A" 1840. C uraiyt; wr 18 Mei. M :i a si d a g PUBLICATIE. Deze Courant wordt eens in de week en wel eiken Maandag-, voor de Prijs van 6 Centen uitgegeven. De Prijs der Advertentmn van 1 tot 5 re gels is één Gulden en voor eiken regel meer, 20 Centenbehalve 35 centen zegelregt voor elke plaatsing. KENNISGEVING. SCHUTTER IJ. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ALKMAAR, Gezien hebbende het 7de artikel van Z. M. besluit van den 7d<,n September 1828, houdende reglementaire bepalingen tot invoering der Wet op de Schutterijen van den llden April 1827, luidende «Is volgt: n De gehuwden en weduwnaars, één of meer kinderen hebben- »<le, die bij de oprigting der Schutterij in het jaar 1828 of in later jaren, voor den Schutterlijken dienst ingeschreven, doch als zoodanig niet tot den dienst geroepen zijn door sterfgeval of an- derzins in de termen vallende, om in de eerste klasse die der ongchuwden of weduwenaars zonder kinderente worden ovar- >i gebragtzullen voor de eerstvolgende jaarlijksche inschrijving hij 15 URGE ME EST E R rv WETHOUDERS der Stad ALKMAAR, Gezien Z. M. besluit van den 21s|f" Maart 1828 (Staatsblad n°. fi.) houdende reglementaire bepalingen tot invoering der Wet op de Schutterijen van den 1 ldcn April 1827, (Staatsblad n°. 17) in ver hand gebragt met art. 0, 7, 8 en 0 van gezegde Wet. Gezien de dispositie van den Heer Staatsraad, Gouverneur van Noord-Holland, d.d. 11 April 1828 na. (Provineiaalblad n°. 41) omtrent de executie der Wet op de Schutterijen. Roepen bij dezen op alle Manspersoneningezetenen dezer Stad en Jurisdictie, welke op den eersten Januarij 1840, hun 2,5ste jaar zijn ingetreden en alzoo diegenen, welke in den jare 1815 zijn geboren, alsmede de zoodanige welke, ofschoon in andere gemeenten inge schreven, sedert de laatste inschrijving binnen deze Stad zijn komen wonen en op den l»ten Januarij 11. hun 34sle jaar nog niet hebben voleindigd, en alzoo geboren zijn in de jaren 1814 tot en met 1800 ingesloten, de vreemdelingen van denzelfden ouderdom, die sedert de laatste inschrijving in de termen gevallen zijn, om volgens art. 2 der Wet van 11 April 1827, als ingezetenen te worden beschouwd, benevens de gepasporteerde militairen, welke hebben behoord tot de ligtingen van 1830, 1831, 1832, 1833 en 1834, mitsgaders alle in den loop des jaars 1839 uit den dienst der vrijwillige korpsen en schutterij gepasporteerdten einde zich in de daartoe gereed ge maakte registers te doen inschrijven; tevens te kennen gevende: Dat de inschrijving zal beginnen den 15Jen R,.| aanstaande, en geheel zal moeten zijn afgeloopen den eersten Juni; daaraanvolgende terwijl in een der vertrekken op het Raadhuis alhier, voor dc in schrijving zal worden gevaceerd op Maandag den 18den, Donderdag den 21sten, Maandag den 253tc" en Donderdag den 28stcn Mei aan' staande, telken dag van 's namiddags 5 lot 7 ure. En ten einde voor te komendat iemaudin de termen der in schrijving vallende, zich door onwetenheid aan pligtverzuim schul dig maakt, heeft het Gemeentebestuur noodig geoordeeld een ieder .bekend te maken meten te herinneren aan de navolgende bij de Wet van 11 April 1827, (Staatsblad n°. 17) gemaakte bepalingen. Dat een iegelijk, zonder onderscheid ofhijraogt veriueenen al of niet onder de bij de Wet vrijgestelden of uitgestotene te belmoren, verpligt is zich voor de .Schutterij te doen inschrijven. Dat zij, die in meer dan in eene gemeente hun verblijf houden, of den zetel van hun vermogen hebben gevestigd tot de inschrijving verpligt zullen zijn binnen (lie gemeente, waar eene dienstdoende Schutterij aanwezig is, en bijaldien in die verschillende gemeenten, alleen dienstdoende of alleen ruslende Schutterij bestaat, zich te doen inschrijven in die gemeente, alwaar zij voor de personeele belasting- zijn aangeslagen, cn de ambtenaren in die gemeente, alwaar zij ambtshalve verpligt zijn hun verblijf te houden. Dat de genen, welke van hunnen juisten ouderdom geen voldoend bewijs geven, naar het oordcel van het Plaatselijk bestuur zullen worden ingeschrevenonverminderd de bevoegdheid van de inge schrevenen om van hunnen juisten ouderdom nader te doen blijken. En dat eindelijk zij, welke bevonden worden zich niet voor den 1 stea Junij te hebben doen inschrijven, door het Plaatselijk bestuur zullen worden ingeschreven, en in eene geldboete verwezen wor den, terwijl zij daarenboven zonder loting bij de Schutterij zullen worden ingelijfd, indien het zal blijken dat er tijdens de verzuimde inschrijving geene rede tot uitsluiting of vrijstelling ten hunnen aanzien bestond. Burgemeester en Wethouders vermanen tevens ieder ingezeten de zer Stad,en Jurisdictie, welke het aangaat, om zich tijdig van een geboorte Extract te voorzien, waardoor zich ieder van zijnen juisten ouderdom kan verzekeren, en hetwelk bij de inschrijving zal moe ten worden vertoond, alsmede om zieli ter behoorlijker tijd tot de inschrijving aan te melden, ten einde de straf wegens nalatigheid vastgesteldvoor te komen. Alkmaar, den 27stcn April 1840. Burgemeester en Weihouders voornoemd Van LEEUWEN, Ter Ordonnantie van dezelven, Dc DIEU FONTEIN VERSC11UIR. publicatie worden opgeroepen, om daarvan kennis te geven aan het Plaatselijk bestuur. Wanneer deze kennisgeving mogt worden verzuimd, en de na- n latigeten gevolge van dit verzuimniet bij de Schutterij is in- gelijfd geworden, zal deswege door het Plaatselijk bestuur, Proces verbaal worden opgemaakten aan de bevoegde Regtbank toege- zonden, ten einde de strafbepaling bij art. 1 der wet van 6 Maart 1818, op de nalatigen toe te jiassen." Roepen bij deze op alle zoodanige Inwoners dezer Stad en Juris dictie, welke in de jare 1835 tot en met 1839 voor de Schutter lijken dienst zijn ingeschreven, en die alstoen hebben bewezen, ge huwd of weduwnaar, met kind of kinderen te zijn, sedert dien tijd doch door het overlijden van vrouw of kinderenzijn geworden weduwnaar zonder kinderen, om te compareren in een der vertrekken van het Stadshuis, op Woensdag of Donderdag den 0 of 7dt,n Mei eerstkomende, tusschen 5 cn 7 ure des namiddags, ten einde aldaar van zoodanig overlijden kennis te geven, en daarvan behoorlijke aanteekening kunnen geschieden. Burgemeester en Wethouders brengen voorts ter kennisse van de daarbij belanghebbenden; dat zij, welke naar aanleiding van Art. 2(> en 85, der wet op de Schutteri j van 11 April 1827 en Z. M. be( sluit van 18 November 1831 n°. 30, op grond, van 34jarige ouder dom, of lOjarige dienst, bij de Schutterij, mogten vermeenen regt op ontslag verkregen te hebben, en daarvan zoude verlangen ge bruik te maken, zich schriftelijk kunnen aanmelden ter Secretaris dezer Stad, vóór den 9den Junij aanstaande, met overlegging van bewijsstukken, waardoor het regt, op het gereclameerde ontslag, voldoende bewezen wordt. Alkmaar, den 27slcn April 1840. Burgemeester en Wethouders voornoemdt Van LEEUWEN, Ter Ordonnantie van deselven, De DIEU FONTEIN VERSCIIÜIR, BURGEMEESTER fn WETHOUDERS der Stad AL KM A AR, in ervaring gekome zijnde, dat de kinderziekte zich niet alleen bin nen deze Stad heeft geopenbaardmaar bovendien zich meer eu meer verbreidt, en willende zoo veel in hun is medewerken, om die geduchte ziekte, in derzei ver voortgang tegen te gaan. Hebben gemeend de Ingezetenen bij vernieuwing te moeten be kendmaken met de bepalingen vervat in de Kennisgeving van Heeren Durgemeesteren dezer Stad van den 21sten Februarij 1818, en waar bij op grond van het besluit van den 7den September 1814 n°. 6, wordt vastgesteld: 1°. Zoodra de kinderziekte zich in eenig huis openbaart, zullen geene kinderen uit zoodanig buis op eenige Scholen, hoege naamd, mogen worden gezonden of toegelaten, zoo lang de besmetting duurt. Alle Ouders, Voogden of andere opzigt heb benden, alsmede de Schoolhouders en SchooUiouderessen zul len, ieder voor zoo veel hun aangaat, voor de stipte uitvoe ring dezer bepaling moeten zorgdragen. 2°. Zoo haast de kinderziekte zich in eenig buis openbaartzal men verpligt zijn, daarvan dadelijk aan eenenten dien einde, door het Gemeente-bestuur te despiciërcn Geneeskundigen ken nis te geven, opdat de vereischte voorzorgen genomen worden tot voorkoming van verdere besmetting. 3°. Men zal de berooking, met Bruinsteen, gewoon Keukenzout en Vitrioolzuur, ter zuivering van de besmette lucht, in geen geval verzuimen, en bij onvermogenden zal zulks, ten koste der gemeente geschieden. 4°. liet lijk van eenen, aan de kinderziekte gestorvenen, zal in dezelfde kleederen gekist, en, ten spoedigsten uiterlijk binnen driemaal vierentwintig uren, ter aarde moeten worden besteld. 5°. Zoodra de kinderziekte zich in eenig huis heeft geopenbaard, zal men, met groote leesbare letters, voor de huisdeur moe ten doen stellen, het woord: Kinderziekteten einde een ie gelijk in staat te stellen, zich voor den toe- of ingang tot zoo danig huis te kunnen wachten. 6°. De Geneesheeren worden ten ernstigsten verzochtten huize hun ner patiënten door de kinderziekte aangetast te insteeren, dat voormeld uiterlijk teeken voor de huisdeur worde geplaatst, wordende dezelven mede uitgenoodigdom bij nalatigheid van diendaarvan Heeren Burgemeester en Wethouders alhier kennis te geven. 7°. Elk persoon, door do kinderziekte aangetast, wordt strenglijk verboden, om zich op straat te begeven, of in het openbaar zich te vertoonenwordende de Ouders voor hunne minderja rige Kinderen, alsmede dc Voogden voor hunne Pupillen ver antwoordelijk gesteld. Zullende de bij art. 2 bepaaldo aangifle dienen te geschieden aan een der Heeren Stads Doctoren, of den Stads Lector al hier, welke zullen zorgen dat de in het daarop volgenda artikel vermelde berooking worde uitgevoerd, terwijl de in grediënten voor de berooking voor de min verruogendenop aanwijzing der gezegde Heerenin het Gasthuis alhier gratis

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1840 | | pagina 1