A°-1841. ALKIAARSCIIE Ma andag 1 November. INSPECTIE In een geacht Duitsoh blad vindt men het volgende schrijven uit Londen van 13 October, betrekkelijk de belangen der Christelijke gezindheden in het Turksche rijk Deze Courant wordt eens in de week en wel eiken Maandag, voor de Prijs van G Centen nitgegeven. De Prijs der Adyertkmtön van 1 tot 5 re gels is één Gulden, en voor eiken regel meer 20 Centen, behalve 35 centen zegeliegt voor elke plaatsing. «A ANBESTEDING, p Woensdag den 3<len November 1841, des namiddags ten 2 ure, zal, onder nadere approbatie, door den Staatsraad, Gouverneur der Provincie Noord-Holland, of bij deszelfs absentie, door een der le den van de Gedeputeerde Staten, en in bijzijn van den lloofd-Inge- nieur van den Waterstaat, aan liet locaal van het Gouvernement te Haarlem, worden aanbesteed: Het doen van eenige Herstellingen en Vernieuwingen aan de PASTORIJ der Hervormde Gemeente te Middelie. liet Bouwen van eene SCHOOL en ONDERWIJZERS - WONING voor de Gemeente Spanbroek. Deze aanbestedingen zullen geschieden bij inschrijving en opbod. De bestekken, op welke deze aanbestedingen zullen plaats heb ben, zullen ter lezing'liggen boven en behalve aan het Gouvernement van Noord-Holland, in de voornaamste Logementen en Koffijhuizen, als: te Amsterdam in het PVapen van Medemblik op den Damin het Vosje achter de oude beurs, en in de Beerenbijt buiten de Utrechtschepoort, te Haarlem in de Kroon, in het Noord-Hollandsche Koffijhuisin het Heeren Logement bij I'. Kist in de Zijlstraat en in de Halve Maan; te Alkmaar in de Toelast en in den Burg; te Iloorn in het Onge maakte Schip (Til in den Doelente Edam in het Heet en-Logement te Purmerende bij Frikkete Monnickendam in den Doelen; te Buik sloot bij Vuijk; te Naarden bij Jurrissente Muiden bij TP. Amers foort; te Middelie en te Spanbroek op het Raadhuis en in de Dorps- Herbergen. Inmiddels nadere informatiën te bekomen zijn bij den Heer J. G. van GENT, Ingenieur van den Waterstaat en den Opzigter G. MEIJERS, beide te Amsterdam. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ALKMAAR, ontvangen hebbende de dispositie van II. E. G. Achtb. de Gedepu teerde Staten van Noord-Holland van den 7den October 1S41 N°. G, Prov. blad N°. 137:) betrekkelijk hel Springgeld aan de Ilengsten- houders te betalen. Brengen mits deze ter kennisse van alle dc daarbij belanghebben den, dat bij Koninklijk besluit van den lD1^" September 11. N°. 59, is bepaald, dat, met wijziging van art. 4 van het Reglement der Paardenfokkerijgoedgekeurd bij Z. M. besluit van 10 April 1822 N°. 12, is bepaald, dat genoemd artikel voortaan over de Provincie Noord-Ilollandzal luiden als volgt - Aan den eigenaar van eenen goedgekeurden springhengst zal voor het dekken van iedere Merrie, onverschillig of dezelve eens of meermalen besprongen worde, voor springgeld betaald worden vier giddeneensgevens geld." De betaling zal geschieden vóór dat de Merrie de eerste reis onder den Hengst wordt gebrogt." En zal de hengstenhouder, die zich meer of minder dan vier gulden voor Springgeld laat betalen, vervallen in eene boete van vijf en twintig gulden." Alkmaarden 29sten October 1841. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. T. KOOR N. Ter Ordonnantie van dezelren De Dl EU FONTEIN VERSCIIUIR. voor de zich binnen de Stad ALKMAAR bevindende VERLOF GANGERS der NATIONALE MILITIE, oP Znturdag den 13<lerl November 1841, des morgens ten 9 Ure, voor het Raadhuis dezer Stad, gekleed in groote Uniform, en voorzien van alle verdere Kleeding- en Equipementstukken. BUITENLANDSCIIE BERIGTEN. T R K IJ E. Er bestaat gegronde hoop, dat alle Christelijke gemeenten in het Oosten voortaan eene krachtdadige bescherming zullen genieten, en dat dezelve zich ook tot diegenen zal uitstrekkenwelke totnogtoe geheel daarvan verstoken waren en zelfs niet erkend worden. In dat geval bevond zich tot dus verre de Protestantsche Kerk. Het eerste denkbeeld om daarin te voorzien behoortzoo wij wel onder- rigt zijn, aan eenen Koning, wiens naam hier niet voor de eerste maal als innig met de belangen der Christelijke kerk verbonden, voorkomt: aan Frederik Wilhelm IV van Pruissen. Uitgaande van de daadzaak, dat de Engelsche kerk zich in het heilige land reeds in het genot der vrije godsdienstoefening en zelfs, doorliet tot haar behoorende zendeling-genootschap voor de Israëliten, in het bezit van een stuk gronds op den berg Sion bevindt, waar eene kerk eene school en een hospitaal gebouwd wordenheeft genoemde Vorst, naar wij vernemen, aan die kerk het voorstel gedaan, om hare be- liioeijingen aldaar op uitgestrekter kerkelijke grondslagen te vestigen en te Jerusalem een bisdom voor Palestina te slichten, waaraan alle overige Evangelische Christenen zich zonden kunnen aansluiten ter verkrijging van gemeenschappelijke bescherming, maar zonder in breuk op hunne nationale onafhankelijkheid in taal. gebruiken, godsdienstleer en kerkelijke tucht. De Engelsche kerk heeft dit voor stel met vreugde aangenomenbij eene in de laatste zitting van het parlement vastgestelde wet wordt aan de aartsbisschoppen het regt verleend, om bisschoppen voor vreemde landen te wijden, en geeft tevens aan die bisschoppen den last en de bevoegdheid, om andere Protestantsche gemeenten onder hunne bescherming te nemen, ter wijl de kerk het aangehaalde beginsel erkent, dat hare bescherme lingen derzelver nationaliteit zullen behouden. Van de kosten voor de inrigting van dat bisdom heeft de grootmoedige Koning op zich genomen de helft te zullen dragende wijding zal waarschijnlijk nog in deze maand plaats hebben. Als bisschop noemt men den heer Alexander hoogleeraar der Hebreeuwsche en Rabbijnsche letterkunde, van Joodsche afkomst en een geboren Pruissisch on derdaan, die zich echter sinds lang in Engeland gevestigd heeft en voor verscheiden jaren tot do bisschoppelijke kerk is overgegaan. Eenige godgeleerden, die door geleerdheid en vroomheid uitmunten, zullen hem vergezellen. Zoo zal dan ook de Evangelische kerk in het heilige land zich in betrekking tot de regering als een geslolen ligchaam kunnen doen gelden, en de onderhandelingen van Enge land en Pruissen, welke hare erkenning als zoodanig ten doel heb ben zullen tevens een gunstigeu invloed op den toestand van allo de Christenen aldaar uitoefenen." [Staats-Cour.~\ BINNENLANDSCIIE BERIGTEN. Bij Koninklijk besluit van den 14den October 1841 N°. 91 is tot Wethouder der stad Alkmaar benoemd: de lieer WILLEM SCHUT Lid van den Raad derzelvo stad. 's Gravenhacen den 27sten October. Men verneemt, dat, naar aanleiding der bij* het gouvernement inge komen berigten het gedaan onderzoek omtrent door deskundigen naar den toestand en aard der ziekte, welke onlangs, in eenige gemeen ten van het West/and en in de nabijheid dezer stad, onder het rund vee is uitgebroken, en nog niet is geweken, voor geene andere to houden is, dan voor die welbekende.1- anthrax aardige ontstekingziek te, welke meermolen, vooral in den gevorderden zomer en vroe gen herfst, in sommige streken van dit gewestwordt waargenomen, en die door de landlieden alhier algemeen met den naam van pest- brand wordt bestempeld. Ofschoon deze ziekte, wanneer het rund vee door dezelve in een hevigen trap wordt aangetast, niet zelden een spoedigen dood, wegens het schielijk ontstaan van versterf der inwendige doelenten gevolge heeft waartegen dan ook in die gevallen dikwijls alle, zelfs de doelmatigste geneesmiddelen vruchte loos worden aangewend zoo verschijnt zij, bij de meeste veehou ders, onder eene veel zachtere gedaante, cn herstellen de zieke die ren, onder eene gepaste behandeling, binnen eenige dagen door gaans gelukkig en volkomen. Wij kunnen dus hieromtrent reeds eenigermate geruststellende berigten mededeelenvoor zoo ver aan gaande de bedoelde ziekte ongunstige, doch overdreven, geruchten zijn verspreid geworden Algemeen Handels- en Advertensieblad ran 18 September 1841), als of dezelve overeenkomst zou hebben met den Aziatischen Braakloop. Het verheugt ons te kunnen melden, dat, volgens het gevoelen derzelfde deskundigen, er geene groote vrees bestaat voor eene aanmerkelijke uitbreiding dezer ziekte, zoo dat de algemeene vee-stapel hierdoor in gevaar zou gerakendaar de pestbrand gewoonlijkbij het verder verloop van het saizoenaf neemt en van zelfs ophoudt, vooral wanneer het vee ter stal wordt gebragt: hetwelk dus den landlieden, bij de tegenwoordige natte weèrsgesteldheidbuitendien, niet te ernstig, ter bewaring der ge zondheid hunner have, kan worden aanbevolen. Wijders is het hun aan te raden, dat zij zich, ter behandeling van het aangetaste vee, ten spoedigste bedienen van de hulp van bekwame en erkende vee artsen en zich mogen ontbonden vertrouwen te stellen in eenen drank, welke als een specifiek voorbehoed- en geneesmiddel tegen den pestbrand wordt uitgevent, en te Krimpen aan den Lek, door zeker persoon aldaar, die zich vee-arts noemt (doch niet tot de van gouvernementswege erkende vee-artsen behoort), voor 2.10 do flesch, wordt afgeleverd, hoewel volgens gedaan onderzoek, de mid delen, waaruit dezelve is zamengesteldslechts de waarde van wei nige centen bedragen. Dit geneesmiddel kan niet als doelmatig te gen den aard der ziekte worden beschouwd doch uit hoofde van de geringe boeveelheden van deszelfs werkzame bestanddeclcn is hetzelve, in de meeste gevallen, naauwelijksalsnndeeligdoch even min als voordeelig, te acHten. Daar overigpns de geneesbaarheul van elke ziekte altijd grootelijks afhangt van de hevigheid van den gevorderden trap, 'en vele bijzondere omstandigheden-waaronder zij bestaat, en waarnaar elke verstandige behandeling moet wordeq

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1841 | | pagina 1