r 1843. ALKIAARSCHE N' II. COURANT M a a n d a g 13 Ma a r l. ook iu den vorm van broodjes. Deze Courant wordt eens in de week en wel eiken Maandag, voor de Prijs van 6 Centen uitgegeven. De Prijs der ADVEBTENTiëN van 1 tot 5 re» gels is één Gulden, en voor eiken regel meer 20 Centenbehalve 35 centen zegelregt voor elke plaatsing. I)e STAATSRAAD, GOUVERNEUR deb PbovincieNOORD-IIOLLAND, Brengt ter kennisse van het publiek, dat de passage van het ge deelte van den groeten weg van Alkmaar nnor den Helder, begre pen tusschen gemelde Stad en het gehucht Schoorldamvan af den 15den dezer maand en tot nadere aankondiging, alleenlijk zal kun plaats hebben aan de westelijke zijde langs het Groot Noord - Hol- landsch Kanaal. llaarltmden 10^en Maart 184.3. De StaatsraadGouverneur voornoemd V a it E W IJ C K. BURGEMEESTER en WETHOUDERS deb Stad ALKMAAR, in ervaring gekomen zijnde Dal men zich niet ontziet onderscheidene gewassen en Heesters, welke zich tusschen het geboomte in de plantsoenen in en buiten de Stad ontwikkelen, afteplukken, aftesnijden en op sommige plaat sen met wortel en al uit den grond te rukkenwaardoor niet al leen de plantsoenen ontsierd alle gelegenheid tot nestelen der Nach tegalen en ander klein gevogelte weggenomenmaar tevens het jong geboomte, door het losmaken van den grond, in deszelfs groei belemmerd en tegen gegaan wordt. Herrinneren mits deze elk en een iegelijk dat dergelijke handelin gen volstrekt zijn verboden; met waarschuwing dat niet alleen de beambten van politie maar ook allen Stedelijke werkliedenden strengslen last is opgedragen om daarop toe te zien en de bedrijvers daarvan zonder oogluiking aan te houden en aan de regterlijke magt over te leveren; ten einde ingevolge de bestaande wetten we géns beschadiging of roof van aan de publieke veiligheid toever trouwde goederenvan welks treurige gevolgen zich nog zoo kort geleden een waarschuwend voorbeeld alhier heeft voorgedaan, ver volgd te worden. Alkmaar, den ll<h" Maart 1843. Burgemeester en Wethouders voornoemd, F. C. W. DRUIJVESTE1JN. Ter Ordonnantie van dezelven De DIEU FONTEIN VERSC1IUIR. BROOD-ZETTING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS deb Stad ALKMAAR, bepalen bij deze, dat te rekenen van den dag van heden, de prijs zal zijn van: ,1 le soort 33 Ct. per Nederl. pond. Het fijn Wit Tarwenbrood J £e 2fir Het grof Bollenbrood23 ongebuild Tarwenbrood 25 Roggen brood11 En dat mitsdien de prijzen en het gewigt van het brood binnen deze Stad en Jurisdictie,'zullen zijn als volgt: Pond. Once. Lood. Fijn Wilteb"1. of regels lpsoort, moet wegen 3. ƒ- 10 C'. Fijne Wittebroodsbol 1- 5. - 05 Gebuild Tarwenbrood4. - 13 6. n »-19i» li 8. - 2O3 2e 1- »-26|» Bollen, 8 of 10 voor 5 Cents 2. 2 - 05 Roggebrood 3. - 3.3 1§. n - 16J» Zullende alles gaar gebakken en niet boven de zetting verkocht mogen wordenop de boete daartoe staande Alkmaar, den llden Maart 1843. t F. C. W. DRUIJVESTEIJN. Ter Ordonnantie van dezelven, De DIEU FONTEIN VERSCIIUIR. BINNENLANDSCHE BERIGTEN. Wij lezen in het dagblad l' Espérancevan Nancy: De volgende bijzonderheden, nopens eenen moordaanslag, in de nabijheid van Neuschateau, worden ons mededeeld Voorleden znturdag, omstreeks vier ure 11a den middag, verliet de Heer Eugêne de Barizien die eene reis deed door het departe ment des Vosges, alleen, le voet en ongewapend, het dorp Grand, om zich naar Neuschateau te begeven. Hij had een vrij uitgestrekt bosch te doorwandelen, waardoor een naauwelijks gebaande weg liep, die nog daarenboven bedekt was met pas gevallen sneeuw, waardoor zijn gang zoodanig belemmerd werd dat hij door de duisternis werd overvallen. Ver van alle woning verwijderd, scheen niets hem ee nen reismakker aan te kondigen, toen eensklaps een forsch mans persoon, in boerenkleeding, en gewapend met eenen, met ijzer be slagen stok, uit het bosch te voorschijn trad en hem opwachtte. Toen de Heer de Barizien in de nabijheid van den onbekenden gek omen was, knoopte d.e$e het gesprek aan, door bem te vragen, of hij voor zaken reisde, waarop een onkeunend antwoord gegeven werd. Na dat zij eeuigen tijd voortgewandeld haddenbeweerde dt onbekende, dat de weg te slecht was om door twee personen naast elkander begaan te worden en verzocht zijnen jongen reismakker, om v. J v hein uit te loopen. Deze echter, teregt verwonderd over deze zonderlinge uitnoodiging en nog meer in angst gebragt door het verdachte voorkomen van den onbekende, weigerde volstandig en begon integendeel achteraan te loopen. Vier of vijfmaal tracht te de onbekende de reis te vertragen, door dan eens uit te glijden en dan eens vermoeidheid voor te wenden. Zijn oogmerk was, daar door te kunnen achterblijven en de volkomen duisternis af te wach ten. Wij behoeven ons niet te baasten zeide hij: al worden wij door den nacht overvallen, zoo hebben wij niets te vreezen, vermits wij met ons beiden zijn. 0 neen, antwoordde de Heer de Ba rizien zonder aarzeling, daarenboven men komt mij te gemoet maï een rijtuigik wacht het elk oogenblik." Deze list scheen den onbekenden werkelijk verlegen te maken hij vervolgde evenwel de reis en ging voort met allerhande vragen te doen, én zoo verliep er een half uur, hetwelk onze reiziger vrij lang moet zijn toegeschenen, want hij bevond zich alléén, ongewa pend, zonder hoop op hulp, midden in een bosch, in gezelschap van een man, die, gespierd en gewapend, al het uiterlijk vertoon» de van een [losgebroken galeiboef. Eindelijk waren zij gekomen in eene diepe en naauwe vallei, door welke een rivier stroomde: de nacht was ingevallen. Toen haalde de onbekende uit eenen reiszakdien hij aan zijne linker zijde droeg, een vooiwerp, dat hij in zijnen regterzak stak en dat door aanraking met andere voorwerpen een geluid van zich gaf ala van metaal, als ware het een mes of een dolk. Vervolgens keerda hij zich om en zeidehet is nu toen te laat om u te komeu halenmen wacht u zeker niet meerDe Heer de Barizien her haalde zijne verzekering van het tegendeel zoo bedaard als bem slechts mogelijk was; doch hij begreep zeer goed, dat thans het oo genblik des gevaars daar was: de stok, de dolk, de nacht, de ri vier, alles werkte mede om den aanslag gemakkelijk te maken. Eene gelukkige gedachte valt den reiziger plotseling in. Hij her innert zich, dat, op ongeveer tien minuten afstands van den weg, een huis, eene hoeve of eene ruïne moet gelegen zijn. Bewoond of onbewoond, dit is hem onverschillig; het is zijne eenige kans van redding. Van dat oogenblik af aan is hij slecht bedacht op de vlugt, en daar hij nog een brug over moetom den groeten weg te kunnen ver laten, zoo maakt hij zich gereed, om den waterkant te bereiken, en begeeft zich daartoe van de linker- naar de regterzijde van zij- nen reismakker. Deze intusschen waarschijnlijk zijn voornemen ra dende, werpt zijne blikken om zich heen, ten einde zich te verze- keren,' dat alles stil is, en zich daardoor een weinig achter den rei ziger bevindende, brengt hij dezen eenen duchtigen slag met zijnen stok naar het hoofd toe, die hem zeker bewusteloos zoude hebben doen nedervallen. Gelukkig zette de Heer Barizien het juist op het zelfde oogenblik op een loopen, zoodat de stok slechts zijn been raak te. Met de grootste snelheid trachtte hij de pachthoeve van Reinval te bereiken, en verzocht daar om bijstand. Vergezeld van twee met knuppels gewapende en van lantaarneu voorzienen mannenkeerde hij dadelijk naar de plaats terug, ten einde te trachten, door de voetstappen in de sneeuw, op het spoor van den moordenaar te ko men. Daar echter zijne nasporingen vruchteloos bleven, sloeg hij dade lijk weder den weg naar Neuschateau in en deed de noodige aan gifte bij de overheid. Er werd oogenblikkellik proces-verbaal opge maakt, en de gendarmerie uitgezonden. Het duidelijk signalement, door den Heer de Barizien gegeven, zal, zoo men hoopt, strekken, om den schuldige spoedig in handen des geregts te doen vallen. [AW. Nieuwsbl Gepasseerde Schepen door Alkmaar, langs het Groot Noord-Rol? landsch Kanaal, van den 10 tot den 16 Februarij 1843. [Zijnde het vervolg.] Ned. bark. Straat Sunda, H. M. Volkersen »Amst. n: Batavia. Eng. schon. Mary Ann, J. Cunham dito Loudon. Deens. dito. Tree Wenner, J. Jörgesen dito Töborg. HUWELIJKS-PROCLAMATIEN, gedaan binnen Alkmaar, op Zondag den 12 Maart 1843. Eerste Gebod. Simon Levi Witscnhuijsenweduwnaar van Leentje Abrahams Cohen, wonende alhier, en Betje Mathijs Simons, thans alhier, laatstelijk te Amsterdam woonachtig. Tweede Gebod. Eartog Alexander Druif, wonende te Nieuwer-Amstelm fathtri- na Cohenwonende le Alkmaar. Aangiften van GEBOORTEN te Alkmaar, van den 6 tot den 11 Maart 1843. Gerritzoontje van Jan Broertjes en Gunrtje Eenigenhnrg. Maria Getrlruidadechlerij* van Willem Snceij »n Jacobs SanJeri

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1843 | | pagina 1