eenen broeder aanspraak te verleenen tot finale vrijstelling, in
g' vclge art "2 en n3 der wet van 1820, ook dan wanneer de om
standigheden/krachtens de grondwet of eenige andere wet, eene
langere in diénst-houding medebrengen.
Heden vereeren H. H. K. K. H. H. de prins en prinses van
Oranje met hunne tegenwoordigheid een dejener dansant, 't welk
door eenige ongehuwde hecren, die de gastvrijheid der haagscbe
buizen in den afgelóopen winter genoten hebbenals eene tegenpartij
in het Badhuis te Scheveningcn wordt gegeven.
r)en -den dezer maand is te Scheveningen in den hoogen onder-
dom van 81 jarenoverleden Cornell's Spaansde laatst in leven
gübievetie der drie moedige visscherslieden van genoemd zeedorp,
dm in 1781 nadat de Engelschen hunne pinken vijandiglijk in beslag
hadden genomen, het waagden, om in een zeer klein, open bootje,
slechts van weinig leeftogt voorzien, uit Engeland naar de vader
landse ie kust over te steken, en die deze stoute onderneming., in
weerwil van ve'erlei gevaar, gelukkig volvoerden. De verdienstelijke
Schweninger D.chcer C. Gebelheefc d t moedig stuk in der tijd waar-
diglijk bezongen, en de uitgave vtn zijn daarover in 1831 in het
licht verschenen gedicht doen strekken om het lot der twee dezer
visschersdie toen rog in leven waren v te verzachcen. Den HSderi
dezer heeft de heer Gebelmet een aantal andere ingezetenen zijner j
woonplaats, Cornells Spaans naar zijne laatste rustplaats op hec'sGra-
venbaagsche kerkhof vergezeld, en eene lijkrede bij zijn graf uitge
sproken. De heer M. Baak heefc daarbij 111 dichtmaat eene hulde
aan den overledene toegebragcde kosten van wiens plegtige begra-
fenis door de stedelijke regering van 's Gravenhage en door eenige
edelmoedige burgers gedragen zijn,
Gravenhage den losten Maart.
Den iSden dezer maand heeft in de Lutersche oude kerk te Am
sterdam het gewone jaarlijksche openbaar verslag van den staat def
stads - armenscholen plaats gehadwelke bloeijende en wel ingerigte
scholen bij voortduring der hoofdstad tot eere verstrekken. Hec ver
slag werd gedaan door den tijdelijken voorzitter van het collegie van
curatoren, den heer mr. Anthonij Backer jr., en bleek daaruit, dat
in het laatstverioopen jaar 4261 arme kinderen van alle gezindheden
op deze scholen onderwijs hebben ontvangen behalve nog een aan
tal van 1039, de gedurende den winter de avondscholen hadden be
zocht; 981 leerlingen hadden de scholen verlaten, van welke 152
waardig zijn gekeurdom met een loffelijk getuigschrift ontslagen te
worden, en onder dezen 21 met buitengewone eereprijzenterwijl
er 79 wegens verzuim of minder behoorlijk gedrag van de schooi»
lijsten waren afgeschreven. Al deze opeue plaatsen zijn in den loop
des janrs wederom aangevuld, en nog bleven 1710 kinderen inge
schreven die onderwijs ver.augendoch wegens gebrek aan plaats
niec kunnen worden toegelaten. Ook de werk- en leerscholen al
waar meisjesdie zich vroeger op de sinds - armenscholen loffelijk
hebben onderscheiden, in de meest onontbeerlijke vrouwelijke hand
werken worden onderwezen ten einde daardoor in haar vob.end le
ven haar eigen onderhoud te kunnen winnen, bevinden zich in ge-
wenscheen s.aat, en werden in 1833 door 156 meisjes bezocht.
Na het Voorlezen van die verslag en nadat de met lof ontslagene
kinderen proeven van hunne gemaakte vorderingen hadden gegeven,
werd aan elk van deze het gewone geschenk van twee hembden en
tweepaar kousen uitgereikt; aan 21 leerlingen werden buitengewone
eereprijzen uitgedeeld; en 12 jongelingen, die zich, na het verlaten
der scholen, door vlijt in hec uitoefenen van hun ambacht en door
goed gedrag, die onderscheid.ng hadden waardig gemaakt, ontvingen
ieder een zilveren zakuurwerkmet daarop gegraveerd stadswapen
en het jaartal 1834, 0o,£ werd asn een v'Jlcal meisjes, die, 11a het
verlaten der scholen, door goed gedrag en naarstigheid hadden uitge
munt voor rekening van eenen onbekenden menschenvriendeen
geschenk in zilver uitgereikt. De plegtigheid, waarbij de burgemees
ter der hoofdstad en vele aanzienlijken tegenwoordig waren, werd
door het beurtgezang der kinderen afgewisselden met eene rede»
voering van ,den heer Backer .besloten.
's Gravenhage den listen Maarte
Het verVolg en slot betreffende het stuk voor het hof van assises
alhier de openbare regtspleging begonnen in de zaak van Constant Po-
larie (zich ook genoemd hebbende Carrarageboortig uit hec Zw;t-
sersche kanton Tessiu, beschuldigd van in 1829 dat bekenden dief
stal van juweeien en kostbaarheden in het paleis van HH. KK. HH.
den prins en prinses van Oranje te Brussel gepleegd te hebben.
Naar aanleiding van deze omstandigheden is Polari beschuldigd van
diefstal bij nacht, door middel van overklimmingalsmede uitwendige
en inwendige braak, in een bewoond huis te hebben gepleegd.
Na het voorlezen der acte van beschuldiging zijn de debatten ge
opend. A's getuigen zijn gehoord: de heer de Rtiijffvoormalig
directeur der politie te Brussel; de heer Schultz, secretaris van II.
K. H. de prinses, en Natalie Tsc'ernicheff., voormnals kamenier van
H. K. H. De laatstgenoemde getuige was eerst den vorigen avond
uit Petersburg aangekomen. Volgens de getuigenis van den heef
de Knitf had men bij het paleis voetstappen van meer dan éen per*
soon gevonden, doch de besc'ui digde heeft stellig ontkend, dat hij
medepligtigen had. De verklaring der beide laatstgenoemde ge
tuigen betreffen voornamelijk de herkenning der wedergevondene kost
baarheden. Voor het overige komen de drie getuigen 01 dcriing vol
komen overeen omtrent de bevinding der braak in den morgen na
den gepieegdeu diefstal.
De bij de debatten- afgelegde verklaringen van den beschuldigde
hebben geen nader licht over de zaak verspreidt. De toedragc der
zaak aan Hof verhalende heefc hij gezegd, dat hij door het zien van
voorwerpen, die naar goud geleken, en door hem in het voorbij
gaan va.i het paleis waren opgemerkt, tot den diefstal was uitgelokt.
Zijne getieele rede droeg het kenmerk van verbittering over zijne
u tie nering en van verontwaardiging over het verraad door Blanche
gepleegd veeleer dsn dat dezelve middelen tot verdedig.ng cf ver
ontschuldigingof ze.fs beloofde inlichtingen bevatte.
De advocaar-generaal Junius van Iletnert heefc de aa-'klagt ontwik
keld, en gerequ .reerddat de beschldigde zoude worden veroordeeld
tot het maximum der bij de wet bepaa de strai namelijk tot gevan
genisstraf van 15 jaren, na voorafgaande tepronksteliing op een scha
vot.
De heer mr. J. de Bis, welke den beschuldigde tot verdediger
was toegevoegdheeft in zijne pleitrede aangemerkt, dar de he-
scbu'digde hem bij eene stellige 'schriftelijke verklar.ng genoodzaakt
heeftom de exceptie van onbevoegdheid van het Hof met voorte-
stellen, ec dat de bcschoid.gde ook getne verdediging hoegenaamd