A"' 1844.
almaarsche
€01]
■lil
lil'
lie
M a a n (1 a
Jo
28 October.
W Ï'K N,,
Deze Courant wordt eens in de week en
eiken Maandag, voor de Prijs van G Cente
oitgegeven.
<r
H IA JL
De Prijs der Ac verier Ties sail J
pf-ls is één Gulden, en voor eiken regel meet
'kil Geulen, behalve 35 centen zègehegt voor
elke plaatsing.
BUITENLANDSCHE BER1GTEN.
DUITSCHLAND.
IlAMüCfiGden 4den October.
leden lieeft het personeel van den Hamburger Correspondent liet
zestigjarig feest gevierd van den letterzetter Fred. .Joseph Hein, die
feeder 17S4 bij dit blad heeft gewerkt, in welken tijd men rekent
dal er omstreeks 100,OHO,000 letters door hem gezet zijn terwijl
hij in al die jaren niet een dag afwezig is geweesten nog lieden
pp zijn 88ste jaar volkomen gezond is en zijn Werk mei al het vuur
der jeugd waarneemt. Er waren 220 personen tegenwoordig on
der welke al de eigenaars van drukkerijen van hier en een hezen-
ding van werklieden uit hunne Werkplaatsen. Een der eerstgenoem
de, de Heer Bodecker, had van zjjii landgoed 100 annanassen en 400
f§ beste druiven gezonden; de 75 jarige lieer Nestier heeft, aan
het einde van liet feest eene redevoering uitgesproken. [/Juist. Cour.]
gen blik verwonderd stilstaan, om' den ruekelooze die hem den weg
versperde, aan te staren, maai* sprong weldra, terwijl hij met zij
ne aehtei poolen wolken van stof in dc Inelit deed stijgen, met rood
vlammende oogen en wit beschnimden mondop zijne tegenpartij af.
De iungeliiig: zijne koelbloedigheid behoudende ontdook dien eersten
schok,"greep 'daarna den stier hij beide horens en wierp hem tri-
neder, onder het daverend gejuich der menigte die zulk eênen moéd
en zulk eene kracht en vlugheid niet genoeg wist te bewonderen.
[/Juist. Com.)
I11NN ENLANDSCllE BERIGTEN.
Van Hoenderlo, op ile Velnwe., wordt ouder dagteekening van
den 20sten dezer gemeld
i) De waterput, welke in dit wordende dorp, niet zonder tegen
spoeden, eindclijke lot stand kwam, is toenemende in deugdelijke
hoedanigheden. Hij bevat vijf voel middellijn en heeft thans eene
diepte van negen voeten zuiver bronwater. In dc lente dezes jaarè
hebben de huislieden, gedurende de toen aanhoudende droogte,
zich allen van water kunnen voorzien, en nimmer bespeurde men
dat de voorraad verminderde. Nog altijd zij bet oogenblik gezegend,
dat de ede'e O. G. Heldring, Hemmens waardige godsdienstleeraar.
Sedert zeer kortelings heeft zich te Knenlieim, een dorp np 12
kilometres (Neder! mijlen) van Colmar gelegen, eene godsdienstige n
secle gevormd, eigenlijk een genootschap van kwakers of stuiptrek- 1 deze aangelegene plaats in de heide bezocht; welk bezoek den grond
voor onze van lieverlede toenemende bevolking, in de
eerste behoefte des levens, het genot van zuiver drinkwater, is voor
zien geworden, en die vol niensch lie venden ijver blijft toonendat
hij niét laat varen wal hij eenmaal begon. Maar niets minder
hi jft in ons midden de nagedachtenis in zegening van dien groot-
meedigen Vorst, die de edelste beginselen zijner groote vaderen nim
mer verzaakte, van wijlen Zijne Majesteit Koning Willem Frederik
Graaf van Nassau, wiens on hek rom pene mikladiglieid zich, nog dn
den avond van Hoogstdeszelfs heilrijk leven, ook over het armé
lloenderlo heeft uitgestrekt.
Intussclien heeft Hoenderlo nog vfel noodigzal het zich ver
heffen of vergrooten. Mogten wij ons in de eerste plaats weldra in
hel bezit van eene school en een onderwijzer voor ons aankomend
geslacht kunnen verblijden! Mogt ook de bekende weldadigheid van
het godsdienstige Nederland, waardoor dikwerf zoo veel kennis en
deugd werd aangekweekt, zich ook thans opgewekt vinden, om
den'grondslag te leggen ter bereiking van dezen door ons zoo warm
gooi teil wen se lien r/e edele pogingen van de heeren O G. Heldring
en W G. Haasloop Werner, die thans eene inleekenljst hebben rond
rende sidderaars, omtrent welk een dagblad vrij merkwaardige bij
zonderheden mededeelt. Dit genootschap, hetwelk uil het Pietismus
is voortgekomeneven als liet Pietismus zijnen oorsprong in het Pro-
testantismus heeft, telt een 40-lal leden, mannen, vrouwen en kin-
tieren, schier alten daglooners en tamelijk arm. Zij vergaderen drie
malen 's weeks ten huize van hunnen voorgangereën min bemid
deld, nog jorg landbouwer, die zich steeds door zijne godsdiensti
ge geestdrijverij heeft doen opmerken. Op de tafel ligt dc bijbel
opengeslagen, waarin de voorganger met luider stem aan de leden
liet een of ander voorleest die op banken rondom hem zitten of
wel ook staande hem aanliooren. De voorlezing geschiedt op een
Ideglstaligen toon, aanvankelijk in het Duitsch, de eenige taal, wel-
;e de leden verstaan; alsdan volgt eene, voor alle hoordersënzelfs
voor den spreker onbegrijpelijkewartaal Zoo zij, na den afloop
der congregatie, den voorganger vraagt, welke taal hij gesproken
heeft, zoo antwoordt hij, dat het nu eens Latijn, en dan wederom
Hehreeuwsch is geweest, dat hij noch het Latijn, noch hel Ilc-
hreeuwseli verslaatmaar dat hij, in die ongeiihlikken door God
gedreven wordt, die hem de taal ingeeft, welke Hij hen wil doen
spreken. Naarmate de brabbeltaal hem sneller van do lippen vloeit,
luider eu verstaanbaarder wordt, begint de vergaderde menigte te
mompelen, zij geraakt in beweging, spreekt overluid en eindelijk
beginnen allen derwijze ontzettend te gillen, te balken en te brul
len, dat liet in het op eene mijl nfstands gelegen woud gehoord
wordt. Te midden van dit getier, staan de vrouwen op (dit zijn
meestul do jongsten), en zwnaijen mei hare armen hoven over hare
hoofden, draaijen op hare hielen en stooten een hevig doordringend
gegil nit, hetwelk schel hoven het overige woeste gedruisch uit
klinkt; vervolgens maakt zich eene stuiptrekkende beweging van
haar geheel ligcliaam meester, en zij vallen, als door vernmeijenis
uitgeput, neder. Meisjes van 12 tot 15 jaren worden op die wijze
door deze verheffing van geestverrukking overvallen. Als, na ver
loop van een tiental minuten, deze vrouwen wcêr opstaan, begin
nen zij te dansente zingen le lagchenniet met een' zennwaclitigen
'lach, zoo als die der dronkenschap of der krankzinnigheid, hare
zangen en dansen zijn wild, onzamenhangendschaamteloos; hare
oogen flikkeren, en over de wangen dezer ongelukkigen rollen hee-
te tranen af.
Dit schouwspel heeft iets treurigs en pijnlijks. Gedurende al dit
vreeselijk gedruisch, bewaart de redenaar de kalmte van een' door
Gods geest vervulden voorganger. Hij plaatst zich in liet midden
zijner discipelen, op het oogen hl ikals limine beroering tot beda
ren komt. Diegenen hunner, welke dan eenigzitis door de vernmei
jenis in ijver verflaauwd zijn, naderen hem; zij buigen zich voor
over en raken hem op hel bloote ligchaam aan, om het zeerst, wie
aan het hoofd, wie aan de handen; sommigen bereiken hem slechts
met den top van een' vinger. Dus omringd zijnde, hervat de voor
ganger zijne kromtaal en zijne geestdrijvende gebaren, oindrnaijeii-
de, en al zijne discipelen rondom zich doende draaijen. Dil houdt
zoo geeiie vijf minuten aan, of de vroegere aanvallen van stuiptrek
kingen en sidddering verheffen zich andermaal de vrouwen verval
len wederom in dezelfde paroxysmenen dit duurt zoo afwisselend,
tiegen of tien uren lang, en tot Iaat in den nacht voort.
[Alg. Handelsbl
F n A N K R IJ K.
gezonden, op een
door hen uit le geven boekwerk over de Neder-
Felewe, waarvan de gelieele opbrengst strekken zal tot eene bijdra
ge ter verzameling der noodige gelden, zoo tot den aanbouw van
een schoolhuis in de heide kolonie Hoenderlo, als tot het daarstel-
len van een fonds om daaruit in de schoolbehoel'ten le voorzien
bij onze landgenooten ondersteuning vinden." Staats-Cour
De Nijnteegsche Courant behelst liet volgende
i» Wij vinden ons in staat gesteld, om aangaande den oogst van
dit jaar, die in den beginne zoo buitengewoon gunstig scheen te
zullen uitvallen, doch waarvan men zich later, ten gevolge der me-
iHovuldige regens: een treurig denkbeeld vormde, verslag met be
trekking' lot deze provincie te geven. De tarwe heeft een zeer slecht
gewas opgeleverd, en is veel met zwarte korrels vermengd. De rog-
"e was goed geladen, doch is in sommige streken uitgeloopenhet
stroo was slecht. De boekweit was uitmuntend geladen van beste
hoedanigheid. De haver, hoewel laat rijp geworde.theeft een goed
gewas opgeleverd en het stroo was hijzonder goed. De garst was re
delijk. De opbrengst der aardappelen is up zwaren grond niet zeer
voord eel ig geweest, daarentegen op de ligtere gronden bijzonder goed
In de lagere streken zijn vele aardappelen, ten gevolge van den
hoogeo waterstand, in den grond verrot. De paardenboonen waren
redelijk geladen, en het gewas der erwten was vrij goed, d. cli
inoeijelijk om in te oogsten. De hooi-oogst was niet ruiiu; doeh
daarentegen de opbrengst van de klaver zeer voordeelig. Vele gron
den met hooizaad gezaaid, werden omgebouwd, omdat hetzelve
niets beloofde. Hetgeen is blijven staan, heeft een goad gewas ge
geven. De tabak is zeer goed uitgevallen. De mangel- en andere
wortelen heioven een goed gewas; doch de knollen-oogst is mislukt.
Dc spurrie staat bijzonder goed." i)taats-Cour
Olst den \lden Oer ober.
Heden had alhier een allernondlotligst ongeval plaats. Zeker ge
pensioneerd militair, Thomas san Peer, in deze gemeente woonach
tig, den molenaar behulpzaam zijnde in het brengen van eene nieu
we'as aan deszelfs molen, was men bezig de oude molen-aswelke op
den kant der moletihelt was nedergelegd in het midden door te
Te Montbourqnit, in het departement der Opper-Pyreneën is den zagen, dit werk bijna volbragt zijnde, werd ter voltooijing goedge-
JOden dezer, door een jong landman een heldenstuk bedreven, een vonden, de as een paar slagen om te wentelen; terwijl uien bier-
ridder van den Kousenband waardig. Op de beestenmarkt was een mede bezig was, raakte zij in beweging, van de helt afwentelende;
stier los gebroken, als razend vloog hij onder de menigte, alom de i van Peer dil tegen willende houden, hield vast, doeh de ongeluk-
solirik rondom zich verspreidende; reeds was er menig een zwaar- kige werd met de as medegesleept, schoot over dezelve heen, en is
der of ligler gewond, toen een kloek vlug jongeling op hem toe- in hel wentelen door haar verpletterd, zoodat hij weinige ongen-
ejirong, oai hem in zijne vaart te stuiteu, De stier, bleef éenoö blikken daarna den geest gaf.
[Amst. Cour.]