A011841.
USE
COMA
H T
M a a ütlag
4 Januarij.
ft I A.
UiiïJS
Deze Courant wordt eens in de week en wel
eiken Maandag, Toor de Prijs van 6 Centen
nil gegeven.
De Prijs der Advertenti0n van 1 tot 5 rer
gels is één Guldenen voor eiken régel meer
20 Centenbehalve 35 eenten zegelregt voo
elke plaatsing.
_Je STAATSRAAD, GOUVERNEUR der Province: NOORD-HOLLAND,
Gelezen de missive van den Heer Opperhoutvester, van den 14<ien
December 1840, n°. 43, betrekkelijk de sluiting der Groote Jagt.
Gelet op de deliberaliën van Heeren Gedeputeerde Staten,"van
den 17l!en December 1840, n°. 25.
Brengt bij deze ter kennisse van de daarbij belanghebbenden,
dat, achtervolgens de bepalingen van den lieer Opperhoutvester
voornoemd, met overleg van lleercn Gedeputeerde Staten vastge
steld, de Groote Jagt met den een en dertigsten December aanstaan
de zal zijn gesloten.
En opdat niemand eenige onwetendheid hiervan zoude kunnen
voorwenden, zal deze alomme worden gepubliceerd en geaffigeerd
alwaar zulks, in deze Provincie te doen, gebruikelijk is.
Haarlemdon 23stcn December 1840.
De Staatsraad, Gouverneur voornoemd,
Van E W IJ C K.
NATIONALE MILITIE
PUBLICATIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ALKMAAR,
Gezien art. 21 der Wet op de Nationale Militie van den S8'"" Janu-
arij 1817 n°. 1, waarbij is bepaald; dat zich jaarlijks vóór den 5^en
Januarij aan het Plaatselijk Bestuur in geschrifte moeten adresseren
de bij de Nationale Militie voor zich zei ven dienende Manschappen,
die in den loop van het laatst verloopen jaar, hetzij door overlij
den van eenen Vader of wel eener Moeder, weduwe 'zijnde, of door
plaats gehad hebbende regterlijke separatie of echtscheiding der
Ouders, of eindelijk door overlijden van eenen Broeder of Broeders,
regt op vrijstelling, overeenkomstig de bepalingen bij art. 91 en
94 gemaakt, hebben verkregen, en hun ontslag dienvolgens zul
len verlangen.
En gezien de Dispositie van den Heer Staatsraad Gouverneur van
Noord-Holland, de dato 8 December 1840. Provinciaal blad n". 135
waarbij voormeld 21 art. speciaal wordt herinnerd:
Brengen ter kennisse van de thans voor zich zelve bij de Natio
nale Militie dienende Manschappen, welke na hunne inlijving, ten
gevolge van art. 21 der voormelde Wet, redenen van Vrijstel
ling hebben verkregen, en verlangen uit den dienst ontslagen te
worden, dat zij zich tot dat einde vóór don vijfden Januarij aan
staande schriftelijk aan Burgemeester en Wethouders moeten adres
seren en daarbij overleggen de noodige bewijzen, ingerigt overeen-
ko rustig de toorschriften bij art. 91 en 94 der bovengemelde Wel
gestatuëerdtot welke aanvrage om ontslag evenzeer de Manschap
pen zelve, als ook derzelver Ouders, Voogden, Curators en Gema°--
tigden bevoegd zijn.
Gedaan te ilk maarden 14den December 1840.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
F. C. W. D RUIJ VESTE IJN.
Ter Ordonnantie ran de zeiven,
De D1EU FONTEIN VERSCHCIR.
NATIONALE MILITIE.
PUBLICATIE.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS der StadALKMAAR,
ingevolge art. 30 der Wet van den 8st™ Januarij 1817 n°. 1, ver
langende, bet Contingent dezer Gemeente in dé Nationale Militie
voor den Jare 1841, zooveel mogelijk aan te vullen met Vrijwilli
gers, welke zich onder het genot der daartoe gestelde premie zul
len aanbieden, dezen dienst voor hunne mede ingezetenen op zich
te nemen.
Brengen bij deze ter kennisse van alle de Ingezetenen dezer Stad
én Jurisdictie van dien, wélke dit maar ëenigziris zoude mogen
aangaan:
Dat ingevolge art. 31 der voorsz. wet als Vrijwilligers kunnen
worden aangenomen, alle Ingezetenen, welke np deii' l'ten Janua
rij 1841, ongehuwd, hun 19de jaar, zijn ingetreden, en hun 30-te
nog niet hebben volbragt (:ten ware dat zij reeds in dienst der
Ncderlandsche Armee of Nationale Militie hadden gestaanin welk
geval zij tot den ouderdom van 35 jaar zullen worden toegelaten en
de noodige geschiktheid hebben, welke tot den dienst "wordt ver-
eicchtals ook ten minste gedurende de laatste vijftien maanden
binnen deze Gemeente gewoond hebbende, en dat de aanbieding
van dc zoodanigen zal kunnen geschieden ter Secretarie dezer Stad"
dagelijks .-uitgezonderd de Zon- en Feestdagen:) van den 18<len
dezer maand December tot en met den 20s'en Januarij aanstaande,
van des voormiddags tien tot des namiddags één ure.
Gedaan te Alkmaar, den 14<bn December 1840.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
F. C. W. D RUIJ VESTE IJ N.
Ter Ordonnantie van dezelren,
De DIEU FONTEIN VERSCUUIR.
NATIONALE MILITIE.
PUBLICATIE.
BURGEMEESTER ü.n WET U OUD EREN der StadALKMAAR',
gezien de dispositie van den Heer Staatsraad, Gouverneur van Noord'
Holland, de dato 8 December 1840, n». TB^7, N. M.; Provinciaal
blad n°. 134; waarbij is bepaald, dat de werkzaamheden der Nati
onale Militie, voor den jare 1841, binnen de Steden en Gemeenten
dezer Provincieeenen aanvang zullen nemen met den eersten Ja
nuarij aanstaande.
Roepen ter voldoening aan art. 00 der wet van 8 Januarij 1817,
n°. 1, omtrent de inrigting der Nationale Militie, bij deze op, alle
Manspersonen, hunne wetttge woonplaats, of domicilie binnen deze
Stad en Jurisdictie hebbende, welke op den l»ten Januarij 1841,
hun negentiende Jaar zijn ingetreden en mitsdien alle Jongelingen
geboren in het Jaar 1822, ten einde zich ingevolge art. 59 der voorz.
wet, in het daartoe gereed gemaakte register, tot de ligting voor de
Nationale Militie te doen inschrijven.
En ingevolge art. 0 van de wet van 27 April 1820, alle Mans
personen, die hun verblijf binnen dit Rijk komen te vestigen en
als Ingezetenen moeten worden beschouwd, ten einde zich, voor zoo
verre zij nog in de jaren der Militie vallen, insgelijks ter Inschrij
ving aan te geven, in dat register, waartoe zij volgens hunnen ou
derdom behooren.
De inschrijving zal beginnen met Zaturdag den 2den Januarij 1841,
en zal geheel enal moeten zijn afgeloopen den 20sten daaraanvolgende.
Tot dezelve zal worden gevaceerd in een der vertrekken op het
Raadhuis alhier, den 4, 7, 11, 14 en 18Jen Januarij aanstaande,
des nademiddags van 5 tot des avonds 7 ure.
En ten einde voor te komendat iemand in de termen der inschr ij
ving vallende, zich door ouwetenheid aan pligtverzuim schuldig
make, hebben Burgemeester en Wethouders noodig geoordeeld, da
Ingezetenen te moeten herinneren aan de navolgende bij voormelde
wet gemaakte bepalingen
Dat, welke aanspraak op Vrijstelling iemand zoude vermeenen ta
hebben, wegens gebreken of anderzins, dezelve des niettegenstaande
gehouden is, zich te doen inschrijven, gelijk mede daaronder bei-
grepen zijn de gehuwden en afwezenden.
Dat de Ouders, Voogden en Regenten, verpligt zijn, hunne Kin
deren of Pupillen in persoonof door iemand daartoe door hun
schriftelijk gemagtigd, te doen inschrijven, en daarin nalatig blij
vende, znllen zij vervallen in de boete daarop gesteld, en ingeval
van volstrekt onvermogen met gevangenis worden gestraft, onver
minderd, dat zoodanige Kinderen of Pupillen, even als alle andera
Jongelingen, welke zich aan de inschrijving hebben onttrokken,
indien zij geene redenen van Vrijstelling kunnen bijbrengen, in
eene boete, en bij onvermogen, tot gevangenis worden verwezen.
Dat de wettige woonplaats voor de inschrijving, wordt gehouden,
voor hun die ongehuwd zijn, de woonplaats der Ouders, en bij
overlijden van beiden, die van den eerstbenoemden Voogd; voor
de gehuwden, de plaats, alwaar zij hun bestaan hebben; terwijl
diegene, welke geene Ouders, Voogden of eigen best;au hebben,
moeten worden ingeschreven ter plaatse alwaar zij zich bevinden.
Burgemeester en Wethouders voornoemd, vermanen alle de In
gezetenen van deze Stad en Jurisdictie van dienwelke dit aan
gaat; om zooveel mogelijk in eigen persoon, voorzien vaneen Doop-
Extraet en eene nota van de wijk en nummer der woonplaats
doch bij volstrekt noodige afwezigheid door een 1 unner naasthe-
staanden of Voogdenaan deze huune verpligting getrouwelijk en
naauwkeurig te voldoen, en daardoor voor te komen dat zij niet
als onwilligen worden aangezien en gestraft, hetgeen zeker vaix
hunne eigene nalatigheid het gevolg zoude zijn.
Aldus gearresteerd ter Kamer van Burgemeester en Wethouders
der Stad Alkmaar, den i4d<'11 December 1840.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
F. C. W. DRUIJ VE STEUN.
Ter Ordonnantie van dezelren,
De DIEU FONTEIN VERSCH U1R.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der STAD ALKMAAR, heb
ben het noodzakelijk geoordeeld, bij de voortdurende strenge koude,
hunne Ingezetenen aan het behoorlijk doen vegen en schoonhouden
van derzelver schoorsteenen met aandrang te moeten herinneren
en hun, hij het verwarmen van derzelver woningen, de meestmo-
gelijke voorzigtigheid aan te bevelen, opdat deze Stad moge bewaard
blijven voor de zoo onberekenbare gevolgen, welke door het ont
staan van brand, op een tijdstip als het tegenwoordige, waarin het
blusschen van dezelve zoo moeijelijk iszoude kunnen worden te
weeg gebragt.
Alkmaarden 29stcn December 1840.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
F. C. W. DR UIJVESTE IJ N.
Ter Ordonnantie ran dezelren
De DIEU FONTEIN VERSCHUIR.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der STAD ALKMAAR, noodi-
gen alle belanghebbenden uit: hunne Rekeningen wegens leveran-
liëii in het afgeloopen jaar aan de Stad gedaan, ten spoedigsten en
wel uiterlijk vóór den 15lJe» Januarij 1841bij den Architect in t«