ALKMAAUSOIIE
12 Mc i.
wi m
M a a ii (I a g
PUBLICATIE.
De dieu fontein versguuir.
PROGRA M M A.
J TE
ZE G EL EN,
Deze Courant wordt eens in de week en wel
eiken Maandag, voor de Prijs van 6 Cente
uitgegeven.
De Prijs der Anvian i NTiëN \an 1 tot 5 re
gels is één Gulden, en voor eiken regel meer
20 Centenbehalve 35 eenten zegehegt voor
elke plaatsing.
a Je STAATSRAAD, GOUVERNEUR mm I'eovincte NOORD-HOLLAND
Herinnert bij deze alle autoriteiten en een ieder die daarbij bc
lang mogt hebben aan de bepalingen der Wet van den 5l|rn Octo
ber 1841, (Staatsblad n°. 40) betreffende de verevening van Schuld
vorderingen ten laste van bet Rijk met aanmaning om zoodanige
Schuldvorderingen vóór den 1st™ Juli] aanstaande in te dienen, aan
gezien aan die wetsbepalingen, zoo nu als in het vervolg sliptelijk
de hand zal worden gehouden.
Haarlemden lid"1 April 1845.
De StaatsraadGouverneur voornoemd
Van E W IJ C K.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS dee Stap ALKMAAR,
Gezien Z. M. besluit van den 21stcn Maart 1828 (Staatsblad n°. 0,)
houdende reglementaire bepalingen tot invoering der Wet op de
Schutterijen van den l!llcn April 1827, (Staatsblad n°. 17,) in verband
gebragt met art. 0, 7, 8 en 9, van gezegde Wet;
Gezien de dispositie van den Heer Staatsraad Gouverneur der Pro
vincie Noord-Holland, dd. 11 April 1828 n°. (Provinciaalblad n®.
41,) omtrent de executie der Wet op de Schutterijen:
Roepen bij deze op, alle Manspersonen, ingezetenen dezer Stad en
Jurisdictie, welke op den Eersten Januarj 1845. bun 25ste jaar zijn
ingetreden, en alzuo diegenen, welke in den jare 1820 zjn gebo
ren, alsmede de zoodanigen, welke, ofschoon in andere gemeenten
ingeschreven, sedert de laatste inschrijving binnen deze Stad zijn ko
men wonen, en op den l8t"> Januarij 11. hnn 34stc' jaar nog niet hebben
voleindigd, en nlzoo geboren zijn in de jaren 1819 tot en met 1811
ingesloten; de vreemdelingen van denzelfden ouderdom, die sedert
de laatste inschrijving in de termen gevallen zijn, om, volgens art.
2 der wet van 11 April 1827, als ingezetenen te worden beschouwd,
benevens de gepasporteerde militairenwelke zich tot dus verre
niet ter inschrijving voor de Schutterij hebben gepresenteerd, ten
einde zich in de daartoe gereed gemaakte registers te doen doen in
schrijventevens te kennen gevende
Dat de inschrijving zal beginnen den 15den Mei aanstaande, en ge
heel zal moeten zijn afgeloopen den Eersten Junij daaraanvolgende,
terwijl in een der vertrekken op het Raadhuis alhier voor de inschrij
ving zal worden gevaceerd van af den 15llt n Mei 1845, op Maandag en
Donderdag van iedere week, tol aan den Eersten Junj aanstaande,
telken dage van 'smamiddags 5 tot 7 ure.
En ten einde te voorkomen dat iemand in de termen der in-
Bchrüving vallende, zich door onwetenheid aan pligtverzuini schul
dig make, beeft hel Gemeentebestuur noodig geoordeeld, een ieder
bekend te maken met, en te berinneren aan de navolgende, bij de
Wet van 11 April 1827, (Staatsblad n°. 17) gemaakte bepalingen.
Dat een iegelijk zonder onderscheidof h j mogt vermeenen al
of niet onder de bij de wet vrijgestelden of uitgesloterien te behooren,
verpligt is, zich voor de Schutterj te doen inschrijven.
Dat zij, die in meer dan eene gemeente bun verblijf houden, of
den zetel van hun vermogen hebben gevestigd, tot de inschrijving
verpligt zullen zijn binnen die gemeente, waar eene dienstdoen
de Schutterij aanwezig is. en bijaldien in die verschillende ge
meenten alleen dienstdoende, of alleen rustende Schutterij beslaat
zich Ie doen inschrijven in rlie gemeente, alwaar zij voor de perso
neele belasting zijn aangeslagen, en de ambtenaren in die gemeente,
alwaar zij ambtshalve verpligt zijn hun verblijf te houden.
Dat degenen, welke van hunnen juisten ouderdom geen voldoend
bewijs geven, naar het oordeel van het Plaatselijk bestuur zullen
worden ingeschreven, onverminderd de bevoegdheid van de inge
schrevenen om van hunnen juisten ouderdom nader te doeu blijken.
En dat eindelijk zij, welke bevonden worden zich niet vóór den
]stcn Junij Ie hebben doen inschrijven floor liet Plaatselijk bestuur
tullen worden ingeschreven, en in eene geldboete verwezen, terwijl
lij daarenboven milder loting bij de Schutterij zullen worden inge
lijfd, indien het zal blijken, dat er tijdeus de verzuimde inschrij-
■yjng geene rede tot uitsluiting of vrijstelling ten hunnen aanzien
bestond.
Burgemeester en Wethouders vermanen tévens ieder Ingezeten de
zer Stad en Jurisdictie, dien hel aangaat, om zich tijdig van een ge
boorte Extraet Ie voorzien: waardoor zich ieder van zijnen juisten
ouderdom kan verzekeren, en hetwelk bij de inschrijving zal moeien
worden vertoond alsmede om zich ter behoorlijker tijd tot de in
schrijving nnnlemelden, ten einde de straf, wegens nalatigheid vast
gesteld, voortekomen.
Alkmaarden 29s,cn April 1845.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
A. P de LANGE.
Ter Ordonnantie van dezelven
EETV'JVISGEVIN
S G 11 U T T E R IJ.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS die Stad ALKMAAR,
Gezien hebbende het 7e artikel van Z. M. besluit van den 7d"> Sep
tember 1828. houdende reglementaire bepalingen, tot invoeringder
Wet op de Schutterijen, van den 11 den April 1827, luidende als volgt
De gehuwden en weduwnaars, één of meer kinderen hebbende
(die bij de oprigting der Schutterij, in het jaar 1828, of in later
«jaren, voor den Schutterlijken dienst ingeschreven, doch als zoo-
danig niet tot dienst geroepen zijn) door sterfgeval of anderzins in
de termen vallende, om in de eerste klasse (die der ongehuwden
of weduwnaars zonder kinderen) te worden overgebragtzullen,
vóór de eerstvolgende jaarlijksche inschrijving, bij publicatie wor
«den opgeroepen, om daarvan kennis te geven aan het Plaatselijk
bestuur.
Wanneer deze kennisgeving mogt worden verzuimd, en de na
lalige, ten gevolge van dit verzuim, niet bij de Schutterij is in-
ii gelijfd geworden, zal deswege door bet Plaatselijk-nesluur Proces-
i) Verbaal opgemaakt, en aan de bevoegde Regtbank toegezonden wor*.
«don, ten einde de strafbepaling, bij art. 1 der wet van 6 Maart
1818, op de nalatigen toetepassen
Roepen bij deze op alle zoodanige Inwoners dezer Stad en Jurisdic
tie, welke in de jaren 1840 tot en met 1844 voor den Schutter-^
lijken dienst zijn ingeschreven, en die alstoen hebben bewezen, ge
huwd of weduwnaar, met kind of kinderen te zijndoch sedert dien
tijd, door bet overlijden van vrouw of kinderen zijn geworden we
duwnaar zonder kinderen, om te compareren in een der vertrek
ken van het Stadhuis, op Maandag of Dingsdag, den 20 of 27»teB
Mei aanstaandetusschen 5 en 7 ure des namiddagsten einde al
daar van zoodanig overlijden kennis Ic geven, opdat daarvan behoor
lijke aanteekening kunne geschieden.
Burgemeester en Wethouders brengén voorts ter kennisso van do
daarbij belanghebbenden, dat zij, welke naar aanleiding van art. 26
en 85 der wet op de Schutterij, van 11 April 1827, en Z. M. besluit
van 18 November 1831, n°. 30, op grond van 34jarigen ouderdom,
of lOjarigen dienst bij de Schutterij, mogten vermeeneu regt op ont
slag verkregen te hebben, en daarvan zouden verlangen gebruik te ma
ken, zich schriftelijk kunnen aanmelden ter Secretarie dezer Stad, vóór
den 9dc" Junij aanstaande, met overlegging van bewijsstukken, waar
door het regt op bet gereclameerde ontslag voldoende bewezen wordl.
Alkmaar, den 2llea Ulei 1845.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.j
A. P. de LANGE.
Ter Ordonnantie van dezelven,
De DIEU FONTEIN VERSCHUM:
BURGEMEESTER en WETHOUDERS dee Stad ALKMAAR,
brengen bij deze ter kennisse van de onder n°. 37, 38, 39 en 40
van tabel n°. XIV der wet van 21 Mei 1819, aangeduide Palentplig-
tige Slijters, Tappers, Kroeg- en Koiïijhuishouders binnen hunne
staddat de klassificatie wegens bunnen aanslag in het regt van
Patent door het Collegie van Zetters thans afgeloopen zijnde, zij
hunne Patenten ter Secretarie dezer Stad, te beginnen met Woens-
da» den 14de" Mei eerstkomende, kunnen afhalen tegen overgifle van
het des wege door den lieer Ontvanger der belastingen afgegeven
reeu en vertooning der bewijzen dat zij hunnen aanslag over het
afgeloopen dienstjaar geheel en voor het loopende dienstjaar voor de
helft hebben voldaan.
Wordende de belanghebbenden tevens herinnerd dat, zonder het
bezit van zoodanig Patent de wet niet veroorlooft een der hierbo
ven genoemde beroepen te mogen uitoefenen.
Alkmaarden 10de" Mei 1845.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
F. C. W. DRUIJVESTE1JN.
Ter Ordonnantie van dezelren
De DlEU FONTEIN VERSGUUIR.
Van wege de STEDELIJKE REGERING, wordt mits deze bekend
gemaakt, dat voortaan des Donderdags van iedere week. des namid
dags van 1 tot 2 Uren, bel ORGEL in de Gronte keik door den
Heer Organist J. II. A. F.ZF.RMAN zal worden bespeeld, ten einde
iederen beminnaar der Inonkunde, in de gelegenheid te stellen
daarvan te kunnen profileren.
De Akademie van Beeldende KunstenBouw-, toegepaste ïVerk-
tuig- en Zeevaartkunde, onder den naam Mjntiiva te Groningen,
looft voor de mededinging van Binnenlandsche Kunstbeoefenaren
over 1845, de volgende Prijzen uit:
1). Een Getuigschriften Twintig Vijf'guldenstukkenvoor de waar
dig gekeurde Schilderijhoog 7 en breed 5 Palmen, voorstellende
een boeren-binnenhuis waarin eene moeder een tien- ol twaalfjarig
kind met fraaije k'eederen opschikt, terwijl een jonger kind in de
kamer speelt -- met een openslaand venster en verdere eigenaar
dige stoffaadje.
2). Een Getuigschrift en Vijf Vijf'guldenstukkenvoor de waardig
gekeurde Teekcning in kleurenhoog 4 en breed 5 Palmen, voor
stel lende een landschap in den winter; op den voorgrond, links
van den aanschouwer, een molen, en regis twee mannen bezig met
eene bijt in bet ijs te kappenmet scliaatsrijders en verdere
stoffaadje.
Alle Binnenhutdséhe Kunstbeoefenaars worden tot de mededinging
uilgenoodigd. De stukken zullen moeten geteekend zijn met eene
zinspreuk, welke, door eene andere band dan die van den vervaar-
diger van bet stuk geschreven, ook zal moeten worden gesteld op
een bijgevoegd verzegeld Briefje, inhoudende naam en woonplaats
van den Maker en, des verkiezende, voor zoo veel de gevraagde
Schilderij belieft, den prijs, waarvoor men dezelve aan de Akado-
j mie wiU afstaan.
De stukken zullen, vóór of uiterlijk op den November 1845,
behoorlijk met Lijst of Pakrand voorzien, vrachtvrij moeten be-
zorgd worden aan hel Lokaal der Akademie (Oude Kijk-in-'t Jat
straat) legen een door den Secretaris van bet Bestuur geteekend
Bewijs van ontvangst. De behaalde Prijzen zullen in do jaarlijksche
Vergadering van Januarij 1840 worden uitgereikt, en de onbekroon
de Stukken, binnen eene maand na den afloop dier Vergadering,
door de Eigenaars, op vertoon van het afgegeven bewijs, moeien
worden lerii" gebaald. De bekroonde Teekrning wordt de eigendom
der Akademie; de bekroonde Schilderij blijft de eigendom van den
Vervaardiger, die nogtans verpligt zal zijn,- om, als bet sink niet
wordl aangekocht, daarvan eene Teekcning of volledige Schets ia