A 844
ALK1AARSCBE
e u i
M a a n cl a g
M'^ïx^êSL c!ke Plaalsiiio-
16 September.
Jo
i jze Courant wordt eens in de week en wel
élk en Maandag, voor de Prijs van 6 Cente
uitgegeven.
Illilil II I i
ll'll IP
hl
l)e Prijs der Advertekticn Nan 1 tul 5 re
gels is één Gulden, en voor eiken regel meet
v Centen, behalve 35 centen zegelrcgt voor
PUBLICATIE.
tE STAATSRAAD, GOUVERNEUR der Provincie NOORD-IIOLLAND,
Gelezen hebbende de missive van den Heer Opper - Houtvester,
van den 31sl<in Augustus 11., n°. 39, betrekkelijk de opening der
groote Jagt.
Gelet op de deliberation van Heeren Gedeputeerde Staten, van
den 4'len September II., n°. 3, en de nadere missive van den Heer
Opper-Houtvester voornoemd, dd. 6 Septembeï 11., n°. 26.
Gezien de dispositie van den 2flen February 1844, n°. ,T5B53S(Pro
vinciaal blad n". 15).
brengt bij deze ter kennisse van alle belanghebbenden
1°. Dat aelitervolgeiis de door den lieer Opper - Houtvester voor
noemd, met overleg van Heeren Gedeputeerde Staten, gemaak
te bepaling, de groote Jagt met den 14den September aanstaan
de wordt geopend, onder deze bepaling echter, dat niet zal
mogen worden gejaagd op gronden, waar de oogst nog niet
is afgeloopen.
2°. Dat de korte Jagt op het publieke veld, slechts op drie dagen
der week zal mogen plaats hebben, en wel des MaandagsVrij
dags en Zalurdagsen de lange Jagt alleen op twee dagen van
elke week, en zulks des Woensdags en Zaturdags-, terwijl bet
getal Hazen dat met die Jagt op eenen dag zal mogen gevan
gen worden uiterlijk op vijf bepaald wordt.
Wordende de belanghebbenden voorts herinnerd, dat de onder
linge afstand der jagtpalen, bij art. 16 der wel van 11 Julijl814,
n°. 29 (staatsblad n°. 79) bedoeldbepaald is op vijf honderd ellen
Wijders wordt door deze ter kennisse van de belanghebbenden
gebragtdat bij vervoer van Wild naar Provinciënwaarin de Jagt
lieg niet is geopend, de Houtvesters gemagtigd zijn, om consent-
biljetten tot vervoer aftegeven, geldig voor den tijd, welke door
hen tot dien vervoer noodig zal worden geoordeeld.
En ten einde niemand eenige onwetendheid hiervan zoude kun
nen voorwenden zal deze alomme worden gepubliceerd en geaffi-
geerd, alwaar zulks in deze Provincie te doen gebruikelijk is.
Haarlem, den 7,lcn September 1844.
De Staatsraad, Gouverneur voornoemd,
Van E W IJ C K.
De STAATSR A AD, GOUVERNEUR der Provincie NOORD-HOLLAND,
Rrengt door deze ter kennisse van bet publiek ten einde hetzelve
zich voor schade kunne wagtën, dat, vermits Jan Christiana Lntz
Gedelegeerde van de eerste klasse der Koninklijke Nederlandsche
Loterij te Amsterdambij vonnis van de Arrondissements-Regfbank
aldaar, dd. 9 September 1844, in staat van faillissement is verklaart,
de aau hem onder dagteekening van den 6den October 1843 N°.
verleende admissie, voor gezegde betrekking, door hem Gouverneur
op heden is ingetrokken, en buiten effect gesteld.
Haarlemden 12den September 1844.
De Staatsraad Gouverneur voornoemd
Van E W IJ C K.
RINNENLANDSCHE BERIGTEN.
Amsterdam den iden September.
te mogen vertrouwen dat de begaafde schrijfster, in wier tegen
woordigheid de kunstbewerking is geschied, dien eerlang aan bet
publiek zal bekend maken. Inliisschen kunnen wij niet nalaten den
lieer Töussaint eene verdiende hulde toe te brengen voor den moed
liet L.leid en de kunde, waaraan wij de herleving van een belang
rijk document te danken hebben. {Jig. Ilandehbl.)
's Ghaveniiage, den 10den September 1844.
Men schrijft uit Westkapellen (Walcheren) van den 4Jen Seplem
her
In den namiddag van den 2dcn dezer waren eemge arbeiders
dijk- of krainwerkers alhier, bezig een groot zinkstukbevorens
door hen vervaardigd, naar Domburg af te drijven, waar men liet
zelve, tot dekking van een plek afgeweken gronds, moest doen zin
ken. lo den avond in de nabijheid van Domburg gekomen, toen
liet reeds duister werd, dreef de felle wind dat zinkstuk, waarop
zich negen menschenmeest allen huisvaders bevonden, met vrees
selrjke snelheid naar zee, en zagen de ongelukkige, ondanks bun
angstgeschrci en alle mogelijke krachtinspanning, door stroom en
wind, in het duister, zich zeewaarts gesleurd, waar de branding
liet buigzamen zinkstuk met iederen golfslag vaneen dreigde té
scheuren. Dat men zich den aan wanhoop grenzende» toestand dier
ongelukkige» voor oogen stelle! Een gehecle nacht, zonder eenige
menschelijke hulp, op een waggelend, broos, van sleenen en rijs
werk gevlochten zinkstuk te midden der onstuimige zee, met doods
angst worstelende, hunne angstkreetenhunne gebeden, de ziel-
verscheurende gedachten aan hunne vrouwen en kinderen; bij den
naderenden dooddat alles kan alleen hij beseffendie zich ooit
in zulk eenen gevaarlijken toestand bevond. Eindelijk sloeg bet
reddings-uur.
Schipper A. Oeketvoerende het instructie - vaartuig van liet
Belgisch loodswezen, gevestig te Ylissingen, bevond zich op den
3d en dezer des morgens ten 8 ure in zee, buiten den hoek van
Westkapellen met oostewind en sterke koelte, en zag op zeer ver
ren afstand iets in zee dobberen, dat naar bet wrak van een scliip
«eleekderwaarts koers zettende, en meer genaderd zijnde, ontdek
te bij het igemeldc zinkstuk, waarop zich de arme krarowerkers
bevonden, die hunne handen vol vertwijfeling naar hem uitsrekten.
Hen Ier hulp snellen, en, daar zij genoegzaam van honger ea dorst
bezweken, le spijzigen, en aan boord van zijn vaartuig te brengen,
en daar met kiesehe mensöhlievendheid die zorgen te betoonen
welke bun toestand vorderde, dat alles was voor het hart van dien
braven zeeman eene hoogst genoegeïijke taak. Naauwelijks cellier
waren zij aan boord of liet zinstuk werd door de branding vaneen
gescheurd; op dit gezigt dankten zij God met luider stem, die hun
hi bet dringendste gevaar eenen redder zond. Des morgens ten elf
urn werden'zij, op liun verzoek, allen behouden alhier aan land
gezet, hunne erkentenis in vurige bewoordingen aan bunnen red
der betuigende.
De schoonste zelfvoldoening, negen in doodsgevaar verkeerende
natmirgenootenaan de maatschappij en aan hunne betrekkingen,
door edele hulpvaardigheid, te hebben wedergegeven, zij liet loon
van schipper A. Oeket en zijne manschap, wiens naam bij ons al
tijd in vereerend aandenken zal blijven."
Naar wij vernemen; is, eenige dagen geleden, een merkwaardig
geschrift ontdekt, en door de kunst te Voorschijn gebragt, namelijk
een geheime brief van de edele Maria van Reigersbergengeschre
ven aan haren echtgenoot Hugo de Groot tijdens zijne gevangen
schap op Loevenstein. Dit slokonder andere oude archieven ge
vonden, was oogenschijnlijk niets meer dan een blad wit papier,
doch eenige bijzonderheden wekten het vermoeden op, dat daarin
eenig geheimschrift besloten zou zijn. Eenige scheikundigen te's Hage
werden door iusschenkotnst van den Heer van Vollenhoven uitge-
noodigd om te beproeven liet gegiste Verborgen schrift door chemi
sche bewerking op te kleuren; geen echter waagde de proef; kort
daar na werd door den Heer Mr. van Leeuwen een dergelijk voor
stel gedaan aan den Heer Töussaint, Lector in de schei- en artsenij
mengkunde bij de clinisclie school te Alkmaar. Ook de Heer Töus
saint zag daarin groote zwarigheid, dewijl ligtelijk ook met den bes.
ten wil en met de naanwkeurigste reagentia bet stuk geheel kon
vernietigd worden. ZEd. beraadde zich gedurende eenige dagen
hield zich in dien tijd met verschillende proeven van reagentia on
ledig, en besloot ten laatste de chemisehe bewerking van dit geschrift
te ondernemen. Het waagstuk der kunst werd in het Laboratorium
van den Lector in tegenwoordigheid van den Heer van Leeuwen en
van onze hooggeschatte schrijfster mej. Töussaint ondernomenen
het gelukte. Rij de eerste proefneming kwam er eene enkele letter
op; langzamerhand meerdere; daarop een woord voorts een regel,
een geheele zin en eindelijk werd het gehecle schrift op het blad
leesbaar. De Heer van Leeuwen schreef dadelijk eike aan den dag j
gebragte letter naauwkeurig op, om, zoo ongelukkigerwijze dc ge-j
volgen der bewerking het schrift mogten doen verloren gaandan
toch den inhoud te bewaren. Welke deze inhoud is, mogen wij
tuor alsnog niet inedcdeelenmaar wij meenen op goede gronden
Voor cenigen tijd zijn te Londen door het Centraal crimineel ge-
regtshof drie personen' schuldig bevonden aan het valschelijk nama
ken van coupons der certificaten 5 percents Nederlandsche werkclij
ke schuld van het Rotterdainsche administratie-kantoor der heeren
J. van der hoop, c. s. en deswege tot tienjarige deportatie veroor
deeld. Thans leest men in de Rotterdamsche Courant van den lOden
September
Bij den reeds vermelden afloop van het regtsgeding tegen de
personen, welke onlangs te Londen veroordeeld zijn wegens het
doen vervaardigen van valsche coupons der certificaten o pets. Ne-
derlamlsehe werkelijke schuld, van hel administratie-kantoor der
heeren J. van der Hoop, c. s.zijn wij in staat gesteld nog de ge
ruststellende rnededeeling te voegen, dat al de afgedrukte valsche
coupons, benevens het stempel, door den lieer m'' R. A. Mees, die
zich te dezer zake naar ïngeland had begeven, medegebragt zijn,
en zich aan genoemd administratie-kantoor in goede bewaring be
vinden zoodat het berigt, vroeger in sommige dagbladen medege
deeld, als zouden reeds zondanige coupons door de bedriegers in
circulatie zijn gebragt, geheel bezijden de waarheid is."
Staats-Cour
Zeker lid eener schoolcommissie was verzocht in derzei ver tegenwoor-
dinheid een' kandidaat-onderwijzer in het rekenen te examineren,
waartoe hem de tijd van 11 tot 12 uur was vergund Ji, begon dan
ook precies te 11 ure te vragen, hoeveel kinderen Jacob had,
hoeveel maanden Noach in de arke was geweest hoeveel dagen
Jonas in dat gróote beest gezeten of gelegen had - hoeveel ver
trekken er in Salomo's tempel waren hoeveel reizen Paulas gedaan
)n(] hoeveel hoofdstukken er in den derden zendbrief van Jo;