A°'
1LKHAARSCHB
wép
COURANT
M a a n d a g
ft vt~ «oo:. i
11 Maart.
R5 t .1'TE
Deze Courant wordt eens in de wecken wel
ellen Maandag, voor de Prijs van 6 Cente
uitgegeven.
V lÉtn B B**# lV/>
De Pr'js dor Advertentt0n van I tol 5 re-1
géls is één Gulden, en v(>or eJken regel meer
20 Centen, behalve 35 centen zegelregt voor
elke plaatsing.
f^DllGEMEÊSTER en WETHOUDERS der Stad ALKMAAR,
Ontvangen hebbende eene Dispositie van H. II. Gedeputeerde Sta
ten der Provincie Noord-Holland, van den 25sten Januarij 1844, n°.
30, houdende goedkeuring der grondslagen, waarnaar de broodzet
ting voor de Stad Alkmaar, ten gevolge der bepalingen van Z. M.
Besluit van den 15dei> April 1843 (Staatsblad n°. 13) voortaan zal be-
booreri plaats te hebben; en zich als nu daardoor in slaat gesteld
ziendetot het in werking brengen van de bepalingen van voor
noemd Koninklijk Rpsluit, nopens den VERKOOP van BROOD en het
WF.RK der BROODZETTING;
Brengen mits deze ter kennisse van de Ingezetenen dezer Stad
en allen die daarbij verder belang mogten hebben
1°. De BEPALINGEN van meergemeld Koninklijk Besluit, vervat
in de navolgende Artikelen
Art. 1. Overal zal een aanhoudend en gestreng toezigt worden
uitgeoefend omtrent de hoedanigheid van het verkocht wordende
brood alsmede omtrent het gewigt van hetzelve, in zoo Verre dat
gewigt door de Plaatselijke Besturen bepaald is.
Art. 2. De soorten van broed welke tot voornaamst en dage-
lijkseh voedsel voor de Ingezetenen eener Stad of Gemeente dienen
zullen, voor zoo veel dezelve ter verkoop bestemd zijn, in die Stad
of Gemeente niet gebakken noch ook, in eenig geval, aldaar, ver
kocht mogen worden, ten zij dezelve bereid zijn uit zoodanige meel
soorten en anrlere bestanddeelen als daartoe door het Plaatselijk Be
stuur zijn voorgeschrevenof mogten voorgeschreven wordenen
niet dan tegen een vast, door hetzelve Bestuur bepaald of nog te
bepalen gewigt.
Bijaldien evenwel de opgemelde broodsoorten, ofeenigederzelve,
in sommige Steden of Gemeenten, steeds tot een veranderlijk ge
wigt gebakken en tot eenen vasten prijs verkocht mogten wordenzal
het Plaatselijk Bestuur, met voorafgaande toestemming van bet Col-
legie van Gedeputeerde Staten, vergunning kunnen geven, daarme
de, bij wege van uitzondering, voort te gaan.
Art. 3. Ten gerijve der Ingezetenenzal ieder bakker en slijter
van brood verpligt zijn, om bestendig in zijnen winkel, een zwart
bord te plaatsen, waarop de prijzen, tegen welke hij de, bij art. 2
bedoelde broodsoorten verkoopt, benevens het gewigt derzelve, dui
delijk en van de straat leesbaar, zullen zijn opgeteekend.
Art. 4. Ten einde men zou kunnen weten, van welke bakkerij
het brood herkomstig is, en welk deszelfs gewigt moet wezen, zul
len de Plaatselijke Besturen aan iederen bakker, en ten zijnen kos
te, de uoodige merken ter hand stellen, waarmede de door zooda-
nigen bakker te vervaardigen, soorten van brooddie tot voornaamst
en dagelijksch voedsel der Ingezetenen dienengemerkt zullen moe
ten zijn.
Aan deze bepaling zijn niet onderworpen die broodsoortenwelke,
door hel Plaatselijk Bestuur, voor zoodanige merking geheel onvat
baar mogten worden geacht.
Art. 5. De winkel van iederen bakker of slijter van brood zal
van eene schaal en van de noodige gewigten moeten zijn voorzien
ten eindezoodra zulks door of van wege het Bestuur of door de be
langhebbende verbruikers gevorderd wordt, het gewigt van het brood
dadelijk zou kunnen worden onderzocht.
Art. 6. De verordeningen van het Plaatselijk Bestuur, waarbij
de, in het volgende artikel vermelde, zetting van het brood wordt
bepaald of waarbij bijzondere verpligtingen aan de bakkers en slij
ters van brood worden opgelegd, zullen aangeplakt worden, en zoo
lang dezelve van kracht zijn, aangeplakt blijven, binnen de winkels
der bakkers en broodslijters, zoodanig dat het publiek van die ver
ordeningen gemakkelijk kennis kunne nemen.
Art. 7. In alle Steden en Gemeenten zullen de soorten van brood
welke tot voornaamst en dagelijksch voedsel der ingezetenen van die
Sleden of Gemeenten dienen, voor zoo veel dezelve aldaar verkocht
worden aan eene zetting onderworpen zijn.
Bijaldien nogthans hel Bestuur van eenige Stad of Gemeente ver
ineenen mogtdat er afdoende redenen bestaan om de bedoelde
broodsoorten of ook sommigen derzelve niet aan de zetting te onder
werpen, zal bet Collegie van Gedeputeerde Staten de aanvraag daar
toe van zoodanig Bestuur, zulks oirbaar achtende, kunnen toestaan.
Art. 8. De zetting moet alleen beschouwd worden als een hoog
ste prijs [maximum), waarboven het verboden is, do aan de zetting
onderworpen broodsoorten van eeD vooraf bepaald vast gewigt, te
verkoopenbehalve in het geval, voorzien bij de 2de zinsnede van
artikel 2, als wanneer de zetting te beschouwen zal zijn als de be
paling van het gewigt, beneden hetwelk de aldaar bedoelde, steeds
tot een vasten prijs verkocht wordende broodsoortenniet zullen
mogen worden verkocht.
Art. 9. Het regelen der zetting zal met de grootste nnauwkeu-
riglieid en naar de beginselen van billijkheid en regtvaardigheid ge-
schied en.
Bij die enz.
Art. 10. 11e vaststelling der grondslagen, bij het voorgaand arti-
kei aangewezen, en de regeling der zetting naar die grondslagen, 1
worden aan de Plaatselijke Besturen, onder toezigt der Gedeputeerde
Slalen opgedragen.
De zetting enz.
Art. 12. 11e bakkers of slijters van brood, welke zich aan eenige
overtreding der vorenstaande bepalingen mogten schuldig maken,
zsiijen op gewone wijze worden vervolgd.
Behalve in de gevallen dat op die overtredingenbij andere wet.
ten, straffen mogten zijn of worden vastgesteld, zullen dezelve
overeenkomstig art. 1 der wet van 6 Maart 1818 (Staatsbl. n°. 12),
gestraft worden met eene boete van ten minsten tien en ten hoog-
sle honderd guldenof eene gevangenis van ten minste een en ten
langste veertien dagen, of met boete en gevangenis Ie zamen, mils
binnen de evengenoemde beperkingeu rsspectivelijk begrepen zijnde.
2°. De KEUR omtrent de Soorthet Gewigt en den Prijs van
het Brood, too als hetzelve binnen de Stad Alkmaar zal moe
ten worden verkocht; door den E. A. Raad deZer Stad op
den 5Jpn September 1843 gearresteerd, en bii Dispositie van
n. II. Gedeputeerde Staten der Provincie Noord-Holland,
van den 16<>en November 1843, n°. 16, goedgekeurd.
Art. 1. F.r zal binnen deze Stad en Jurisdictie geen ander Brood
mogen worden gebtkken ten toon gesteld of verkocht, dat) bestaan,
de uit zuivere larwe of rogge, zonder eenige inmengselen van andere
bestanddeelen.
Art. 2. De voorzegde broodsnorlen zilllen Ier dier oorzake onder
worpen zijn aan het onderzoek en de beoordeeling der daartoe
beslaande Kcnrmeesterendie dezelve keuring zoo dikwijls en op
Zoodanige tijden Zullen verrigten, als zij zullen vermeenen te belmo
ren zullende zij tot grondslag van die keuring aannemen, dal de
granen, waaruit bet brood gebakken moet worden, zullen moeten
zijn: best, zuiver en gezond van hoedanigheiden in soort niet
minder dan roodbonte- of Poolsch-bonte tarwe, en Dantziger- of El-
binger rogge; zullende de bakkers of broodverkooperswelke be
vonden worden in strijd daarmede te handelenverbeuren eene
boete van 25 Gulden, terwijl het afgekeurde brood zal worden
in stukken gesneden, en alzoo voor het debiet onbruikbaar, of al
thans als zoodanig kenbaar worden gemaakt.
Art. 3. Geene andere broodsoorten zullen binnen deze Sfad en
derzelver Jurisdictie mogen worden gebakkeuten toon gesteld ot'
verkocht, dan de navolgende vijf soorten, als:
1°. Fijn Wit Tarwebrood, le soort, gebakken van gebuild tarwe
meel, waarvan alle afval, als zemelen, kort en grent is uit
gehuild.
2°. Wit Tarwebrood, 2P soort, gebakken van gebuild tarwemeel,
als bovenvoor f gedeeltej tusschensoort en f grofmeelzoo
als zulks bier ter plaatse door den buil wordt opgeleverd.
3°. Ongebuild Tarwebrood, gebakken van tarwemeel, zoo als het
van den molen komt, of zoogenaamd krop nit de zak.
4°. Grof Bollenbroodgebakken van grof tarwemeel.
5°. Roggebrood gebakken van gemalen rogge, zoo als dezelve
van den molen komt; doch zonder dat daarin eenige geheels
of ongemalen rogge mag worden vermengd, en zonder bijvoe
ging van tarwegrint of zemelen.
En bovendien ten gerieve der Ingezetenendie zulks zouden
verlangen nog een soort van brood van de specie onder n°. 1
bedoeld, van rondom gekorst of dubbeld gebakken welk brood
aan geen bepaald gewigt of zetting zal onderworpen zijn; doch
waarvan de vorm van die der andere broodsoorten kenbaar on
derscheiden zal moeten wezen.
Zullende het gewigt van alle deze broodsoorten geen ander mo
gen zij, dan dat hetwelk uitgedrukt wordt op de broodzetting, die
van wege het Plaatselijk Bestuur wordt of zal worden uitgevaardigd j
alles op de boete van 3D Cents voor ieder zoodanig van de zetling
verschillend brood, groot of klein, hetwelk bovendien zal worden
in stukken gesneden en alzoo voor het debiet onbruikbaar, of al
thans als zoodanig kenbaar gemaakt.
Art. 4. Geen roggebrood zal door eenigen bakker of broodverkooper
mogen worden verkocht of te koop aangeboden dan voorzien van het
naamcijfer van den bakker, door wien het is gebakken, op verbeur
te van 50 Cents voor elk brood, dat zonder zoodanig merk in zijne
werk of verkoopplaats zal gevonden worden.
Art. 5. Geen brood, hoegenaamd, zal ter dezer Plaatse, door wien
ook, mogen worden verkochttegen eenen hoogeren prijs dan die,
welke door de zetting van het Plaatselijk Bestuur wordt bepaald
zoo als ook tegen geen ander gewigt dan dat, hetwelk voor iedere
soort op genoemde zetting wordt vastgesteld, met uitzondering
van alle die broodsoorten, welke daarop tegen eenen bepaalden
prijs zullen voorkomenen waaromtrent het den bakker geoorloofd
zal zijn, hetzelve boven de zwaarte bij de zetting bepaald, te mo
gen bakken of verkoopen doch in welk geval hetzelve door heiu
ook niet beneden den prijs, daarvoor bepaald, zal mogen Worden
verkocht.
Art. 6. Bij overtreding der voorsz. bepalingen omtrent den prijs
en het gewigt van het brood, zal door den bakker of slijter wor
den verbeurdvoor ieder brood dat in overtreding daarvan in
hutlue winkels of bakkerijen, wagens, manden of schuiten, in ge
val van vasten prijs ie ligt, of tegen vast gewigt Verkocht wordende,
te zwaar of te ligt van gewigt zal Worden bevonden, eene boete
ten bedrage van de dubbelde waarde bij de zetting bepaald en
zullen tevens zoodanig brood of brooden dadelijk worden in stukkeu
gesneden en alïoo voor het debiet onbruikbaar, of althans als zooda
nig kenbaar gemaakt.
Art. 7. Van de bepalingen, in de bovenstaande artikelen voorko
mende, zijn vrijgesteld alle soorten van krentebrood en hard gebak,
met name beschuitkrakelingen enz.
Art. 8. In die gevallenbij voorsz. artikelen omschrevenWaarbij
de te verbeuren boeten per stuk zijn bepaald zullen dezelven al
len te zamen genomen in geen geval hooger mogen beloopen dan het
maximumbij de wet van 6 Maart 1818, Staatsblad n°. 12, meer
bep. bij art. 4 le Alinea, vastgesteld.
Art. 9 De Commissaris van Politie wordt mits deze uitdrukkelijk
gelast, om, telkens wanneer hem zulks nuttig of noodig zal voor
komen en minstens ééns per maand ten zijnen overstaan door den
bestaande). Broodweger to doen bewerkstelligen eene weging van
het brood, zoo wel bij de bakkers en broodverkoopers binnen de
ze stad, als van zoodanig brood, dat rond gevent of aan de huizen
der ingezetenen wordt rond gebragt, zullende van elke overtreding
dadelijk behoorlijk Proces-Verbaal worden opgemaakt, en tegen de
overtreders als ïiaar regten geprocedeerd, terwijl door hem van des-
zelfs wedervaren ten dezeééns per maandeen staat van bevm-