A alrhaabschb C 0 V B A R T. rn^rn 18 November. M a it a g liXfiflli irivjH Ut 1 Deze Courant wordt eens in de week en wel eiken Maandag, voor de Prijs van 6 Cento uitgegeven. \£n&SOBBB£é ff V; i l)o Prijs der Advehtestióis \an 1 tot 5 re« gels is één Golden, en voor eiken regel meer 20 Centenbelialve 35 centen zegelregt voor elke plaatsing. _J@UR GEMEESTER en WETIIOUDEREN deb Stad ALKMAAR in ervaring gekomen zijnde, hoe bij den verkoop van Vergiften, en wel voornamelijk bij dien van Arsenicum Album of Eattekrnidop verrena niet niet die behoedzaamheid en voorzorg wordt te werk gegaan, als hij de wet wordt voorgeschreven, en in het belang van't algemeen zoo dringend wordt geboden Yreezende dat die ligtzinnige handelwijze aanleiding zoude kun nen geven tot treurige gebeurtenissen, zooals de ervaring van tijd tot lijd heeft doen kennen Eii willende daartegen, voor zooveel onder Hun bereik ligt, wa ken en waarschuwen Herinneren mits deze allen verkoopers,van Vergiften, Apothekers, Drogisten, of wie het ook zouden mogen zijn, aan de bepalingen van art. 16 "der wet van 12 Maart 1818 (staatsblad n°. 16), Geene Vergiften of Slaapmiddelen zullen mogen worden afgele- veid, dan op schriftelijke en behoorlijk orulcrteekende order van den Medicina; Doctor, Heel- of Vroed meester, Apotheker, of van be- kende personen en tot een bekend gebruik gedestilleerdop eene boete van honderd guldenstelken reize te verdubbelen; en zullen de verkoopers of afleveraars van die Vergiften of Slaapmiddelen zoodanige orders ter hunner verantwoording raoe- ten bewaren, op eene boete van vijf-en-twintig guldens." Terwijl overigens een ieder wordt gewaarschuwd, dat de uoodige maatregelen zijn daargesteld om op de overtreding daarvan toe te fcien en dezelve te vervolgen. Alkmaarden November 1844. Burgemeester en Wethoudcren voornoemd J. T. KGÜRN, Ter Ordonnantie van dezelven De D1EU FONTEIN VERSCHDIR- DUITENXANDSCIIE BERIGTEN. F R A N K R IJ K. De Gazette des Tribunaux vermeldde dezer dagen een trek van onkreukbare eerlijkheid te midden van diepe armoede, voor de over neming waarvan onze lezers ons voorzeker dank zullen welen. Een bediende van het bankiershuis van den Heer Delessert had een verzegeld pakket met 37,000 franken waarden aan toonder ver loren, en was hetzelve, in weerwil van alle navorschingenniet weder o]) het spoor kunnen komen. Na verloop van eenige dagen ver schijnt er aan het kantoor een man wiens geheel uiterlijk de blij ken droeg van zijne volslagen armoede en van het gebrek hetwelk hij leed. Deze man bragt het pakket ongeopend terug, verzoeken de dat men zoude nazien of het te regt was, zoo als men hom verzekerd had, dat het waarschijnlijk wezen zou. De lleer Dales- seil zijne verwondering betuigende, dat hij de zegels ongeschonden had gelalen was het antwoord van den mandat hijdie een ze gel verbreekt, even goed eeue deur kan openbreken, en dat het, God danknog niet zoo ver met hem gekomen was. Als eeiiige belooning verzocht hijdat de Heer Delessert hem door zijnen in vloed in eeuig gesticht zou trachten te bezorgen Deze heeftvan zijnen kant, niet alleen aan dit verlangen voldaan, door hem en zijne vrouw in een gesticht te plaatsenmaar den man bovendien ook nog rijkelijk beloondén zich met de opvoeding hunner kin dereu belast. Tot heden toe was het niet geluktdoor middel der Daguer- reotyp, op voldoende wijs een landschap af te beelden. De lieer Bisson meent de zwarigheid te boven gekomen te zijn. Hij plaatst voor het objectief een groen gekleurd glashetwelk zegt hijde blaauwe en witte stralen, die de juistheid van hetfbeeld hiuderen, afwendt en de werking der groene en gele bevorderd. Eenige proeven zijner beelden, welke hij op het bureau der academie ne- dergelegd heeft, schijnt te bewijzen, dat zijne wijze van handelen aan het oogmerk beantwoord. AmstCour. DIIITSCHLAND. Weenen, den lsten November. Éene schakings- of ontvoering-historie Van merkwaardigen aard maakt thans alhier de stof tot alle gesprekken uit. Deze historie behoort tot de hoogerc standen der maatschappijen is kortelijk als volgtIn het. aan de Ooslenrijksche grenzen gelegene Ilongaarsche atecdje Oedenburg woondt voor ettelijke dagen de eenige, nog in de kinderjaren levende, dochter eenCr weduweMevrouw S.door eene Dame onder het voorportaal van haar woonhuis gelokt, terstond door een paar bedienden aangegrepen en in het met postpaarden bespannen rijtuig gebragt, hetwelk in hetzelfde oogenbük met haar ijlings voortrijdt. Naauwelijks verneemt de moeder het gebeurde, of reeds raad zij, te regt, in hare schoonzuster de graviu P., de ontvoerster, en doet onmiddeljjk maatregelen treflen om in eigen persoon haar te vervolgen. Een half uur later is ook zij, het spoor van de vooruitgereden koets volgde, op weg, en nagenoeg in den- zelfden lusschentijd rijden de beiden koetsen den weg tot Weenen over. Hier gebeurde het nu, dat de ontvoerster niet terstond een logement kon vinden en dienvolgens nog eene wijl tijds in de stad moest rondrijden, waarbij zij het nu insgelijks aangekomen rijtuig der moeder van liet ontvoerde meisje in den weg kwam van wel ke dè bedienden schielijk de paarden van het eerste rijtuig in de teugels grepen en op die wijze de in het rijtuig gezeten dame nood zaakten aan hare meesteres te woord te staan. Dit gaf niet slechts tnsschen de bedienden, maar ook tussehen de dames zeiven aanlei ding tot een tooneelhetwelk handtastelijk aan de tijden van het vuistregt herinnerde en hetwelk wij overigens niet nader zullen toe lichten en nog slechts zullen vermelden dat alleen de tusschen- komst der overheid het mogelijk maakte, de kloppartij, te doen ein digen, waarbij door deze, natuurlijkerwijze het ontvoerde meisje aan hare moeder teruggegeven werd. De schouwplaats der wonder lijke ontmoeting was het St Stephanuspleinmidden in de stad j ten allen gelukke greep zij echter in den vroegen morgen plaats, op een uur; toen nog weinige bewoners der keizerstad op de been waren. Als beweegreden tot de beproefde ontvoering wordt door sommigen opgegeven, eene gemoedelijke bezorgheid der tante voor de opvoeding harer nicht, in welk opzigtnaar hare meening, to weinig door de moeder verrigt werd anderen geven haar tot drijf veer louter eigenbelang van materiëlen aard, vermits voor het meis je de inkomsten van een aanzienlijk vermogen bestemd zijnwelligt hebben beide verklaringen aandeel in de zaak. [Alg. Handelsbl] Over Engeland verneemt men, door tijdingen den 8sten to Southampton door de West-Indische stoomboot de Trent aangebragt, dat het eiland Cuba, in den nacht van den 4den op den 5den Oc tober, door eenen vreeselijken orkaan geteisterd is geworden. Reeds den 2den had het geweldig gestormd, maar zonder dat zulks veel schade had aangerigt. Den 4den regende het onafgebro ken en woei het fel, ten tien ure in den avond was liet reeds een zware stormmaar tegen een ure in den morgenstond begonnen eerst de verwoestingen, In de stad Havana zag het er deerlijk uitda deuren en vensters vlogen aan alle kanton open; men zag geheela muren iustortende boomen werden ontworteldhet noodgegil der door do puinen overstelpten en der uit hunne huizen gevlngten was verschrikkelijkde bliksem doorkliefde de lucht. De orkaan bleef eenige uren woeden, en de schade is groot, men zegt dat er in de haven meer dan 73 vaartuigen van allerlei groo- te vergaan zijnin evenredigheid is het getal menschen die er het leven bij verloren hebben niet grootmen begroot het op tüs- schen de zestig en zeventig. Te Matanins heeft slechts een enkel schip het voor anker kunnen houden, de stad Riga heeft mede zwaar geleden. De stortregens die uren lang gevallen zijn, ware zoo zeer met zoutdeelen bezwan gerd, dat de regenbakken geledigd moesten worden. Te Havanna I's dadelijk eene insehrijving voor de meest noodlijdenden geopend, zij heeft reeds den eersten dag 20,000 dollars beloopen. Ook Jamaikn is niet van den orkaan bevrijd gebleven, en in de baai van Montego, zijn in den ochtend van den vijfden vjjftien grootere en kleinere vaartuigen behalve eens menigte schuiten en s'loepen vergaan. Van de naburige eilanden had men nog geene lijdingen. (Amst. Cour.) n O N G A R IJ E. St. Nicolau, den 28sten October. Een alhier wonende Jood, die onlangs door zekere edelman we gens eene wisselschuld voor het regt geroepen en nadat hij alvo rens de schuld en de echtheid van den vkisselbrief ontkend had tot betaling veroordeeld was geworden is, toen men hij de execu tie slechts volstrekte armoede en geene voor geregtelijke verkoop vatbare voorwerpen vond, op aanzoek van den edelman, aan den- zelven persoonlijk voor vijftien dagen lang in lijfeigenschap overge geven. Naauwelijks was de overlevering van den ongelukkige door den fiskaal gebeurdof de schuldenaar werd zonder verder toe doen van regters of regering, onder trompetgeschal, tot verlusti ging van een talrijk toegestroomde gemeen dat hem met spottend ge- jeul verzelde, door de straten van ons stadje naar het goed van den edelman gevoerd. (Amst. Cour) BINNENLANDSCIIE BERIGTEN. Amsterdam, den llden November. Men verneemt met genoegendat de indijking van de Waard en Grnetgrondcn in Noord - Holland (zijnde 1500 bunders kleiland liggende in de Zuiderzee, voor Kolhoru) gelukkig is volbragtdo landen zijn met een' zeer voldoenden dijk van de zee afgesloten en reeds voor een gedeelte begreppeldde molens zijn in aanbouw, en weldra, verneemt men, zullen ook de overige werken worden aanbesteedom in het volgende jaar voltooid te worden. De hoe- danigheid van den grond beantwoord volkomen aan de verwachting, en men moet dus nu erkennen, dat de Ontwerpers van dit belang.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1844 | | pagina 1