V
A'
ALRIAARSCISE
i\T
0 U II A IV T.
''lil
K
1
M a a a d a g
27 J S ij.
2r
i
iïo
I
3i
i I j
\.'Y
V 1
Cï
•jy,
Deze Courant wordt ecus in de week eji wel
eiken Maandag-, voor de Prijs van 6 Centen
uitgegeven.
SIATVJ;
l)e Prijs der Anvrn-rrSTieiv van 1 tot 5 re
gels is één Gulden, en voor eiken regel ineW^x'.
20 Centenbehalve 35 eentcn zegelregt voor
elke plaatsing.
fE STAATSRAAD, GOUVERNEUR van NOORD - HOLLAND,
gelezen de missive van den Heer Opper-ïïoutvester voor de Noorde
lijke Provinciën, van den lsl™ Julij 1840 N°. 43, omtrent de ope-
ning der Jagt op Ganzen, Eenden en Watersnippen.
Gelet op de deliberatieri van Ileeren Gedeputeerde Staten van den
16'teu Julij 11., N°. 37.
Gezien art. l'l van de wet van 11 Julij 1814 en het Koninklijk
besluit van den 5<l™ Julij 1823 (Staatsblad N". 20.)
Brengt bjj deze ter kennisse van alle belanghebbenden, dat de
opening der Jagt op Ganzen, Eenden en Watersnippenwat de pu
blieke Jagt aanbelangt, op het water, langs de stranden, oevers
van ineeren, veenplassen en rivieren, mitsgaders op lage moerassige
landen, door den Heer Opper-Houtvester voornoemd, met overleg
van Ileeren Gedeputeerde Staten, op den lsten Augustus eerstkomende
bepaald is, maar dat dezelve bepaaldelijk gesloten blijft, in en langs
bosschen, alsmede op bouw- en weilanden, tot het gewone jagtveld
behoorende, wordende de kooilieden bij deze tevens herinnerd dat
volgens art. 3, van Zr. Ms. besluit van den lste" December 1820
(Staatsblad N°. 20), hunne kooi-eenden tot den Ist™ September moe
ten zijn opgesloten of gehokt, op de boete, daarbij bepaald.
Haarlem, den 20iten Julij 1840.
De Staatsraad Gouverneur voornoemd
Van E W IJ C K.
AANBESTEDING.
Op Woensdag den 12<k" Augustus 1840, des namiddags ten 2 ure,
zftlonder nadere approbatiedoor den StaatsraadGouverneur van
Noord-Holland, of bij deszelfs absentie, door een der Leden van de
Gedeputeerde Statenen in bijzijn van den Hoofd-Ingenieur van den
Waterstaat, aan het Locaal van het Gouvernement in de St. Jans
straat te Haarlem, worden aanbesteed:
Het daarstellen van een Haven te Burgerdam.
Deze aanbesteding zal geschieden bij inschrijving en opbod.
De bestekken, op welke deze aanbesteding zal plaats hebben,
zullen ter lezing liggen, aan het Gouvernement van Noord-Holland
en in de voornaamste Logementen en Koffijhuizeo, als: te Amster
dam in hetIVoord-Hollandsche Koffijhnis, in de Kal verstraatin het
Wapen van Medtmblikop den Dam, in het Koffijhuis achter de
Beurs en in de lleerebijt, buiten de Utrechtsche Poort; te Haarlem
in de Kroon, in het Noord-Ilollandsche Koffijhuis en in de Jialve
Maante Alkmaar in den Rooden Leeuw en in de Toelastte Hoorn
in den Doelen en in het Ongemaakte Schip; aan den Helder in het
Jleeren-Logemcntte Nieuwe Diep bij de Weduwe Manmens en bij
Ihnen; te Medemblik en te Enkhuizen in den Valkte Purmerendè
bij Fnkkete Monnickendam in den Doelen; te Zaandam in den
Otter; te Weesp in den Roskam; te Muiden in het Hof van Hol
land; te Naaiden in de Kroon; te Buiksloot bij Boer en de Erven
Gerritse en te Burgerdam op het Raadhuis.
Zullende op Maandag den 10'™ Augustus 1840, de noodige aan
wijzing in hen worden gedaan, en inmiddels bij den Hoofd-Ingeni
eur P. T. GRINWIS te Haarlem, en den Ingenieur J. G. van
GENDT te Amsterdam, de vereischte inlichtingen te bekomen zijn.
BUR G E M E E STER en WETHOUDERS nm Stab A L K M A A R,
in ervaring gekomen zijnde dat het niet juist observeeren der bepa
lingen omtrent het gewigtzoowel als opzigtelijk de specie van
het bij sommige Bakkers en Broodslijters binnen deze stad verkocht
wordende brood, aanleiding heelt gegeven tot het bakken en in
voeren van brood zoowel in gewigt als soort geheel verschillende van
dat, hetwelk bij de Zetting voor deze Stad is vastgesteld.
Overwegende dat daardoor niet alleen de welvaart van zoodanige
Bakkers en Broodverkoopers als zich tot dus verre aan de stipte
uitvoering der Broodzetting hebben gehouden wordt benadeeld; maar
vooral het belang der Burgerij in het bekomen van wigtig en zui-
ter broodin de waagschaal gesteld.
Willende daartegen zooveel in hun is, waken:
Gezien de bepalingen van Z.r. Ms. besluit van den 25sten Januarij
1826 Staatsblad n°. 5.) houdende verordeningen op het stuk der
Broodzetting en in het bijzonder de artikelen 12 en 15 van hetzelve
besluit, waarbij aan de Plaatselijke Besturen, de magt wordt ver
leend om het gewigt te bepalen, waarop het aan de Zetting onder
worpen brood moet worden vervaardigden tevens een aanhoudend
cn gestreng toezigt omtrent het gewigt en de goede hoedanigheid van
het Brood wit te oefenen.
Hebben goedgevonden en verstaan te bepalengelijk geschiedt bij
dezen
1°. Dat, aan te vangen met den eersten Augustus 1840, bij uit
breiding van hetgeen ter dezer zelfder zake bij kennisgeving van H.
11. Burgemeester en Wethouders dezer Stad van den 31sten Mei 1828
»s vastgesteld; binnen deze Stad en derzelver Jurisdictie, geen Brood,
van welke soort ook krentenbrood en beschuit uitgezonderdzal
mogen worden gebakken, van buiten ingevoerd, verkocht of rondge-
hragt, zwaarder of ligter, dan de soorten op de van wege het Be
stuur dezer Stad uitgegeven wordende Broodzetting, vermeld.
2". Dat alle do in deze bedoelde Broodsoortenzullen moeten
worden zamengcsield en gébakken, van zuivere Tarwe of Rogge,
zonder eenig bijvoegsel of inmengscl, van welken aard ook; niets
daarvan uitgezonderd.
3". Dal van het oogenblik der invoering van 'deze bepalingen
af, door den Heer Commissaris van Politie met adsisteutie der Ste
delijke Broodwegers, op alle zulke tijden, als zij zullen goedvinden,
en bij herhaling, zoo aan de Huizen, Bakkerijen en Winkels dei-
Bakkers en Broodverkoopers, alsmede aan de Wagens, Schepen of
Schuiten waarmede het Brood wordt ingevoerd, zal worden gehou
den eene naauwkeurige weging, ten einde zich te verzekeren dat
aan deze bepalingen op het gewigt stiptelijk worde voldaan.
4°. Dat even als zulks bij het vorige artikel ten aanzien vari
het gewigt van het Brood is bepaald, op onbepaalde tijden en zoo
dikwerf zulks geraden zal zijn, zal worden gehouden éene keuring
van de Specie, waaruit de onderscheidene Broodsoorten zijn zamen-
gesteldtot welke keuring en onderzoek door ons zullen worden
verzocht en aangesteld Keurmeesters, die dan ook van den dag dei-
invoering dezer bepalingen af, als zoodanig zullen belmoren te wor
den erkend, en hun in de uitoefening hunner genoemde funetiën
alle zoodanige hulp en te gemoetkoming zal behooren te worden ver
leend als zij tot de rigtige uitvoering daarvan, billijker wijze zul
len kunnen en mogen vragen.
Zullende alle BakkersBroodverkoopers of invoerders van elders
gebakken Brood, welke zich aan eenige overtreding der vorenstaan
de bepalingen moglen schuldigmaken of de met het opzigt daarvan
belaste Ambtenaren eenigen weêrstand bieden, op de gewone wij zo
worden vervolgd, en naar de daaromtrent bestaande Wetten gestraft.
Eu opdat hiervan niemand eenige onwetenhéid zal kunnen voor
wenden, zal dit besluit worden gepubliceerd en door plaatsing in
dezer Stads-Courant, aan alle belanghebbenden worden bekend ge
maakt, terwijl een afdruk van hetzelve aan iedeien Bakker en
Broodverkooper binnen deze Stad en Jurisdictie, alsmede aan ieder
die elders gebakhen Brood zal wenschen in te voeren, zal worden
uitgereikt, ten einde zich daarnaar te gedragen.
Alkmaar, den 14'hn Julij 1840.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
F. C. W. DRÜIJ VESTE IJN.
Ter Ordonnantie van deielren,
De E1EU FONTEIN VEltSCiiClR,
BURGEMEESTER WETHOUDERS urn Stad ALKMAAR,
io ervaring nemende; dat door het jaarlijksch toenemende misbruik
hetwelk van de vergunning wordt gemaakt, om bij gelegenheid
der viering van den heugelijke verjaardag van Neèrlands geliefden Ko
ning, kleine en onschadelijke Vuurwerken langs de straten, grach
ten en wegen al te stekende ingezetenen en derzelver eigendom
men aan gevaren van brand als anderzins worden blootgesteld,
waarvan de voorbeelden op andere plaatsen in het vaderland menig
vuldig bekend zijn.
Overwegende dathoewel geene groote onheilen tot dus verro
daardoor alhier zijn ontstaanmenig ingezeten zich echter in do
onaangename verpligting heeft zieji gesteld, kleine herstellingen
te doen, welke door afgestoken vuurwerken waren veroorzaakt
gewordenterwijl andoren meer of min verwondingen bekwamen
of met hunne paarden en rijtuigen in dadelijk gevaar geraakten,
en Burgemeester en Wethouders zich uit dien hoofde, nog bij
tijds zoo veel ia hun vermogen is verpligt achten, het ontstaan
van meerdere en grootere te duchten onheilen van dien aard te
voorkomen
Hebben goedgevonden en verstaan te bepalen, gelijk door II. E.
A. wordt gedaan door deze:
Het afsteken van Vuurwerken hoegering en onschadelijk hetzelve
ook moge worden beschouwd, en het afschieten van Vuurwapenen
van welken aard ook, bij gelegenheid des heugelijken verjaardags
van Z. M. den geëerbiedigden en geliefden Koning, of op eenen an
deren dag, vóór of na denzelvenlangs de grachten, wegen, straten,
pleinen of op de erven van bijzondere personen, wordt met uitzon
dering der hierna te meldene plaatsen, voortaan ten strengsten en
geheel en al verboden, zullende de overtreders zonder eenig aan
zien des persoons en met den meesten ernst naar luid der bcpa-
lingen, vastgesteld bij de Keure van den 12d«' Augustus 1834,
worden vervolgd en gestraft.
Wanneer bij eene buitengewone gelegenheid, waaronder echter
in dit geval de jaardag van Z. M. den Koning niet vermag te wor
den begrepen, iemand eenig onschadelijk Vuurwerk op zijn erf of
eenige daartoe geschikte plaats mogt verlangen af te stekenzal daar
toe het schriftelijk consent van den Commissaris van Politie zijn be-
noodigd, die hetzelve niet zal afgeven dan na alvorens den Heer Bur
gemeester of die hem vervangt daarvan te hebben verwittigd ci»
daarover geraadpleegd.
Aan diegenenwelke bij gelegenheid van den aanstaanden heuge
lijke verjaardag van Z. M. den Koning hunne vreugde zonden verlan
gen te betoonen, door het afsteken van alleen onschadelijk Vuurwerk
word zulks toegestaan van des avonds acht uren tot aan middernacht
toe, in den hout buiten de Gecster-en Kennemet-poortensteeds np
behoorlijke afstand der aldaar gebouwde eigendommen Blijvende.