i° 1843. ALK1AARSCHE 8. C 0 U K A M M a «a a a g 20 Fcbruarij. BiaV Deze Courant wordt eens in de week en wel eiken Maandag, voor de J'njs van 6 Centen uitgegeven. a V-1 x De Prijs- der Advertenti0n -van 1 tot 5 re gels is één Gulden, en voor eiken regel meer 20 Centen, behalve 35 centen zegelregt voor elke plaatsing. NATIONALE MILITIE. i>URGEMFESTER ex WETHOUDERS der Stad ALKMAAR verwittigen mits deze de belanghebbende Ingezetenen derzelve Stad en Jurisdictie, ingeschreven voor de Nationale Militie van dezen jare, dat de Alphabethische Naamlijst, van alle Personendie aan de iigting der Nationale Militie van dit jaar moeten deelnemen, sints den 16d«> dezer maand, ter visie van elk en een iegelijk ligt, op het Raadhuis dezer Stad en aldaar zal blijven liggen tot en met Zaterdag den 4<'en Maart aanstaande, des morgens van tien, tot des namiddags één ure, (des Zondags uitgezonderd) ten einde een ie der in staat zoude zijn', om, in geval hem op die Lijst, eenige Per sonen of omstandigheden mogten voorkomen, die óp dezelve nog zouden behoorën te worden aaugeteekend of daarvan moeten wor den weggelaten, daarvan aan den Heer Militie-Commissaris'kennis te geven; met last aan de Lotelingen, voor de Iigting des loopenden jaars, om zich op Dingsdag den 7den Maart aanstaande, des voor middags ten tien ure, te bevinden op het Raadhuis voornoemd, ten einde aldaar voor de dienst der Nationale Militie te loten, en, rede nen van Vrijstelling hebbende, die alsdan op te geven, alsmede om de bewijzen t .t staving derzelve. bij de Wet gevorderd, uiterlijk bin nen vyf dagen na de lotingte bezorgen ter Secretarie dezer Stad. Alkmaar, den 18de" Februarij 1843. Burgemeester en Wethouders voornoemd F. C. W. DRUIJVESTE1JN. Ter Ordonnantie ran dezehen De D1EU FONTEIN VERSCI1UIR. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ALKMAAR verwittigen bij deze alle Patentpligtigen binnen deze gemeente en jurisdictie van dien; dat de bij art. 36 der Wet op het regt der Patenten voorbeschrevene opneming, aan alle huizen zonderonder scheid, te beginnen op Woensdag den 22»'™ Februarij aanstaande, zal plaats hebben, en dat tot die opneming door Burgemeester en Wethouders, met overleg van den Controleur der Directe belastingen in de Controle Alkmaar, zijn benoemd en aangesteld de Heer Cor- nelis Croll, Gommis ter Stedelijke Secretarie, en Cornells van Tiel Deurwaarder bi] de Directe belastingen. Gelastende Burgemeester en Wethouders een iegelijk der Patent- pligtigen, de gemelde Personen in die kwaliteit tejerkennen, en aan dezelven alle door hen gevraagde inlichtingen te geven. Herinnerende Burgemeester en Wethouders nog bij deze bijzon derlijk de Patentpligtigen, in de Tabellen n°. en 12 der voorz Wet begrepen, aan de bepalingen, vervat in art. 35 derzelve Wet, met betrekking tot de daarbij voorgeschrevene verpligting, tot de vertooning van het aangelegde Register, houdende de namen en toe namen van alle de werklieden, welke door hen met uitzondering van diegene, welke met minder dan drie werklieden arbeiden:) in dienst worden gehouden; alles op zoodanige boete en poenalitei- ten als bij hetzelve artikel in het breede zijn omschreven. Alkmaar, den 18den Februarij 1843. Burgemeester en Wethouders voornoemd, F. C. W. DRUIJ VESTE IJ N Ter Ordonnantie van dezelren, De DIEU FONTEIN VERSCHUIR. wezigen te vermeerderen; maar tevens het wel slagen der moeije- bke werkzaamheden van de voornoemde Commissie, bij derzelver zoo weldadig doel, te bevorderen. Alkmaar, den l8i!ei' Februarij 1843. Burgemeester en Wethouderen vöirnoemdj. F. C. W. DRUIJVESTEIJN. Ter Ordonnantie van dezelven, De DIEU FONTEIN VERSCHUIR. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ALKMAAR, herinneren mits deze de ingezetenen derzelve Stad en Jurisdictie, aan de, gedurende den winter althans zoo rioodigen voorzorgen tot voorkoming van brand, en, noodigen diensvolgens alle ingezetenen, niet minder in hun eigenbelang dan in dat der geheele Burgerij, nit, om hunne Schoorstèenen en Kagchelpijpen voortdurend behoor lijk schoon te houden, en dezelve desnoods op nieuw te doen vegen, maar tevens bij de verwarming hunner woningen die voorzorg en oplettendheid in acht te nemen, waardoor het zoo vreeslijk onheil, als dat van brand, voor eene digtbebouwde stad, zooj|veel mensche- lijk vermogen althans toelaat, kan worden voorgekomen. Alkmaarden 18den Februarij 1843. Burgemeester en Wethouders voornoemd F. C. W. D R U IJ V E S T E IJ N. Ter Ordonnantie ran dezelren, De DIEU FONTEIN VERSCHUIR. BURGEMEESTER en WETHOUDEREN der Stad ALKMAAR, van de Commissie van Spijsuitdeeling ontvangen hebbende het be- rigt,dat het Concert, op den 14den Februarij dezes jaars, ten behoeve hunner instelling gegeven na aftrek van alle onkostenheeft opgebragt de som van Een honderd Vieren Vijftig Gulden ,\Vijf en Dertig Cents. Brengen mits deze, zoo voor zichzelven, als namens de voor noemde Commissie, die zulks speciaal heeft verzocht, hartelijken dank aan ieder, die door geldelijke Bijdragen deze onderneming zoo krachtdadig heeft ondersteund; maar tevens, en niet minder, aan allen, die, hetzij verpligt of onverpligt, onder de leiding van den Deer Orehestmeesler Ottozich in de uitvoering zoozeer hebben be ijverd, om niet alleen door hunne talenten de genoegens der aan» - BUITENLANDSCIIE BERIGTEN. Men leest in den Moniteur Judiciaire dc Lyon Het dorpje Saint-Laurent-les-Miires is het tooneel geweest van eene gruwelijke misdaad. Een dienstmeisje uit Lyon begaf zich eeni ge dagen geleden naar Bourgoinonder weg ontmoette zij een mili tair die mede naar dien kant ging. De reiziger en reizigster ko men elkander op zijde en beginnen een gesprek door middel der gewone vragen bij zoodanige gelegenheid. Zoudt gij bij geval naar Bourgoin gaan, liefkind? vraagt de galante soldaat aan het jon ge meisje. Zoo als als gij zegt, antwoordt zij, ik ga mijne spaar penningen aan mijne moeder brengenacht honderd franken ten naastenbij Des te beter, zegt de eerste, wij zullen dan te zaraen gaan en zoo wandelden de beide jonge lieden met elkander voort. De jong» krijgsman had naauwelijks tijd gehad om zijne reisge zellin te verhalen, hoe hij terugkwam uit Afrika, waar hij niet doodgeschoten was geworden, en zijn ontslag in behoorlijke vorm in den zak had hij was misschien op het punt om een woordje op te gooijen over eene eerlijke vrijaadje, toen zij »an de eerste buizen kwamen van St. Laurent. Het dienstmeisje zeide toen tot hem, dat zij zich moest ophouden bij lieden van hare kennis, en niet voor den volgenden morgen hare reis zoude vervolgenzij wa ren dus genoodzaakt afscheid te nemen, maar niet zonder elkander te beloven om de reis te zamen voort te zetten. Den volgende morgen bij het aanbreken van den daggaat do militair kloppen aan de deur van het huis, waar hij het jonge meisje den vurigen avond had zien binnen gaan, Zij is eenige mi nuten geleden vertrokkenantwoord een man van binnen. Zonder verder.te vragen verhaast dc militair zijnen tred, in de hoop vau zijne vergeetachtige reisgezellin in te halen. Hij liep reeds lang en begon zich te verwonderen, dat hij het jonge meisje nergens bespeurdetoen hij twee gendarmes ontmoet te, die van Bourgoin terugkeerden. vroeg liun terstond naar het meisje, welke hij zocht, en gaf haar signalement op. Zij antwoordden hem, dat zij niemand ont moet hadden op wie dat signalement paste. De verwondering van den jongen soldaat gaat toen over in vermoedens. Hij verhaalt aan de gendarmes zijn gesprek vap den vorigen avond met het dienst meisje, hoe zij zijne reisgezellin is geworden en dat zij eene som van 800 franken hij zich had. Na dat verhaal verzoeken de gendarmes hem om terug te keeren en hem het huis te wijzen waar liet dienstmeisje den nacht heeft doorgehragt. Te St. Laurent gekomenvinden zij de deur en de vensterluiken zorgvuldig gesloten. Men ondervraagt de buren, die een kind, dat op den weg speelt, aanduiden als den zoon van den eigenaar. Waar is uw vader? vragen hem de gendarmes. Uij is in den kelder, waar hij een kuil maakt om iets injjte hegraven," antwoordde het kind. Men omsingelt terstond de woning, er wordt een 'slotenmaker ge roepen men komt in huis, vliegt naar den kelder en hier ver toont zich een afgrijsselijk schouwspel aan de oogen der omstanders. Een man houdt een half naakt lijk in zijne armenop het punt staande om hetzelve in eenen diepen kuil te werpen. Het was het lijk van het jonge meisje, hetwelk door haren gastheer was ver moord ten einde zich meester te kunnen maken van haren kleinen schat. De moordenaar is gevangen genomen en onmiddelijk in d« handen van het geregt overgeleverd. [Al'gNieuwsbl.\ Gepasseerde Schepen dóór Alkmaar, langs het Groot Noord-Hol- landsch Kanaal, van den 3 tot den 9 Februarij 1843. Ned. freg. Waterloo, S. van Duijn van Batavia naar Ainst. Dito dito. ZeemanshoopG. Teensraa dito dito. Dito kof. Drie GezustersP. S. de Boer Snairna dito. [Vervolg hierna.\ *M* Openbare veiling, gehouden op Vrijdag, den 17den Februarij 1843, in de Nieuwen Doelen te Alkmaar, van de navolgende per- ceelen, welke hebben gegolden: 1. Eene Hnisntms - WoningBoet, Erf, en daarbij gelegen stuk ken Weiland, te zamen ter grootte van 31 bunders 90 roeden 50 ellen, alles staande en gelegen in de Bergermeer. strijkgeld P. J. Groot4,332. 2. Eene Huismans- WoningBoet én Kapbergwaarin een ruime Dorsch, berging voor 18 koe hooi en Stalling voor 10 koeijen en Erve, slaande en gelegen aan de Wognumsche buurt, in buitenwijk AN0. 3. strijkgeld Comelis Schoen f 600.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1843 | | pagina 1