A° 1844.
ALKMAARSCIIE
Nü 33-
COURANT.
Maandag
12 Augustus.
NEDERLANDEN.
WAARSCHUWING.
RuRGEMEESTER eh WETHOUDERS der Stad ALKMAAR
brengen bij deze ter kennisse var. de Ingezetenen dezer Slad en Ju
risdictie en voorts van alle degenenwelke zulks maar eenigzins
zoude mogen aangaan:
Dat, te rekenen van den 19<len dezer maand tot en met den 19l,cn
Augustus dezes jaars, geene Honden langs de straten, wallen en
wegen dezer Stad en Jurisdictie, zullen mogen lostoopen in eeniger
ïuaniere, ten zij voorzien van zoodnnigen muilband als waarvan het
model van beden af, aan liet bureau van Politie te bezigtigen is.
Dat evenmin gedurende dien tijd de Honden aan de stoepen of
erven der buizen aan de straat, zullen mogen vast gelegd worden.
Dat alle losloopende Honden, welke zullen kunnen worden ge
vangen en die, welke aan de straat vastliggende worden gevonden,
dadelijk op eene verzekerde plaats zullen worden gebragt en aldaar
24 uren bewaard om aan de eigenaars, welke dezelven mogten re
clameren, te worden teruggegeven, tegen betaling van drie Gulden,
terwijl zij na verloop van deze 24 uren zullen worden van kant ge
maakt.
Dat voor eiken Hond, welke zonder voorschreven muilband losloo
pende zal worden gevondenen nietof niet gevoegelijk kan worden
gevangen, door den eigenaar zal worden verbeurd eene boete van
ieenen Gulden, terwjjl bovendien alle losloopende Honden onmidde-
lijk zullen worden gedood.
Burgemeester en Wethouderen vermanen eiken eigenaar of houders
van Honden, om deze bepalingen en maatregelen van politie stipte-
lijk na te komen en waarschuwen voorts een ieder, om de Diena
ren van Politiewelke speciaal door Burgemeester en Wethouderen
zijn gemagtigd tot het opvangen of dooden der Honden, in geenen
deele'hinderlijk te zijn, in de uitoefening van derzelver pligt, daar
zulks ten oogmerk heeftom de goede ingezetenen dezer Slad en
Jurisdictie te behoeden voor de schrikkelijke gevaren der Hondsdol-
heidwelke de ondervinding zoo duidelijk heeft doen zien dat door
onachtzaamheid, of verzuim van pligt in deze, te weeg gebragt kun-
lieu worden.
Aldus gedaan bij Burgemeester en Wethouderen voornoemd,
den 13<len Julij 1844.
F. C. W. DRULJ VESTE IJ N.
Ter Ordonnantie van dezelven
De D1EU FONTEIN VERSCHU1R.
's Gravemiage den bden Augustus 1844.
Op gisteren avond is alhier het verbljjdende berigt ontvangen
dat Hare Koninklijke Hoogheid Mevrouw de Erf-Grootherlogin van
Saksen-Weimar-Èisenach op den 31sten Julij jl., des avonds ten 11
ure, voorspoedig is bevallen van eenen Prins.
BUlTENLANDSCnE BERIGTEN.
Men schrijft uit Warschau van den 2flsten Junij
h Onze stad en omstreken züm door eene groote ramp getroffen
geworden. Door den sedert twee maanden bijna zonder tusschen-
jmozing gevallen regen is do Weichsel zoo gezwollen, dat zij heden
buiten hare oevers getreden is en het aan de rivier gelegen gedeel
te onzer stad overstroomd heeft. Hef geweld van den vloed heeft
de brug tussclien de stad en Praga vernielden die voorstad zelve
en een eiland in de rivier zijn zoodanig door het water bedolven
dat naauwelijks de toppen der hoogere hoornen en de daken der
huizen zigtb.iar zijn. In do omstreken ziet men, zoo ver het oog
reikt, eeue uitgestrekte watervlakte, met enkele uitstekende boom
groepen en daken en zoo is het de geheele Weichsel langs gesteld
naar boven tot Krakau en naar beneden tot bij Danzig. Een oogen-
blik beeft de gausche hoop des landmans vernield zijne oogst be
dorven, zijne schuren weggespoeld, zijne kudde gedood. Het is hart
verscheurend de groepen der landlieden te zien, hoe zjj met stom
me verwijfeling de verwoesting hunner have aanschouwen hoe do
golven de uit hunne woningen gedreven huisraad en akkergereed-
echappen wegspoelenhoe het vee te vergeefs aan den vloed tracht
te ontsnappen en met dof gebrul bijstand schijnt te vragen van de
meuschen die zeiven naauwelijks het naakte leven ^geborgen heb
ben. Honderden van deze ongelukkigenter naauwernood aan den
dood onlkoiueu, dwalen zonder huisvesting, kleederen en voedsel
rond en benijden welligt degenen die in do golven omgekomen zijn.
De Weichsel slaat heden 18 voet boven het gewone peil; sedert
1830 heeft geene overstrooming zoo veel schade aangerigten de voor-
uitzigten zijn allerdroevigst, want ziekten en hongersnood zullen do
elleiKle ten top doen stijgen. Voorzeker zal de regering zich beij
veren om naar vermogen hulp te biedenmaar er zal een lange
tijd moeten verloopen om de rampen te doen vergetendie één
oogoublik heeft doen ontstaan."
ITALIË.
De Prins Joseph Napoleon, in de laatste jaren onder den naaiti
van Graaf de Survelliers bekend, is den 28sten Julij jl. te Floren
ce overleden. Hij Was de oudste broeder van Keizer Napoleon
en is tijdens diens heerschappij eerst Koning van Napelslater van
Spanje geweest, llij is 70 jaren oud geworden, en is in zijne laat
ste oogenhlikken door zijne beide broeders Lodewijk en Hieronymus
bijgestaan. Door zijn overlijden is Lodewijk Napoleon hoofd van het
geslacht van dien naam geworden; dooh de gezondheidstoestand van
dezen laatste, die reeds sedert jaren ongunstig was, is thans van
dien aard, dat men ook zijn spoedig uiteinde voorziet.
LexemdCug den 2den Augustus.
De Courrier de Luxembourg bevat bet volgende verbaal van bij
zondere trouw en vernuftigheid van eenen hond.
In den avond van den 30 op den 31 Julij II., was alles in het
buis vau den lieer Funek, bierbrouwer le (Jansen, in diepe rust
Zoo Wel de meesters als de bedienden waren in hunnen eersten
slaap. Een der brouwers-knechts sliep op de verdieping boven de
brouwerijde hond lag zoo als gewoonlijk in zijn hok onder den
trap. Tegen elf ure doet het getrouwe rlier een sterk geblaf hoo-
ren. Na eenigen tijd te vergeefs geblaft le hebbeuloopt hij den
trap op, en gaat met alle teekenen van de hevigste ongerustheid
aan de deur der kamer, in welke de knecht lag, staan krabben
en huilen en janken.
De knecht staat op, komt de deur uit en onderzoekt de brouwe
rij, maar keert, daar hij niets bijzonders gevonden heelt, wedei te
bed. De hond begint zijn gehuil weder op nieuw en wel zoo sterk,
dat de knecht begrjjpt 'zijn onderzoek te moeten hernieuwen. Hij
wapeud zich met eene spade en begeeft zich builendeurs. De hond
loopt hem voor uit; zij komen op de binnenplaats, de knecht on
derzoekt alles, maar vindt niets dat den blijkbaren angst vau den hond
kan billijken; hij streelt het dier herhaaldelijk en tracht het op al
le mogelijke wijze gerust te Stellen.
De hond laat evenwel niet af, van alle teekenen te geven, dat
er iels vreemds omgaat en tracht, al om den knecht loopende en
springende, dezen met zich mede te slepen. De knecht laat zich
nu door hein tot op eenen vrij groolen afstand aan de zijde van
den achtergevel van het gebouw geleidendaar steekt de hond den
kop in de "hoogte, naar den kant van^het gebouw en verheit hij
in dit' allcs. Het dak staat in vollen brand, de vlam slaat
er uit met een geweld, dat alles scheen te zullen verwoesten.
De knecht brengt dadelijk de verdere bedienden in rep en roer
en aan dezer bedaarde kloekheid mag het gelukken den brand
meester le worden, voor dat het alarm zich verder heeft verspreid,
of ook zelfs hunne meesters er iets van gewaar zijn geworden.
De zaak den volgende dag vernomen hebbendebeeft de Heer
Fnnck verklaard, dal de hond eene belooning had verdiend en is
er voor hem en voor hen» afzonderlijk een heerlijk beefsteak gebra
den gewordenwaaraan hij zich heerljjk heeft vergast.
B1NNENLANDSCHE BEBIGTEN.
Hoorn, den oden Augustus.
Gisteren is de nieuwe Hervormde kerk alhier met gepaste pleg-
tigheid ingewijd.
De voormiddag - godsdienstoefening ter inwijding ving aan niet
het zingen van het eerste vers van Psalm 65, en de 2 eerste ver
zen van het gezang 91. De jongste predikant, Ds. Oort, welke do
plegtigheid zou besturen, hield, na een plegtig gebed, eene schoo-
ne aanspraak tot de gemeente, en nam toen, na vooraf nog nit ge
zang 160 het 4de vers le hebben laten zingen, aanleiding uit 1 Moz.
28 19a., ii En hij noemde den naam dezer plaats Bethel," oin over
de bestemming van het nieuw gestichte kerkgebouw te spreken.
Gedurende de predikatie werden nog onderscheiden verzen van
Psalmen en Gezangen opgezongen en na gebed en dankzegging ein
digde de plegtigheid met liet aanheffen van Ps. 72het laatste vers,
door do geheele gemeente staande gezongen. Ofschoon eene grooto
schaar mcnschcn zich in liet kerkgebouw bevond om de plegtigheid
bij te wonen is alles inet de plegtigsto stilte en de meeste orde
afgeloopen.
Zoo als bekend is, was dc oudo kerk (in liet jaar 1369 gesticht
en'; tu 1523 met een orgel voorzien), door een hevigen brand den
3dên Augustus 1838 vernield, en werd de nieuwe uit aanzienlijke
bijdragen, zoowel van de gemeente en het koninklijk huis, als van
onderscheiden gemeenten in ons Vaderlandherbouwddoor den
lieer Boef, aannemer uit Rotterdam onder opzigt van den Heer v.
d. Ster, le Hoorn.
De kerk mist voor het tegenwoordige nog een orgelwaartoe
gelden verzameld worden. De eerste steen van het nieuwe kerk
gebouw was diKir den Heer Merens met eene groote plegtigheid ge
logd, waarbij alle burgerlijke en kerkelijke overheden uitgenoodigd
Deze Courant wordt eens in de week en wel
eiken Maandag, voor de Prijs van 6 Cente
uitgegeven.
De Prijs der AiiveRTeNtu'n van 1 tot 5 re
gels is één Gulden, en voor eiken regel meer
20 Centenbehalve 35 centen zegelregt voor
elke plaatsing.