A° 1837.
ALKMAARSCHE
N°. 40.
COURANT.
imf sssfea
Bi
Van MAANDAG
Den 2 OCTOBER.
kennisgeving.
fw&m
.-/A.---
^i)l!BI{^!ilj!!!IHI!'!t'lllil"!:;i;lill!!lil'!'nilliliil!"!"!l|'':
Deze Courant word: geregeld eens in de week en wel op Maandag voor de I'rijs van 6 Centen uitgegeven.
URGEMEESTER en WETHOUDERS df.r Stad ALKMAAR
Gezien de dispositie van den Heer Staatsraad Gouverneur van Noord-
Holland, van den ïöden Augustus 11 n°. van deu navolgenden
inhoud
De STAATSRAAD, GOUVERNEUR van NOORD-HOOLLAND,
On'vangen hebbende eene missive van Z. Exc. den Minister van
Binnenlandsche Zaken, van den lo^n Augustus 11., n°. pii« Afdee-
liug, van deu navolgenden inhoud:
's Gravenhage den roden Augustus 1837.
Heeren raden en generaal meesteren der munt, hebben mij, bij
derzelver missive van den isten Augustus jl., n®. te kennen ge
geven, dat langzamerhand, zelfs bij sommige gemeente-besturende
erroneuse meening is ingesloopendat de veritiaringenwelke alle
kooplieden en werkmeesters in goud- en zilver, naar aanleiding Van
art. 72 en 73, der wee van 19 brumaire, 6e jaar, bij de mnnicipali-
teit van het kanton, alwaar zij gevestigd zijn, verpligtzijn afteleggen,
zoude kunnen vervangen worden door eene gelijke verklaringwelke
bij de wet van 21 Mei 1819, (staatsblad n°. 34) ter bekoming van
bet patent gevorderd wordtdat niettemin de bedoelde verklaringen
als geheel afgescheiden van elkander te "beschouwen zijn, zoo wel
wat het doel betreftwaartoe zij gevorderd wordenals wat derzel-
ver yortn en inhGtid aanbelangt, dat eindelijk de ten deze bestaande
dwaling, ligtelijk tot vervolging tegen de waarborg-schatpiigtigen zou
de kunnen leidenen zulks te meerdaar het toenemend aantal der
clandistine (althans bij het munc-bescuur niet bekende) handelarende
noodzakelijkheid heeft doen gevoelen, om met eenigen nadruk de be
velen tot handhaving der ten deze bedoelde wetsbepaling te hernieu
wenom alle welke redenen, voormeld siaacs-collegie mij heeft ver
zocht, om door eene algemeene aanschrijving aan de heeren gouver
neurs'te willen bewerken, dat, van nu voortaan, bij het bestuur van
elke gemeente, binnen welke waarborg-schatpiigtigen gevestigd
Zijn, of zich later mogcen komen te vestigen, een register tot het
opnemen van derzelver beroeps aangiften, (onafhankelijk van hetgeen
dienaangaande ten aanzien van het patent-regc is voorgeschreven,)
worden aangelegd.
Door de mededeeling van net vorenstaande, aan het verlangen van
raden generaal meesteren der munt voldoende, heb ik tevens de eer
U 11 E G. uiitenoodigen daaraan voor zoo veel U. II. E. G. ge
wést betreft, op de meest doelmatige wijze het noodig gevolg te
Willen geven.
Ten slotte heb ik de eer, naar aanleiding vén het door meergemeld
kollegie aan mij te kennen gegevenehierbij nog aan U. H. E. G. te
d,oen opmerken dat als waarborg-schatpiigtigen te beschouwen zijn,
niet alleen de eigenlijk gezegde goud- en zilversmeden of kashouders
maar ook de juweliers, diamantzetters, pleet-werkers, messenmakers,
kroopmakers, instrumentmakers, gouddraad - trekkers passement- en
borduurwerkers, mirwerkers en herstellers, kooplieden in kramenjen,
uitdragers brillen - verkooperszwaardvegers, wapen- en stempelsnij
ders polijsters, wisselaars en in het algemeen, al wie eemge, het
zij geheel of gedeeltelijk, ui: goud en zilver bestaande werken ver
vaardigt, bewerkt ol daarin handel drift.
0 De Minister van Binnenlandsche zaken,
(«ft.') De K O C K.
Heeft de eer de stedelijke en gemeente - besturen in dit gewest,
daarvan te doen kennis dragen, met uitnoodiging om, overeenkomstig
het verlangen des .Ministers, indien er reeds in hunne stad of gemeen
te waarborv-schatpligten gevestigd zijn, of deze zich aldaar later mog.
ten komen te vestigen een register tot het opnemen van derzelver
beroeps aangiften (onafhankelijk van hetgeen dienaangaande ten aan
Zien van het patent-regt is voorgeschreven) aanteleggen en behoor
lijk bijtehouden
E11 zal deze in het provinciaal blad worden geplaatst.
Haarlem, den i6den Augustus 1837.
De StaatsraadGouverneur voornoemd
(aet.) V a N T U Y L L.
Brengen, nwr aanleiding van dezelve, ter kennis der belanghebben
den du ter Stedelijke Secretarie een register is aangelegd en ook
verd'er zal worden bijgehouden tot het opnemen van derzelver be
roeps-aangiftenen worden mitsdien alle, die tot zoodanige aangiften
verpligt zij uitgenoodigd hieraan te voldoenzullende dagelijks
met uitzondering van Z011- en Feestdagen, van des morgens tien tot
des namiddags twee ure, de gelegenheid gegeven worden, tot het aan
nemen van schriftelijke en onderteckende verklaringen houdende op
gave van NaamVoornaam woonplaats en soort van beroep.
Alkmaar, den 2dstca September 1837.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
FONTEIN VERSCHUIR,
Ter Ordonnantie van Dezelven
De D1EU FONTEIN VERSCHUIR.
C A T I E.
Brengen zulks bij deze ter kennisse van de daarbij belanghebben
den met last, om zorg te dragen, op gemeld tijdspip in groote
tenue gekleed, en gewapend, voorzier. van alle de veld- en equipe-
mentstukkente verschijnen op ret plein der Nieuwe Doelen, binne.il
deze Stad, ten einde aldaar te worden geïnspecteerd.
Burgemeester en Wethoudersvermanen ieder belanghebbenden aan
deZe oproeping te voldoenten einde zich voor de onaangename ge
volgen welke nalatigheid zoude veroorzaken, te beveiligen.
Alkmaarden 2Óstïn September 1837. 1
Burgemeester en Wethouders voornoemdi
FONTEIN VERSCHUIR.
Ter Ordonnantie van Dezelven
De DIEU FONTEIN VERSCHUIR.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ALKMAAR,
geven bij deze aan de ingezetenen dezer Stadte kennen dat door
de stemgeregtigde tot Kiezers zijn benoemd geworden
De Heeren Hermanns Helling, D». Leonard de Sonoaville en
Mr. Matthijs Hendrik Weldijk.
Alkmaar, den September 1837.
Burgemeester en Wethouders der Stad Alkmaar
FONTEIN VERSCHUIR.
Ter Ordonnantie van Dezelven
De DIEU FONTEIN VERSCHUIR.
BUITENLANDSCHE BERIGTEN.
D U I T S C H L A N D.
De Hoogeschool van Göttingen heeft den i7den September en vol.
gende dagen het feest van haar honderdjarig bestaan gevierd. Een
groot aantal aanzienlijke vreemdelingen en vroegere kweekelingen de
zer vermaarde Hoogeschool had zich reeds vroeger daarheen begeven.
Daaronder behoorde ook de door geheel Europa roemrijk bekende
Alexander ven HumboltIn den avond van den i5den hebben de^ stu
denten zich voor het hótelwaarin deze geleerde en staatsman zijnen
intrek genomen had, verzameld en hem door een luid vreugdegejuich
van hunne vereering doen blijken, d heer Humboldt is op het balkon
van het gebouw verschenen, en heeft, terwijl onder de talrijke me
nigte de diepste stilte heerschte eepe aanspraak gehouden. Hij zeide
daarin dat hij gedurende alle de lotwisselingen van zijn leven en zijn
rondzwerven door verafgelegene lauden, steeds met liefde aan Göt-
tengen, waar hij voor 50 jaren zijne wetenschappelijke vorming had
erlangd, gedacht had, en dat hij het ais een groot voorregt beschouw
de, in den avond van zijn leven nog het jubelfeest der Hoogeschool
te mogen aanschouwen. Hij sloot met eenige hartelijke vermaningen
aan de studerende jeugd. Den I7den is ook de Koning van Hanovet
te Göttingen aangekomen, en heeft aan de godsdienstige plegtigheden,
waardoor die eerste dag van het feest werd gekenmerktdeelgenomen.
Kort 11a 's Konings aankomst hebben alle de studenten der Hoogeschool,
hunne Hoogleeraren en een aantal aanzienlijke getioodigden zich in
plegtigen optogt naar de Johanues-kerk begeven. De studenten waren,
naar hunnen landaard in benden verdeelden voor de inboorlingen der
onderscheidene Dtiitsche en vreemde landen die daar lessen der wijs
heid komen opzamelen, werden banieren met het wapen van hun land
uitgedragen. Onder anderen merkte men den prachtigen standaard der
Noord-Amerikanen op. De Hoogleeraren waren allen voor het eersc
in bun nieuw ambtgewaad, bestaande in eenen zwarten tabbaard, met
eenen kraag en opslagen die naar de verschillende facculteiten an
ders gekleurd zijn gekleed. Onder de Hoogleeraren zag men met ge
noegen den beroemden Blumenhach, die, in weerwil zijner hoogc ja
ren op den arm van zijnen zoon leunendeden stoet volgde. Nadac
in de kerk god-dienstige gezangen, door muzijk begeleid, waren uit
gevoerd, heeft de Hoogleersar Liebuer eene leerrede gehouden, waar
voor hij de woorden van i Koningen XIX, vers 914. tot tekst had
gekozen. Het hoofddenkbeeld zijner rede wasdat het nasporen der
waarheid, zoo als dit op de Duitsche Hoogeschoien plaats had, eene
aannadering der Godheid behoorde te zijn hebbende hij daarbij van
de denkbeelden in den tekst omtrent de wijze, waarop de Alroagtige
zijne nabijheid verkondigt, een tref}"nd gebruik gemaakt. Naden afloop
der godsdienstoefening trok de stoet, met even veel plegtigheid als
te voren, naar een plein der stad, alwaar onder het gebulder van bet
geschnt een nieuw standbeeld van den Engelschen Koning Willem IV,
hetwelk op kosten der stedelijke regering van Göttingen is opgerigt,
ontblood werd. Des namiddags gaf de Koning in een daarvoor inge-
rigt lokaal eenen maaltijdwaar bij Alexander von Humboldt aan zijns
regterband was geplaatst. Zijne Majesteit legde nog in persoon een
bezoek bij den Hoogleeraar Blumenhach af; ontving eenige vrouwen
en kinderendie hem een smeekschrift kwamen aanbieden ten behoe
ve der staatsmisdadigerswelke ten gevolge van het oproer te Göt-
P U B L I
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ALKMAAR.,. |n jg„, no„ gevangen zitten, en keerde daarna naar Hanover
kennis bekomen hebbende dat d inspectie over de met onbepaald j 6 ^vonds& werd töe GÖE:ingen een muzijkfeest gegevenwaar
verlof binnen deze Stad aanwezige onder-nffieieren en manschappen6 -
va., het iste battai11 on der 2ds afdeeling mobiele Schutterij, waartoe
de schutters dezer Stad behooren, op Maardag den 9de" October 1837.
des namiddags om Édn ute, door eeu Officier van gemeld bauaillon
zal worden gehouden.
bij eene ode van Klopstockmet muzijk van Rcniberg werd uitge
voerd. Ook was dien avond de geheele stad prachtig verlicht. Den
x8den zou her kerkelijke feest door eeu meer regtscreeks vau akade-
mischen aard worden opgevolgd.