a°' \m ALKIAARSC1E 16 Jaiutarij, M a a a d a g JJrengen mits deze ter keunisse van de ingezetepen derzelver Stad De Trijs der Adv ebtenticn van 1 tot 5 re gels is één Guldenen a oer eiken regel meer 20 Centen, behalve 35 centen zegelregt voor elke plaatsing. Deze Courant wordt eens iii de week en wel eiken Maandag, voor de Prijs van 6' Centen uitgegeven. ïllTRGEMEESTER ei* WETHOUDERS der Stab ALKMAAR, «gezien de dispositie van den lieer StaatsraadGouverneur van Noord- Hollandde dato 4 December 1842, n°. 5~j N. M Provinciaal blad -3:°. 117, waarbij is bepaald, dat de werkzaamheden der Nationale Militie, voor den jare 1843, binnen de Steden en Gemeenten dezer Provincie eenen aanvang zullen nemen met den eersten Januarij aanstaande Roepen, ter voldoening aan art. GO der wet van 8 Januarij 1817, n°. 1, omtrent de inrigting der Nationale Militie, bij deze op, alle Manspersonen hunne wetttige woonplaats, of domicilie binnen deze Stad en Jurisdictie hebbende, welke op den 1*»™ Januarij 1843, bon negentiende Jaar zijn ingetreden en mitsdien alle Jongelingen geboren in het Jaar 1824, ten einde zich, ingevolge art. 59 der Voorz. wet, in bet daartoe gereed gemaakte register tot de ligting voor de Nationale Militie te doen inschrijven. En, ingevolge art. G van de wet van 27 April 1820, alle Mans personen, die hun verblijf binnen dit Rijk komen te vestigen, en als Ingezetenen moeten worden beschouwd, ten einde zich, voor zoo verre zij nog in de jaren der Militie vallen, insgelijks ter in schrijving aan te geven, in dat register, waartoe zij volgens hunnen ouderdom behooren. De inschrijving zal beginnen met Maandag den 2f!en Januarij 1843, en zal geheel en al moeten zijn afgeloopen den 20sten daaraanvolgende. Tot dezelve zal worden gevaceerd in een der vertrekken op het Raadhuis alhier, op Dingsdagen en Vrijdagen, zijnde den 3, 6, 10, 13, 17 en 20 Januarij aanstaande, des namiddags van 5, tot des avonds 7 ure. En ten einde te voorkomen dat iemand, in de termen der in schrijving vallende, zich door onwetenheid aan pligtverzuim schul dig make, hebben Burgemeester en Wethouders noodig geoordeeld, de Ingezetenen te moeten herinneren aan de navolgende bij voor melde wet gemaakte bepalingen Dat, welke aanspraak op Vrijstelling iemand zoude vermeencn te hebben wegens gebreken of anderzinsdezelve des niettegenstaande gehouden is, zich te doen inschrijven, gelijk mede daaronder be grepen zijn de gehuwden en afwezenden. Dat de Ouders, Voogden en Regenten, verpligt zijn, hunne Kin deren of Pupillen in persoon, of door iemand, daartoe door hen schriftelijk gernagtigd, te doen inschrijven, en daarin nalatig blij vende, zullen zij vervallen in de boete daarop gesteld en ingeval van volstrekt onvermogen met gevangenis worden gestraft, onver minderd, dat zoodanige Kinderen of Pupillen, even als alle andere Jongelingen, welke zich aan dc inschrijving hebben onttrokken, indien zij geene redenen van Vrijstelling kunnen bijbrengen, in eene boete, en bij onvermogen, tot gevangenis worden verwezen. Dat de wettige woonplaats voor de inschrijving wordt gehouden, voor hen die ongehuwd zijn, do woonplaats der Ouders, en bij o verlijden van beiden, die van den eerstbenoemden Voogd; voor de gehuwden, de plaats, alwaar zij hun bestaan hebben; terwijl die genen, welke geene Ouders, Voogd of eigen bestaan hebben, moeten worden ingeschreven ter plaatse alwaar zij zich bevinden. Burgemeester en Wethouders voornoemd vermanen allo de in gezetenen van deze Stad en Jurisdictie van dezelve, welke dit aan gaat, om zooveel mogelijk in eigen persoon, voorzien van een Doop- Extract en eene Nota van de wijk en nummer der woonplaats, doch bij volstrekt noodige afwezigheid door een hunner naastbestaanden of Voogden, aan deze hunne verpligting getrouwelijk en naauwkeu- rig te voldoen, en daardoor voortekomen, dat zij niet als onwilligen worden aangezien en gestraft, hetgeen zeker van hunne eigene na latigheid het gevolg zoude zijn. Aldus gearresteerd ter Kamer van Burgemeester en Wethouders der Stad Alkmaar, den 13den December 1842. Burgemeester en Wethouders voornoemd, lt J. T. K 0 0 R N, Ter Ordonnantie van dezelven, Db D1EÜ FONTEIN VERSCUUIR. BURGEMEESTER es WETTIOUDEREN der Stad ALKMAAR, in ervaring gekomen zijnde; dat door sommige der Stedelijke Turf- werkers nog altijd en in strijd met alle vroegere deswege gedane waarschuwingen wordt volgehouden, met het gebruik van Sterken drank, onder en geaurende hunne werkzaamheden In aanmerking nemende dat er volstrekt geene rede van be hoefte daarvoor bestaat; terwijl in tegendeel, door het voldoen daar aan door die enkelden op het geheele korps werklieden eene smet van algemeené verachting wordt geworpen, en zulks buiten en behalven de bijzondere onheilen, welke zij zich daardoor, in hunne hnisselijke betrekkingen berokkenen, aanleidiug geeft tot vele onge regeld heden. en Jurisdictie, dat zoodanig gebruik van Sterke drank onder de werkzaamheden der Turfwerkers aan dezelven stellig is verboden, en mi' Jigen mits deze alle Fabrijkanten en verdere Ingezetenen de zer S1./.V r.itsgaders alle Schippers en Handelaren in Turf uit, om aan dezelve werklieden onder hnnne bezigheden geene Sterke drank hoegenaamd aan te bieden die zoo ze soms gevraagd mogten wor den stellig te weigeren, en door dit een en ander de pogingen der Stedelijke Regering tot wering dezer kwade gewoonte te onder steunen. Alkmaar, 12 Januarij 1843. Burgemeester en Wethouders voornoemd^ F. C. W. DRUIJ VESTE IJ N. Ter Ordonnantie van dezelven, De DIEU FONTEIN VERSCRUIR. BINNENLANDSCHE BERIGTEN. Omtrent het treffende ongeluk te Westzaan, den eersten dag des juars voorgevallen, hebben wij van verschillende zijden, ten deele van ooggetuigen, de volgende bijzonderheden vernomen. Reeds vroeger was er aan de fundamenten des torens eenige uit wijking bespeurd gewordenmen had toen getracht den voortgang van het kwaad te stremmen, door rondom dezelve een zwaar raam te slaan. Dit raam schijnt echter niet stevig genoeg geweest te zijn, om verdere afwijkingen te verhoeden. Reeds in het begin des vo- rigen jaars zag men den toren van boven meer en meer van de kerk afwijkenvan onderen aan eene zijde dieper in den grond dringen en, terwijl een gedeelte der grondslagen stand hield eu een ander deel uitweekhet zware gebouw op het eerste als het iware op eene as draaijen. Het bestuur van Westzaan zag het ge- vaar inen de herstelling van de fundamenten werd aanbesteed. Doch de verzakking en alwijking nam gedurende de voorbereidende werkzaamheden zigtbaar toe, zoodat reeds bij velen de vrees ont stond dat hier geen herstel helpe koude. De aannemer echter was vaneen tegenovergesteld gevoelen en sloegom zijne gerustheid te bewijzen, en ook aan anderen mede te deelen, zijne woning vlak naast den toren op. Den laatste» dag van December was de ver zakking zoo sterk, dat in vier uren tijdsvolgens twee verschillen de opmetingen, de toren van den nok des kerkdaks ruim 2 stre pen meer was afgeweken, en aan de tegenovergestelde zijde ter breedte van anderhalve steen dieper in den grond was gezonken. De vrees der dorpelingen was dan ook in gelijke mate toegenomen, en ieder schouwde, zich in de nabijheid der torens te wagen, zoo dat op de Oudejaarsavond de dorpsherberg, niet verre van denzel- ven gelegen, bijna geheel ledig bleef. Men had ook de bewoners vau het later verpletterde huis op het gevaar waarin zij verkeerden opmerkzaam gemaakt, doch deze hadden om verschillende redenen geaarzeld om hunne woning te verlaten. Die aarzeling kostte hun het leven. Den lsten Januarij des morgens terwijl de torenklok het uur van half zes aankondigde, hoorde de opzigter,die de opborrelin gen van het welwater uit de fondamenten moest waarnemenin den toren een zonderling gedruisch, met alle mogelijke snelheid verwijdert hij zich en naauwelijks heeft hij twintig schreden gedaan of met een donderend geraas stort het gevaarte neder, vermorzelt bet ter zijde staande huis en perst het geheel in den weeken moe- rassigen grond, zoodat er van het gebouw niet bet, minste spoor overblijft. Door den ontzettenden schok scheurt van het nabijgele gen weeshuis een muur in tweeën, een andere muur stort in grnt- zel neder. Eene vaart van ruim 12 voeten breed die langs het verpletterde huis liep, is plotseling gedempt,eene schuit, die daar in lag over een hek henen op het land geslingerd. Zoo als reeds vermeld is, hebben 8 personen door deze ramp het leven verloren. Nog slechts drie lijken heeft men met veel moeite van onder het puin kunnen te voorschijn brengen. Men heeft den huisvader en moeder gevonden in elkanders armen lig gende hunne gelaatstrekken wareu onkenbaaroverigens waren zij uiterlijk ongeschonden, doch waren de sporen van sterke inwen dige kneuzingen merkbaar. De toren van Westzaan was een der merkwaardigste gedenk tee kenen uit den ouden tiid. Het eigenlijke jaar zijner stichting is on bekenddoch de ouderdom van het gebouw wordt door velen op duizend inar geschat. De nahijstaande kerk was verscheiden malen vernieuwd geworden, doch de stevige toren had alle aanvallen des tijds, alle geweld der menschen wederstaan. In den Spaanschen tijd 'hebben de Spanjaarden te vergeefs getracht het gevaarte te vernielendat den Geuzen tot bespiedingplaats diende. De toren had eenen omvang van 36 voeten in het vierkant, het met selwerk was van onderen 9 en van boven 7 voeten dik; de hoogte vau bet steeneji gebouw was ruim 200 voeten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1843 | | pagina 1