s fe D. A". 1837.; "ALKMAARSCHE N°. COURANT. 33' Van MAANDAG /Ss ^{Ji®MMiüin!!Kr!!ii!!?!!!ifiti»Kim{?,!(iff!:;s!!M!R:iTn^!f Den I4 AUGUSTUS. ik?' buitenlandsche berigten. v -V Deze Courant wordt geregeld eens in de week en wel op Maandag voor de Prijs van 6 Centen uitgegeven. F R A N K R IJ K; "e Hertog en Hertogin van Orleans zijnna rotten en Elboeuf te hebben bezocht, in den avond van den 3den Augustus te Havre aan gekomen en hebben in die zeehaven eene danspartij te hunner eere bijgewoond, waarbij 1,700 personen tegenwoordig waren. Het geven dier danspartij op kosten der stedelijke kas schijnt vroeger te Havre tot eenigé gisting aanleiding gegeven te hebbendie echter door het in hechtenis nemen van eenige kwaadwillige is gestild. De Hertog onderhoudt zich op zijnen togt overal over de plaatstelijke belangen der ingezetenen en heeft onder anderen aan de werklieden der fabrijken te Elboeuf gezegddat hem de moeijelijke toestand, waarin zij zich ten gevolge van de kwijning der nijverheid bevondenniet onbekend wasdocht dat zij dien tijdelijke druk met dienzeifden moed moes ten verdragen, als zij in 1830 voor de bevordering van de zaak der vrijheid aan den dag hadden gelegd. Dein n°. 184 der Staats - Courant vermelde Ferand, die, als verdacht van misdadige bedoelingen tegen de leden van het Koninklijk geslachtonlangs te Havre in hechtenis is genomen is thans gebleken een Pieraonteesch uitgewekene te zijn. Hij is gevankelijk naar Parijs I opgezondenen aldaar den 5denna eene eerste verhoor te hebben ondergaanbuiten allen toegang gesteld. Victor Boireau, die aan deu afschnwelijken aanslag van Fieschi heeft deel genomenschijnt steeds onoverkomelijke hinderpalen te j ontmoeten, 0111 Europa te verlaten, en ztch naar Amerika, waarheen' hij verbannen is, te begeven. De Fransche oorlogsbrik le Laurier aan boord waarvan hij was ingescheept is den 3osten Juiij door het hoogst onstuimige weder ten tweeden male genoodzaakt geworden om te Bres: weder binnen te loopen. De matrozen schreven de stormén, die dit schip nu bij herhaling heeft door te staau gehadaan de te genwoordigheid des genoemde misdadigers op het schip toe, en men vreesde, dat zij met ligt met hem aan boord weder zee zouden wil len bouwen. Voor eenige dagen is in het Parijssche dagblad la Gazette des Tribunaux een uitvoerig en op eene romaneske wijze uitgewerkt ver haal verschenen nopens eene zeer stuitende regtspieging, wegens in subordinatie, die in een klein stadje van het Russische gewest W'ol- hynie tegen zeker Saksisch edelman Anguel genaamd, en als vaandrig bij een Russisch rcgement huzaren dienei de zou hebben plaats ge had Deze edelman werd in du verhaal voorgesteld ais een onregtvaar- dig mishandeld mensch en als een slagtoffer zoowel van de ijverzucht van zijnen kapitein als van den slaaiscbeo geest van e'enén Russischen krijgsraad. Men voegde er bij, dat Keizer Nikolaas, na kennis geno- 11101° te hebben van het door den krijgsraad gèveide vonnis, waarbij Anguel tot de spitsroeden werd veroordeeld, daarop eigenhandig eenige regels 'nad geplaatst', volgens welke die straf nog behoorde te worden verzwaard'en als aanleiding tot d e buitengewone gestrengheid werd opgegeven dat de vaandrig zijne opvoeding op de hoogescliool te Erfurt had erlangd en daar te liberale begrippen had ingezogen. Wie met den geest der Parijssche drukpers bekend ishield dit ver haal dadelijk voor een logenachtig verzinsel, uitgedacht, om in het dagblad een paar kolommen te vüllen en de Parijssche ledigloopers lelegenheid te geven van dapper tegen de barbaarschheid der Russen uit te varen. Thans nu wij het bedoelde verhaal elders overgeno. men vinden mcenen wij te móeten doen opmerken dat de geestige schrijver vïui het journal de Francfort, in het nummer van dat blad van den 3den Augustus, reeds 111 een aantal bijzonderheden heeft aan getoond dat de beschrijving der regtspieging tegen den vaandrig An guel van allerlei onwaarschijnlijkheden wemejt, en ten minste bewijst, dat de vervaardiger daarvan niets van de wijze van regspleging in Rus land weet. Die-Fransche vervaardiger zegt bijvoorbeeld, dat Anguel, toen hij in Junij van dit jaar zijn vonnis onderging, 26 jaren oud was, en tevens dat hij op de hoogeschool van Erfurt liberale begrippen beeft ingezogen: die hoogescbool bestaat echter sedert 181 6 niet meer. De Fransche" schrijver iaat Anguel tot ligchaaths - straf veroördeelen terwijl in Rusland de edellieden daaraan nooit onderworpen zijn; Hij laat in den krijgsraad een soldaat en een onderofficier zitting nemen, en zelfs (geheel naar de Fransche manier van zien) vóör den be schuldigde spreken terwijl in Ruslandvolgens stellige wetsbepa lingen alleen officieren aan de werkzaamheden der krijgsraden deel hebben. Hij laat den Keizer een vonnis bevestigen en verzwaren; hetwelk, verondersteld, dat het mogelijk ware, door het hoóge militaire Geregtshof zou moeten worden bekrachtigden begaat een aantal misslagen van denzelfden aard. Ia één woord, het Joürnal. 'de Francfort heeft voldingend bewezen, dat men door partijzucht 1 geheel verblind moet zijn, ora aan het vehaal van het Fransche dag-1 blad geloof te slaan. GRIEKENLAND. Volgens berigt uit Athenen van 6 Julij had de pest op liet eiland Poros nagenoeg geneel opgehoudener waren in de laatste dagen geene nieuwe ziektegevallen voorgekomen, en men vleide zich deze plaag' weldra geheel te zullen zien verdwijnen. Een jong Duitsch geneesheer doctor Rothlauf, die zich op Poros met groote zelfopoffering aan de behandeling der pestzieken had toegewijdwas het slagtoffer zijner menschüevendheid geworden. In de Maina schenen volgens deze berigten weder onrustige tooneelen te zijn voorgevallenwaaromtrent echter geene nadere bijzonderheden worden medegedeeld. i ITALIË. De Allgemeine Zeitung geeft een berigt uit Napels van ne Tnlü. volgens hecwclk de cholera aldaar steeds afnemende bleef, maar in cq omstreken der stad ten platten lande nog altijd hevig woedde. Om trent de verwoestingen dier ziekte en de verdere voorvallen' in' S ci- lie zegt dit berigt voorts, heeft de regering tot hiertoe het diepste stilzwijgen bewaard. Het alhier uitkomende dagblad der Beide Sicilien heeft daarvan nog met geen woord gewaagd. Maar juist ten gevolge van deze geheimhouding, worden de belagcheiijksie geruchten in om loop gebragt. Bijzondere brieven uit Palermo melden alleen dat de ziekte aldaar in hevigheid veel vermindert, maar zij behelzen geener lei of zeer onbeduidende tijdingen van staatkundigen aard, zoodat wij ons met gissingen moeten vergenoegen." Door den Oostenrijksche'n Beobachter worden thans de volgende berigten uit Napels van 21 Julij medegedeeld, die eenige meer stel iige bijzonderheden bevatten omtrent den staat van zaken in Sicilië;" De tijdingen uit Palermo waren sedert eenig dagen zeer treurig. Op eene bevolking van omstreeks 120,000 bewoners die aldaar ach tergebleven waren, overleden er op sommige dagen 1,800. Van deti ister. tot den 14 Julij waren 18,551 perso en gestorven; den iodeti binnen 24 ureq 1,803; Sedert is de ziekte eensklaps zoo zeer ver minderd, dat in de drie dagen van 15 to: 17 Julij slecht omstreeks 300 sterfgevallen geteld werden. De schrik was onder alle klassen al gemeen; verschelden ambtenaren, geneesheerenapothekers, bakkers namen de vlugt. De gemeenschap met Palermo werd afgebrokenen uit de omliggende dorpen werden geene levensmiddelen meer naar die stad gebragt. mishandelingen en enkele moorden werden er gepleegd- De troepen deden hunnen pligt; nadien eenige moordenaars in hech tenis en leverden ze aan het geregt uitde overhedendie zich aan vankelijk een weinig zwak betoond haddenontwikkelde de grootste werkzaamheid, en alles keerde in de hooidstad tot de gewone orde» terug. Anderk Was het gesteld in de omliggende plaatsen. In Bagaria* Carini, Abbate, Capace en vele andere geraakte het volk in opstand- wapende zich, vermoordde de overhedéu en ontwierpén éenen togc naar Palermo, ten einde deze stad te plunderen. De bezetting nam terstond eene sterke stelling buiten de stad 111en zond mobile colonnes tegen de aanrukkende plunderaars uit; De overste Statella, broeder van den Prine Cassaro, versloeg verscheiden benden en nam 72 op standelingen gevangen, die haar de gevangenis te Palermo gebragt werden. Öp het doof den telegnlaph alhier (te Napels) ontvangen eerst® berigt van het oproer, deed de Koning terstond 600 jagers inschepen- Zij werden bij Salonto (achter Bagaria) ondanks den tegenstand der aldaar vereenigde opstandelingen aan wal gezet. Daar men niet kon voorzien, hoé vér de opstand Zich zoude uitstrekken, dééd de Ko ning in den nacht van den i5den od den ióden nog 3,000 man onder bevel van den generaal Desauger inschepen. Men twijfelt niet dat de plotselinge aankomst dezer troepen vol doende zal wezen, om de oproerlingen te breidelen; om intnsschen niets op bet spel te zetten, en voor alles voorbereid te zijn, gaf de Koning bevel om nog eene reserve van 3,400 man te formeren, die bereid is ora op den eersten wenk met zes stoomboten te vertrekken* Napels blijft intusschen van eene toereikende bezetting voorzien. SPANJE. De Parijssche Monileur van dén 7den Angnstns behelst Weder het volgende telcgraphische berigt Bordeaux den $dcn fugustus's namiddags ten iialf zes ure Volgens de berigten der gouverneurs van Alcaniz en Casoe, van den 31 sten Julij, is [de Garlistische bevelhebber] L.langostera met twee bataillons en vijf stukken geschut, den 29steu te Or£a aaijjieliotnen den wég naar Mora aan de Ebro. [eenige uren buven Tortosa] inl slaande. Men gelooft, dat Don C'arlos, het oogmerk heeft om zich naar dat punt te begeventen einde aldaar over de genoemde rivier te gaan. De graaf de Luchana is tot minister van oorlog benoemd. De benoeming van den géneraal Espartero, die sedert zijne bij Bil bao op de Carlisten behaalde vo'ordeele'j den naam van graaf van Luc hana draagt, wordt ook reeds, in biyzoqde're brieven uit Madrid van den 3osten Julij Vermeld. E'en dier brieven deelt het volgende mede: Het gebrek aan gek) doet zich hier steeds levendig gevóelen. Het is zoo nijpend, dat tr.ün voor het oogenblik geen gevolg heeft kunnen geven aan het oiit'Verp, om den brigadier Albainmet een duizend tal ruiters van de nieuw opgerigte regementen, naar Toledo en la Mancha te zendenten einde de gemeenschap in die streken alwaar Paliilos met zijne Carlisten steeds de postwagens aanhbudc en de brie venmalen onderschept, te beschermen. Hij zou daarvoor 6.000 pias ters noodig hebben, doch men kan ze niet voor hem bijeen brengen. Zoo ook verzekert men, dat de artillerie van Espartero te Guadala- xara achter moet blijvenbij gemis der noodige fondsenom het materieel daarvan volledig te maken. „Espartero is thans tot minister van oorlog benoemd; doch men heeft hem den generaal Seoane toegevoegddie zeer aau het tegen*

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1837 | | pagina 1