1 1 s n I 1 I li 1V A'. 1835. ALKMAAR SC IIE N-'.^o. c O U R A N T. n 1 W 1 1 tVL/S^ Van MAANDAG m«Wiliiiii;!iiHii!)iiiii'1ii^,i!i:' .-*r r>en 5 OCTOBER. v... A r> x O a 1 ïttiWn - »i 3(> l-V ."i 3 4*3* m J& -w,^ J y^V-'AAlivaSa L^lOOfi--» 1 IXIK» ;!2!> l inm L m libr; ;n<>' nsa*» ia *1". 1. *;f»« j n :i !*l - 2>z» Courant werdt geregeld eens in de week en we' op Maandag, voor de Prijs van', 6 Centen Huge. even. J^URGEMEESTER en WETHOUDERS d-r Stad ALKMAAR fcrengen bij deze ter kennisse van de ingezetenen dézer Stad eh luris- dictie, dat het Kdhier vsu de belasting vor Weg- Straat en Brug gelden over 1835gedurende acht dagefl ter visie van een iegelijk zal liggen ter Stads Secretarie en wel van den 28*'™ dezer maand tot en jnet den 6den October ««trstaandedageliik-s (uitgezonderd des Zon dags). van des morgens 10 tot des namiddags 2 ure. Alkmaar, den 34"=" September 1 °35- burgemeester en Wethouders d r Stad Alkmaar F O T E 1 N V RA C 11 U I R Ter Ordonnantie van dezelven I)e Dl EU FONTEIN VERSCUU1R. KENNIS r; E K t N G. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der STAD ALKMAAR, brengen bij deze ter kénnisse van de ingezetenen dm zei er Stad dat Kohier der Patenten over net dienstjaar, 1835/5A01» dm 14e» dezer door den Hedf Staatsraad Gouverneur van Noord-Hólland i-executoir verklaard, en op heden door II. h, A. aan den Heer O uvanger der Directe belastingen bin en deze Stad ter invordering is overgegeven. Ieder ingezetenweike daarbij belang heeftwordt alzoo vermaand ep de voldoening'vim zijnen aanslag behoorlijk acht te geven, ten einde alle geregtelijke vervolgingen welke uit nalatigheid zouden vuoru Vloeijen te ontgaan. Alkmaarden z8cn September 18-5. Burgemeester en Wethouders voornoemd. De S O N N A V I L L E. Ter Ordonnantie van D zëT'en S, C. b. HOLLAND. DINNENLANDSCHE B E R f G T E N. Alkmaar, den i'Aslcn September. In de Staats Courant leest men het volgend; merkwaardige berigt Paramaribo, den ^den julij, I. zen wij in de Staats Courant van Zaturdag den eösten Sep- temVr het treurig nengt dat de vroti v van 'Jen kau'ómiier L. F F1 ey in gar izoen or> de touerese Nietiw Amsividun, op Vrii- tia der iaden ii d ar te voren, na de aankoop van eenige Ie vesm ddtlen ter dezéf stede, weder in een corjaalvergezeld onder anderen van efeiieu mulatten slaaf, genaamd William, van bier was f vertim ker zonder d t men tot op die tijd eenig nari it van die vrouw öp de t'oruues Nieuw Amsterdam had bekomen, en daarom te reg- vrees.de, d t haar liet ergste was overgekomen, voorzeker zal her. dan evenzeer de grootste verbnz g bij O' ze -lezer* wekken, als hui- De aan. oening gaarde maken, wanneer zij uit het ordermaandenari de redactie mi gocderhaud verstrekt, verhaal, hetwelk door dez vrouw aan de bevoegde autoriteit ir. de koloniei Berbice is .gedaan, de gevaren zullen lezen,' waaraan Anette Maria Freygeditrend. zoo vele dagen, is bloot gesteld geweest, tot dat zij aan de. zooge naamde Coram: ij "(-olie kust, 111 de naburige kolonie Berbice, is aan geland en haar vertrouwen op Gods Indoe niet alleen met eene trcff.-.de uitredding uu eer. buitengewoon levensgevaar is be oond maar haar doorgestaan leed daarenboven weldra door den onmidde lijken bijsta, d. van het gouvernement van Britsch - Guiana even zeer als door de me ich'.ewV.heid der autoriteiten en ingezetenen in de kolonie Berh ce. 00 rlle mogelflke wjjzeis verzachczijnde de ge redde vrouw d rfe'iik op last van den heer gouverneur van Britsch-Gui- *na met de daartoe opzette.liik afgehuurde FrSn.sche schoner /furore, gevoerd dbór sCb ppei Gui no, naar haren man en be.r.kk-iogen te- triggezooden nadat Zime Escell.door den heer sher.fr, A. van Rijck de Groot, in de'gezgde kolonie met het ongelukkig weder varen van Annette Maria Frey was bekend gemaakt. „Zal voorzeker de lezer met ons instemmen, dat wij, door openlijken dank voor de aan deze vrotiw bewezen tnenschl evenheid toe te brengen, te korc zonde doen aa onze overtuiging, dat, on der de we dadige wederzijdse!)e Britsche en HoUandsc'be koloniale gouvernementen opk de autoriteiten en ingezetenen over cn weder steeds in goede gezindheid jegens elkander zullen wedijveren, dan gaan wij thans liever over, om Annette Mat ia Frey zelve te doen verhalen, wat haar, sedert haar veitrek san Paramat.bo op Vrijdag den iaden |unij 11., is wedervaren: Op Vrijdag middag van den 12den tl 11 ij II., omstreeks half twee ure, vertrok ik van het fore Amsterdam naar Paramaribo, met de sloep van oen heer van Gelder, 0111 levensmiddelen te koopen ahyaar ik om drie ure aanlandde. De uoodige aankoop, bestaande in boter, kans, ham, zeep en jenever, te zpmen voor het bedrag van f55, gedaan hebbende, ging ik daarmede naar de waterkant, alwaar ik een schulp - corjaal vond met twee Negers, welk, vaartuig mijn man, volgens afspraak, mij na had gezonden 0111 daarmede nog dien dag van de scad aan het lort terug te. komen. Wij verheien de stad met het vallen van den avond, met het begin der ebbe; de Neger Wilhelm zac aan het'stuur, de %ndere Neger, wiens naam mij onbekend is, zac aan den achterkant, en ik plaatste mij op den middenbank van de corjaal, en wij scheepten ai. Hef volgende uittreksel, uit het Zop verdienstelijke weten, s'clfappeltjk' maai dschrift van den heer S oetens, is aan ons voorgekomen niet te veel te kunnen wonen bekend gemaakt. Ov r DE Honds Dolheid, Razernij en Watervrees. De razernij heeft meestendeels zijnen oorsprong bij de honden, en ouder de oorzaken telt men vaoruamejuk i i°. door het geb.ek van de behoeften der liefde te voldoen of liever gezegd om te kun nen koppelen; a°. gebrek van zweet ng of nfiwazérning3°. ge brek aan drinken. In Mei, en ïh September vooral. heDffbn de mees. te ongelukken plaats, en de con'ranle'n dte'cn ons dikwij's de droe vigste gevolgen medeom de uoodige hulp niet in tijds aan de ge wonden werd toegtbragc. Y i 'tt f -V, Ik bespetird;, dat de beide Negers be choiiken wéren, dan de 'aal met mauig zijnde, kon ik nut hen met opreken o. hun soor- z 1 11 eici aanbevelen. A es een tamelijk wel te gaan, tot aan den over* eek bij Ja rliist'oen ontstond er twist cpsscben Wilhelm en z.iiw at (zoo ik ge'oof over het scheppen), tie veike tot die hoogte r< s-, dai de eersigeme.de nwc zijn schepper den auden 11 een >iag ttrc u e toe te brengen welke d 'Or dezen wierd afgeweerd, ter zeiver md Wilbt.m s hand grijper de en "vast houdende; hierdoor zijn balms verliezende, viel hij uit de co.jial, en trok W'lh.elm bij de iriöfd we'ke hu vast hield, Ook over boord in het water. Weinig had h t gescheed of de corjaal was ter zelvtr ti'd in dien si.ijd omgesla gen: dezelve hid water gesch pc en wa, h If vol) ik scnrikte ge weldig en dacht niets anders of de co.jml zoude met mij gezoi ken zul!, en sc reeuwde om hulp, Met een calbas, die ik gelukkig in de éa'jaal vond, hoosde ik 'het wa^er un, en dreef met de felle ebbe haar beneden. Het weder was öntstuimig, met zwéren wind", hegCn en donder» hetgeen mij alles des te akeliger maakte, en waardoor mijn „estadig roepen niét moet gehoord zijn. Den geheelen nacht dus angst en ftoudédoor den feilen re gen, nebbendv doorgebragtbevond' ik ituj met het aSnbreken' vi.n den volgenden dag,ver 111 zee uit de rivier gedreven, kunnende te' naainverndtfa aan den linkerkant het botch onderscheidenterwijl aan de fegierzijde de- wijde Oceaan lag. - Het bezet' van mijnen luilptioozen toestand, ginds en herwaarts geslingerd, in eene open en lekke c u p, tusschen hooge baren, dacht ik alle dogenblikken verzwolgen e zullen worden: 111 cteZtn angst led ik tot God, om mij genadig 111 mijn gioot gevaar te willen zijn, en hulp toe ie Ze. den, In dezen versèhrikkelijken toestand, ben ik zeven dagen en r.e'At ni'.cu.eü op het- w.ter en ten prooi der golven geweest, des daags- blootgesteld aan eene brandende zon en des nachts aan de koude' door de zware s.órtr&gvns. Welke lailtsten echter de eenigste middélen waren0111 mijnen feilen dorst ie laven eetuhaai had mij reeds de dorsc gedwongen, zeewater te driuketn Daarna, bij -de zware stortregens, ving ik de droppels regen Op 111 eene kom, m c weike ik mijn dorst laafde; De corjaal lek zijnde, zoo moest ik gestadig het zoutwater uit- hóozen het regenwater, hetwelk daarin viel, was daardoor Prak en wubrukbaar; ik leed minder vai tien honger, vermits ik met eeii peinismes, hetwelk ik gelukkig hij mij had, 1111 en dan een stukjd van het mager gedeelte van den ham sneed en gebruikte, en waar mede ,k het leven behield. Eindelijk erbarmde zich God over mij, en ik sloeg aan wal, egeu een bpsch op den vroegen morgen van Vrijdag den ipden I uu ijheigeen ik nader vernam, dat de Curaiicijr.kust was; dan' ..eiaa! de zware bi a .ding tegen de kust dreigde mijnen gewiss- ni ó..ae'rgaiig. In dien ve'rsChrikkeljiken angst d Cht ik te zuilen be- - Wijken"; ik hield mij aan het bosch va-tkort daaiop begon het Water te vajUn en de corjaal v.el droog» Ik stapte er uit dank té God Voor mijne woi.derdadigé redding', en wandelde heen en wedef »p het 'stra,.d om wen' dooaogr op het drdóge" léhrl te vu den; dart dit waf te vergeefs; vermits ik er o..bekend Was. Met den vloed, W-s ik weder verpligt m de' coijaal eenê schuilpf-ats te nemen, om met 'het nooge wat r hie: te verdrinken. In dezen onz"keren toe* stand Eéikevrde tk van V ijdag" morgen den jpdeu tot Maandag mor. gen den asten Junij, op welken ochrendstond ik verder dan nnar gewoonte wandelende, aan eene kreek kwam, alwaar ik mij regé met het zoete we r veikw kre. Ik taani ket bcsfhit, nu de kreek te doorwaden, welver depte mij, in het m.dde»10': aan den liais. kwamen aan'de audrie zijde gekomen zijnde, ontdekte ik voetstappen mijn hart sprong van vreögdeen die sporen volgende; kwam ik kort daarna óp een' voord'm, a'lwesr ik twee Negers, al.» wacluliedeu vond; -* deze Negers bfagtefl mij op de plantagie Al- ness, bi| den president vrederegter van het district, der. heer O. L. jViuir. de mij zoo wel als de h'eefen' planters met alle menrchlie- vendheid hebben bijgestaan en verzorgdtót dat ikop last van den heer ScbenfF van Berbice, naar de stad Nieuw Amsterdam ben ge zonden, alwaar ik van'kleederen en ge d ben voorzien, 0111 van d'ar, op kósten van hetzblve gouvernementnaar mijne familie in Surma* me terug te keeren." 5 ui I I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1835 | | pagina 1