A0' 1844 AL EI A Al SC HE C 0 t M A N T. M a a n <1 a g m 1 Januarij. mmui1 ia 'IjS *To Deze Courant wordt eeus in de week en wel eiken Maandag, voor de Prijs van 6' Centen ziilgegeven. De Prijs der Adver'tenticn win 1 tot 5 re gels is één Gulden, en voor eiken regel meer '20 Centenbehalve 35 centen zegelregt vooJ elke plaatsing. NATIONALE MILITIE. P B L I C A T I E. [BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ALKMAAR, gezien art. 21 der Wet op de Nationale Militie, van den 8sf™ Janu arij 1817, n°. 1, waarbij is bepaald, dat zich jaarlijks vóór den 5d™ Januarij aan het Plaatselijk Bestnur in geschrifte moeten adresseren de bij de Nationale Militie voor zich zeiven dienende Manschappen, die in den loop van het laatst verloopen jaar, hetzij door overlijden van eenen Vader of wel eener Moeder, weduwe zijnde, of door plaats gehad hebbende regterlijke separatie of echtscheiding der Ouders, of eindelijk door overleden van eenen Broeder of Broeders, regt op vrijstelling, overeenkomstig de bepalingen bij art. 91 en 94 gemaakt hebben verkregen, en hun ontslag diensvolgens zullen verlangen; En gezien de Dispositie van den Heer Staatsraad, Gouverneur van Woord-Holland, de dato 2 December 1843, Provinciaal blad n°. 123, waarbij aan voormeld 21 art. speciaal wordt herinnerd: Brengen ter kennis van de thans voor zich zeiven bjj de Nationale Militie dienende Manschappen, welke na hunne inlijving, ten ge- volge van art. 21 der voormelde Wet, redenen van Vrijstelling heb ben verkregen, en verlangen uit den dienst ontslagen te worden, dat zij zich tot dat einde, vóór den Vijfden Januarij aanstaande, schriftelijk aan Burgemeester en Wethouders moeten adresseren en daarbij overleggen de noodige bewijzen ingerigt overeenkomstig de voorschriften bij art. 91 en 94 der bovengemelde Wet gestatueerd, tot welke aanvrage om ontslag evenzeer de Manschappen zeiven als derzelver Ouders, Aoogden, Curators en Gemagtigden bevoegd zijn. Gedaan te Alkmaar, den 8st™ December 1843. Burgemeester en Wethouders voornoemd F. C. W. DRUIJVE STEIJN. Ter Ordonnantie van dezelven, De DIEU FONTEIN VERSC1IMR. NATIONALE MILITIE. PUBLICATIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ALKMAAR, gezien de dispositie van den lieer StaatsraadGouverneur van Noord- Holland, de dato 2 December 1843 N°. N. M. Provinciaal blad waarbij is bepaald, dat de werkzaamheden der Nationale Militie, voor den jare 1844, binnen de Steden en Gemeenten dezer 1 rovincie, eenen aanvang zullen nemen met den eersten Januarij aanstaande. J Roepen ter voldoening aan art. 60 der wet van 8 Januarij 1817, N°. 1 omtrent de mrigting der Nationale Militie bij deze op, alle Manspersonen hunne wettige woonplaats, of domicilie binnen deze Stad en Jurisdictie hebbende, welke op den Uten Januarij 1844 hun negentiende Jaar zijn ingetreden en mitsdien alle Jongelingen, ge- buien in het jaar 1825, ten einde zich ingevolge art. 59 der voorz. wetin het daartoe gereed gemaakte register tot de ligting voor de Nationale Militie te doen inschrijven. En ingevolge art. 6 van de wet van 27 April 1820, alle Mans personen, die hun verblijf binnen dit Ilijk zijn komen te vestigen en als Ingezetenen moeten worden beschouwd, ten einde zich, voor zoo verre zij nog in de jaren der Militie vallen, insgelijks ter inschrij ving aantegeven, in dat register, Waartoe zij volgens hunnen ou derdom behooren. De inschrijving zal beginnen met Dingsdag den 2d™ Januarij 1844, en zal geheel en al moeten zijn afgeloopen den 20sten daaraanvol gende. lot dezelve zal worden gevaceerd in een der vertrekken op het 19 ie is a"''er°P Dingsdagen en Vrijdagen zjjnde den 2, 5, 9, 12, 16 en 19 Januarij aanstaande, des namiddags van 5 tot des avonds 7 ure. Ln ten einde voortekomendat iemand in de termen der inschrij ving vallende, zich door onwetenheid aan pligtverzuim schuldig make, hebben Burgemeester en Wethouders noodig geoordeeld, de Ingezetenen te moeten herinneren aan de navolgende bij voormelde wet gemaakte bepalingen. Dat, welke aanspraak op Vrijstelling iemand zoude vermeenen te hebben, wegens gebreken of anderzins, deze!vejdes niettegenstaande gehouden is. zich te doen inschrijven, gelijk mede daaronder be grepen zijn de gehuwden en afwnïonJon. Dat dé OudersVoogden en Regentenverpligt zijnhunne Kin deren of Pupillen in persoon, of door iemand daartoe door hun schriftelijk gemagtigd, te doen inschrijven, en daarin nalatig blij vende, zullen zij vervallen in de boete daarop gesteld, en ingeval van volstrekt onvermogen met gevangenis worden gestraft, onver minderd, dat zoodanige Kinderen of Pupillen, even als alle andere Jongelingen, welke zich aan de inschrijving hebben onttrokken, in dien zij geene redenen van Frijsteling kunnen bijbrengen, in eene boete, en bij onvermogen, tot gevangenis worden verwezen. Bat de wettige woonplaats voor de inschrijving, wordt gehouden, voor hen die ongehuwd zijn, de woonplaats der Ouders, en bij oiiilijden van beiden, die van den eerslbenoemden Voogd; voor de gehuwden, de plaats, alwaar zij hun bestaan hebben, terwijl dugene, welke geepe Ouders, Voogd of eigen bestaan hebben, moe ten worden ingeschreven ter plaatse alwaar zij zich bevinden. Burgemeester en Wethouders voornoemdvermanen alle de Uw gezr^enen van deze Stad en Jurisdictie van dien, welke dit aangaat, om i mveel mogelijk in eigen persoonvoorzien van een Doop Ex tract en eene Nota van de wijk en nummer der woonplaats, doch bij olslrekt noodige afwezenbeid ck or èen hunner öaastbestaanden of Voogden aan deze hunne verpligting getrouwelijk cn naanwkeu- rig te voldoen en daardoor voortekomen dat zij niet als onwilligen worden aangezien en gestraft, hetgeen zeker van hunne eigene na latigheid het gevolg zoude zijn. Aldus gearresteerd ter Kamer van Burgemeester en Wethouders der Stad Alkmaar, den 12-1™ December 1843. Burgemeester en Wethouders voornoemd i F. C. W. DRUIJVE STEIJN. Ter Ordonnantie van dezelven De DIEU FONTEIN VERSCHUIR. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ALKMAAR brengen mits deze ter kennisse van de Ingezetenen dezer Stad en Jufidictie Dat zij, even als in vorige jarenhet aanbod der gewone jaarlijkseho Commissie ontvangen hebbendeom ook weder gedurende dezen winter uit de liefdegaven der Burgerijden armen en behoeftigen van j gezond en warm voedsel te verzorgen, dit aanbod, wetende j hoe hoogen prijs door vele behoeftigen op deze ondersteuning wordt gestelden welke waardij door de Inteekenaren aan deze wijze van verzorging wordt gehecht dankbaar hebben aangenomen, en dezel ve Commisssiedie het voornemen heeft hare uildeelingen met den 8sten Januarij 1844 aan te vangengemagtigd om zich tot beko ming der daartoe benoodigde fondsen tot de Ingezetenen dezer Stad te wenden. Burgemeester enWetbonders achten het niet noodig een tafereel te schilderen van de algemeenheid der behoefte, die alom en ook binnen deze Stad heerscht; maar bezigen alleen de aanwijzing daar op, tot versterking hunner uitnoodiging aan hen, die zich in betera omstandigheden mogen verheugen, om wat er ook reeds dit jaar boven anderen van hunne goede gezindheid voor de armen is gevor- derdtdeze weldadige inrigting weder op den ouden onbekrompen voet te willen ondersteunen; de ondervinding van zoovele jaren heeft den stempel der zekerheid gedrukt op het nut, dat zij sticht, terwijl zij nu te meer goeds zal kunnen daarstellen, nu, doors de ophandende zijnde verschaffing van werkzaamhedenaan den. kring harer bemoeijingen eene nog meer doelmatige strekking zal kunnen worden gegeven en waarom het ook is, dat Burgemeester en Wethouders deze Instelling op de meest dringende wijze aanbe velen. Alkmaar, den 28st™ December 1843. Burgemeester en Wethouders voornoemd F. C. W. D It U IJ V E S T E IJ N. Ter Ordonnantie van dezelven De DIEU FONTEIN VERSCHUIR. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ALKMAAR, Gezien de Resolutie van het Departement van Finantiën, van den 28»t™ October 1843, waarbij is vastgesteld een veranderd en ver nieuwd Tarief voor den Accijns op het Geslagt Brengen mits deze ter kennisse ven de Ingezetenen dezer Stad en Jurisdictie, dat, hoezeer ook de verhooging van den Rijks-Ac cijns eene vermindering der Stedelijke Opcenten wenschëlijk zoude maken, nogthans, bij gemis van alle authorisatie daartoedie Op centen voorloopig tot hetzelfde bedrag, als tot dusverre is bepaald, geheven zullen wordentot zoolange de Stedelijke Raad na genoeg zame verkregene Ondervinding, en na daartoe van wege de Hooge Regeering te zijn gemagtigd, zich in staat zal zien gesteld, om de Stedelijke Belasting zoodanig te kunnen verminderen, dat, terwijl aan den eenen kant de inkomsten der Stad bewaard blijven, te ge lijker tijd de Bu'-gerij niet te hoog belast wordeen eene betrekke lijke gelijkheid met het tegenwoordig gezamenlijk beloop van's Rij ka en Stedelijken-Accijns worde daargesteld. Alkmaar, den 30sl™ December 1843. Burgemeester en Wethouders der Stad Alkmaar F. C. W. R U li V E S T E IJ N Ter Ordonnantie van dezelven, De DIEU FONTEIN VERSCHUIR. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ALKMAAR, verzoeken alle belanghebbenden, op de gewone wijze hunne Beke ningen wegens Leveranciën in het afgeloopen jaar aan de Stad ge daan, ten spoedigste en uiterlijk ïóór den 15den Januarij 1844, in te leveren, opdat de geregelde afdoening van zaken geene vertra ging ondervinde. Alkmaarden 29stc" December 1843. Burgemeester en Wethouders voornoemd j F. C. W. DRUIJVE STEIJN. Ter Ordonnantie van dezelven, De DIEU FONTEIN VERSCHUIRj

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1844 | | pagina 1