A". 1837. ALTtMAARSCHE N°. 36. COURANT. Van MAANDAG '.iiüiüiiiiinl Den 4 SEPTEMBER. 6i\ 57% 54% 63% iiiHpiiniHii Deze Courant wordt geregeld eens in de week en wel op Maandag voor de Prijs van 6 Centen uitgegeven. KENNISGEVING; J3URGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ALKMAAR, brengen bij deze eer kennisse van de ingezetenen derzelve Staddat het Kohier der Patentendienst 1837/38, op den a8"e,> dézer door den Heer Staatsraad Gouverneur van Noord - Hólland is executoir verklaarden op lieden door H. A. aan den Heer Ontvanger der Directe belastingen binnen deze Stad ter invordering ii overgegeven. Ieder ingezeten, welke daarbij belang heeft, wordt ilzoovermaand op de voldoening vaii zijnen aanslag behoorlijk acht te geven, ten einde alle geregtelijke vervolgingen welke uit nalatigheid zouden roortvloeijen te ontgaaii. Alkmaar, den 3o"c:' Augustus 18371 Burgemeèstcr en Wethouders voornoemd, FONTEIN VERSCIIUIR. Ter Ordonnantie van Dezelven De DIEU FONTEIN VERSCHUIR. BINNENLANDSCHE BERIGTEN. 's Gravenhage, den 31 sten Augustus. Voor het volgende, uit Geertruidenberg van dén djstefl dezer ge schreven, is de plaatsing in ons dagblad verzocht: Is er eene gemeente in ons Rijk, die stof heeft tot dankerken tenis, wegens 's Rollings vaderlijke goedheid, dan is het voorwaar de Kaciiolijke gemeente van den Hout, bij Oosterhout, in deze provincie. De genoemde gemeente toch, die, sedert den jare 1787 zich met eene armzalige zoogenoemde schuurkerk," had moeten benelpen, ziet thans, door Zijner Majesteits mildadigheid en de ruime bijdragen der gemeenteledenniet slechts hare kerksehuur aanmerkelijk vergroot, verbeterd en verfraaid maar mag daarenboven zich hoogelijk verheu gen over het bezit van een' aanzienlijke torenvoorzien van uurwerk en twee klokken, alsmede over eenen r.ieuwgebouwden steenen ko renmolen. Geen wonder dus, dat 's Konings verjaardag, even als in geheel ons vaderland, door de gemeente van den Hout, op gisteren, met de hartelijkste dankbaarheid, jegens tien Vorst, waaraan zij dat alles heeft te danken is gevierd geworden daar het schier aanhou dend klokkengelui, voor die gemeente zoo ongewoon, en het wappe ren der Nederlandsche vlag van torenspits en molen top de gemoeds stemming der fecsthoudenden niet weinig heefc verhoogd, en schier eiken welgezinder, zich heeft doen vereenigen met de plegcstatige Te DewHsdie uit zoo vele heiligdommen, ten dien dage, toe den Gever van al het goede zijn gerezen." Met verlangen zien wij thans de eerste tijdingen re gemoet omrreni s Prinsen verdere reis, welke wij met eerbiedig vertrouwen hopen, dat even gelukkig moge wezeu als de togten die tot dusverre ziju volbragt." In de Jsvasche Couranten tot den nésten April vindt meti hét vol gende, geüagteekehd Batavia deu i4deu en i8den dier maand: Wij vervullen eene zeer aangename taak, doör otlzen lezeren de behouden aankomst te Makasser te melden van Z. K. H. Prins Willem Frcderik Hendrik, aldaar den 6den Maart jl.na eene gelukkige reis aan boord van Zr. Ms. fregat Beilonain eenen volmaakten welstand, ter reede gearriveerd. Denzelfdeu dag bereikte ook Zr. Ms. brilt de Snelheidhare bestemming. Z. K. H. die zich den volgenden morgen aan wal begaf, heeft slechts weinige dagen te Makasser vertoefd; Reeds den nden ligtté de Bellona weder het ankertot het vefvolgen üpr teis naar de Mo- lükko's. De ontvangen berigten getuigen van de waarde, welke te Makas ser gehecht is geworden aan het zoo bijzonder en ongekend voorregt, om aldaar eenen telg ui' het aan elk Nederlander dierbaar huis van Oranje aanwezig te zien een voorregt hetwelk ook te dezer hoofd plaats met redenop hoogen prijs is gesteld en waarvan de vermel ding in de geschledrollen van Nederlands Indië gewis eene voorname en belangrijke plaats zal innemen. Te Makasser heeft Z. K. H. het fort Rotterdam, het Raadhuis, de kerk, het hospitaal, de school, de gevaugemssen en al wat verder van eenig belang wasbezigtigd. De Vorst van Goakennis bekomen hebbende vari *s Prinsen arri - vement, deed Hoogstdeuzelve. op den dag der receptie, plegtig door gecommitteerden verwelkomen en deszelfs welmeenen vragen opzig- telijk zijnen wensch om bij Z. K. H. tot een bezoek te worden tóe gelaten. De Prins besloot center zulks niet af te wachten, maar ge- j Zi bruik te maken van de noodiging tot het bijwonen eener jagtpartij i Zondag met het oogmerk om alsdan ook de hoofdplaats Goa en het huis van den Vorst te gaan zien. Op den bestemden dag was het weder ech ter niet gunstig en de jagtpnrtij had derhalve geen plaatsdoch Z. K. In de Leijdsche courant leest men het volgende: De heeren S. Mliller en P. W. Korthals, wier terugkomst van Java dezer dagen werd aangekondigd en sints eenige maanden met verlangen te gemoet gezien, zijn thans werkelijk in het Moederland en bereids te Lëijdeu terug gekeerd; de eerste na eene afwezigheid van twaalf, de laatste van zes jaren. De heer Muller, welke te gelijk met de heeren Boie, Macklot ën van Oort, in commissie tot hét natuurkun dig onderzoek was afgereisd, is, helaa^! de eenig overgeblevene van dit lofwaardig viertal, en met de treurige taak belast geweest, om aan deze zijne waardige vrienden en wetenschappelijke togcgeuoocen de laatste eer der dooden te moeten bewijzen. Groot en menigvuldig zijn dan obk de gevaren geweeit, waaraan die heer op zijne reize was bloodgesteld. Sedert zijn vertrek van hier, in het laatst van 1825, bezocht hij het grootste gedeelte van het Wes ten en de geheele Noordkust van Java. Vervolgens vertrok hij over Macassar Celebes en hec eiland Boutonnaar Aaiboina van daar over de Banda-eilanden langs de Zuidwestkust van Nieuw-Guiueaen keer de vervolgens over Timor baar Java terug. Reeds in 1827 was de voortreffelijke Boie té Buitenzorg over leden; in 1828 vonden Zippelius en, in 1829, van Raalten op Timor hun graf; terwijl de wakkere Macklot, in 1832, in het Giawangsche op Java het slagtoffer werd der muitende Cheineécn. Later ondernam de onvermoeide Muller eenen nieuwen togt naar dé Noordwestkust en de binnen landen van Sumatra, werwaarts hem de heeren Korthals en van Oort vergezelden doen van waar alleen de eerstgeraelde met. hem terug kwam, zijnde de laacStgemélde in 1834, tc Padang insge lijks eene prooi des grafs geworden. Eindelijk besloten de heeren Muller en Korthals hunne zwervende wetenschappelijke loopbaan met eenen togt naai: Barneo, alwaar zij £ich 4§ maand ophielden en ge- iukkiglijk aan al de gevaren ontkwamen, waarmede zulk eene reis e» het oponthoud in zulk een oord, het land der Dajakkersnoodwendig moet vergezeld gaan. Groot en aanzienlijk zijn de verzamelingen, welke deze moedige reizigers bijeen eh medegebragt hebben. Thans bevinden zij zich hier, om hunne wetenschappelijke loop baan in rust voort te zetten en de geleerde wereld met de belangrijke vruchten hunner reizen bekend te maken; waartoe hun de noodige krachten, lust; gezonoheid en de meescmogelijke ondersteuning mo gen ten deele vallen." r Verliametj wij onlangs uit de nieuwspapierendat ér in de maand Maart 11, te Brunswijk een groot volksfeest had plaats gebed, ter gelegenheid der inwijding van een gedenkteekenter eere van eenige aldaar in den j a be 1809 op bevel dec Fransche Regering get'u- sileerde wapenbroeders van den majoor von Schili opgerigt, het verj- strekc ons in meer dan een opzigt tot genoegen ce kunnen melden dat eindelijk ook hec stoffelijk overschot van den dapperen von Schilt zeivenwiens nagedachtenis aan geheel Duitschland dierbaar isop eéne waardige wijze aldaar ter aarde zal besteld worden. Deszelfs van' liet ligchaam afgehouwen eu op liquor bewaard hoofd bevond zich na melijk sedert 1809 in de verzameling van wijlen onzen beroemden hoog leeraar Bfugrtfans, die echter bij uitersten wil bepaald hao, dat het zelve op zekere voorwaarden beschikbaar zou blijven, örn Op Duit- schen bodem te begraven. Dit wederlege dan ook reeds genoegzaam allerlei lasterlijke uitstrooisels, alsof het hoofd des dapperen kriigs- mans alhier bij voortduring op eene onvoegzame wijze in eene open lijke, wetenschappelijke verzameling werd ten toon gesteld. Want voor zeker gëlijk het Nederlandsche volk voor geen ander onderdoet in trouw en gehechtheid aan Koning en Vaderland, weet het evenzeer die deugden bij anderen te eerbiedigen. Gaarne derhalve geeft nee de overblijfselen van den held, die voor Duitschlands vrijheid viel, aan zijn vaderland terug, nü het verzekerd is, dat üezelve aldaar eerie wel verdiende rustplaats zullen erlangen. Reeds voor eene geruimen tijd was Z. R. H. Prins Frederik der Nederlanden er op bedacht omt dezen wensch te verwezenlijken, en het is dan ook door Hoogstcfes- zelfs tusschenkomstdat dit stoffelijk overschot aan onzen hoogleeraar Blume is overgeleverd, als welke zich met de overbrenging van het zelve naar Brunswijk wel heeft willen beiasten en in wiens tegen, woördigheid hetzelve eerlang aldaar zal begraven worden. STAND van den Thermometer te ALKMAAR. Volgens de Schaal van Fahrenheit. 27. Maandag 28. Dingsdag 29. H. begaf zich evenwel den volgenden dag naar Goa, en te Makasser Woensdag 20. teruggekeerd zijnde, werd de Vorst den loden Maart jl.vergezeld 'b van al de Goasche grooten, in een plegtig afscheidsgehoor by Hoogst- Douderdag3i. deuzelven ontvangen, J Vrijdag 1. Aug. 1837. 's morg. ten 8 ure 59% en 12 ure 99 H 99 99 99 99 56% 99 99 99 60". 99 99 99 99 99 99 60 99 99 99 63*. 99 99 99 99 99 99 56% 99 99 99 63% 99 99 >9 99 99 99 99 99 99 6i\ 99 99 99 99 99 99 6J% n 99 ff 6l°. Sept. 79 ff 99 99 99 99

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1837 | | pagina 1