A°' 1841.
ALKMAARSCHE
25 January.
ffl a a n J a g
I>e Prijs der AnvEKTEXTiëx van 1 tot 5 re
bels is écu Guldenen voor eiken regel meer
20 Centenbehalve 35 centen zege liegt voor
elke plaatsing.
Deze Courant wordt eens in de week en wel
eiken Maandag, voor de Prijs van G Centen
uitgegeven.
lTR GE MEESTE R est WETHOUDERS der Stad ALKMAAR,
Gelet op derzelver besluit van den 18ll,,n September des vorigen
jaars, houdende verandering van het uur der gewone wekelijksche
Graanmarkten wel hij wijze van proefneming, ter voldoening aan
het deswegens aan H. E. A. door het meerendeel der kooplieden,
«chippers en landbouwers, hij rekweste gedaan verzoek,
Gelet op de daartegen gemaakte vertogen der onderscheidene
nering doende ingezetenen en op het later bij II. E. A. daartegen
ontvangen adres, almede onderteekend door een aantal kooplieden,
«chippers en landbouwers, houdende mededeeling der bezwaren,
welke er door die tijdsverandering ontstaan, en verzoek, om we
derom zoo als voorheen, het Uur, waarop de Graanmarkt zal aan
vangen te bepalen op des morgens ten Elf Ure.
Overwegende dat H. E. A. de hierboven gemelde proeve eenig en
alléén in het algemeen belang der konper» en verkoopers hebben
genomen, en de noodzakelijkheid aan 11. E. A. hij nader onderzoek
is o-ebleken om dezelve wederom in te trekken.
Geven hiermede aan alle de belanghebbenden kennis, dat voortaan,
te beginnen met Vrijdag den .rW['fi Fehruarij aanstaandezijnde de
eerste Graanmarkt dezes jaars, dezelve wederom des morgens ten
ELE URE zal beginnen, en eindigen ten TWAALF URE; welke
uren van begin en einde, als gebruikelijk, door het luiden der
klokzal worden aaagekondigd.
„Alkmaarden 19'te" Januarij 1841.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
F. C. W. DRU1JVE STEIJN.
Ttr Ordonnantie van dezelren,
De Dl EU FONTEIN VERSCHU1R.
Onderstaande personen, of wel, bij derzelver ontstentenis, hunne
naaste bloedverwanten, worden bij deze opgeroepen, om zich ter
Stedelijke Secretarie te vervoegen, ten einde de zich aldaar beviu-
dende bewijzen van aandenke voor vrijwillige militaire diensten aan het
vaderland bewezen, te komen afhalen;
G. Slesker. M. Jacohson.
W. IJ. Vink. P. -I de Vos, en
G. Weijdeman. J. Koevanger.
J. van Boxel.
Alkmaar, den 25sten Januarij 1841.
BUITENLANDSC1IE BERIGTEN.
ZWITSERLAND.
De onlusten in sommige Zwitsersehe kantons beginnen een ernsti
ger aanzien te erlangen. De aanleiding daartoe is weder de her
zieniug van sommige kantonnale staatsregelingen welke herzienin-
gengelijk men weet, sedert 1830 in Zwitserland elkander met
zonderlinge snelheid opvolgen. Ook is het opmerkelijk, dat het tot
dadelijkheden komt, onmiddelijk nadat met den Isten Januarij het
uitvoerend bewind in Zwitserland van het kanton Ztirieh op dat van
Bern is overgegaan. Ook in Bern houdt men zich thans met eene
herziening'der staatsregeling bezig, die alweder in een meer demo-
kratischen zin gewijzigd schijnt te moeten worden. Tot de treuri
ge bijzonderheden van deze burgertwisten behoort ook, dat zij te
gelijk van eenen godsdienstigen aard zijn. De Roomsch Katholijke
kantons of bevolkingen sluiten zich aan de aristokratie of den adel
aan en strijden voor de oude staatsregelingen; terwijl daarentegeu
de Protestantsche kantons of bevolkingen de gewijzigde, meer demo-
kratisehe staatsregelingen voorstaan.
In het kanton Solothurn zijn, zoo als men weet, de onlusten be
gonnen. Terwijl men daar in de eerste dagen van Januarij met
het stemmen over eene herziening der staatsregeling bezig was
is de kantongsregering en raad plotseling tot hevige maatregelen
tegen voorstanders van het oude overgaan. Een aantal van dezen
zijn gevangen genomenen daaronder ook raadsheeren. Te gelijk
is de gewapende magt van het kanton op de been gekomen en heeft
de regering aan het voorzittend kanton Bern den onderstand eener
bondgenootschappelijke krijgsmagt gevraagd. Bern heeft zich ge
haast, om aan dit verlangen te voldoen, en dadelijk contingenten
van do Protestantsche kantons, zoo het schijnt wel ter sterkte van
8000 man, in dienst gesteld, waarvan een deel naar Solothurn op
marsch is gegaan. Volgens berigten uit Bazel tot den 1 lden Janua
rijhield de Sulothurnsche regering de bovenhand; de voornaamste
voorstanders van het oude waren gevlugtofin hechtenis, en de her
ziene staatsregeling was zoo goed als aangenomen. De onderliggen
de partij beklaagde zich echter levendig, dat aan de stemming daar
over de in dienst geroepene burgers met de wapenen in de hand
hadden deel genomenen dat men de dagbladen dier partij met ge
weld belette in het licht te komen. De regering grondde hare maat
regelen onder anderen op een besluit van eene te Mariastein gehou-
dene volksvergadering, waarbij de thnns gevangen raadsheer Gogger
het voorzitterschap had bekleed. Die volksvergadering had eene ver
klaring doen uitgaan, inhoudende: dat ieder aldaar aanwezig bur
ger, als hij een afkeurend stembriefje tegen de nieuwe staatsrege
ling in de bus wierp, daardoor geacht wilde worden, niet slechUi
deze, maar ook de bestaande staatsregeling voor goed te liebbeu
verworpen."
Weinige dagen na de beslissende stappen der regering van het
kanton Solothurn, is het in het aangrenzende kanton Aargau tot
bloedige tooneelen gekomen. Ook daar werd over eene herziening
der staatsregeling gestemd. Geheel de Katholijke partij ijverde te
gen de in te voeren nieuwigheden, en werd nog meer opgewonden,
toen een aantal geestelijken uit Solothurn naar Aargau, en wel be
paald naar de districten Muri en Bremgarten die bijna uitsluitend
door Katholijken worden bewoond, kwamen vlügten. De regering
van het kanton Aargau wilde den opstand of volksbewegingdie
zich aldaar voorbereiddeop dezelfde wijze als die van Solothurn
onderdrukken. Zij zond den heer Waller als commissaris naar de
onrustige districten, doch toen deze eenige hoofden der voorstan
ders van het oude gevangen namvatteden de landlieden de wape
nen op, bevrijdden de gevangenen, en maakten zich op hunne
beurt van den heer Waller en andere ijveraars voor de herziene
staatsregeling meester. De regering van het kanton Aargau liet nu
uit de hoofdstad Aarau 2800 man, met twee batterijen artillerie,
naar de in opstand zijnde districten aanrukken. Den llden Janu
arij heeft in een dorp, niet verre van Wohlen en Bremgarten, do
eerste ontmoeting tusschen eeu deel dezer troepen en de in opstand
zijnde landlieden plaats gehad. De laatsten hadden zich op het kerk
hof verschanst en werden, zoo men zegt, door monniken aangevoerd.
Zij verdedigden zich hardnekkig en schijnen, volgens een der be
rigten, het kerkhof niet te hebben verlaten dan nadat er aan hun
ne zijde 15 doodeu waren gevalleu. Ook de troepen hadden dun
den en gekwetsten verloren.
Sedert is deze burgeroorlog voorigezet. De Iransche regering
heeft ten minste de volgende telegraphische depêche van den pre
set te Straatsburg van den 14den Januarij openbaar doen maken
Een bloedige strijd is in Aargau tusschen de Katholijken en du
Protestanten ontstaanonder het voorwendsel van de herziening dcc
staatsregeling, welke herziening met 1(5,000 tegen 14,000 stemmen
verworpen i».
De beide partijen hebben reeds zonder bepaalden uitslag op eb
kander gestooten. Op dit oogenblik zijn zij naar alle waarschijnlijk
heid nog handgemeen."
Dit berigt schijnt in zoo verre onjuist, als daarin gezegd wordl
dat de herziene staatsregeling van Aargau verworpen is. Integendeel
blijkt van elders hare aanneming met 16,050 tegen 11,484 stemmen.
Staats-Cour.
DU1TSCI1LAND.
Mexciien den 15den January.
Men zal zich zeker herinneren dien braven Baron von Halberg
von Broek, kapitein-kolonel van Rijn en Moeseldie onlangs (zio
Handelsblad van 4 Jan.) zich tot alle voorname dagbladen van Eu
ropa wendde, om eene vrouw te krijgen, en waarbij hij op eene
zou geestige wijze zijne persoonsbeschrijving mededeelde, en met zon
vele kiesehheid de bevalligheden en deugden opsomde, met welke
hij verlangde dat zij zoude begaafd zijn. De eenigzins excentrieke
maatregel van den edelen Baron heeft het gelukkigst gevolg gehad.
Hij heeft, in ernst gesproken, eene volmaakte gade gevonden. Even
gemoedelijk als stipt en kiesch, houdt hij zich in dit oogenblik be
zig om, op zijn gemak, eene circulaire te zenden aan de bemin
nelijke jonge dames, die, ten getalle van zevenhonderd negenen
veertig, hem geschreven hebben om hem hare hand, haar hart en
hare bekoorlijkheden aan te bieden. De bij uitnemendheid verdiens
telijke edelman, die zijn oud kasteel doet repareren, om de koning
in van het tournooi op eene harer waardige wijze te ontvangen,
gevoelt een diep leedwezen dat de bewoordingen van zijne adver
tentie en zijne gewone discretie hem niet vergunnen de zevenhonderd
negenenveertig brieven publiek te maken, welke hij ontvangen heeit.
Daaronder zijn er, zegt men, die te regt allerliefst mogen heten,
en die, mogten zij in druk verschijnen, eer eene week zoude ver-
luopen zijn, de flaauwe brieven van Mevr. de Sevigne zouden eclip
seren.
De geestige en aardigste zijn, zoo als het zich begrijpen laat, uit
Parijs gekomen. Zevenentwintig zijn er van beroemde zangeressen,
actrice en danseressen; honderd en eene van grisettesnaaisters,
stopsters, kleursters, versierstérs en modemaaksters; drieënvijftig vau
hertoginnen, gravinnen en markiezinnen, en drieëntwintig van I rau-
sche letterkundige vrouwen en schrijfsters, wier name men elkan
der in het oor fluistert. Overigens kondigt de eerzame en beschei-
dene baron ion Halberg, bij eene tweede advertentie in de dagbla,
den, aan, dat hij, uit vreeze van de verzoeking tot publiekmakiug
der bij hem ontvangen brieven niet te kunnen weerstaan, van allo
die geparfumeerde missive eene auto-da-fé heeft gehouden. De rond
gaande brief, welke hij bezig is te schrijven, zal zijn vaarwel aan