A° 1844. ALRIAARSCÏÏE PftM. COURANT. M a a n <1 a g 19 Augustus. mail V. .*;oVv Deze Courant wordt eens in de weeleen wel eiken Maandag, voor de Prijs van 6 Cente uitgegeven. *- IWiiWnffl lie Prijs der A jivutiTrNTiéN van J tot 5 re- gels is één Gulden, en voor eiken regel meer 2(1 Centen, behalve 35 centen zegelregt vuor elke plaatsing. ft URGE MEESTER enWETII OUDEREN der StadALIvMAAR, ontvangen hebbende eene Dispositie van den Heer Staatsraad Gou verneur der Provincie Noord-Hollandvan den den 31«»™ Jnlij 1844 ^°- üvf (P'ov. blad N°. G5) houdende aansporing tol stipte opvol ging der bestaande bepalingen, ten aanzien van besmettelijke ziek ten en bijzonder van de Kinderpokken. Noodigcri mits deze de lleeren Geneeskundigen binnen dezelve Stad, onder herinnering aan de verschillende Koninklijke Besluiten van den 18<len April 1818 (Staatsbl. N«. 20) en van 3l'Mei daaraanvol- (Slnntsbl. N°. 25) uit, om, zoodra en telkens wanneer zich eeue be smettelijke ziekte, van welken aard ook, nmgl voordoen daarvan onverwijlde „kennisgeving aan de plaatselijke"Geneeskundige Com missie te doen, opdat dadelijk de vereisclde voorzorgen lot"voorko ming van verdere besmetting kunnen worden genomen. Wordende overigens al ie Ingezetenen dezer Stad en Jurisdictie uilgeiioodigd en ten ernstigsten aangemaand, om in ieder dier ge vallen, watder tegenspraak te voldoen aan de voorschriftenwelke bun ten dien aanzien zullen worden gegeven; en vooral om, ztio- dra de Kinderziekte zich in hunne buizen mogt openbaren, 'op do voordeur of voor het raam van bet buis, waar de ziekte zich be vindt met groote Letters te plaatsen de woorden KINDERPOKKEN of KINDERZIEKTE; als een maatregel, die, buiten alle anderen, veel kan bijdragen, om de verspreiding dier ziekte tegen te wer ken, en waarvan de nakoming aan liet toezigt en de goede zorg van alle Heeren Geneeskundigen met aandrang wordt opgedragen. Alkmaar, den 15tlen Augustus 1S44. Burgemeester en TP'ethüuderenvoornoemd F. C. W. R U IJ V E S T E IJ N. Ter Ordonnantie van dezelven De DIEU FONTEIN VERSCI1UIR- BURGEMEESTER en WET11 OUDEREN der Stad ALKMAAR brengen, naar aanleiding der Dispositie van den lieer Staatsraad Gouverneur dezer Provincie, van den 3dei» Augustus jl. N°. 3IJ2- mits deze ter kennisse van de belanghebbenden5Ts" Dat db lieer Carron du O,llard, Oog-Vris bij het Sardinische Le ger, enz. zich thans bevindt te Amsterdam, èn, uiet uitzondering van Donderdag en Zondag, dagelijks, des morgens ten 8 nre, in de Agnielenstraal N*. 0 aldaar, zitting houdt, ten einde gratis van raad te dienen alle zoodanige onvermogende Lijders aan Oogziekten, als zijne hulp zullen verlangen. Zullende /.ij ten dien einde voorzien moeten zijn van een Certifi caat vau onvermogen, door den Uufgemeesler der Stad of Gemeen te, waartoe zij behooren afgegeven, en almede door eenen Gees telijke en den Rijks-Ontvanger dier plaats geteekend. Alkmaar, den 12'^en Augustus 1844. Burgemeester en Wethouders voornoemd F. C. W. DRÜIJ VESTE IJ N. Ter Ordonnantie van dezelven De DIEU FONTEIN VERSC1IUIR. BUITENLANDSCIIE RERIGTEN. F R A N K R IJ K. Den 12den Julij van dit jaar vierde de vice-consul Bnfck, te Hammerfest, nah|j den noordelijksten uithoek van Noorwegen zijn twee en tachtigste verjaardag. Op dien dag werd hem een eigen- handige brief van koning bodewijk Philips en een gouden gedenk- penning ter hand gesteld. De gedenkpenning vertoonde aan de eene zijde het borstbeeld des Konings en voerde aan de andere zijde een opschrift, waaruit bleek, dat hij gegeven was ter gedachtenis der gastvrijheid, waarmede de Vorst, die toen onder een vreemden naam reisde, in Augustus 1795 Ie Hammerfest was ontvangen 'SKo- mngs bnëf was van dezen inhoud liet is mij altijd aangenaam geweest te ontwaren, dat men den reiziger Muller nog niet vergeten is in een land, hetwelk ik on eene eenvoudige wijze, en zelfs zonder bekend te zijnheb door reisd. Ik hennner mij die reis steeds met vreugde, en geef in mij ne herinneringen steeds de eerste plaats aan de zoo opregle en har telijke gastvrijheiddie men mij, zonder dat men mij kende, in ge heel Noorwegen met name in Noordland en Finmaiken heeft be wezen. Op dit oogenblik, nu de negen Cn veertig jaren die se dert deze mijne reis in Noorwegen verloopen zijn slechts zeer wei nigen hebben gespaard van degenen, die toen zoo gastvrij voor mij waren, is het imj zeer aangenaam, aan allen in uwen persoon te kunnen uitdrukken hoe erkentelijk ik daarvoor geweest ben." - Frankrijk is nog altijd trotsel, op het heldhaftig gevecht, in 1894 door bet schip le Fengevr tegen eene Engelsche overraaet doorgestaan van de geheële ekwipnadje waren slechts negen man overgebleven en van deze negen is er thans slechts nog een enkel over Arm als Job heeft deze eemge overgeblevene van de zoo hoog geroem de ekwipaadje van den Vengeur zich thans, door nood gedrongen,' zoo de Figie van Morhihan verzekert, ter bekomingvan onderstand tot bet ministerie gewend en is hem eene gratificatie vau zestig fran-t ken toegelegd; enkele nooit tevreden mènscben vinden dit niet vol doende, en hebben eene in téek en lijst geopend, ten gevolge waar van de oude zeeman thans een onbezorgd Ieren zal kunnen leideu. De genoemde gift van zestig franken beeft echter op bet gemoed van zekeren gierigaard eenen geheel anderen indruk gemaakt. De ze man bad, nu eenige dagen geleden, bet ongeluk in het water te valleneen zich daaromtrent bevindend metselaarsgezel boort den plof in bet water en daarbij tevens eenen noodkreet. Zonder aar zelen springt dok de brave Si.ln te water en redt den reeds bewus- teloozen drenkeling; hciu weder bijgebragt hebbende, verwacht bij ten minste een woord van dankbaarheid te zullen hoeren, maar naauwelijks is onze gierigaard weder bij zijne kennis, of hij zegt zijnen redder: Goede vriend, gij hebt uw werk slechts half ver- rigl, ik bad bij mij een' nieuwen steénen (een meubeltje dat 's nachts onder bet bed behoort) vari negen stuivers; die ligt nog onder water, zoudt gij er dien ook niet uithalen." De raptselaar be- j dankt hiervoor, en de geredde scheept hem af met de woorden: j a Om bet evön, ik benijd u toch uwe schoone daad, want het rijk zal u voorzeker ruim beiooncn." B E L G I In het Drusselsche blad Flaemsch Belgie van den 11 den Augustus,' leest men: i) De oude vlaemscbe zeden zyn nog niet dood te Brussel en in* dien mén alles moest navorschenzou men verwonderd staen van de overblyfsels, die de grootheid onzer voorouders te Brussel nog gelaten beeft; Zondag is bet kermis iu de Zavelstael; men noemt dit feest gewoonelyk de kermis van 8. Lauwerey- of van den Mei boom, omdat men don avond van St. Laurels zulk een boom plant in de Zavelsl raetdie tot de gebeurte vau den Meiboom behoort. De oude lieden zeggen dat dien feestlak voor middennacht moet ge zel zyn of anders dat de Leuvenaers beiu zouden komen zetten, en beroepen zich op het gezag van Keizer Karei om dit te bewyzen. n Iets wat nog al aenlig vuorkoomt, is dat de oudste grysaerd van de gebeurte zich dien avond in keizer Karei kleedt, en de plegtig- beid in eene statige houding bywoont. De geburen zyn nog altyd iu de meerling., dat zy bet voorregt van dien volklieven keizer ver kregen hebben om dien boom iu de omstreken van Brussel te gaen kappen, zonder dat men er iets voor moet betalen, 't geen inder- daed geschiedt. Uver eenige jaren was bet reeds zeer laethalf twelf, zegt men, eer iemand uen het planten van den Meiboom da handen had gestekeil. ii De vrouwen, die zoo 't scheen, bang waren dat de Leuvenaers hem zouden komen opregten hébben, staken hunne hoofden bij al kaer en kwamen overeen, dat als de manspersonen den boom niet wilde planten, ?.y lifet zeiven zouden gedaen hébben. Inderdaed, 't gebeurde. De vrouwen deden eeneu sein ionen kriekertbooin halen en verhieven hem in 't midden van de Zavelstraet eer 't midder nacht was: op die wyze waren de Lenvenaers op nieuw de kans kwyt, en de vreugde waermede men alle jaren bet feest viert duet geloven idat zy de kans nog lang zullen kwyt blyven. Des zondags daarop worden de straten verlicht en met groen behangen. BINNENLANDSCHE BERIGTEN. 's Gravenhage, den Ssten Augustus 1844. Sedert een paar dagen is alhier door enkele deskundigen mét een naauwkeurig oog beschouwd, bet model tan een Werktuig, uit Belgie herwaarts overgebragt en door den Belgischen artillerie— hoofdofficier Kessels, die er de uitvinder van is, bestempeld met den naam van Redder (/e SouveurAllen, die dit werktuig gezien hebben, prijzen bet, zoo om het menschlievend duel, te we len als middel van redding voor personen en goederen uit branden de panden als tevens Wegens de eenvoudigegemakkelijke snel werkende en volmaakt gepaste behandeling, welke het toelaat en vordert. Bovendien heeft deze machine nog een ander voordeel, behalve liet reddingsmiddel, namelijk dat daardoor tevens bet vuur, waar ook, in eene of andere huizing ontstaan, uit de hoogte kan worden bestreden en overmeesterd, zoodanig, dat de feldste brand in weinig tijds zeker kan worden gebluseht. In drie minuten tijds zijn door middel van dit werktuig, bij eene proefneming le Brussel zes personen uit eene verdieping van meer dan 50 voet hoogte veilig naar beneden gelatenen is bet alzoo voor het oo°- van duizenden toeschouwers, aan de regeringen der hoofdsteden van Belgie proefondervindelijk bewezen, dat de Bedder naar waar- beid zijnen naam draagt. Even als in andere rijken is ook voor ons land aan dit voortreffelijk werktuig een brevet van invoer Verleend, zoodal bet waarschijnlijk wordt, dal men weldra ook in onze steden \v?"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1844 | | pagina 1