A*. 1835.
ALKMAARSCUE
N°. ió-
COURANT,
V ft n MAANDAG
Den aö APRIL.
Burgemeester en wethouders der stad alkmaar.
Deze
Courant wordt geregeld eens in de week en wel op Maandag voor de Prijs Van 6 Centen uitgegeven.
Ontvangen hebbende eene dispositie van den heer Staatsraad Gou
verneur van Noord - Hollandvan den 8ste« April 11.houdende be
paling omtrent de tijd der uitgifte van de verklaringen van aangifte
voor de personeele belastingen over den dienst van 1835 C 3<S-
Gezien art. 20 2 der wet van 29 Maart 1833, (Staatsblad no. 4).
- Maken aan de ingezetenen dezer Stad en Jurisdictie bekend:
Rat de Ontvanger der Directe Belastingenbinnen deze Stad aan
derzelver woningen te beginnen met den 4dea Mei aanstaande en ver
volgens, zal doen bezorgen een beschrijvings-biljethetwelke inhoudt
eene korte schets van de grondslagen der voornoemde belasting, zijnde
l*. De Huurwaarde
2°. De Deuren en Vensters
3°. De Haardsteden
4°. Het Mobilair
5°. De Dienstboden en Werkloden
en 6'. De Paarden.
bij"velk biljetwaarin deszelfs verpiigting jegens 'sRijks Schatkistmet
betrekking tot de belasting zal worden opgegevenaan ieder ingeze
ten de noodige vragen dien aangaande, ter beantwoording zullen zijn
voorgesteld, ten einde hetzelve met de meeste naauwkeurigheid in-
tevullen.
Dat binnen acht dagen, na de uitreiking van voormelde biljetten,
dezelve ingevuld van de woningen der ingezetenendoor of van wegc
den Ontvanger zullen worden afgehaald.
Dat zij, welke bij het bezorgen der biljetten of ook bij hec terug
halen van dezelve mogten zijn overgeslagenzich in geen geval mo
gen beroepen op zoodanig verzuimmaar in tegendeel gehouden zijn,
om de vereischce en behoorlijk ingevulde verklaring vóór of uiterlijk
op den 3tsten Mei 1835 intedienen, ten kantore des Ontvangers, al
waar de biljetten ter invulling steeds verkrijgbaar zullen zijn.
Dat een ieder gehouden isde te doeue aangifte met zijne
handteekening te bekrachtigen, of ingeval iemand betuigd niet te
kunnen schrijven, deze invulling in deszelfs naam door den ontvan
ger of zijne gemagtigden te doen bewerkstelligenmet vermelding
der redenen waaromhetwelke zal moeten geschieden in tegenwoor
digheid van eenen derden persoonwelke de aangifte na voorafgaande
voorlezing met den ontvanger of deszelfs gemagtigde zal teekenen.
Burgemeester en Wethouders verwittigen voorts naar aanleiding van
het laatste gedeelte van 2 van art. 30 der voorsz. wet, de belarg-
hebbenden, dat als tegen- schatters ingevolge 2 van art. 29 zijn
benoemd
Cornelis Cr oil, I J. J. Huiskamp,
Willem Hamer, en Cornelis Koeman.
en dat de bevolking dezer Stadvoor zoo veel dezelve tot maatstaf
van de belasting van sommige grondslagen dienen moet, bedraagt een
getal van 9155 zielen.
Burgemeester en Wethouders vermanen een ieder hunner ingezete
nen 'ora met de meeste naauwkeurigheid en binnen den bepaalden
termijn de invulling hunner beschrijvings-biljetten te bewerkstelligen,
ten einde de orde en geregelden afloop der beschrijving te bevorde
f enen zich tevens te beveiligen, tegen het nadeel, hetwelke een
gevolg zonde zijn van de toepassing der boeten eti pseualiteitenwel
ke tegen valschheid en onnauwkeurigheid der invulling zijn vastgesteld.
En op dat niemand hieromtrent onwCtenheid voorwende, zal deze
afgekondigd en in de Stads Courant geplaatst worden terwijl afschrift
zal worden medegedeeld aan den ontvanger der directe belastingen
tot deszelfs informatie.
Alkmaar, den I4dea April *835.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
FONTEIN VERSCHUIR.
Ter Ordonnantie van Dezelven
De DIF.U FONTEIN VERSCHUIR.
zijn: met verdere informatie, datdedaatbij geconcerneerde Ambte
naren op nieuws aangeschreven zijn om alle de bepalingen omtrent
den Herijk der Maten en Gewigten, met verdubbelden ijver te hand
haven, en tegen de overtreders dier bepalingen, behoorlijk te waken."
Burgemeester en Wethouders vertrouwen dat de belanghebbenden,
zich de voorsz: tijdsbepaling voor den JJk bestemd, zullen ten nutte
makenom hunne Maten en Gewigteningevolge de bestaande ver*
ordeningen, te doen herijken, ten einde zich te waarborgen tegen de
bepaalde] pcenalitéiten tegen nalatigen Vastgesteld, terwijl een iegelijk
wordt opmerkzaam gemaakt, dat de Kalk, Olie en Tecrniatenbij de
aanbieding tot den Ijk, behoorlijk zullen moeten zijn schoongemaakt,
ten einde den Arrondissements-ÏJker tot eene behoorlijke verificatie
in staat te stellen.
En opdat niemand hiervan onkundig zouden zijnzal deze worden
gepubliceerd en geaffigeerd, mitsgaders in deze Stads Courant wor*
den geinsereerd.
Alkmaar, den i^dea Maart 183s.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
FONTEIN VERSCHUIR,
Ter Ordonnantie van dezelven
De DIEU FONTEIN VERSCHUIR,
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der STAD ALKMAAR,
Gezien art. 13 van het reglement op den Herijk der Maten en
Gewigten, in Noord-Holland, gearresteerd den 31 Januari] 1822.
Gezien art. 2 der Notificatie van H. E. G. A. de Heeren Gedeputeer
de Staten van Noord-Holland, in dato den 20 Februarij 1823, n&. 25
(Prov. blad n°. 24.)
Gezien de Publicatie van welgemelde Heeren Gedeputeerde Staten
van den 16 September 1824, n°. 16, Prov.bladn0. 161.)
Brengen bij deze ter kennisse van alle Winkeliers, Neringdoende
lieden en andere belanghebbenden dat door de Arrondissements-IJker
alhier, tot den Herijk van aile de thans in gebruik zijnde Maten en
Gewigten, daaronder ook begrepen de Vochtmaten voor den handel in
het groot, in het gewone Locaal zal worden gevaceerd, gedurende
de maand April, de vier eerste werkdagen der week, des morgens
van acht tot twaalf en des namiddags van twee tot vijf uremet uit
zondering van het Medicinaal en Goud en Zilvergewigtwaartoe spe-
siaal zal worden gevaceerd, gedurende gezegde maand, des Vrijdags
namiddags van 2 tot 5 ure.
Herinnerende Burgemeester en Wethouders alle voormelde Winke
liers neringdoende lieden en andere belanghebbendenaan de Publi
catie van H. E. Gr. A. de Gedeputeerde Staten van Noord - Holland
van den 16 September 1824, houdende:
Dat alle door hun in gebruik zijnde Maten en Gewigten, inge-
volfce de bepalingen daarbij vermeid, Jaarlijks behooren Herijkt te
worden en dat alie die hierin nalatig mogten zijn, of verzuimen
hunne Maten of Gewigten Jaarlijks naar behooren tot den Herijk
aan te bieden, zich aan de pcenaiiieiten blootstellen welke vaslgestëld
BURGEMEESTER en] WETHOUDEREN der Stad ALKMAAR
In overweging genomen hebbende de onderscheidene bezwaren om
trent de gewone verhuisdag op den eersten Mei aanstaanded-or den
ais dan plaats hebbende Kermis en Marktdag, hebben daarin willende
voorzien, goedgevonden te bepalen: Dat in plaats van op Vrijdag den
eersten Mei, de algemeene dag der verhuizing zal plaats hebben, op
Maandag den vierden Mei daaraanvolgende.
Alkmaar, den 3isteB Maart 1835.
Burgemeester en Wethoudcren voornoemd
FONTEIN VERSCHUIR.
Ter Ordonnantie van Dezelven
De DIEU FONTEIN VERSCHUIR.
BUITENL ANDSCHE BERIGTEN.
RUSLAND.
De bevolking van St. Petersburg bedroeg in het jaar 1834 blijkens
officiële bescheiden 441,370 inwoners, 288,766 van het mannelijk en
152,612 van het vrouwelijk geslacht. Daaronder waren 1800 geeste
lijken; 39,120 adelijken en beambten; 60,545 krijgslieden van muueré
rangen; 8029 kooplieden; 25,322 handwerksliedenwaaronder 1205
buitenlanders; 9276 vreemdelingen; 77,565 dienstboden; 118,898
boeren. Er hadden 50 zelfmoorden plaats geiiad.
SPANJE.
De berigtdn vat! de Spaansthe grenzen loopen tot den 9den April;
Lord Ellint bevond zicli toen nog altijd te Bayotmeen had zelfs
voor de boodschappers, die hij naar het hoofdkwartier van don Car
los wilde afzendennog geen vrijgeleide kunnen verwerven zoodac
de onderhandelingen met dien vorst nog niet begonnen waren.
De generaal Mina bleef, volgens deze berigten, steers te Pampe-
luna, en was zeer ongesteld. Sommigen hielden echter deZe ziekte
voor een voorwendsel, hetwelk de generaal gebruikte om aan zijne
weikeloosheiddie door den slechten geest zijner troepen veroorzakc
werd, eene goede kleur te geven.
Lumbiereene versterkte plaats ten zuidoosten van Pampeluna,
werd door de Carliscen ingesloten gehouden, die allen tbevoer van
levensmiddelen daarheen afsneden. Onder de bezetting dier plaats
waren dien ten gevolge reeds Onlusten ontstaanzoodac de bevelheb
ber eene compagnie Arragonezendié niet langer blijven wilden,
had laten aftrekken.
Overigens maakt mén in sommige dezer berigten steeds melding
van desertie, die onder de Csrlisten heersclue. Allen komen aaarin
overeendat de oorlogvoerende partijen zich ten platten lande aan
allerlei roof en verwoesting schuldig maken. Den isten April is eed
capucijner - monnik j Don Ignacio Laruga, bp last van Mina, te pam
peluna doodgeschotenomdat hij vöor Don Carlos had gepredikteri
den aden is in de drooge gracht dier vesting hetzelfde doodvonnis
uitgevoerd tegen den Pastoor van Huesa, omdat men in diens kerk
geweren en krijgsbehoeften had gevonden.
In eenen brief uit Sarragossa van den 4den April vindt men het
volgende over de aldaar plaats gehad hebbende onlusten
Op den schouwburg dezer stad werd onlang eene tooneel-voo'r-
stelling gegevendie een bepaald vaderlands lieveird doe] had. Een
zanger uit onze hoofdkerk had daarbij een vaderlandsch lied gezongen.
Den dag 11a deze voorstelling liet de Aarts - bisschop den zanger bij
zich komen, bragt hem onder bet oog, dac men niet te gelijk dienaar
der kerk en van don schouwburg wezen kon en d.tzette hem van
zijne bediening. Deze strenge handelwijze verbitterde het volk bui
tengemeen, Den 3den had er Oen oproer plaatsdat tot twee uren
na middernacht duurde en re midden waarvan vele kreet'eu en bedrei
gingen tegen den Aarts-bisschop werden gehoord. Ten laatste drong
het gepeupel in een klooster door, en vermooide aldaar twaalf gees
telijken of monniken. Thans (bij bet afzenden- van den briel) heerschc
hier eene schijnbare kalmtemaar men vreest nog voor nieuwe onlusten,'*