IV0 41
COURANT.
A° 1844.
ALKIAARSCHE
7 October.
Maandag
Inspectie Verlofgangers.
Buk GE MEESTER en W ETHOUDERS der Stad ALKMAAR,
De Prijs rler AdverteNt^n van 1 lot 5 re
gels is één Guldenen voor eiken regel meer
20 Centenbehalve 35 centen zegelregt Tour
elke plaatsing.
Deze Courant wordt eens in de week en wel
èlken Maandag, voor de Prijs van 0 Cente
iiitgegeven.
KENNISGEVING.
NATIONALE MILITIE.
Roepen mits deze op, alle de zich binnen de Stad Alkmaar bevin
dende Verlofgangers der Nationale Militie, om zich op Donderdag
den 10den October 1844, des namiddags ten 2 ure precies, te laten
vinden voor het Raadhuis derzeive Stad, om alsdan te worden ge
ïnspecteerd.
Moetende zij zijn gekleed in uniform en voorzien van alle de door
hen van het korps mede genomen kleeding- en eqnipementstukken, als
mede van hunne zakboekjes en recu-verlofpassenmodel letter II. H.
Wonlende zij bij deze herinnerd, dat, bij aldien zij hierin nala-
tig blijven, art. 183 der Wet op de Nationale Militie,'van 8 Janua
ri) 1817 (Staatsblad n". 1) inhoudende dat bun die van do Inspectie
afwezig blijvendoor den Militie-Commissaris een arrest van twee tot
ze* dagen in de naastbij gelegen militaire provoost zal worden opge
legd, op hen zal worden toegepast.
Terwijl van deze Inspectie zijn uitgezonderd .-
lö- Zijwelke, ofschoon ingelijfdnog niet tot actieven dienst
"1" geroepen, en nog niet van kleeding-en equipementstuk-
ken voorzien zijn.
2*. Diegene, welke behooren tot de ligting van 1840, en alreeds
de afrekening met hunne korpsen tot stand gebragt, en zulks
met hunne zakboekjes bewezen hebben en,
3°. Zij die behooren 'tot de ligtingen van 1841 en 1842, en ter
bijwoning der najaars-oefeniugen naar hun korps zijn ver
trokken, en daarbij tot den 30»ten dezer maand September
moeten verblijven.
Alkmaar, den 19den September 1844.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
F. C. W. DRUIJVE STEIJN.
Ter Ordonnantie van dezelven,
De DlEU FONTEIN VERSCHÜIR.
BURGEMEESTER es WETHOUDERS der StTd ALKMAAR,
brengen bij deze ter kennisse van de Ingezetenen derzelve Stad en
Jurisdictie, dat op heden door het Kies-Collegie in plaats van wij
len den Heer Willem Schut tot Lid van den Raad derzelve Stad is
benoemd Jonkheer M'. Gijsbert Cornelis Fontein Verschuir.
Alkmaar, den l8ten October 1844.
Burgemeester en Wethouderen voornoemd
F. C. W. D RUIJ VESTE IJ N.
Ter Ordonnantie van dezelven
De DIEU FONTEIN VERSCHUIR-
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ALKMAAR,
brengen bij deze ter kennisse van alle degenen Welke daarbij be
lang hebben, en aan het regt van patent onderworpen zijn, dat tot
de afgiften der Potenten over den dienst van 1844/45, zal worden
gevaceerd ter Secretarie dezer Stad dagelijks (.- uitgezonderd des Zon
dags:) van Donderdag den l(>len October 1844 tot en met Zaturdag den
26sten derzelfde maand, des voormiddags van tien tot één ure, en
datom daarin geregeld en naar eisch der wet te werk te gaan
het noodig is, dat door de afhalers worde overgelegd:
1°. Het repuvoor de Declaratie van aangifte in der tijd afgege
venterwijl
2°. AHe Tappers, hoffijhuishondersKroeghouders en Slijters ver-
pligt zijn te vertoonen derzelver kwitantie van betaalde regien,
ten blijkedat deze door hen over de eerste Zes maanden van
dezen dienst reeds zijn betaald.
Waarschuwende Burgemeester en Wethouders tevens alle zooda-
tiige patentpligtigendat, na verloop van dezen bepaalden termijn,
de onafgehaalde patenten krachtens Z. M. besluit van den l7d«?" Oc
tober 1820, door den Deurwaarder der directe belastingen aan hun
ne huizen zullen worden rondgebragttegen betaling van tien cen
ten voor ieder patent en onder gehoudenheid tevens voor zooda
nige patentpligtigenals daartoe gehouden zijn, om de kwitantie
Wegens betaalde regten aan dien ambtenaar te vertoonen.
Alkmaar, den 6den October 1844.
Burgemeester en Wethouderen voornoemd,
F. C. W. DRU1JVESTE1JN.
Ter Ordonnantie van dezelven
De DIEU FONTEIN VERSCHUIR.
De BRUG aan de Zes Wielen, zal van Dingsdag, den 8s,e« Octo
ber 1844 tot nadere opzegging gesloten zijn.
BUITENLANDSCIIE BËRIGTEN.
F R A N K R IJ K.
Parijs den 22sten September.
Woensdag 11. waren in de groote opera alle ogen gevestigd op
twee jonge wilden, die in zeer zonderling kostuum en zich doof
hunne niet minder zonderlinge manieren doende onderscheiden, In
de loges gezeten waren.
He' zijn een jongeling en een meisje, beide van omstreeks de 17
jaren, die door een reiziger, den Heer Portcuit de binnenlanden
van Brazilië zijn overgebragt. Zij behooren tot den stain van Naki-
onouk die een gedeelte uitmaakt van eenen groep Van bevolkingen,
door de Portugezen met de benaming van Botocoudos bestempeld.
Het meisje heeft de onderste lip doorboord tot het dragen van een
houten sieraad, genaamd Guinona, Waarvan de zwaarte haar de
geheele lip heeft doorgescheurd, zoo dat de beide zijden neder
waarts hangen en haren open mond vertoonen aan den jongeling
zijnop de wijze van de dames dër liesehaafde natiën de lelletjes
der ooren doorgestoken; het stokje, dat hij als sieraad daaraan
draagt, heet Quemetok. De beide koperkleurige jongelieden, heb
ben, om hier te Parijs in de "opera onverder in het openbaar te kun
nen verschijnen, zieh, tegen lnmne landsgewoonte aan, moeten ge
troosten, zich ten minste in eenige kleeding te wikkelen, de jon
geling heeft tot eenig kostuum een vestje en een pantalon en het
meisje een loshangend japonnetje, dat haar evenwel nog deerlijk
hindert.
Men heeft het meisje overreed zich de scheur in de lip te doen
herstellen, maar zoo dikwerf als men tot de operatie heeft willen
overgaan, is zulks door haar onophoudelijk lxeeu en weder sprin
gen nog altijd onmogeljjk bevonden.
Nog de pracht der zaalnoch het spel der acteurs heeft eenigen
indruk op hen gemaakt, het eenige dat hen vermaakte was, van
onder de spelers iemand te herkennen die hnn bekend was. Over
het algemeen bevatte zjj zeer moeijelijk eenig zamengesteld geheel
maar van bijzonderheden ontsnapt hun weinig. AmstCour.)
In de Parijsche dagbladen van den 30sten September vindt
men breedvoerige beschrijvingen van het militaire feest, hetwelk
den vorigen dag in de hoofdstad heeft plaats gehad. Te midden van
een groot aantal nabij het paleis der Tuilerien verzamelde troepen,
zijn dien dag aan den Koning de aan de Isly of te Mogadore op de
Maroccanen veroverde standaarden, 28 in getal, alsmede het zonne
scherm van den zoon des keizers, aangeboden) waarna die zegetec-
kenen niet krijgsinansprnal naar het gebouw der Invaliden zijn over
gebragt, en daar, na eene kerkelijke inzegening, in den dom op
gehangen. De Koning was, bij de wapenschouwing die deze pleg-
tigheid is voorafgegaante paard gezeten en door twee zijner zo
nende Hertogen van Nemours en van Montpensier door Prins
Bernhard van Saksen-Weimarden maarschalk Soult en een groot
aantal generaals vergezeld Tot zijner Majesteits gevolg behoorde
ook de beroemde schilder Horace Vernet, aan wien het vervaardi
gen eener schilderij van den slag aan de Isly is opgedragen. Ook
de tent van den zoon des Keizers van Marocco, die men in den
tuin der Tuileriën had opgeslagen, is bij deze gelegenheid door den
Koning bezocht en vervolgens voor de hezigtiging van het publiek
opengesteld. Die tent is, wel tamelijk groot, doch geenszins l'raai
en gedeeltelijk zeer gehavend. Eene overgrooté volksmenigte is bij
dit militaire schouwspel op de been geweest, niettegenstaande het
weder zeer regenachtig was. Het Journal des Débats zegtdat gee-
ne openlijke vertuoning sedert 1830 de vreugde en geestdrift der Pa-
rijzenaars zoo zeer heeft opgewekt, als deze. (Staats-Cour.)
NAPELS.
In het Napelsche regeringsblad van den l7den September leest men:
«Zijne Excellentie de Hertog Van Montebello, ambassadeur van
Zijne Majesteit den Koning der Franschen bij ons hof, heeft de eer
gehad van den 5den, in een bijzonder gehoor, aan Zijne Majesteit
den Koning, onzen meester, eenen brief aan te bieden, waarbij zijn
souverein aan Zijne Majesteit de hand van Hare Koninklijke Hoog
heid de Prinses Marie Caroline Aiiguste van Salerno voor Zijne Ko
ninklijke Hoogheid den Hertog van Aumale vraagt.
«Gelijksoortige brieven, die hetzelfde verzoek van de zijde van
II. M. de Koningin der Fransehen inhouden, zijn denzelfden dag
door Z. Exc. aan 1IH. KK. HH. den Prins en de Princes van Salerno
en aan H. K, H. de Prinses hunne dochter aangeboden.
Wij zijn in staat aan te kondigen, dat liet huwelijksverdrag
reeds onderteekend is."
Door dit huwelijk wordt jhet thans in Frankrijk regerende vorsten
huis niet slechts naauwer met het Napelschemaar ook met het Oos-
tenrijksohe vermaagschapt. De Prins van Salerno, vader van de
verloofde Prinses, is een oom van den regerende Koning van Na
pels en tevens een jongere broeder van de Koningin der Fransehen.
Die Prins is gehuwd met eene zuster Van den regerenden Keizer
van Oostenrijk.
De beide verloofden zijn nagenoeg van gelijken ouderdom. De Her-
log van Aumale, die op dit oogenblik nog in de provincie Constan-
tine het opperUevelhebberschap voert, en van wiens verheffing tot
onderkoning van Algeria wel eens is gesproken, is den Iflden Jan-
uarij 1822 geboren. De Prinses Marie Caroline Auguste van Salerno
is den 2(islen April 1822 geboren. Staats-Cour